Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R1272

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1272 van de Commissie van 14 juli 2017 tot vaststelling van begrotingsmaxima voor 2017 voor bepaalde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening die zijn ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad

    C/2017/4858

    PB L 184 van 15.7.2017, p. 5–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2017

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/1272/oj

    15.7.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 184/5


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1272 VAN DE COMMISSIE

    van 14 juli 2017

    tot vaststelling van begrotingsmaxima voor 2017 voor bepaalde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening die zijn ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, artikel 36, lid 4, artikel 42, lid 2, artikel 47, lid 3, artikel 49, lid 2, artikel 51, lid 4, en artikel 53, lid 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Voor elke lidstaat die de bij titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde basisbetalingsregeling toepast, moet de Commissie het in artikel 22, lid 1, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maximum voor 2017 vaststellen door op het in bijlage II bij die verordening vastgestelde jaarlijkse nationale maximum de overeenkomstig de artikelen 42, 47, 49, 51 en 53 van die verordening vastgestelde maxima in mindering te brengen. Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moet rekening worden gehouden met verhogingen die lidstaten op grond van die bepaling toepassen.

    (2)

    Voor elke lidstaat die de bij titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde regeling inzake een enkele areaalbetaling toepast, moet de Commissie het in artikel 36, lid 4, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maximum voor 2017 vaststellen door op het in bijlage II bij die verordening vastgestelde jaarlijkse nationale maximum de overeenkomstig de artikelen 42, 47, 49, 51 en 53 van die verordening vastgestelde maxima in mindering te brengen.

    (3)

    Voor elke lidstaat die de bij titel III, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde herverdelingsbetaling toekent, moet de Commissie het in artikel 42, lid 2, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maximum voor 2017 vaststellen op basis van het door die lidstaten op grond van artikel 42, lid 1, van die verordening gemelde percentage.

    (4)

    Voor de bij titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken in 2017 moeten de in artikel 47, lid 3, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 worden berekend overeenkomstig artikel 47, lid 1, van die verordening; deze bedragen 30 % van het in bijlage II bij die verordening vermelde nationale maximum van de desbetreffende lidstaat.

    (5)

    Voor lidstaten die de bij titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen toekennen, moet de Commissie de in artikel 49, lid 2, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 vaststellen op basis van het door de desbetreffende lidstaten op grond van artikel 49, lid 1, van die verordening gemelde percentage.

    (6)

    Voor de bij titel III, hoofdstuk 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde betaling voor jonge landbouwers moet de Commissie de in artikel 51, lid 4, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 vaststellen op basis van het door de lidstaten op grond van artikel 51, lid 1, van die verordening gemelde percentage; deze maxima mogen niet hoger zijn dan 2 % van het in bijlage II vastgestelde jaarlijkse maximum.

    (7)

    Wanneer het totaalbedrag van de betaling voor jonge landbouwers dat voor 2017 in een lidstaat wordt aangevraagd, hoger is dan het uit hoofde van artikel 51, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 vastgestelde maximum, moet de lidstaat het verschil overeenkomstig artikel 51, lid 2, van die verordening financieren met inachtneming van het in artikel 51, lid 1, van die verordening vastgelegde maximum. Duidelijkheidshalve moet dit maximum voor elke lidstaat worden vastgesteld.

    (8)

    Voor elke lidstaat die in 2017 de bij titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde vrijwillige gekoppelde steun toekent, moet de Commissie de in artikel 53, lid 7, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 vaststellen op basis van het door de desbetreffende lidstaat op grond van artikel 54, lid 1, van die verordening gemelde percentage.

    (9)

    Voor het jaar 2017 is de uitvoering van de bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening op 1 januari 2017 van start gegaan. Omwille van de samenhang tussen de toepasselijkheid van die verordening voor het aanvraagjaar 2017 en de toepasselijkheid van de overeenkomstige begrotingsmaxima moet de onderhavige verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor rechtstreekse betalingen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De in artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de basisbetalingsregeling zijn in punt I van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    2.   De in artikel 36, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling zijn in punt II van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    3.   De in artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de herverdelingsbetaling zijn in punt III van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    4.   De in artikel 47, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken zijn in punt IV van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    5.   De in artikel 49, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen zijn in punt V van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    6.   De in artikel 51, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de betaling voor jonge landbouwers zijn in punt VI van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    7.   De in artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde maximumbedragen voor 2017 voor de betaling voor jonge landbouwers zijn in punt VII van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    8.   De in artikel 53, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2017 voor de vrijwillige gekoppelde steun zijn in punt VIII van de bijlage bij de onderhavige verordening vermeld.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2017.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 14 juli 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.


    BIJLAGE

    I.   Jaarlijkse nationale maxima voor de basisbetalingsregeling als bedoeld in artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    België

    222 198

    Denemarken

    553 021

    Duitsland

    3 022 776

    Ierland

    826 181

    Griekenland

    1 129 245

    Spanje

    2 826 613

    Frankrijk

    3 185 167

    Kroatië

    108 746

    Italië

    2 245 528

    Luxemburg

    22 779

    Malta

    648

    Nederland

    504 278

    Oostenrijk

    470 393

    Portugal

    274 189

    Slovenië

    73 619

    Finland

    262 269

    Zweden

    401 863

    Verenigd Koninkrijk

    2 112 701

    II.   Jaarlijkse nationale maxima voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling als bedoeld in artikel 36, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    Bulgarije

    379 042

    Tsjechië

    462 074

    Estland

    80 043

    Cyprus

    30 396

    Letland

    123 537

    Litouwen

    180 990

    Hongarije

    733 351

    Polen

    1 559 217

    Roemenië

    919 141

    Slowakije

    252 841

    III.   Jaarlijkse nationale maxima voor de herverdelingsbetaling als bedoeld in artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    België

    47 460

    Bulgarije

    55 922

    Duitsland

    339 366

    Frankrijk

    723 902

    Kroatië

    24 113

    Litouwen

    70 061

    Polen

    289 802

    Portugal

    16 298

    Roemenië

    97 072

    Verenigd Koninkrijk

    48 599

    IV.   Jaarlijkse nationale maxima voor de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in artikel 47, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    België

    150 629

    Bulgarije

    237 968

    Tsjechië

    252 960

    Denemarken

    250 437

    Duitsland

    1 454 424

    Estland

    37 111

    Ierland

    363 570

    Griekenland

    562 899

    Spanje

    1 460 000

    Frankrijk

    2 171 705

    Kroatië

    72 338

    Italië

    1 139 862

    Cyprus

    14 900

    Letland

    69 129

    Litouwen

    140 121

    Luxemburg

    10 046

    Hongarije

    402 940

    Malta

    1 573

    Nederland

    217 309

    Oostenrijk

    207 526

    Polen

    1 023 556

    Portugal

    174 617

    Roemenië

    540 401

    Slovenië

    40 801

    Slowakije

    133 391

    Finland

    157 048

    Zweden

    209 303

    Verenigd Koninkrijk

    955 896

    V.   Jaarlijkse nationale maxima voor de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen als bedoeld in artikel 49, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    Denemarken

    2 857

    Slovenië

    2 149

    VI.   Jaarlijkse nationale maxima voor de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in artikel 51, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    België

    8 367

    Bulgarije

    1 310

    Tsjechië

    1 686

    Denemarken

    4 341

    Duitsland

    48 481

    Estland

    408

    Ierland

    24 238

    Griekenland

    37 527

    Spanje

    97 333

    Frankrijk

    72 390

    Kroatië

    4 823

    Italië

    37 995

    Cyprus

    397

    Letland

    3 200

    Litouwen

    5 838

    Luxemburg

    502

    Hongarije

    5 373

    Malta

    21

    Nederland

    14 487

    Oostenrijk

    13 835

    Polen

    34 119

    Portugal

    11 641

    Roemenië

    18 013

    Slovenië

    2 040

    Slowakije

    604

    Finland

    5 235

    Zweden

    10 465

    Verenigd Koninkrijk

    16 308

    VII.   Maximumbedragen voor de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    België

    10 042

    Bulgarije

    15 865

    Tsjechië

    16 864

    Denemarken

    16 696

    Duitsland

    96 962

    Estland

    2 474

    Ierland

    24 238

    Griekenland

    37 527

    Spanje

    97 333

    Frankrijk

    144 780

    Kroatië

    4 823

    Italië

    75 991

    Cyprus

    993

    Letland

    4 609

    Litouwen

    9 341

    Luxemburg

    670

    Hongarije

    26 863

    Malta

    105

    Nederland

    14 487

    Oostenrijk

    13 835

    Polen

    68 237

    Portugal

    11 641

    Roemenië

    36 027

    Slovenië

    2 720

    Slowakije

    8 893

    Finland

    10 470

    Zweden

    13 954

    Verenigd Koninkrijk

    63 726

    VIII.   Jaarlijkse nationale maxima voor de vrijwillige gekoppelde steun als bedoeld in artikel 53, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

    (in duizend EUR)

    Kalenderjaar

    2017

    België

    83 985

    Bulgarije

    118 984

    Tsjechië

    126 480

    Denemarken

    24 135

    Estland

    6 142

    Ierland

    3 000

    Griekenland

    186 061

    Spanje

    584 919

    Frankrijk

    1 085 853

    Kroatië

    36 169

    Italië

    455 945

    Cyprus

    3 973

    Letland

    34 565

    Litouwen

    70 060

    Luxemburg

    160

    Hongarije

    201 470

    Malta

    3 000

    Nederland

    3 500

    Oostenrijk

    14 527

    Polen

    505 160

    Portugal

    117 535

    Roemenië

    226 708

    Slovenië

    17 680

    Slowakije

    57 800

    Finland

    102 605

    Zweden

    90 698

    Verenigd Koninkrijk

    52 815


    Top