Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0426(02)

    Besluit van de Commissie van 23 april 2013 tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie onder de naam „Platform inzake goed fiscaal bestuur, agressieve fiscale planning en dubbele belasting”

    PB C 120 van 26.4.2013, p. 17–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/07/2015; opgeheven door 32015D0623(01)

    26.4.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 120/17


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 23 april 2013

    tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie onder de naam „Platform inzake goed fiscaal bestuur, agressieve fiscale planning en dubbele belasting”

    2013/C 120/07

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In haar mededeling van 6 december 2012 (1) heeft de Commissie een actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking gepresenteerd. Deze mededeling ging vergezeld van twee aanbevelingen, een over agressieve fiscale planning (2) en een over maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen (3). Aan deze thema's wordt momenteel bijzonder groot belang gehecht, zoals ook werd benadrukt in de resolutie van het Europees Parlement van 19 april 2012 inzake de oproep om belastingfraude en belastingontduiking op concrete wijze te bestrijden (4).

    (2)

    Volgens de aanbeveling over agressieve fiscale planning dienen de lidstaten een algemene antimisbruikbepaling vast te stellen krachtens welke zij kunstmatige regelingen die in wezen bedoeld zijn om belastingen te ontwijken, negeren en in plaats daarvan uitgaan van de economische realiteit van deze regelingen om ze aan hun belastingregels te onderwerpen. In de aanbeveling worden de lidstaten ook aangemoedigd in hun dubbelbelastingverdragen een bepaling op te nemen die tot doel heeft een specifieke vorm van dubbele niet-belasting te voorkomen.

    (3)

    In de aanbeveling met betrekking tot maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen, worden criteria aangedragen voor de identificatie van derde landen die niet aan deze minimumnormen voldoen. Voorts bevat zij een reeks maatregelen die de lidstaten kunnen nemen ten aanzien van dergelijke derde landen, alsook ten aanzien van derde landen die wel aan deze normen voldoen of zich daarvoor inzetten.

    (4)

    Het is zaak dat aan deze aanbevelingen een zo breed mogelijke uitvoering wordt gegeven waarbij profijt wordt getrokken van alle relevante ervaring, deskundigheid en inzichten. De Commissie zou hiervan ook profijt moeten trekken bij de opstelling van haar verslag over de toepassing van deze aanbevelingen, dat zij heeft toegezegd uiterlijk eind 2015, en bij haar verdere werkzaamheden op het gebied in kwestie.

    (5)

    In haar mededeling over dubbele belasting op de interne markt (5) stelde de Commissie dat zij de mogelijke voordelen van de oprichting van een EU-Forum over dubbele belasting, dat wil zeggen een deskundigengroep die de problemen op dit gebied bestudeert, zou bekijken. Gelet op het belang van deze problemen voor de werking van de interne markt lijkt het raadzaam dat zij regelmatig aan de orde worden gesteld in een deskundigengroep. Uit reacties op de openbare raadpleging van de Commissie over feitelijke voorbeelden van dubbele niet-belasting en manieren om deze aan te pakken, is voorts duidelijk gebleken dat dubbele niet-belasting en dubbele belasting in de praktijk vaak samengaan en daarom niet afzonderlijk mogen worden behandeld. Aangezien dubbele niet-belasting op zich in verband staat met agressieve fiscale planning, een van de hierboven genoemde thema's, is het passend dubbele belasting aan de orde te stellen in dezelfde deskundigengroep, namelijk het op te richten platform.

    (6)

    Het platform moet de mogelijkheid bieden tot dialoog op deze gebieden, waarbij ervaring en deskundigheid worden uitgewisseld en de inzichten van alle stakeholders aan bod komen.

    (7)

    Het platform moet worden voorgezeten door de Commissie en bestaan uit vertegenwoordigers van de belastingautoriteiten van de lidstaten, organisaties die het bedrijfsleven of de civil society vertegenwoordigen, en fiscale professionals.

    (8)

    Er moeten voorschriften betreffende de openbaarmaking van informatie door leden van het platform worden vastgesteld.

    (9)

    Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6),

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp

    Er wordt een deskundigengroep opgericht onder de naam „Platform inzake goed fiscaal bestuur, agressieve fiscale planning en dubbele belasting” (hierna „het platform” genoemd).

    Artikel 2

    Opdracht

    Het platform heeft als opdracht:

    a)

    het debat te stimuleren tussen deskundigen van het bedrijfsleven, de civil society en de nationale belastingautoriteiten over aangelegenheden op het gebied van goed bestuur in belastingzaken, agressieve fiscale planning en dubbele belasting. De omschrijving „goed bestuur in belastingzaken” omvat transparantie, inlichtingenuitwisseling en eerlijke belastingconcurrentie;

    b)

    de Commissie informatie te verstrekken die van belang is om prioriteiten op deze gebieden te kunnen vaststellen en de passende middelen en instrumenten te kunnen kiezen om vooruitgang op deze gebieden te boeken;

    c)

    bij te dragen aan de best mogelijke toepassing en uitvoering van de hierboven genoemde aanbevelingen van de Commissie, door potentieel relevante technische en praktische belemmeringen in kaart te brengen en mogelijke oplossingen aan te reiken;

    d)

    de Commissie informatie te verstrekken die van belang is voor de opstelling van haar verslag over de toepassing van haar aanbevelingen over agressieve fiscale planning en maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen;

    e)

    praktische zienswijzen die worden aangedragen door de belastingautoriteiten en door het bedrijfsleven, de civil society en fiscale professionals, te bespreken en na te gaan hoe de huidige dubbelbelastingproblemen, die de goede werking van de interne markt belemmeren, efficiënter kunnen worden aangepakt.

    Artikel 3

    Raadpleging

    De Commissie kan het platform raadplegen over iedere aangelegenheid in verband met goed bestuur in belastingzaken, agressieve fiscale planning en dubbele belasting.

    Artikel 4

    Samenstelling — Benoeming van de leden

    1.   Het platform bestaat uit ten hoogste 45 leden.

    2.   De leden van het platform zijn:

    a)

    de belastingautoriteiten van de lidstaten;

    b)

    maximaal 15 representatieve organisaties van het bedrijfsleven, de civil society en fiscale professionals.

    3.   De belastingautoriteiten van iedere lidstaat wijzen één vertegenwoordiger aan uit de ambtenaren die belast zijn met grensoverschrijdende belastingaangelegenheden, en met name de bestrijding van agressieve fiscale planning.

    4.   Na een oproep tot sollicitatie benoemt de directeur-generaal van het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie in lid 2, onder b), bedoelde organisaties die deskundigheid hebben op de in artikel 2 bedoelde gebieden en gereageerd hebben op de oproep tot sollicitatie.

    5.   Wanneer zij reageren op de oproep tot sollicitatie, wijzen de organisaties één vertegenwoordiger aan alsook één plaatsvervanger voor een vertegenwoordiger die afwezig of verhinderd is. De directeur-generaal van het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie kan bezwaar maken tegen de benoeming van een door een organisatie voorgestelde vertegenwoordiger of plaatsvervanger als deze niet voldoet aan het in de oproep tot sollicitatie vermelde profiel. In dat geval wordt de betrokken organisatie gevraagd een andere vertegenwoordiger of een andere plaatsvervanger aan te wijzen.

    6.   Plaatsvervangers worden op dezelfde voorwaarden als leden benoemd; plaatsvervangers nemen automatisch de plaats in van leden die afwezig of verhinderd zijn.

    7.   Organisaties worden voor drie jaar benoemd, tenzij zij worden vervangen of uitgesloten overeenkomstig lid 9. Hun ambtstermijn kan worden verlengd als zij reageren op een nieuwe oproep tot sollicitatie.

    8.   Organisaties die geschikt worden geacht lid te zijn van het platform maar niet zijn benoemd, kunnen op een reservelijst worden geplaatst die gedurende drie jaar wordt bijgehouden en door de Commissie wordt gebruikt om vervangers te benoemen.

    9.   De in lid 2, onder b), bedoelde organisaties of hun vertegenwoordigers kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen of uitgesloten in de volgende gevallen:

    a)

    wanneer de organisatie of haar vertegenwoordiger niet langer in staat is een werkelijke bijdrage te leveren aan de beraadslagingen van het platform;

    b)

    wanneer de organisatie of haar vertegenwoordiger niet voldoet aan de voorwaarde van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

    c)

    wanneer de organisatie of haar vertegenwoordiger ontslag neemt;

    d)

    wanneer vervanging wenselijk is om een evenwichtige vertegenwoordiging van relevante gebieden van deskundigheid en gebieden van belang te handhaven.

    Om een oplossing te bieden voor de in de eerste alinea bedoelde situaties, kan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie, naargelang het geval, een organisatie uit de in lid 8 bedoelde reservelijst als vervanger benoemen dan wel een organisatie vragen om een andere vertegenwoordiger of een andere plaatsvervanger te benoemen.

    10.   De namen van de organisaties en hun vertegenwoordigers worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie, hierna „het register” genoemd, alsook op een specifieke website.

    11.   Persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

    Artikel 5

    Werking

    1.   Het platform wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie of zijn vertegenwoordiger.

    2.   Met instemming van de voorzitter kan het platform subgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen op basis van een door het platform opgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra zij hun mandaat hebben vervuld.

    3.   De voorzitter kan op ad-hocbasis externe deskundigen met specifieke competentie in een onderwerp dat op de agenda staat, uitnodigen om aan de werkzaamheden van het platform of een subgroep deel te nemen. Ook kan de voorzitter personen of organisaties, zoals omschreven in voorschrift 8, punt 3, van de horizontale voorschriften voor deskundigengroepen (7), en kandidaat-lidstaten als waarnemer uitnodigen. Met name vertegenwoordigers van toetredingslanden en van internationale organisaties kunnen als waarnemer worden uitgenodigd.

    4.   Leden en hun vertegenwoordigers alsook externe deskundigen en waarnemers dienen te voldoen aan de bij de Verdragen en andere relevante Unieregels vastgestelde verplichting tot geheimhouding en aan de voorschriften betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie, die zijn neergelegd in de bijlage bij het reglement van orde van de Commissie (8). Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

    5.   Het platform en de subgroepen vergaderen in principe in de kantoren van de Commissie. Het secretariaat wordt verzorgd door de Commissie. Andere diensten van de Commissie die een belang hebben bij de beraadslagingen, mogen de vergaderingen van het platform en zijn subgroepen bijwonen.

    6.   Het platform stelt zijn reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.

    7.   De Commissie publiceert alle relevante documenten over de werkzaamheden van het platform (zoals agenda's, notulen en standpuntbepalingen van deelnemers) in het register of via een link in het register naar een specifieke website. Een document wordt niet gepubliceerd wanneer de openbaarmaking ervan de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen zoals bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 (9).

    Artikel 6

    Vergaderkosten

    1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van het platform ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten.

    2.   Reis- en eventuele verblijfkosten die door deelnemers aan de werkzaamheden van het platform worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de geldende voorschriften van de Commissie.

    3.   Die kosten worden vergoed binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die volgens de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen worden toegekend.

    Artikel 7

    Toepassingsduur

    Dit besluit is van toepassing gedurende drie jaar.

    Gedaan te Brussel, 23 april 2013.

    Voor de Commissie

    Algirdas ŠEMETA

    Lid van de Commissie


    (1)  COM(2012) 722.

    (2)  C(2012) 8806 final.

    (3)  C(2012) 8805 final.

    (4)  P7_TA(2012)0030.

    (5)  COM(2011) 712 definitief.

    (6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

    (7)  Communication from the President to the Commission — Framework for Commission expert groups: horizontal rules and public register (C(2010)7649 definitief).

    (8)  PB L 308 van 8.12.2000, blz. 26.

    (9)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43. Deze uitzonderingen strekken tot bescherming van de openbare veiligheid, militaire aangelegenheden, internationale betrekkingen, het financieel, monetair of economisch beleid, de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, commerciële belangen, gerechtelijke procedures en juridisch advies, inspecties/onderzoeken/audits en het besluitvormingsproces van de instelling.


    Top