Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D0906

    Besluit (GBVB) 2018/906 van de Raad van 25 juni 2018 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio

    ST/8845/2018/INIT

    PB L 161 van 26.6.2018, p. 22–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2021: This act has been changed. Current consolidated version: 22/02/2021

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/906/oj

    26.6.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 161/22


    BESLUIT (GBVB) 2018/906 VAN DE RAAD

    van 25 juni 2018

    tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 33 en artikel 31, lid 2,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft op 7 december 2015 Besluit (GBVB) 2015/2274 (1) tot benoeming van de heer Ángel LOSADA FERNÁNDEZ tot speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Sahelregio vastgesteld. Het mandaat van de SVEU eindigt op 30 juni 2018.

    (2)

    Het mandaat van de SVEU moet met 20 maanden worden verlengd.

    (3)

    De SVEU zal het mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

    1.   Het mandaat van de heer Ángel LOSADA FERNÁNDEZ als SVEU voor de Sahelregio wordt verlengd tot en met 29 februari 2020. De Raad kan, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), besluiten dat het mandaat van de SVEU eerder wordt beëindigd.

    2.   Voor de toepassing van het mandaat van de SVEU wordt onder de Sahelregio verstaan het gebied waarop de EU-strategie voor veiligheid en ontwikkeling in de Sahelregio („de strategie”) en het bijbehorende regionaal actieplan zich voornamelijk richten, namelijk Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Niger en Tsjaad. Voor aangelegenheden met ruimere regionale implicaties pleegt de SVEU overleg met de landen van het Tsjaadmeerbekken en met andere landen en regionale of internationale entiteiten buiten de Sahelregio, met inbegrip van de Maghreb, West-Afrika en de Golf van Guinee, naargelang het geval.

    Artikel 2

    Beleidsdoelstellingen

    1.   Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstelling van de Unie met betrekking tot de Sahelregio tot het actief bijdragen aan de regionale en internationale inspanningen ter verwezenlijking van duurzame vrede, veiligheid en ontwikkeling in de regio. Voorts streeft de SVEU ernaar de kwaliteit, de intensiteit en het effect van de meervoudige betrokkenheid van de Unie in de Sahelregio te vergroten.

    2.   De SVEU draagt bij aan de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de inspanningen van de Unie in de regio, in het bijzonder op politiek, veiligheids- en ontwikkelingsgebied, en aan het coördineren van alle relevante instrumenten voor acties van de Unie.

    3.   Prioriteit wordt gegeven aan de stabilisatie van Mali op de lange termijn en het partnerschap met de Sahel G5, in coördinatie met de delegaties van de Unie en andere relevante belanghebbenden, met inbegrip van de lidstaten, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO).

    4.   De beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gericht op de gecoördineerde en doeltreffende inzet van al haar instrumenten om voor Mali en zijn bevolking een terugkeer te bevorderen naar de weg van vrede, verzoening, veiligheid en ontwikkeling.

    5.   De beleidsdoelstellingen van de Unie zijn tevens gericht op het versterken van de koppeling tussen veiligheid en ontwikkeling in de landen van de Sahel G5.

    Artikel 3

    Mandaat

    1.   Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie met betrekking tot de Sahelregio krijgt de SVEU het mandaat om:

    a)

    actief bij te dragen aan de tenuitvoerlegging van de strategie en het bijbehorende regionaal actieplan, en de geïntegreerde aanpak door de Unie van regionale crises te coördineren en verder te ontwikkelen, met als doel de algehele samenhang en doeltreffendheid van de activiteiten van de Unie in de Sahelregio te vergroten;

    b)

    overleg te plegen met alle relevante belanghebbenden van de regio, regeringen, regionale organisaties, met name de Sahel G5 en de gemeenschappelijke strijdkrachten ervan in verband waarmee aandacht moet worden besteed aan onder meer het bevorderen van de eerbieding van mensenrechten en niet-militaire elementen van de strijdkrachten zoals het politieonderdeel, internationale organisaties, het maatschappelijk middenveld en de diaspora, alsmede alle landen van de Maghreb en het Tsjaadmeerbekken, om de doelstellingen van de Unie vooruit te helpen en bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie in de Sahelregio;

    c)

    de Unie in bevoegde regionale en internationale fora te vertegenwoordigen en haar belang en zichtbaarheid daarin te bevorderen, onder meer door de deelname in het Comité de Suivi van de Malinese vredesovereenkomst, en het volledig gecoördineerd en alomvattend optreden van de Unie in de regio te faciliteren, waarbij een beroep wordt gedaan op alle relevante instrumenten, waaronder ontwikkelingssamenwerking zoals de Sahel Alliance, de activiteiten van de lidstaten en de steun van de Unie aan crisisbeheersing en conflictpreventie door middel van de militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali), de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali), de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger), en het stabiliseringsoptreden uit hoofde van artikel 28 van het Verdrag;

    d)

    nauw te blijven samenwerken met de VN, in het bijzonder met de speciale vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal voor West-Afrika en de Sahelregio, de speciale vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal en het hoofd van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de VN, de Afrikaanse Unie (AU), in het bijzonder de hoge vertegenwoordiger van de AU voor Mali en de Sahelregio, de Sahel G5, in het bijzonder het voorzitterschap en de permanent secretaris van de G5, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, de Commissie van het Tsjaadmeerbekken en andere belangrijke nationale, regionale en internationale belanghebbenden, met inbegrip van andere speciale gezanten voor de Sahelregio, alsmede relevante instanties in de Maghreb en het Midden-Oosten;

    e)

    de regionale en grensoverschrijdende dimensie van de uitdagingen waarmee de regio te kampen heeft nauwlettend te volgen, met inbegrip van terrorisme, georganiseerde misdaad, wapensmokkel, mensenhandel en -smokkel, drugshandel, vluchtelingen- en migratiestromen en de daarmee verband houdende financiële stromen; bij te dragen aan de verdere tenuitvoerlegging van de EU-terrorismebestrijdingsstrategie, in nauwe samenwerking met de EU-coördinator voor terrorismebestrijding;

    f)

    nauwlettend toe te zien op de gevolgen, op humanitair, politiek, veiligheids- en ontwikkelingsgebied, van grootschalige vluchtelingen- en migratiestromen en de daarmee verband houdende illegale geldstromen in de hele regio; desgevraagd met de betrokken belanghebbenden dialogen aan te gaan over migratie, en meer in het algemeen bij te dragen aan het beleid van de Unie inzake migratie en vluchtelingen in de regio, overeenkomstig de politieke prioriteiten van de Unie, teneinde de samenwerking op te voeren, ook op het gebied van terugkeer en overname; met landen van de Sahelregio samen te werken wat betreft de opvolging van de maatregelen die tijdens de top van Valletta in november 2015 zijn overeengekomen, waaronder het Noodtrustfonds van de Europese Unie voor stabiliteit en de aanpak van de diepere oorzaken van onregelmatige migratie en ontheemding in Afrika, en in verband met de partnerschapskaders.

    g)

    regelmatig politieke contacten op hoog niveau te onderhouden met de landen in de regio die getroffen zijn door terrorisme en internationale criminaliteit, en de belangrijke rol van de Unie in de internationale inspanningen ter bestrijding van terrorisme en internationale criminaliteit te verzekeren. Dit omvat onder meer de inspanningen van de Unie voor een betere ondersteuning van de veiligheidssector door middel van regionalisering van GVDB-missies en actieve steun aan regionale capaciteitsopbouw, in het bijzonder de Joint Force G5 Sahel, de coördinatie met internationale actoren zoals MINUSMA en diens relatie met de lokale bevolking, overeenkomstig Resoluties 2359 (2017) en 2391 (2017) van de VN-Veiligheidsraad en het verzekeren van een adequate aanpak van de onderliggende oorzaken van terrorisme en internationale criminaliteit in de Sahelregio;

    h)

    de gevolgen, op het gebied van politiek, veiligheid en ontwikkeling, van humanitaire crises in de regio nauwlettend in het oog te houden;

    i)

    met betrekking tot Mali, een bijdrage te leveren aan de stabilisatie van het land, in het bijzonder een volledige terugkeer naar een normale grondwettige toestand en bestuur op het gehele grondgebied, en aan een geloofwaardige nationale en inclusieve dialoog binnen het algeheel kader van de Malinese vredesovereenkomst. Hieronder vallen ook het bevorderen van de institutionele opbouw, het hervormen van de veiligheidssector, overeenkomstig Resolutie 2364 (2017) van de VN-Veiligheidsraad, en het tot stand brengen van vrede en verzoening op de lange termijn, alsmede de strijd tegen corruptie en straffeloosheid in Mali, alsmede het vergemakkelijken van de actieve en volledig gecoördineerde inspanningen van de Unie ter bevordering van een snelle tenuitvoerlegging van de Malinese vredesovereenkomst;

    j)

    bij te dragen aan de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie in de regio in samenwerking met de SVEU voor de mensenrechten, met inbegrip van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten, in het bijzonder de EU-richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten, alsmede inzake geweld tegen vrouwen en meisjes en de bestrijding van alle vormen van discriminatie van die groepen, aan het beleid van de Unie inzake vrouwen, vrede en veiligheid, en het bevorderen van inclusiviteit en gendergelijkheid tijdens het staatsvormingsproces, overeenkomstig Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad en opvolgende resoluties inzake vrouwen, vrede en veiligheid, waaronder Resolutie 2242 (2015) van de VN-Veiligheidsraad. Deze bijdrage zal onder meer worden geleverd door de ontwikkelingen te volgen, er verslag over uit te brengen en aanbevelingen ter zake te formuleren, en door regelmatige contacten te onderhouden met de relevante autoriteiten in Mali en in de regio, met het bureau van de openbare aanklager van het Internationaal Strafhof, met het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten en met de mensenrechtenverdedigers en -waarnemers in de regio;

    k)

    toe te zien op en verslag uit te brengen over de naleving van toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad, meer bepaald de Resoluties 2056 (2012), 2071 (2012), 2085 (2012), 2100 (2013), 2295 (2016), 2364 (2017), 2374 (2017), 2359 (2017) en 2391 (2017).

    2.   Ter vervulling van zijn mandaat zal de SVEU onder meer:

    a)

    waar passend, advies en verslag uitbrengen over het formuleren van de standpunten van de Unie in regionale en internationale fora met het oog op het proactief bevorderen en consolideren van de alomvattende benadering van de crisis in de Sahelregio door de Unie;

    b)

    een overzicht behouden van alle werkzaamheden van de Unie en nauw samenwerken met de betrokken delegaties van de Unie.

    Artikel 4

    Uitvoering van het mandaat

    1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

    2.   Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de verantwoordelijkheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische adviezen en politieke aansturing ten behoeve van de SVEU.

    3.   De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de bevoegde afdelingen ervan.

    Artikel 5

    Financiering

    1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 29 februari 2020 bedraagt 2 400 000 EUR.

    2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

    3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

    Artikel 6

    Vorming en samenstelling van het team

    1.   Binnen de grenzen van het mandaat van de SVEU en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het vormen van een team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleids- en veiligheidsvraagstukken, met inbegrip van gendervraagstukken, aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie telkens onmiddellijk op de hoogte van de samenstelling van het team.

    2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het bij de SVEU gedetacheerde personeel komt ten laste van respectievelijk de lidstaat, de detacherende instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel heeft de nationaliteit van een lidstaat.

    3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, de detacherende instelling van de Unie of de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

    4.   Het personeel van de SVEU wordt op dezelfde locatie als de betrokken afdelingen van de EDEO of delegaties van de Unie ondergebracht, teneinde de samenhang en consistentie van hun respectieve activiteiten te verzekeren.

    Artikel 7

    Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en van het personeel van de SVEU

    De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en de personeelsleden van de SVEU, worden naargelang het geval met de ontvangende landen overeengekomen. De lidstaten en de EDEO verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 8

    Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

    De SVEU en de leden van het team van de SVEU leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiligingen na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad (2).

    Artikel 9

    Toegang tot informatie en logistieke steun

    1.   De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

    2.   De delegaties van de Unie in de regio en/of de lidstaten, naar gelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

    Artikel 10

    Veiligheid

    Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, overeenkomstig zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name door:

    a)

    op basis van richtsnoeren van de EDEO een specifiek veiligheidsplan opstellen dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen bevat voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is en het beheer van veiligheidsincidenten, en dat voorziet in een nood- en evacuatieplan;

    b)

    ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een verzekering tegen grote risico's die is afgestemd op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is;

    c)

    ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie in te zetten leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied door de EDEO is ingedeeld;

    d)

    ervoor te zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden uitgevoerd, en aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van het mandaat.

    Artikel 11

    Rapportage

    De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de HV en aan het PVC alsmede een interimverslag van het mandaat in de lente van 2019. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. De SVEU kan de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.

    Artikel 12

    Coördinatie met andere actoren van de Unie

    1.   In het kader van de strategie en het regionaal actieplan draagt de SVEU bij aan de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van het politiek en diplomatiek optreden van de Unie en helpt hij ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie op consistente wijze worden ingezet en het optreden van de lidstaten op coherente wijze gebeurt om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Indien nodig wordt overlegd met de lidstaten.

    2.   De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met de activiteiten van de delegaties van de Unie en met de activiteiten van de Commissie, alsmede met de activiteiten van de andere SVEU's die in de regio actief zijn. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Unie in de regio.

    3.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de relevante hoofden van de missies van de lidstaten en van de delegaties van de Unie. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan bij de uitvoering van zijn mandaat. In nauwe samenwerking met de relevante delegaties van de Unie geeft de SVEU plaatselijke politieke aansturing aan de respectieve hoofden van de missies EUCAP Sahel Niger en EUCAP Sahel Mali en aan de commandant van de missie EUTM Mali. De SVEU, de commandant van de missie EUTM Mali en de commandant van de civiele operaties EUCAP Sahel Niger en EUCAP Sahel Mali plegen indien nodig overleg.

    Artikel 13

    Ondersteuning bij vorderingen

    De SVEU en het personeel van de SVEU bieden ondersteuning bij het verschaffen van gegevens in reactie op alle vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit de mandaten van de vorige SVEU voor de Sahelregio, en zij bieden administratieve ondersteuning alsmede toegang tot de dossiers die voor die doeleinden relevant zijn.

    Artikel 14

    Evaluatie

    De uitvoering van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie uiterlijk op 31 oktober 2018 een voortgangsverslag, en uiterlijk op 30 november 2019 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

    Artikel 15

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2018.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. MOGHERINI


    (1)  Besluit (GBVB) 2015/2274 van de Raad van 7 december 2015 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio (PB L 322 van 8.12.2015, blz. 44).

    (2)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).


    Top