Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0255

    Verordening (EU) nr. 255/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2008/97, (EG) nr. 779/98 en (EG) nr. 1506/98 van de Raad op het gebied van de invoer van olijfolie en andere landbouwproducten uit Turkije, wat de aan de Commissie te verlenen gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden betreft

    PB L 84 van 20.3.2014, p. 57–60 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/255/oj

    20.3.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 84/57


    VERORDENING (EU) Nr. 255/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 26 februari 2014

    tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2008/97, (EG) nr. 779/98 en (EG) nr. 1506/98 van de Raad op het gebied van de invoer van olijfolie en andere landbouwproducten uit Turkije, wat de aan de Commissie te verlenen gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden betreft

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 2008/97 van de Raad (2) worden aan de Commissie bevoegdheden toegekend op grond waarvan zij de uitvoeringsmaatregelen kan vaststellen voor de toepassing van de bijzondere regelingen voor de invoer van olijfolie en andere landbouwproducten van oorsprong uit Turkije. Bij die verordening worden tevens bevoegdheden aan de Commissie verleend om aanpassingen aan de verordening aan te brengen indien de in de betrokken associatieovereenkomst opgenomen regelingen zouden worden gewijzigd.

    (2)

    Bij Verordening (EG) nr. 779/98 van de Raad (3) worden aan de Commissie bevoegdheden toegekend op grond waarvan zij specifieke uitvoeringsbepalingen kan vaststellen voor de toepassing van de invoerregeling voor in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vermelde producten die van oorsprong uit Turkije zijn en die in de Unie mogen worden ingevoerd overeenkomstig Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije (4).

    (3)

    Bij Verordening (EG) nr. 1506/98 van de Raad (5) worden aan de Commissie bevoegdheden toegekend op grond waarvan zij de in die verordening bedoelde schorsingsmaatregelen kan intrekken zodra de belemmeringen voor de preferentiële uitvoer van de Unie naar Turkije opgeheven zijn.

    (4)

    Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten de bevoegdheden die op grond van de Verordeningen (EG) nr. 2008/97, (EG) nr. 779/98 en (EG) nr. 1506/98 aan de Commissie zijn toegekend, worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 VWEU.

    (5)

    Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 2008/97 aan te vullen of te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU met betrekking tot wijzigingen op die verordening die nodig zijn indien de vigerende voorwaarden voor de in de associatieovereenkomst opgenomen speciale regelingen, met name wat de bedragen betreft, worden gewijzigd of indien een nieuwe overeenkomst wordt gesloten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

    (6)

    Om uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de Verordeningen (EG) nr. 2008/97, (EG) nr. 779/98 en (EG) nr. 1506/98 te waarborgen, moeten aan de Commissie de nodige uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

    (7)

    De Verordeningen (EG) nr. 2008/97, (EG) nr. 779/98 en (EG) nr. 1506/98 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 2008/97 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De artikelen 7 en 8 worden vervangen door:

    „Artikel 7

    De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen maatregelen vast die nodig zijn om de voorschriften voor de toepassing van de in deze verordening bedoelde bijzondere invoerregelingen ten uitvoer te leggen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 8 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Artikel 8

    De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 8 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de daaruit voortvloeiende aanpassingen aan deze verordening, teneinde internationale verplichtingen na te komen en indien de Raad besloten heeft om wijzigingen aan de bestaande voorwaarden van de in de associatieovereenkomst bedoelde bijzondere regelingen goed te keuren of om een nieuwe overeenkomst te sluiten.”.

    2)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 8 bis

    1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

    2.   De in artikel 8 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 9 april 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met perioden van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement uiterlijk drie maanden voor het einde van elke periode bezwaar maakt tegen verlenging.

    3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 8 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

    5.   Een overeenkomstig artikel 8 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.

    Artikel 8 ter

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dat is ingesteld bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (8).

    2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    3.   Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.

    Artikel 2

    Verordening (EG) nr. 779/98 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 1 wordt vervangen door:

    „Artikel 1

    De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen de voorschriften vast die nodig zijn voor de toepassing van de invoerregeling voor in bijlage I bij het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie vermelde producten die van oorsprong uit Turkije zijn en in de Unie worden ingevoerd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 2 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

    2)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 2 bis

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dat is ingesteld bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (10).

    2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    3.   Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.

    Artikel 3

    Verordening (EG) nr. 1506/98 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 3 wordt vervangen door:

    „Artikel 3

    De Commissie beëindigt middels een uitvoeringshandeling de in artikel 2 bedoelde schorsingsmaatregelen zodra de belemmeringen voor de preferentiële uitvoer van de Unie naar Turkije opgeheven zijn. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 3 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

    2)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 3 bis

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dat is ingesteld bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (11). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (12).

    2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    3.   Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Straatsburg, 26 februari 2014.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    M. SCHULZ

    Voor de Raad

    De voorzitter

    D. KOURKOULAS


    (1)  Standpunt van het Europees Parlement van 14 januari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 februari 2014.

    (2)  Verordening (EG) nr. 2008/97 van de Raad van 9 oktober 1997 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de speciale regeling voor de invoer van olijfolie en van bepaalde andere landbouwproducten van oorsprong uit Turkije (PB L 284 van 16.10.1997, blz. 17).

    (3)  Verordening (EG) nr. 779/98 van de Raad van 7 april 1998 betreffende de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Turkije, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 4115/86 en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3010/95 (PB L 113 van 15.4.1998, blz. 1).

    (4)  PB L 86 van 20.3.1998, blz. 1.

    (5)  Verordening (EG) nr. 1506/98 van de Raad van 13 juli 1998 tot vaststelling van een concessie in de vorm van een communautair tariefcontingent voor hazelnoten ten gunste van Turkije (1998) en tot schorsing van bepaalde concessies (PB L 200 van 16.7.1998, blz. 1).

    (6)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

    (7)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

    (8)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”.

    (9)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

    (10)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”.

    (11)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

    (12)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”.


    Verklaring van de Commissie over codificatie

    De vaststelling van deze verordening zal leiden tot een aanzienlijk aantal wijzigingen in de handelingen in kwestie. Ter verbetering van de leesbaarheid van de betrokken handelingen zal de Commissie zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de verordening en uiterlijk op 30 september 2014, een codificatie ervan voorstellen.


    Verklaring van de Commissie over gedelegeerde handelingen

    In het kader van deze verordening herinnert de Commissie aan haar toezegging in punt 15 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, namelijk dat zij in het kader van de opstelling van gedelegeerde handelingen het Parlement alle informatie en documentatie over haar bijeenkomsten met nationale deskundigen zal verstrekken.


    Top