24.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 79/11

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 moeten de lidstaten nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken (functional airspace blocks — FAB's) vaststellen, inclusief bindende nationale doelen of doelen op het niveau van de FAB's, waarbij wordt gezorgd voor consistentie met de prestatiedoelen voor de gehele Unie. In Verordening (EG) nr. 549/2004 is ook bepaald dat de Commissie de consistentie van die doelen moet beoordelen op grond van de criteria als bedoeld in artikel 11, lid 6, onder d). In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 zijn gedetailleerde voorschriften ter zake vastgesteld.

(2)

België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland hebben bij de Commissie een dergelijk plan ingediend voor Functional Airspace Block Europe Central („FABEC”). Die lidstaten hebben overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/347 van de Commissie (3) het plan en de daarin opgenomen doelen herzien. De Commissie heeft echter bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/259 (4) vastgesteld dat de herziene prestatiedoelen voor het prestatiekerngebied capaciteit voor FABEC als geheel en voor het prestatiekerngebied kostenefficiëntie voor Frankrijk, Duitsland en Nederland, evenals de overeenkomstige maatregelen in het herziene plan, nog altijd niet toereikend waren en dat die lidstaten bepaalde corrigerende maatregelen moeten nemen om de prestatiedoelen nogmaals te herzien en de onverenigbaarheid met de doelen voor de gehele Unie aan te pakken.

(3)

Die lidstaten hebben op 30 januari 2017 een nogmaals herzien plan ingediend waarin nogmaals herziene prestatiedoelen zijn opgenomen, waar nodig gebaseerd op corrigerende maatregelen. Die herziene doelen en corrigerende maatregelen zijn vervolgens door de Commissie beoordeeld.

(4)

Voor het prestatiekerngebied capaciteit is de consistentie van die doelen voor „en route” ATFM-vertraging (Air Traffic Flow Management) beoordeeld, overeenkomstig het beginsel dat is neergelegd in punt 4 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013, aan de hand van de respectieve FAB-referentiewaarden voor capaciteit die, als ze worden toegepast, op EU-niveau waarborgen dat het prestatiedoel voor de gehele Unie, dat door de netwerkbeheerder is berekend en vermeld is in de recentste versie van het operationele netwerkplan (2014-2018/2019), wordt gehaald. Uit die beoordeling is gebleken dat die doelen in overeenstemming zijn met het desbetreffende prestatiedoel voor de gehele Unie.

(5)

Voor het prestatiekerngebied kostenefficiëntie zijn de in vastgestelde en-route-eenheidskosten uitgedrukte doelen beoordeeld overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in punt 5, in samenhang met punt 1, van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013, rekening houdend met de tendens van de vastgestelde en-route-eenheidskosten in de tweede referentieperiode en in de eerste en de tweede referentieperiode (2012-2019) samen, het aantal diensteenheden (verkeersprognose) en het niveau van de vastgestelde en-route-eenheidskosten in vergelijking met lidstaten met vergelijkbare operationele en economische omstandigheden. Uit die beoordeling is gebleken dat die doelen in overeenstemming zijn met het desbetreffende prestatiedoel voor de gehele Unie.

(6)

Bijgevolg zijn de corrigerende maatregelen die door België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland voor FABEC zijn genomen, in overeenstemming met Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/259 en zijn de doelen voor de prestatiekerngebieden capaciteit en kostenefficiëntie in de door die landen ingediende herziene prestatieplannen in overeenstemming met de prestatiedoelen voor de gehele Unie op die terreinen voor de tweede referentieperiode (2015-2019). Omwille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid is het passend om die bevinding vast te stellen door middel van dit besluit en de betrokken lidstaten daarvan in kennis te stellen.

(7)

De maatregelen in dit besluit zijn in overeenstemming met het advies van het Single Sky Comité,