Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0063

    2013/63/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 januari 2013 tot vaststelling van richtsnoeren voor de uitvoering van de specifieke voorwaarden voor gezondheidsclaims van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst

    PB L 22 van 25.1.2013, p. 25–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/63/oj

    25.1.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 22/25


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 24 januari 2013

    tot vaststelling van richtsnoeren voor de uitvoering van de specifieke voorwaarden voor gezondheidsclaims van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2013/63/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (1), en met name artikel 10, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaalt dat voor de uitvoering van het desbetreffende artikel inzake specifieke voorwaarden voor gezondheidsclaims richtsnoeren kunnen worden vastgesteld.

    (2)

    Zowel nationale controleautoriteiten als exploitanten van levensmiddelenbedrijven hebben vragen gesteld over de uitvoering van artikel 10, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1924/2006. Teneinde voor samenhang bij de toepassing van deze bepalingen te zorgen, de werkzaamheden van de controleautoriteiten te vergemakkelijken en voor meer duidelijkheid en rechtszekerheid voor marktdeelnemers te zorgen, is het passend richtsnoeren te geven.

    (3)

    De richtsnoeren in de bijlage bij dit besluit moeten door de nationale controleautoriteiten en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven in acht worden genomen. De belanghebbenden, met name exploitanten van levensmiddelenbedrijven en consumentenorganisaties, zijn geraadpleegd op 12 oktober 2012.

    (4)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid (2),

    HEEFT HET VOLGENDE VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De richtsnoeren voor de toepassing van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 24 januari 2013.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9.

    (2)  http://ec.europa.eu/food/committees/regulatory/scfcah/general_food/index_en.htm


    BIJLAGE

    Richtsnoeren voor de uitvoering van de specifieke voorwaarden voor gezondheidsclaims van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1924/2006

    Inleiding

    De volgende richtsnoeren zijn gericht tot de nationale controleautoriteiten en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, wat de uitvoering van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen („de verordening”) betreft. Een gezondheidsclaim is een vrijwillige commerciële boodschap of aanduiding in welke vorm ook, zoals in de vorm van woorden, verklaringen, afbeeldingen, logo's, enz, die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband tussen het levensmiddel waarop de claim betrekking heeft en gezondheid bestaat.

    Artikel 10 bevat specifieke voorwaarden voor het toegelaten gebruik van toegestane gezondheidsclaims. Dit artikel moet evenals de algemene beginselen en voorschriften voor alle claims (bv. artikel 3 van de verordening, alsmede de Richtlijnen 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) en 84/450/EEG van de Raad (2) die exploitanten bij gebruikmaking van gezondheidsclaims eveneens moeten naleven), de voorwaarden voor het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims van artikel 4, de algemene voorwaarden voor alle claims van artikel 5 en de in de lijst van toegestane gezondheidsclaims bedoelde specifieke gebruiksvoorwaarden worden nageleefd. Zo vereist artikel 14, lid 2, aanvullende informatie wanneer het gaat om de in artikel 14, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidsclaims inzake „ziekterisicobeperking”. Het is van belang op te merken dat zelfs toegestane gezondheidsclaims alleen mogen worden gebruikt wanneer dat gebruik volledig in overeenstemming met alle vereisten van de verordening is. Dienovereenkomstig moeten de nationale autoriteiten optreden wanneer een claim weliswaar is toegestaan en in de lijsten van toegestane gezondheidsclaims is opgenomen, maar het gebruik ervan niet in overeenstemming met alle vereisten van de verordening is.

    Overeenstemming met de verordening, met name met artikel 10, zou eenvoudiger worden bereikt indien de exploitant van een levensmiddelenbedrijf kan aantonen dat hij de nodige zorgvuldigheid heeft betracht, en welke stappen hij heeft ondernomen om aan alle vereisten van de verordening te voldoen.

    1.   Verbod van niet-toegestane gezondheidsclaims en van gezondheidsclaims waarvan het gebruik niet in overeenstemming is met de Verordening (artikel 10, lid 1)

    Artikel 10, lid 1, bepaalt dat alle gezondheidsclaims zijn verboden tenzij: a) zij door de Commissie zijn toegestaan en b) het gebruik ervan in overeenstemming met de verordening is. Voor het gebruik van gezondheidsclaims moet een vergunning zijn verleend volgens de juiste, in de verordening aangegeven procedure en de desbetreffende claims moeten zijn opgenomen in een van de in artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 1, bedoelde lijsten van toegestane gezondheidsclaims. Niet-toegestane gezondheidsclaims (niet opgenomen in een van de lijsten van toegestane gezondheidsclaims) en toegestane gezondheidsclaims (opgenomen in een van de lijsten van toegestane gezondheidsclaims) waarvan het gebruik niet in overeenstemming met de verordening is, zijn verboden.

    2.   Verplichte begeleidende informatie bij toegestane gezondheidsclaims (artikel 10, lid 2)

    2.1.   Onderscheid tussen drie gevallen bij de tenuitvoerlegging van artikel 10, lid 2

    Artikel 10, lid 2, van de verordening bepaalt dat bij gebruikmaking van een gezondheidsclaim twee of, in voorkomend geval, vier verplichte informatie-elementen aan de consument moeten worden verstrekt. De in artikel 10, lid 2, onder a) tot en met d), vermelde informatie moet op de etikettering van de levensmiddelen of, bij ontbreken van die etikettering, in de presentatie ervan en reclame ervoor, worden vermeld. Deze bepaling moet worden gezien in het licht van de doelstelling van de wetgever te zorgen voor een hoog niveau van consumentenbescherming door verstrekking van nauwkeurige en betrouwbare informatie, zodat de consument met kennis van zaken kan kiezen.

    Etikettering” wordt gedefinieerd in artikel 1, lid 3, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG, en in artikel 2, lid 2, onder j), van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3). Volgens deze definitie wordt onder „etikettering” verstaan: „de vermeldingen, aanwijzingen, fabrieks- of handelsmerken, afbeeldingen of tekens die betrekking hebben op een levensmiddel en voorkomen op enig verpakkingsmiddel, document, schriftstuk, etiket, band of label, dat bij dit levensmiddel is gevoegd of daarop betrekking heeft”. In het recht van de Unie bestaat er een definitie van „reclame” (4), maar niet van „presentatie”, welke uitdrukking derhalve moet worden opgevat in het licht van de toelichting van artikel 2, lid 3, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG en van artikel 7, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 1169/2011.

    Een gezondheidsclaim kan worden vermeld op de „etikettering”, die meer kan inhouden dan het etiket alleen, aangezien die alle informatie voor de consument over de levensmiddelen omvat die deze begeleidt of ernaar verwijst. Het onderscheid tussen „etikettering” en „reclame” is dat „etikettering” de levering van het levensmiddel aan de eindconsument betreft, terwijl „reclame” betrekking heeft op de marketing van een levensmiddelenaanbod door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

    a)

    Om te voldoen aan artikel 10, lid 2, moet de verplichte informatie worden opgenomen op de etikettering van de levensmiddelen waarvoor de gezondheidsclaim wordt gedaan.

    b)

    Wanneer er geen „etikettering” bestaat, moet de verplichte informatie worden verstrekt in de „reclame” voor en de „presentatie” van het levensmiddel waarop de gezondheidsclaim betrekking heeft. Wordt een gezondheidsclaim bijvoorbeeld gebruikt in een generieke reclame voor levensmiddelen (bv. olijfolie, zuivelproducten, vlees, enz.) die geen verband houdt met een specifiek product dat van een „etikettering” is voorzien, dan moet de verplichte informatie ook in de „reclame” en de „presentatie” van die levensmiddelen worden gebruikt.

    In artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 is het beginsel verankerd dat de consument bij zijn beslissing of hij een bepaald levensmiddel koopt, altijd de verplichte informatie moet krijgen. Er zij gewezen op artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1169/2011, dat betrekking heeft op verkoop op afstand. De verplichte informatie dient voor de consument beschikbaar te zijn voordat de aankoop plaatsvindt en ingeval van verkoop op afstand waarin de toegang tot de „etikettering” beperkt is, moet de verplichte informatie worden opgenomen in de presentatie van en de reclame voor het levensmiddel, op het materiaal ter ondersteuning van de verkoop op afstand, ongeacht of dit een website, een catalogus, een folder, een brief enz. is.

    c)

    Artikel 1, lid 2, van de verordening bevat een uitzondering voor niet-voorverpakte levensmiddelen die aan eindverbruikers of grootkeukens worden aangeboden en levensmiddelen die op verzoek van de koper op de plaats van verkoop worden verpakt, of die met het oog op onmiddellijke verkoop worden voorverpakt.. Deze uitzondering houdt in dat de in artikel 10, lid 2, onder a) en b), als verplicht aangemerkte informatie niet hoeft te worden vermeld. De in artikel 10, lid 2, onder c) en d), vermelde informatie moet daarentegen indien van toepassing altijd worden vermeld.

    2.2.   Vier verplichte informatie-elementen

    De verordening laat exploitanten van levensmiddelenbedrijven weliswaar een zekere flexibiliteit ten aanzien van de vorm waarin zij verplichte informatie tot uitdrukking brengen, maar bepaalt dat bij gebruik van een toegestane gezondheidsclaim inhoudelijk de volgende vier zaken moeten worden vermeld:

    a)

    een bewering waarin wordt gewezen op het belang van een gevarieerde, evenwichtige voeding en een gezonde levensstijl

    het doel van deze bepaling is de consument behulpzaam te zijn bij het begrijpen van het specifieke gunstige effect van het levensmiddel waarop de gezondheidsclaim betrekking heeft. Hiermee wordt benadrukt dat consumenten ervan bewust moeten worden gemaakt dat consumptie van dit specifieke levensmiddel deel moet uitmaken van een gevarieerde, evenwichtige voeding en niet overmatig of zodanig dat dit tegen goede eetgewoonten indruist, moet worden geconsumeerd (overweging 18), met het oog op gezonde resultaten en dat consumptie van het levensmiddel waarop de gezondheidsclaim betrekking heeft, in het kader van een gevarieerde, evenwichtige voeding slechts één van de aspecten van een gezonde levensstijl is;

    b)

    de benodigde hoeveelheid van het levensmiddel en het vereiste consumptiepatroon om het geclaimde heilzame effect te bereiken

    de bepaling heeft betrekking op de informatie die een exploitant van een levensmiddelenbedrijf op basis van de samenstelling van het levensmiddel moet verstrekken om ervoor te zorgen dat het geclaimde effect kan worden bereikt. De wijze waarop het levensmiddel wordt geconsumeerd, is belangrijk en mededeling hiervan aan de consument kan ook worden verlangd in het kader van de door de Commissie opgestelde specifieke voorwaarden voor het gebruik van gezondheidsclaims wanneer zij hiervoor toestemming verleent en deze in het repertorium van de Unie opneemt (5). Deze bepaling moet er evenwel met betrekking tot alle gezondheidsclaims voor zorgen dat de consument volledig wordt geïnformeerd over hoeveel van het desbetreffende levensmiddel nodig is en hoe dit gedurende de dag moet worden geconsumeerd. Zo moet bijvoorbeeld informatie worden verstrekt over de vraag of het geclaimde effect waarschijnlijk wordt bereikt door het levensmiddel slechts eenmaal of meerdere keren per dag te consumeren. Bovendien moet die informatie de excessieve consumptie van een levensmiddel niet stimuleren of vergoelijken, zoals bepaald in artikel 3, tweede alinea, onder c). Indien dit niet mogelijk is, mag de gezondheidsclaim niet worden gedaan;

    c)

    indien van toepassing, een vermelding voor mensen die het gebruik van het levensmiddel dienen te vermijden”, alsmede

    d)

    een passende waarschuwing voor producten die bij overmatig gebruik een gezondheidsrisico kunnen inhouden

    sommige claims kunnen worden toegelaten met beperkingen ten aanzien van het gebruik ervan, en voor sommige stoffen kunnen andere, op specifieke categorieën levensmiddelen betrekking hebbende bepalingen aanvullende etiketteringsvoorschriften omvatten. Al deze vereisten zijn cumulatief en exploitanten moeten aan alle op levensmiddelen en claims toepasselijke bepalingen voldoen. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten echter hun verantwoordelijkheid krachtens de algemene levensmiddelenwetgeving nemen, en voldoen aan het fundamentele vereiste dat levensmiddelen in de handel worden gebracht die veilig zijn en geen gevaar inhouden voor de gezondheid, en zij moeten zelf voor die verklaringen instaan.

    3.   Verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen voor de gezondheid — artikel 10, lid 3

    Artikel 10, lid 3, staat het gebruik zonder voorafgaande vergunning toe van eenvoudige, aantrekkelijke verklaringen die verwijzen naar algemene, niet-specifieke voordelen van een levensmiddel voor de algemene gezondheid of voor het welzijn op het gebied van gezondheid, mits aan specifieke voorwaarden is voldaan. Het gebruik van dergelijke verklaringen kan consumenten behulpzaam zijn aangezien die verklaringen consumentvriendelijkere boodschappen overdragen. Ze kunnen echter gemakkelijk verkeerd begrepen worden en/of verkeerd worden uitgelegd door de consument, waardoor deze mogelijk andere/betere dan de werkelijke gezondheidsvoordelen van een levensmiddel verwacht. Om deze reden moeten verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen voor de gezondheid vergezeld gaan van een specifieke gezondheidsclaim uit de lijsten van toegestane gezondheidsclaims in het Unierepertorium. Voor de toepassing van de verordening moet de specifieke toegestane gezondheidsclaim die de verklaring vergezelt waarin naar algemene, niet-specifieke gezondheidsvoordelen wordt verwezen, „naast” of „na” die verklaring worden gedaan.

    De specifieke claims van de lijsten van toegestane gezondheidsclaims moeten in enig verband met de algemene verwijzing staan. Hoe algemener deze verwijzing is, bv. „voor een goede gezondheid”, hoe meer gezondheidsclaims van de toegestane lijsten in aanmerking kunnen komen om erbij te worden vermeld. Niettemin zij opgemerkt dat artikel 10 voorschriften bevat over de context waarin gezondheidsclaims worden gebruikt, en aangezien artikel 10 specifiek naar de voorschriften van de hoofdstukken II en IV verwijst, moeten die voorschriften ook in acht worden genomen bij de naleving door exploitanten van artikel 10, lid 3. Om misleiding van consumenten te voorkomen moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven derhalve het verband aantonen tussen enerzijds de verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen van het levensmiddel en anderzijds de specifieke toegestane gezondheidsclaim die samen met die verwijzing wordt vermeld.

    Sommige claims waarvoor tijdens de wetenschappelijke evaluatie ervan een vergunning werd aangevraagd, zijn te algemeen of aspecifiek voor evaluatie bevonden. Deze claims konden niet worden toegestaan en zijn derhalve in de lijst van niet-toegestane claims van het EU-repertorium van voedings- en gezondheidsclaims opgenomen. Dit sluit niet uit dat die claims van het bepaalde in artikel 10, lid 3, kunnen profiteren en derhalve rechtmatig kunnen worden gebruikt wanneer zij vergezeld gaan van een specifieke claim uit de lijst van toegestane gezondheidsclaims overeenkomstig dat artikel.


    (1)  (PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.

    (2)  (PB L 250 van 19.9.1984, blz. 17.

    (3)  (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18.

    (4)  Richtlijn 2006/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame bepaalt: „reclame”: iedere mededeling bij de uitoefening van een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of van een vrij beroep ter bevordering van de afzet van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 21).

    (5)  Het repertorium van de Unie is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie, DG Gezondheid en consumenten http://ec.europa.eu/nuhclaims/


    Top