Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R0542

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 542/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft om rekening te houden met Richtlijn 2011/58/EU tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde de opneming van carbendazim als werkzame stof te verlengen Voor de EER relevante tekst

    PB L 153 van 11.6.2011, p. 189–191 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/542/oj

    11.6.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 153/189


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 542/2011 VAN DE COMMISSIE

    van 1 juni 2011

    tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft om rekening te houden met Richtlijn 2011/58/EU tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde de opneming van carbendazim als werkzame stof te verlengen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 78, lid 3,

    Na raadpleging van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2) bevat de lijst van de werkzame stoffen die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG (3).

    (2)

    Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is gewijzigd bij Richtlijn 2011/58/EU (4).

    (3)

    Verordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 14 juni 2011.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 1 juni 2011.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

    (2)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

    (3)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (4)  PB L 122 van 11.5.2011, blz. 71.


    BIJLAGE

    In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt rij 144 vervangen door:

    Nummer

    Benaming, identificatienummers

    IUPAC-benaming

    Zuiverheid (1)

    Datum van goedkeuring

    Geldigheidsduur

    Specifieke bepalingen

    „144

    Carbendazim

    CAS-nr. 10605-21-7

    CIPAC-nr. 263

    Methylbenzimidazool-2-ylcarbamaat

    ≥ 980 g/kg

    Relevante onzuiverheden

     

    2-amino-3-hydroxyfenazine (AHP): niet meer dan 0,0005 g/kg

     

    2,3-diaminofenazine (DAP): niet meer dan 0,003 g/kg

    1 juni 2011

    30 november 2014

    DEEL A

    De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide op de volgende gewassen:

    granen

    kool- en raapzaad;

    suiker- en voederbieten;

    mais,

    in een dosering van maximaal

    0,25 kg werkzame stof per hectare per toediening voor granen en kool- en raapzaad;

    0,075 kg werkzame stof per hectare per toediening voor suiker- en voederbieten;

    0,1 kg werkzame stof per hectare per toediening voor mais.

    De volgende toepassingen mogen niet worden toegelaten:

    sproeien vanuit de lucht;

    toediening met behulp van druk- en rugspuiten door particuliere of professionele gebruikers;

    gebruik door hobbytelers.

    De lidstaten zorgen ervoor dat alle passende risicobeperkende maatregelen worden genomen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bescherming van:

    waterorganismen. Er moeten adequate driftbeperkende maatregelen worden genomen om de blootstelling van oppervlaktewateren tot een minimum te beperken. Daartoe moet onder meer de nodige afstand worden vrijgehouden tussen de behandelde percelen en oppervlaktewateren of moeten in combinatie daarmee driftbeperkende technieken of apparatuur worden gebruikt;

    regenwormen en andere bodemmacro-organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals de keuze van de meest geschikte combinatie van het aantal toedieningen en het moment van toediening, de dosering en, indien nodig, de concentratie van de werkzame stof;

    vogels (risico op lange termijn). Afhankelijk van de resultaten van de risicobeoordeling voor specifieke toepassingen kunnen gerichte risicobeperkende maatregelen om de blootstelling tot een minimum te beperken noodzakelijk zijn;

    de gebruikers, die bij het mengen, laden en toedienen en bij het reinigen van het materieel geschikte beschermende kleding moeten dragen, met name handschoenen, een overall, rubber laarzen en gelaatsbescherming of een veiligheidsbril, tenzij blootstelling aan de stof adequaat wordt voorkomen door het ontwerp en de bouwwijze van het materieel of doordat specifieke beschermende componenten op dat materieel zijn gemonteerd.

    DEEL B

    Voor de toepassing van de uniforme beginselen zoals bedoeld in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carbendazim, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

    De betrokken lidstaten verzoeken de aanvrager om de Commissie het volgende ter beschikking te stellen:

    uiterlijk op 1 december 2011: informatie over de toxicologische en ecotoxicologische relevantie van de onzuiverheid AEF037197;

    uiterlijk op 1 juni 2012: het onderzoek van de in de lijst van het ontwerpreëvaluatieverslag van 16 juli 2009 opgenomen studies (Volume 1, Level 4 „Further information”, blz. 155 – 157);

    uiterlijk op 1 juni 2013: informatie over de lotgevallen en het gedrag (route van de aerobe afbraak in de bodem) en het risico op de lange termijn voor vogels.”


    (1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


    Top