EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0708

Gedelegeerd Besluit (EU) 2019/708 van de Commissie van 15 februari 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen voor de periode 2021-2030 (Voor de EER relevante tekst.)

C/2019/930

PB L 120 van 8.5.2019, p. 20–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_del/2019/708/oj

8.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 120/20


GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2019/708 VAN DE COMMISSIE

van 15 februari 2019

tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen voor de periode 2021-2030

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 10 ter, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Richtlijn 2003/87/EG is bepaald dat binnen het toepassingsgebied van het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie (EU-ETS) veiling van broeikasgasemissierechten het uitgangspunt is.

(2)

De Europese Raad oordeelde in oktober 2014 dat de kosteloze toewijzing niet behoort af te lopen en dat de bestaande maatregelen na 2020 moeten blijven bestaan om het koolstofweglekrisico ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan, zolang er in andere grote economieën geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd. Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van derde landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten bij wijze van overgang nog steeds kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een koolstofweglekrisico lopen.

(3)

De ervaring die tijdens het functioneren van het EU-ETS is opgedaan, heeft bevestigd dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een koolstofweglekrisico en dat kosteloze toewijzing een koolstofweglekeffect heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger koolstofweglekrisico te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag koolstofweglekrisico lopen. Om dit koolstofweglekrisico het hoofd te bieden is in artikel 10 ter, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG bepaald dat de Commissie een lijst moet vaststellen van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht koolstofweglekrisico te lopen (een "koolstoflekkagelijst"). Deze bedrijfstakken en deeltakken krijgen kosteloze emissierechten toegewezen ten belope van 100 % van de hoeveelheid die krachtens artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG is bepaald.

(4)

Bij haar Besluit 2014/746/EU (2) heeft de Commissie een koolstoflekkagelijst vastgesteld voor de periode van 2015 tot en met 2019. Bij Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad (3) is de geldigheid van de koolstoflekkagelijst verlengd tot en met 31 december 2020.

(5)

In artikel 10 ter van Richtlijn 2003/87/EG zijn de criteria vastgelegd voor de beoordeling op basis van de gegevens voor de laatste drie beschikbare kalenderjaren. In dit verband heeft de Commissie gebruikgemaakt van gegevens uit 2013, 2014 en 2015, aangezien ten tijde van de beoordeling niet voor alle parameters gegevens uit 2016 beschikbaar waren.

(6)

Om de koolstoflekkagelijst voor de periode van 2021 tot en met 2030 vast te stellen, heeft de Commissie het koolstofweglekrisico beoordeeld van de bedrijfstakken en deeltakken op NACE-4-niveau van de statistische classificatie van economische activiteiten in de Unie, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4). Op NACE-4-niveau worden de bedrijfstakken nauwkeurig gedefinieerd en zijn de beschikbare gegevens optimaal. Bedrijfstakken worden in de NACE-classificatie met vier cijfers aangeduid; deeltakken worden aangeduid op het niveau van Prodcom met zes of acht cijfers, de classificatie van goederen die voor de statistieken over de industriële productie in de Unie wordt gebruikt en rechtstreeks op de NACE-classificatie is gebaseerd.

(7)

De koolstoflekkagebeoordeling is uitgevoerd in twee fasen. In de context van de kwantitatieve eerstelijnsbeoordeling op NACE-4-niveau, wordt een bedrijfstak geacht een koolstofweglekrisico te lopen indien de "koolstoflekkage-indicator" de drempel van 0,2 die is vastgesteld in artikel 10 ter, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG overschrijdt. In een beperkt aantal gevallen waarin is voldaan aan duidelijk vastgelegde criteria om voor het doen van een aanvraag in aanmerking te komen die in artikel 10 ter, leden 2 en 3, van Richtlijn 2003/87/EG staan vermeld, is een "tweedelijnsbeoordeling" uitgevoerd, hetzij in de vorm van een kwalitatieve beoordeling op basis van gespecificeerde criteria, hetzij in de vorm van een kwantitatieve beoordeling op een uitgesplitst niveau.

(8)

In overeenstemming met artikel 10 ter van Richtlijn 2003/87/EG is voor de berekening van de koolstoflekkage-indicator de intensiteit van de handel van de betreffende bedrijfstak met derde landen vermenigvuldigd met de emissie-intensiteit van die bedrijfstak.

(9)

In overeenstemming met artikel 10 ter van Richtlijn 2003/87/EG is de intensiteit van de handel met derde landen berekend als de verhouding tussen de totale waarde van de uitvoer naar derde landen plus de waarde van de invoer uit derde landen en de totale grootte van de markt van de Europese Economische Ruimte (jaaromzet plus totale invoer uit derde landen). De Commissie heeft voor elke bedrijfstak en deeltak de intensiteit van de handel geraamd op basis van de door Eurostat verstrekte gegevens uit de Comext-databank. Dit zijn volgens de Commissie de meest volledige en betrouwbare gegevens wat betreft de totale waarde van de uitvoer naar derde landen en de invoer uit derde landen, alsmede wat betreft de totale jaarlijkse omzet in de Unie.

(10)

De emissie-intensiteit is berekend als de som van de directe en indirecte emissies voor de betrokken bedrijfstak gedeeld door de bruto toegevoegde waarde en wordt gemeten in kg CO2 per euro. De Commissie beschouwt het transactielogboek van de Europese Unie als de meest nauwkeurige en transparante gegevensbron over CO2-emissies op installatieniveau en heeft het daarom gebruikt om de directe emissies voor bedrijfstakken te berekenen. Installaties zijn op NACE-4-niveau aan bedrijfstakken toegewezen op basis van informatie op installatieniveau die door de lidstaten is verstrekt in het kader van de overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG en Besluit 2011/278/EU van de Commissie (5) ingediende nationale uitvoeringsbepalingen. Ten aanzien van de raming van de bruto toegevoegde waarde op bedrijfstakniveau zijn de gegevens van de structurele bedrijfsstatistieken van Eurostat gebruikt, aangezien die bron als de meest betrouwbare wordt aangemerkt.

(11)

Voor het bepalen van indirecte emissies worden de rechtstreeks bij de lidstaten verzamelde gegevens over het elektriciteitsverbruik als de meest betrouwbare bron beschouwd, aangezien op het niveau van de EU-28 gegevens ontbreken. Voor de berekening van de indirecte emissies op basis van het elektriciteitsverbruik wordt een elektriciteitsemissiefactor gebruikt. De Commissie heeft daarbij de gemiddelde elektriciteitsproductiemix van de EU als referentiewaarde gebruikt. Die is gebaseerd op de totale jaarlijkse emissies van de energiesector in de Unie voor alle stroomopwekkingsbronnen in Europa, gedeeld door de overeenkomstige hoeveelheid opgewekte elektriciteit. De elektriciteitsemissiefactor is aangepast om rekening te houden met de decarbonisatie van het elektriciteitssysteem en het stijgende aandeel van hernieuwbare energiebronnen. De nieuwe waarde moet 2015 als referentiejaar hebben, wat overeenkomt met de beschikbare gegevens voor de laatste drie kalenderjaren (2013-2015). De aangepaste waarde is 376 gram koolstofdioxide per kWh.

(12)

In artikel 10 ter, leden 2 en 3, van Richtlijn 2003/87/EG zijn gedetailleerde regels opgenomen met betrekking tot specifieke bedrijfstakken en deeltakken en hun mogelijkheden om een tweedelijnsbeoordeling aan te vragen ingeval zij niet voldoen aan het belangrijkste koolstoflekkagecriterium voor opname in de koolstoflekkagelijst. In gevallen waar de koolstoflekkage-indicator tussen 0,15 en 0,2 uitkwam, kon door bedrijfstakken om een kwalitatieve beoordeling worden verzocht op basis van de in artikel 10 ter, lid 2, van die richtlijn opgesomde criteria. Overeenkomstig artikel 10 ter, lid 3, konden bedrijfstakken en deeltakken met een emissie-intensiteit die meer dan 1,5 bedroeg een kwalitatieve beoordeling of een kwantitatieve beoordeling op uitgesplitst niveau (Prodcom-niveau 6 of 8) aanvragen. Bedrijfstakken en deeltakken waarvoor kosteloze toewijzing wordt berekend op basis van de benchmarks voor raffinaderijen, konden eveneens een van beide soorten beoordelingen aanvragen. De bedrijfstakken en deeltakken die in punt 1.2 van de bijlage bij Besluit 2014/746/EU zijn opgenomen, konden een kwantitatieve beoordeling op uitgesplitst niveau aanvragen.

(13)

Van november 2017 tot en met februari 2018 heeft een onlineraadpleging plaatsgevonden waarin belanghebbenden werden verzocht hun standpunten kenbaar te maken met betrekking tot de methodologische keuzes voor het vaststellen van de koolstoflekkagelijst. De respondenten waren over het algemeen voorstander van tweedelijnsbeoordelingen die de mate van robuustheid, eerlijkheid, transparantie en billijkheid van de kwantitatieve eerstelijnsbeoordelingen zouden evenaren, en zij spraken zich uit voor een uniform beoordelingskader dat belanghebbenden bij het proces betrekt. Tussen februari en mei 2018 is vier keer vergaderd met de lidstaten en belanghebbenden over de voorbereiding van de koolstoflekkagelijst en verdere werkzaamheden met betrekking tot de uit te voeren beoordelingen.

(14)

Er is een effectbeoordeling uitgevoerd (6) om ervoor te zorgen dat de eerstelijnsbeoordelingen en de tweedelijnsbeoordelingen voor de koolstoflekkagelijst voor 2021-2030 op een vergelijkbare manier worden uitgevoerd, oftewel dat de twee beoordelingen garanderen dat alleen bedrijfstakken die een koolstofweglekrisico lopen, in de lijst worden opgenomen. De effectbeoordeling was gericht op de operationele opties voor het beoordelingskader voor de tweedelijnsbeoordeling.

(15)

Op 8 mei 2018 is een voorlopige koolstoflekkagelijst voor de periode van 2021 tot en met 2030 (7) bekendgemaakt, tegelijkertijd met kaderrichtsnoeren van de Commissie voor kwalitatieve en uitgesplitste kwantitatieve beoordelingen (8).

(16)

Voor een aantal bedrijfstakken die uitgaande van de kwantitatieve criteria van artikel 10 ter, lid 1, niet worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen, zijn beoordelingen op basis van de criteria van artikel 10 ter, leden 2 en 3, van Richtlijn 2003/87/EG uitgevoerd.

(17)

In totaal heeft de Commissie 245 industriële bedrijfstakken beoordeeld uit de afdelingen "Winning van delfstoffen" en "Industrie" van de NACE. De bedrijfstakken en deeltakken die zijn vermeld in punt 1 van de bijlage bij dit besluit voldoen aan de criteria van artikel 10 ter, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, en moeten worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen.

(18)

Voor een aantal bedrijfstakken is een kwalitatieve beoordeling uitgevoerd op basis van de in artikel 10 ter, leden 2 en 3, van Richtlijn 2003/87/EG genoemde criteria. In het geval van de bedrijfstakken "Zoutwinning" (NACE-code 0893), "Textielveredeling" (NACE-code 1330), "Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen" (NACE-code 2110), "Vervaardiging van huishoudelijk en sieraardewerk" (NACE-code 2341), "Vervaardiging van sanitair aardewerk" (NACE-code 2342) en "Vervaardiging van bakstenen, tegels en producten voor de bouw, van gebakken klei" (NACE-code 2332) werd geconcludeerd dat toevoeging van deze bedrijfstakken aan de koolstoflekkagelijst gerechtvaardigd is. Daarom worden die bedrijfstakken voor de periode 2021-2030 geacht een koolstofweglekrisico te lopen.

(19)

In het geval van de bedrijfstak "Winning van bruinkool" (NACE-code 0520) kwam bij de kwalitatieve beoordeling een aantal tekortkomingen aan het licht, waaronder het feit dat deze bedrijfstak welbeschouwd geen gevolgen ondervindt van kosten voor directe emissies en de twijfels die bestaan over het verband dat werd gelegd tussen koolstoflekkage en de concurrentie binnen de Unie van andere energiebronnen. Er kon wel enige regionale concurrentie van bruinkoolcentrales buiten de Unie worden aangetoond, hoewel de Uniewijde beoordeling de uiterst beperkte blootstelling aan buitenlandse concurrentie bevestigt. Daarom werd geconcludeerd dat de toevoeging van deze bedrijfstak aan de lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen niet gerechtvaardigd is.

(20)

Er zijn drie aanvragen binnengekomen van bedrijfstakken die niet in de voorlopige koolstoflekkagelijst waren opgenomen: "Winning van aardgas" (NACE-code 0620), "Vervaardiging van artikelen van gips voor de bouw" (NACE-code 2362) en "Gieten van lichte metalen" (NACE-code 2453). De beoordeling van deze aanvragen was gericht op hun geschiktheid om voor de koolstoflekkagelijst in aanmerking te komen op basis van een kwantitatieve eerstelijnsbeoordeling op NACE-4-niveau. De officiële gegevens die voor de uitvoering van de eerstelijnsbeoordelingen zijn gebruikt, zijn aan de belanghebbenden meegedeeld en werden degelijk genoeg geacht voor de bekendmaking van de voorlopige koolstoflekkagelijst. De Commissie heeft de aanvullende informatie die de drie bedrijfstakken in hun aanvragen hebben verstrekt bestudeerd en is niet van mening dat deze een wijziging van de oorspronkelijke positie rechtvaardigt. Deze bedrijfstakken worden nog altijd niet geacht een koolstofweglekrisico te lopen, aangezien de desbetreffende koolstoflekkage-indicatoren de drempel van 0,2 die is vastgesteld in artikel 10 ter, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG niet overschrijden. Daarnaast voldoen deze bedrijfstakken nog altijd niet aan de criteria om in aanmerking te komen voor verdere beoordeling zoals bedoeld in artikel 10 ter, leden 2 en 3, van Richtlijn 2003/87/EG.

(21)

Een aantal deeltakken is onderworpen aan kwantitatieve beoordelingen op een uitgesplitst niveau op basis van de in artikel 10 ter, leden 1 en 3, van Richtlijn 2003/87/EG genoemde criteria. In het geval van de deeltakken "Kaolien en andere kaolienhoudende klei" (Prodcom-code 08.12.21), "Aardappelen, bereid of verduurzaamd, bevroren (incl. aardappelen, voorgebakken of gebakken in olie en vervolgens bevroren) (excl. bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur)" (Prodcom-code 10.31.11.30), "Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van gedroogde aardappelen" (Prodcom-code 10.31.13.00), "Tomatenpuree en tomatenpasta, geconcentreerd" (Prodcom-code 10.39.17.25), "Mageremelkpoeder" (Prodcom-code 10.51.21),"Vollemelkpoeder" (Prodcom-code 10.51.22), "Caseïne" (Prodcom-code 10.51.53), "Lactose (melksuiker) en melksuikerstroop" (Prodcom-code 10.51.54), "Wei en gewijzigde wei, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, ook indien ingedikt of met toegevoegde zoetstoffen" (Prodcom-code 10.51.55.30), "Bakkersgist" (Prodcom-code 10.89.13.34), "Verglaasbare samenstellingen, engobes (slips) en dergelijke preparaten, voor keramiek, voor het emailleren of voor glaswerk" (Prodcom-code 20.30.21.50), "Vloeibare glansmiddelen en dergelijke preparaten; glasfritten en ander glas, in de vorm van poeder, van korreltjes, van schilfers of van vlokken" (Prodcom-code 20.30.21.70) en "Gesmede delen van ijzer of van staal, voor drijfwerkassen, nokkenassen, krukassen en krukken enz." (Prodcom-code 25.50.11.34) werd geconcludeerd dat de toevoeging van deze deeltakken aan de koolstoflekkagelijst gerechtvaardigd is. Deze deeltakken moeten daarom in de periode 2021-2030 worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen.

(22)

In het geval van de deeltakken "Cacaopasta, ook indien ontvet" (Prodcom-code 10.82.11), "Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie" (Prodcom-code 10.82.12) en "Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen" (Prodcom-code 10.82.13) brachten de uitgevoerde kwantitatieve uitgesplitste beoordelingen een aantal afwijkingen van de geharmoniseerde methoden aan het licht waardoor het risico ontstond op aanzienlijke overschatting van de koolstoflekkage-indicator. Daarom werd geconcludeerd dat toevoeging van deze deeltakken aan de koolstoflekkagelijst niet gerechtvaardigd is.

(23)

Aangezien de koolstoflekkagelijst voor de periode 2021-2030 zal gelden, moet dit besluit met ingang van 1 januari 2021 van toepassing zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage opgenomen bedrijfstakken en deeltakken worden voor de periode van 2021 tot en met 2030 geacht een koolstofweglekrisico te lopen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Gedaan te Brussel, 15 februari 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  Besluit 2014/746/EU van de Commissie van 27 oktober 2014 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico, voor de periode 2015-2019 (PB L 308 van 29.10.2014, blz. 114).

(3)  Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 3).

(4)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(5)  Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1).

(6)  Werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2019) 22.

(7)  Mededeling van de Commissie betreffende de voorlopige koolstoflekkagelijst 2021-2030 (PB C 162 van 8.5.2018, blz. 1).

(8)  https://ec.europa.eu/clima/sites/clima/files/ets/allowances/leakage/docs/framework_for_qualitative_assessments.pdf https://ec.europa.eu/clima/sites/clima/files/ets/allowances/leakage/docs/framework_for_disaggregated_assessments.pdf


BIJLAGE

Bedrijfstakken en deeltakken die overeenkomstig artikel 10 ter van Richtlijn 2003/87/EG worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen

1.   Op basis van de criteria van artikel 10 ter, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG

NACE-code

Omschrijving

0510

Winning van steenkool

0610

Winning van aardolie

0710

Winning van ijzererts

0729

Winning van andere non-ferrometaalertsen

0891

Winning van mineralen voor de chemische en de kunstmestindustrie

0899

Overige winning van delfstoffen, n.e.g.

1041

Vervaardiging van oliën en vetten

1062

Vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten

1081

Vervaardiging van suiker

1106

Vervaardiging van mout

1310

Bewerken en spinnen van textielvezels

1395

Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding

1411

Vervaardiging van kleding van leer

1621

Vervaardiging van fineer en van panelen op basis van hout

1711

Vervaardiging van pulp

1712

Vervaardiging van papier en karton

1910

Vervaardiging van cokesovenproducten

1920

Vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten

2011

Vervaardiging van industriële gassen

2012

Vervaardiging van kleurstoffen en pigmenten

2013

Vervaardiging van andere anorganische chemische basisproducten

2014

Vervaardiging van andere organische chemische basisproducten

2015

Vervaardiging van kunstmeststoffen en stikstofverbindingen

2016

Vervaardiging van kunststoffen in primaire vormen

2017

Vervaardiging van synthetische rubber in primaire vormen

2060

Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels

2311

Vervaardiging van vlakglas

2313

Vervaardiging van holglas

2314

Vervaardiging van glasvezels

2319

Vervaardiging en bewerking van ander glas (inclusief technisch glaswerk)

2320

Vervaardiging van vuurvaste producten

2331

Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen

2351

Vervaardiging van cement

2352

Vervaardiging van kalk en gips

2399

Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, n.e.g.

2410

Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen

2420

Vervaardiging van buizen, pijpen, holle profielen en fittings daarvoor, van staal

2431

Koudtrekken van staven

2442

Productie van aluminium

2443

Productie van lood, zink en tin

2444

Productie van koper

2445

Productie van andere non-ferrometalen

2446

Bewerking van splijt- en kweekstoffen

2451

Gieten van ijzer

2.   Op basis van de criteria van artikel 10 ter, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG

NACE-code

Omschrijving

0893

Zoutwinning

1330

Textielveredeling

2110

Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen

2341

Vervaardiging van huishoudelijk en sieraardewerk

2342

Vervaardiging van sanitair aardewerk

3.   Op basis van de criteria van artikel 10 ter, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2003/87/EG

NACE-code

Omschrijving

2332

Vervaardiging van bakstenen, tegels en producten voor de bouw, van gebakken klei

4.   Op basis van de criteria van artikel 10 ter, lid 3, vijfde alinea, van Richtlijn 2003/87/EG

Prodcom-code

Omschrijving

081221

Kaolien en andere kaolienhoudende klei

10311130

Aardappelen, bereid of verduurzaamd, bevroren (incl. aardappelen, voorgebakken of gebakken in olie en vervolgens bevroren) (excl. verduurzaamd in azijn of azijnzuur)

10311300

Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van gedroogde aardappelen

10391725

Tomatenpuree en tomatenpasta, geconcentreerd

105121

Mageremelkpoeder

105122

Vollemelkpoeder

105153

Caseïne

105154

Lactose (melksuiker) en melksuikerstroop

10515530

Wei en gewijzigde wei, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, ook indien ingedikt of met toegevoegde zoetstoffen

10891334

Bakkersgist

20302150

Verglaasbare samenstellingen, engobes (slips) en dergelijke preparaten, voor keramiek, voor het emailleren of voor glaswerk

20302170

Vloeibare glansmiddelen en dergelijke preparaten; glasfritten en ander glas, in de vorm van poeder, van korreltjes, van schilfers of van vlokken

25501134

Gesmede delen van ijzer of van staal, voor drijfwerkassen, nokkenassen, krukassen en krukken enz.


Top