This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019D2119
Council Decision (EU) 2019/2119 of 21 November 2019 on the position to be taken, on behalf of the European Union, at the third meeting of the Conference of the Parties to the Minamata Convention on Mercury, as regards the adoption of a Decision establishing thresholds for mercury waste, as referred to in Article 11(2) of that Convention
Besluit (EU) 2019/2119 van de Raad van 21 november 2019 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de derde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik, in verband met de goedkeuring van een besluit tot vaststelling van grenswaarden voor kwikafval, als bedoeld in artikel 11, lid 2, van dat verdrag
Besluit (EU) 2019/2119 van de Raad van 21 november 2019 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de derde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik, in verband met de goedkeuring van een besluit tot vaststelling van grenswaarden voor kwikafval, als bedoeld in artikel 11, lid 2, van dat verdrag
ST/13479/2019/INIT
PB L 320 van 11.12.2019, p. 117–118
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
11.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 320/117 |
BESLUIT (EU) 2019/2119 VAN DE RAAD
van 21 november 2019
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de derde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik, in verband met de goedkeuring van een besluit tot vaststelling van grenswaarden voor kwikafval, als bedoeld in artikel 11, lid 2, van dat verdrag
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Verdrag van Minamata inzake kwik (1) (hierna “het verdrag” genoemd) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2017/939 van de Raad (2) en is op 16 augustus 2017 in werking getreden. |
(2) |
Overeenkomstig Besluit MC-1/1 betreffende het reglement van orde dat de Conferentie van de partijen bij het verdrag op haar eerste vergadering heeft vastgesteld, dienen de partijen alles in het werk te stellen om over alle inhoudelijke aangelegenheden bij consensus overeenstemming te bereiken. |
(3) |
De Conferentie van de partijen bij het verdrag zal naar verwachting tijdens haar derde vergadering, die plaatsvindt van 25 tot en met 29 november 2019 (COP3), een besluit goedkeuren (hierna “het voorgestelde besluit” genoemd) inzake grenswaarden voor kwikafval, zoals bedoeld in artikel 11, lid 2, van het verdrag, waardoor het toepassingsgebied van artikel 11 (Kwikafval) van het verdrag betreffende afvalstoffen zal worden omschreven. Kwikafval dat onder artikel 11, lid 2, van het verdrag zou vallen, moet krachtens artikel 11, lid 3, van het verdrag op milieuverantwoorde wijze wordt beheerd. Elke krachtens artikel 11, lid 2, van het verdrag vastgestelde grenswaarde, ook voor met kwik of kwikverbindingen verontreinigd afval, dient derhalve te worden vastgesteld op een niveau dat ervoor zorgt dat al dergelijk afval dat gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens of voor het milieu, op milieuverantwoorde wijze wordt beheerd. |
(4) |
Het vaststellen van een namens de Unie op de COP3 bij het verdrag in te nemen standpunt is nodig omdat het voorgestelde besluit, indien vastgesteld, rechtsgevolgen heeft, aangezien de partijen bij het verdrag maatregelen zullen moeten nemen om het verdrag op nationaal of regionaal niveau, of op beide, uit te voeren. |
(5) |
De Unie heeft in aanzienlijke mate bijgedragen aan het tot stand komen van de bepalingen inzake afvalstoffen van het verdrag en aan de intersessionele werkzaamheden van de deskundigen die zijn gestart bij Besluit MC-2/2, dat door de Conferentie van de partijen bij het verdrag tijdens haar tweede vergadering is goedgekeurd, die aanleiding hebben gegeven tot het voorgestelde besluit. |
(6) |
Het acquis van de Unie vereist reeds dat al het in artikel 11, lid 2, van het verdrag bedoelde kwikafval, ongeacht het kwikgehalte van dergelijk afval, wordt beheerd zonder gevaar op te leveren voor de gezondheid van de mens en zonder nadelige gevolgen voor het milieu. |
(7) |
De Unie mag de vaststelling van een besluit op de COP3 uitsluitend steunen indien dat besluit in overeenstemming is met het acquis van de Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de derde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik (COP3) houdt in dat steun wordt gegeven aan de vaststelling van een besluit inzake grenswaarden voor kwikafval dat in overeenstemming is met het acquis van de Unie.
Artikel 2
In het licht van ontwikkelingen tijdens COP3 kunnen vertegenwoordigers van de Unie instemmen met een verfijning van het in lid 1 bedoelde standpunt, voor zover dat in overeenstemming is met het acquis van de Unie, in overleg met de lidstaten tijdens coördinatievergaderingen ter plaatse, zonder nader besluit van de Raad.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 21 november 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
H. KOSONEN
(1) PB L 142 van 2.6.2017, blz. 6.
(2) Besluit (EU) 2017/939 van de Raad van 11 mei 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Verdrag van Minamata inzake kwik (PB L 142 van 2.6.2017, blz. 4).