Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0649

    Besluit (GBVB) 2021/649 van de Raad van 16 april 2021 betreffende steun van de Unie voor activiteiten van het WHV-secretariaat ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag

    ST/7142/2021/INIT

    PB L 133 van 20.4.2021, p. 59–65 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/10/2023: This act has been changed. Current consolidated version: 23/01/2023

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/649/oj

    20.4.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 133/59


    BESLUIT (GBVB) 2021/649 VAN DE RAAD

    van 16 april 2021

    betreffende steun van de Unie voor activiteiten van het WHV-secretariaat ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Wapenhandelsverdrag (WHV) is op 2 april 2013 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) aangenomen in haar Resolutie A/RES/67/234 B. Het WHV is vervolgens op 3 juni 2013 ter ondertekening opengesteld en op 24 december 2014 in werking getreden. Alle lidstaten zijn partij bij het WHV.

    (2)

    Met het WHV wordt beoogd de hoogst mogelijke gemeenschappelijke internationale normen vast te stellen om de internationale handel in conventionele wapens te reglementeren of de reglementering ervan te verbeteren en de illegale handel in conventionele wapens te voorkomen en uit te bannen, en het oneigenlijk gebruik van die wapens te voorkomen. De belangrijkste uitdagingen bij het bereiken van de doelstellingen van het WHV zijn de daadwerkelijke uitvoering ervan door de staten die partij zijn bij het WHV en de universalisering ervan, gelet op het feit dat de reglementering van de internationale wapenhandel per definitie een mondiale aangelegenheid is. Als bijdrage tot het aanpakken van deze uitdagingen heeft de Raad op 16 december 2013 Besluit 2013/768/GBVB (1) en op 29 mei 2017 Besluit (GBVB) 2017/915 (2) vastgesteld, en aldus het werkterrein van de Unie op het gebied van bijstand bij uitvoercontrole uitgebreid met activiteiten die specifiek verband houden met het WHV.

    (3)

    In het WHV is bepaald dat een secretariaat (het “WHV-secretariaat”) wordt opgericht om de staten die partij zijn bij te staan bij de effectieve uitvoering van het WHV. Het WHV-secretariaat vervult de volgende taken: de verslagen ontvangen, beschikbaar stellen en verspreiden overeenkomstig het WHV; de lijst van nationale contactpunten bijhouden en ter beschikking stellen van de staten die partij zijn; de afstemming vergemakkelijken van aanbiedingen van en verzoeken om bijstand voor de uitvoering van het WHV en de internationale samenwerking bevorderen, zoals gevraagd; het werk van de Conferentie van de staten die partij zijn vergemakkelijken, onder meer het treffen van regelingen en het verlenen van de nodige diensten voor vergaderingen in het kader van het WHV, en het uitvoeren van andere taken zoals besloten door de Conferenties van de staten die partij zijn. Het WHV-secretariaat beheert ook het vrijwillig trustfonds dat door de staten die partij zijn is opgericht op grond van artikel 16, lid 3, van het WHV om de uitvoering van het WHV door de staten die partij zijn te ondersteunen. Daarnaast heeft de vierde Conferentie van de staten die partij zijn het WHV-secretariaat belast met het beheer van het sponsoringprogramma van het WHV, dat is opgezet om de deelname van overheidsvertegenwoordigers aan de bijeenkomsten van het WHV te vergemakkelijken.

    (4)

    In de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie van 2016 verbindt de Unie zich ertoe een op regels gebaseerde wereldorde te bevorderen. De Unie heeft er belang bij de afgesproken regels te bevorderen om te voorzien in mondiale publieke goederen en bij te dragen tot een vreedzame en duurzame wereld. De Unie komt op voor een op regels gebaseerde wereldorde die multilateralisme als basisbeginsel en de VN als kern heeft. De Unie staat volledig achter de uitbreiding van het ledental, de algemene toepassing, de volledige uitvoering en handhaving van multilaterale verdragen en regelingen inzake ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing, waaronder het WHV. In het kader van die overkoepelende beleidsdoelstellingen past de steun voor het WHV-secretariaat goed binnen de specifieke doelstelling om het multilaterale stelsel voor een verantwoorde handel in wapens te versterken.

    (5)

    Het WHV-secretariaat is goed geplaatst om contacten te onderhouden met alle multilaterale, regionale, nationale en maatschappelijke organisaties die projecten uitvoeren ter ondersteuning van de universalisering of uitvoering van het WHV. De Unie verstrekt ook al heel lang bijstand bij controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik en ondersteunt zo de ontwikkeling van juridische kaders en institutionele capaciteit voor het vaststellen en handhaven van doeltreffende uitvoercontroles op producten voor tweeërlei gebruik en op militaire goederen. Het WHV-secretariaat heeft de intentie ervoor te zorgen dat zijn projecten een aanvulling vormen op bijstand die wordt geboden in het kader van de bestaande programma’s van de Unie voor controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik en van wapens, zoals die in het kader van Besluit (GBVB) 2017/915,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering en universalisering van het Wapenhandelsverdrag (“WHV”), steunt de Unie activiteiten van het WHV-secretariaat met de volgende doelstellingen:

    steun verlenen aan staten die partij zijn bij het WHV om hun systemen voor de controle op wapenoverdrachten te versterken ten behoeve van de daadwerkelijke uitvoering van het WHV;

    versterken van de institutionele structuur van het WHV-secretariaat als voornaamste orgaan om de staten die partij zijn bij het WHV bij te staan bij de uitvoering van het WHV.

    2.   Ter verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen steunt de Unie de volgende projectactiviteiten:

    a)

    steun voor capaciteitsopbouw van nationale contactpunten voor het WHV;

    b)

    vaststellen van een “deskundigenrooster”, zodat de capaciteit van lokale en regionale WHV-deskundigen om op lokaal en regionaal niveau advies en opleiding te verstrekken over de uitvoering van het WHV, groter wordt (“opleiden van opleiders”);

    c)

    steun voor een database die behoeften en middelen op elkaar afstemt.

    In de bijlage worden deze projectactiviteiten nader omschreven.

    Artikel 2

    1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) is belast met de uitvoering van dit besluit.

    2.   De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projectactiviteiten wordt toevertrouwd aan het WHV-secretariaat.

    3.   Het WHV-secretariaat voert zijn taak uit onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. De hoge vertegenwoordiger treft daartoe de nodige regelingen met het WHV-secretariaat.

    Artikel 3

    1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projectactiviteiten bedraagt 1 370 000 EUR.

    2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde referentiebedrag worden gefinancierd, worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

    3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de uitgaven die uit het in lid 1 bedoelde referentiebedrag worden gefinancierd. Daartoe sluit zij de vereiste overeenkomst met het WHV-secretariaat. In die overeenkomst wordt bepaald dat het WHV-secretariaat er zorg voor moet dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.

    4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde overeenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de overeenkomst.

    Artikel 4

    1.   De hoge vertegenwoordiger brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van de geregelde verslagen die worden opgesteld door het WHV-secretariaat. Deze rapporten vormen de grondslag voor de evaluatie door de Raad.

    2.   De Commissie geeft informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projectactiviteiten.

    Artikel 5

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Het verstrijkt 24 maanden na de in artikel 3, lid 3, bedoelde datum van sluiting van de overeenkomst of zes maanden na de vaststelling ervan, indien die overeenkomst niet binnen die periode is gesloten.

    Gedaan te Brussel, 16 april 2021.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    A.P. ZACARIAS


    (1)  Besluit 2013/768/GBVB van de Raad van 16 december 2013 betreffende EU-activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 56).

    (2)  Besluit (GBVB) 2017/915 van de Raad van 29 mei 2017 over activiteiten van de Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag (PB L 139 van 30.5.2017, blz. 38).


    BIJLAGE

    PROJECTDOCUMENT

    1.   Projecten

    1.1.   Project 1: steun voor capaciteitsopbouw van nationale contactpunten voor het WHV

    1.1.1.   Algemene projectdoelstelling

    Opbouwen van de capaciteit van de nationale contactpunten van de staten die partij zijn, onder meer door hun kennis van de verplichtingen op WHV-gebied te vergroten en hen bewust te maken van de ontwikkelingen van het WHV-proces.

    1.1.2.   Achtergrond

    Op aanbeveling van de Werkgroep transparantie en verslaglegging heeft de 3e Conferentie van staten die partij zijn het WHV-secretariaat de opdracht gegeven een sturingsdocument voor de nationale contactpunten op te stellen waarin hun rol en mogelijke taken worden beschreven, onder meer ervoor zorgen dat de verplichte rapportage over het WHV tijdig en in complete vorm wordt opgesteld en ingediend. Daarnaast heeft het WHV-secretariaat vastgesteld dat erop moet worden toegezien dat nationale contactpunten op constructieve wijze deelnemen aan de vergaderingen over het WHV, met inbegrip van voorbereidende en werkgroepvergaderingen.

    1.1.3.   Activiteiten en outputs

    Dit project omvat de volgende activiteiten/te realiseren doelen:

    a)

    opstellen van een sturingsdocument voor de nationale contactpunten waarin de rol en de mogelijke taken voor die functie worden beschreven;

    b)

    creëren van een webpagina/portaalsite die specifiek bestemd is voor de nationale contactpunten, met links naar voor hen relevante informatie;

    c)

    organiseren, voorafgaand aan elke WHV-vergadering, van drie half- tot eendaagse briefings voor de nationale contactpunten, waarin zij informatie en updates over de komende vergadering krijgen en de gelegenheid krijgen vragen te stellen en informatie te verduidelijken, en

    d)

    instellen van een mechanisme om de nationale contactpunten op individuele basis regelmatig en systematisch te bereiken ter ondersteuning van hun betrokkenheid bij het WHV.

    1.1.4.   Verwachte resultaten van het project

    a)

    meer kennis van de verplichtingen op WHV-gebied (met inbegrip van verslaglegging) bij de nationale WHV-contactpunten;

    b)

    meer bekendheid met het WHV-proces;

    c)

    brede verspreiding van informatiemateriaal over het WHV onder nationale contactpunten en daarbuiten.

    1.1.5.   Begunstigden

    Nationale contactpunten van de staten die partij zijn.

    1.2.   Project 2: lijst van deskundigen (opleiden van opleiders)

    1.2.1.   Algemene projectdoelstelling

    Opbouwen van de capaciteit van lokale en regionale WHV-deskundigen om op lokaal en regionaal niveau advies en opleiding te verstrekken over de uitvoering van het WHV, teneinde de afhankelijkheid van internationale consultants en organisaties te verminderen, de kwaliteit van opleiding en bijstand bij de uitvoering te verbeteren en meer maatwerk te leveren bij de capaciteitsopbouw.

    1.2.2.   Achtergrond

    Hoewel sommige projecten van het vrijwillig trustfonds (Voluntary Trust Fund — VTF) zijn uitgevoerd met steun van lokale organisaties en nationale of regionale consultants, waren bij de meeste VTF-projecten die zijn uitgevoerd sinds het VTF door de 2e Conferentie van staten die partij zijn is opgericht, internationale deskundigen en/of een projectuitvoeringspartner die een internationale organisatie (zoals een VN-entiteit) of een internationale ngo is, betrokken/aangetrokken. Een permanent beroep op internationale expertise is om de volgende redenen niet efficiënt of duurzaam:

    1)

    de internationale reizen die internationale deskundigen moeten maken om opleidingsworkshops bij te wonen en te faciliteren, en de dagelijkse vergoedingen of honoraria die internationale deskundigen vragen, zijn kostbaar (in verhouding tot de kosten voor het inschakelen van een lokale of regionale deskundige), en

    2)

    bij voortdurende afhankelijkheid van internationale deskundigen bouwen lokale en regionale consultants niet de capaciteit en deskundigheid op die hen op langere termijn in staat zou stellen constante opleidings- en uitvoeringsondersteuning op maat te bieden.

    Bovendien blijkt uit de ervaringen met het VTF dat sommige consultants en organisaties ontwikkelingssteun nodig hebben om hun rol bij projecten ter implementatie van het WHV ten volle te kunnen vervullen. Het WHV-secretariaat wil zich buigen over de afhankelijkheid van internationale consultants en organisaties en over de kwaliteit van een deel van de opleiding en bijstand die worden geboden via een project voor het opbouwen van de capaciteit van lokale en regionale consultants wat betreft opleiding en bijstand bij de uitvoering.

    1.2.3.   Activiteiten en outputs

    Dit project omvat de volgende activiteiten/te realiseren doelen:

    a)

    opzetten van een workshop “opleiden van opleiders” voor het opbouwen van de capaciteit van lokale en regionale consultants om kwalitatief hoogwaardige opleidingen en bijstand bij de uitvoering te verstrekken;

    b)

    ontwikkelen van opleidingsmateriaal om de workshops “opleiden van opleiders” te vergemakkelijken;

    c)

    contact opnemen met consultants in specifieke regio’s om deel te nemen aan de workshops op maat “opleiden van opleiders”, en

    d)

    organiseren van zes workshops “opleiden van de opleider” in verschillende regio’s.

    1.2.4.   Verwachte resultaten van het project

    a)

    een groter aantal lokale en regionale consultants die WHV-“deskundigen” zijn, zoals geautoriseerd door het WHV-secretariaat, en hoogwaardige opleiding en uitvoeringsondersteuning op lokaal en regionaal niveau kunnen aanbieden;

    b)

    het opstellen van een openbare lijst van consultants die geautoriseerd zijn door het WHV-secretariaat en die in staat zijn kwalitatief hoogwaardige WHV-opleiding en bijstand bij de uitvoering van het WHV te verstrekken (lijst van deskundigen). Een dergelijke lijst kan bijvoorbeeld worden verspreid onder potentiële VTF-ontvangers die op zoek zijn naar consultants of projectuitvoerende partners.

    1.2.5.   Begunstigden

    lokale en regionale consultants;

    donoren en ontvangers van het VTF.

    1.3.   Project 3: ondersteuning van een databank voor de afstemming van behoeften en middelen

    1.3.1.   Algemene projectdoelstelling

    Een mechanisme ontwikkelen voor het afstemmen van aanbiedingen en verzoeken om bijstand bij de tenuitvoerlegging van het Verdrag, teneinde dubbel werk en overlapping van bijstandsprojecten in WHV-verband te voorkomen en het aantal staten dat gerichte bijstand ontvangt, te verhogen.

    1.3.2.   Achtergrond

    Op grond van artikel 18, lid 3, onder c), van het WHV is het WHV-secretariaat belast met het “vergemakkelijken van het afstemmen van aanbiedingen en verzoeken om bijstand bij de tenuitvoerlegging van dit Verdrag”. Hoewel de staten die partij zijn worden aangemoedigd om waar nodig bijstand te vragen en op verzoek bijstand te verlenen, is er geen formeel mechanisme voor het zoeken of aanbieden van bijstand in WHV-verband. Bovendien bieden de huidige rapportagemodellen niet de mogelijkheid om bijstand te vragen of aan te bieden (zoals modellen in andere processen, bijvoorbeeld het VN-actieprogramma inzake handvuurwapens en lichte wapens). Het WHV-secretariaat zou de mogelijkheden willen onderzoeken voor het ontwikkelen van een databank of ander mechanisme om de behoeften en middelen voor de uitvoering van het WHV op elkaar af te stemmen, een en ander uit hoofde van zijn Verdragsverplichtingen en om de internationale samenwerking en bijstand te verbeteren.

    1.3.3.   Activiteiten en outputs

    Dit project omvat de volgende activiteiten/te realiseren doelen:

    a)

    verkennen van de mogelijkheden voor het opzetten van een mechanisme om behoeften en middelen op elkaar af te stemmen, onder meer door middel van een vergelijkende evaluatie van bestaande mechanismen in andere fora en via overleg met zowel ontvangers als donoren;

    b)

    ontwerpen en instellen van een mechanisme voor het op elkaar afstemmen van behoeften en middelen, met inbegrip van een elektronische databank van verzoeken om en aanbiedingen van bijstand, alsmede de ontwikkeling van een online instrument voor bijstandsverzoeken, en

    c)

    het van start laten gaan, bekendmaken en in stand houden van het mechanisme voor afstemming van behoeften en middelen.

    1.3.4.   Verwachte resultaten van het project

    Betere informatie over de bijstandsbehoeften van de staten die partij zijn en over de beschikbare middelen om in die behoeften te voorzien.

    Het ontwikkelde mechanisme zal nauw aansluiten bij het vrijwillige trustfonds (beheerd door het secretariaat van het WHV) om te zorgen voor complementariteit tussen de bijstandsmechanismen.

    1.3.5.   Begunstigden

    de staten die partij zijn en de ondertekenende staten die bijstand voor de uitvoering van het WHV wensen;

    donorstaten die projecten voor de uitvoering van het WHV willen ondersteunen.

    2.   Overwegingen

    2.1.   Zorgen voor complementariteit met de lopende outreach in WHV-verband

    Het WHV-secretariaat is ervan op de hoogte dat andere fondsen projecten in verband met de uitvoering van het WHV financieren, zoals de Trust Facility Supporting Cooperation on Arms Regulation (Unscar) van de VN en, uiteraard, het ATT Outreach Project van de EU. Het WHV-secretariaat heeft nauw samengewerkt met de managers/uitvoerders van beide acties, waaronder het Duitse Bundesamt für Wirtschaft und Ausfuhrcontrolle (BAFA) en Expertise France, om dubbele financiering te voorkomen. Dit heeft geleid tot het regelmatig — en vertrouwelijk — delen van informatie over door de verschillende fondsen ontvangen aanvragen en goedgekeurde projecten.

    In verband met de EU-steun die het ontvangt, zal het WHV-secretariaat voortbouwen op/profiteren van de met BAFA en Expertise France ontwikkelde betrekkingen om te zorgen voor complementariteit tussen het door de EU gefinancierde project van het WHV-secretariaat en de lopende werkzaamheden van het ATT outreachproject van de EU. Het WHV-secretariaat zal bijvoorbeeld leden van de pool van deskundigen van de EU vragen om deel te nemen aan een deskundigenworkshop om het opleidingsmateriaal te valideren dat is ontwikkeld voor het onderdeel “opleiden van opleiders” van project 2 (lijst van deskundigen (opleiding van opleiders)), en om hun ervaringen en geleerde lessen te delen.

    Daarnaast zal het WHV-secretariaat de uitvoerende partners van de ATT Outreach Projects van de EU om input vragen bij het vaststellen van overheidsvertegenwoordigers en andere personen die moeten worden geselecteerd voor deelname aan het programma “opleiden van opleiders” van het WHV-secretariaat. Het WHV-secretariaat kan ook met de uitvoerende partners en deskundigen van ATT Outreach van de EU samenwerken om een selectie te maken van de behoeften van de beoogde staten die in kaart zijn gebracht bij het opstellen van de routekaart van de EU en bij andere outreachactiviteiten van de EU. Die informatie zou kunnen worden gebruikt om de in project 3 bedoelde databank voor het afstemmen van behoeften en middelen (Steun voor een databank voor het afstemmen van behoeften en middelen) te vullen.

    Kort gezegd, het WHV-secretariaat ziet veel mogelijkheden voor een permanente dialoog/partnerschap met het ATT Outreach Project van de EU om de twee projecten complementair te maken, aangezien zij streven naar de gezamenlijke doelstelling van effectieve uitvoering van het WHV.

    2.2.   Impact en gevolgen van COVID-19

    COVID-19 heeft gevolgen voor de meeste landen in de wereld, zij het in verschillende mate. De beperkingen op verplaatsingen, aantal deelnemers en reizen die veel landen naar aanleiding van de uitbraak hebben ingevoerd, zullen de komende maanden, mogelijk jaren, waarschijnlijk gevolgen hebben voor de uitvoering van WHV-projecten.

    Ook gezien het feit dat de duur van de COVID-19-uitbraak en de gevolgen ervan ongewis en in dit stadium niet te voorspellen zijn, zal het moeilijk met zekerheid te achterhalen zijn wat de gevolgen zijn voor de projectactiviteiten die internationale reizen en/of persoonlijke ontmoetingen, en een tijdpad behelzen.

    Het WHV-secretariaat zal deze omstandigheden als volgt meenemen in zijn projectplanning:

    Allereerst heeft het WHV-secretariaat een ontwerp-projectschema opgesteld voor de uitvoering van de drie in het voorstel beschreven projecten, dat ervoor zorgt dat de administratieve voorbereiding, planning, outreach, research en redactie van elk project zoveel mogelijk tijdens de eerste 15 maanden van het project (april 2021-juni 2022) worden uitgevoerd. De activiteiten waarvoor persoonlijke aanwezigheid vereist is, namelijk de workshops “opleiden van de opleider” die zijn gepland in project 2 (lijst van deskundigen (opleiden van de opleiders)), zijn gepland voor het tweede jaar van het project (juli-november 2022). Mocht in oktober 2022 blijken dat de COVID-pandemie nog steeds gevolgen heeft voor het reizen en het organiseren van persoonlijke workshops, dan moet uiteraard wellicht een langere tijdshorizon of een ander contingentieplan worden overwogen.

    Ten tweede heeft het WHV-secretariaat contingentieplannen gereed voor bepaalde projectactiviteiten waarbij men anderen ontmoet of persoonlijk aanwezig moet zijn. Zo voorziet project 1 (steun voor capaciteitsopbouw van nationale contactpunten voor het WHV) in een briefing van een halve of een hele dag voorafgaand aan elke vergadering van het WHV (vanaf de 8e cyclus van de conferentie van staten die partij zijn) die gewijd is aan de nationale contactpunten, waarin zij informatie en updates over de komende vergadering krijgen en de gelegenheid krijgen om vragen te stellen en informatie te verduidelijken. Hoewel deze briefings hopelijk kunnen en zullen plaatsvinden met persoonlijke aanwezigheid vóór elke vergadering van het WHV (en de vergadering zelf kan plaatsvinden), kunnen zij, indien dit niet mogelijk is vanwege COVID-beperkingen, virtueel worden gehouden, indien nodig per regio, om rekening te houden met tijdzones en taalfactoren.


    Top