Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R2075

    Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2075 van de Commissie van 25 november 2016 inzake de toewijzing aan Spanje van extra zeedagen in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz

    C/2016/7550

    PB L 320 van 26.11.2016, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2016/2075/oj

    26.11.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 320/32


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/2075 VAN DE COMMISSIE

    van 25 november 2016

    inzake de toewijzing aan Spanje van extra zeedagen in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/72 van de Raad van 22 januari 2016 tot vaststelling, voor 2016, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 (1), en met name punt 8.5 van bijlage IIB,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In tabel I van bijlage IIB bij Verordening (EU) 2016/72 is het maximum aantal dagen vastgesteld waarop vaartuigen van de Unie die een lengte over alles van ten minste 10 m hebben en trawls, Deense zegennetten en soortgelijk vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm, kieuwnetten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 60 mm of grondbeugen aan boord hebben of gebruiken, van 1 februari 2016 tot en met 31 januari 2017 aanwezig mogen zijn in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz.

    (2)

    Overeenkomstig punt 8.5 van bijlage IIB bij Verordening (EU) 2016/72 kan de Commissie, op basis van de visserijactiviteiten die tussen 1 februari 2015 en 31 januari 2016 definitief zijn beëindigd, volgens de voorwaarden van punt 8.5 van bijlage IIB bij Verordening (EU) 2016/72 extra zeedagen toekennen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het betrokken gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord.

    (3)

    Op 27 mei 2016 heeft Spanje overeenkomstig punt 8.4 van bijlage IIB bij Verordening (EU) 2016/72 een verzoek, vergezeld van ondersteunende informatie, ingediend om extra zeedagen te krijgen op basis van de definitief beëindigde visserijactiviteiten. Op 6 juni 2016 heeft Spanje bevestigd dat 14 vaartuigen tussen 1 februari 2015 en 31 januari 2016 hun visserijactiviteiten hebben beëindigd.

    (4)

    Gezien de aan de Commissie verstrekte gegevens en de in punt 8.2 van bijlage IIB bij Verordening (EU) 2016/72 vastgestelde berekeningsmethode moeten aan Spanje negen extra zeedagen voor de in punt 1 van die bijlage bedoelde vaartuigen worden toegewezen voor de periode van 1 februari 2016 tot en met 31 januari 2017.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het in tabel I van bijlage IIB bij Verordening (EU) 2016/72 vastgestelde maximum aantal zeedagen waarvoor Spanje aan een onder zijn vlag varend vaartuig dat gereglementeerd vistuig aan boord heeft of gebruikt en waarvoor geen bijzondere voorwaarden gelden, toestemming mag verlenen om in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz, aanwezig te zijn, wordt opgetrokken tot 126 dagen per jaar.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 25 november 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 22 van 28.1.2016, blz. 1.


    Top