Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1961

Verordening (EU) 2015/1961 van de Raad van 26 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

PB L 287 van 31.10.2015, p. 1–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/1961/oj

31.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 287/1


VERORDENING (EU) 2015/1961 VAN DE RAAD

van 26 oktober 2015

tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens het meest recente wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) bevindt het haringbestand in ICES-sector IIIa zich binnen veilige biologische grenzen in de zin van artikel 4, punt 18, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1). Derhalve moet dit bestand in bijlage I bij Verordening (EU) 2015/104 van de Raad (2) worden geïdentificeerd met het oog op de toepassing van de afwijking die is vastgesteld in artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

(2)

Het meest recente wetenschappelijk advies van ICES toont ook aan dat voor 2015 een beperkte verhoging van de totale toegestane vangst (TAC) voor haring in de ICES-sectoren VIIg, VIIh, VIIj en VIIk mogelijk is en bovendien strookt met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, als vastgesteld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

(3)

In 2015 heeft een benchmarking plaatsgevonden voor het scholbestand in ICES-sector VIId. Thans geven een advies inzake de maximale duurzame opbrengst en het laatst beschikbare wetenschappelijk advies van ICES een aanzienlijke toename in het bestand aan. Een van de gevolgen van deze toegenomen overvloed is een aanzienlijke teruggooi van schol als bijvangst. Derhalve is het passend de TAC voor schol in de ICES-sectoren VIId en e te verhogen tot een niveau waarop teruggooi minder plaatsvindt, zonder negatieve gevolgen voor het scholbestand of andere bestanden in hetzelfde gebied.

(4)

Op 30 juni 2015 heeft de ICES voor de periode juli 2015-juni 2016 een advies voor sprot in wateren van de Unie van ICES-sector IIa en ICES-deelgebied IV uitgebracht. Volgens dit advies mogen de gewenste vangsten in totaal 506 000 ton bedragen; het is vooral terug te voeren op een ongekend hoge rekrutering, nieuwe mortaliteitsramingen en een update van de in het model ingevoerde gegevens.

(5)

Bij Verordening (EU) 2015/104 is de TAC voor sprot in ICES-sector IIA en ICES-deelgebied IV voor 2015 momenteel vastgesteld op 227 000 ton. Op basis van het ICES-advies van 30 juni 2015 dient deze TAC te worden verhoogd om de oogst van dit bestand te optimaliseren.

(6)

Aangezien het ICES-advies van 30 juni 2015 betrekking heeft op de periode juli 2015-juni 2016, mag slechts een deel van de door de ICES aanbevolen maximale vangsthoeveelheid worden toegevoegd aan de vangstmogelijkheden voor 2015.

(7)

De TAC voor kever in ICES-sector IIIa en de wateren van de Unie van sector IIa en deelgebied IV is van toepassing van 1 januari tot en met 31 oktober 2015. Aangezien het ICES-advies pas in het laatste kwartaal van 2015 wordt uitgebracht, moet de periode van toepassing van de TAC voor kever in dat gebied worden verlengd tot eind 2015.

(8)

Na een overdracht van Noorwegen zullen vaartuigen van de Unie 1 500 ton roodbaars mogen vangen in Noorse wateren van de ICES-deelgebieden I en II.

(9)

Verordening (EU) 2015/104 dient derhalve dienovereenkomstig te worden aangepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2015/104 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IA wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor haring (Clupea harengus) in IIIa wordt vervangen door de volgende tabel:

„Soort:

Haring (3)

Clupea harengus

Gebied:

IIIa

(HER/03A.)

Denemarken

18 034 (4)

 

 

Duitsland

289 (4)

 

 

Zweden

18 865 (4)

 

 

Unie

37 188 (4)

 

 

Noorwegen

5 816

 

 

Faeröer

600 (5)

 

 

TAC

43 604

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 7, lid 3, van deze verordening is van toepassing

b)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor haring (Clupea harengus) in VIIg, VIIh, VIIj and VIIk wordt vervangen door de volgende tabel:

„Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

VIIg (6), VIIh (6), VIIj (6) en VIIk (6)

(HER/7G-K.)

Duitsland

213

 

 

Frankrijk

1 185

 

 

Ierland

16 591

 

 

Nederland

1 185

 

 

Verenigd Koninkrijk

24

 

 

Unie

19 198

 

 

TAC

19 198

 

Analytische TAC

Artikel 7, lid 3, van deze verordening is van toepassing

c)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor schol (Pleuronectes platessa) in VIId en VIIe wordt vervangen door:

„Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

VIId en VIIe

(PLE/7DE.)

België

1 018 (7)

 

 

Frankrijk

3 395 (7)

 

 

Verenigd Koninkrijk

1 810 (7)

 

 

Unie

6 223

 

 

TAC

6 223

 

Analytische TAC

d)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor sprot (Sprattus sprattus) en bijvangsten in wateren van de Unie in IIa en IV wordt vervangen door de volgende tabel:

„Soort:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied:

wateren van de Unie van IIa en IV

(SPR/2AC4-C)

België

3 929 (8)

 

 

Denemarken

310 987 (8)

 

 

Duitsland

3 929 (8)

 

 

Frankrijk

3 929 (8)

 

 

Nederland

3 929 (8)

 

 

Zweden

1 330 (8)  (9)

 

 

Verenigd Koninkrijk

12 967 (8)

 

 

Unie

341 000

 

 

Noorwegen

9 000

 

 

TAC

350 000

 

Analytische TAC

Artikel 7, lid 3, van deze verordening is van toepassing

e)

voetnoot 3 in de tabel met de vangstmogelijkheden voor kever (Trisopterus esmarki) en bijvangsten in IIIa; wateren van de Unie van IIa en IV wordt geschrapt.

2)

In bijlage IB wordt de tabel met de vangstmogelijkheden voor roodbaarzen (Sebastes spp.) in Noorse wateren van de ICES-deelgebieden I en II vervangen door de volgende tabel:

„Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

Noorse wateren van I en II

(RED/1N2AB.)

Duitsland

766

 

 

Spanje

95

 

 

Frankrijk

84

 

 

Portugal

405

 

 

Verenigd Koninkrijk

150

 

 

Unie

1 500

 

 

TAC

Niet relevant

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 26 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

C. DIESCHBOURG


(1)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

(2)  Verordening (EU) 2015/104 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 779/2014 (PB L 22 van 28.1.2015, blz. 1).

(3)  Vangsten van haring in visserijen die gebruik maken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

(4)  Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in wateren van de Unie van IV (HER/*04-C.).

(5)  Mag uitsluitend worden gevangen in het Skagerrak (HER/*03AN.).”

(6)  Deze zone wordt uitgebreid met het gebied dat wordt begrensd:

in het noorden door de breedtegraad 52° 30′ NB,

in het zuiden door de breedtegraad 52° 00′ NB,

in het westen door de kust van Ierland,

in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.”

(7)  De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.”

(8)  Onverminderd de aanlandingsverplichting, mogen vangsten van schar en wijting voor ten hoogste 2 % in mindering worden gebracht op het quotum (OTH/*2AC4C), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor sprot uitmaken.

(9)  Inclusief zandspiering”


Top