Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011L0052

    Uitvoeringsrichtlijn 2011/52/EU van de Commissie van 20 april 2011 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad om carboxin op te nemen als werkzame stof en tot wijziging van Beschikking 2008/934/EG van de Commissie Voor de EER relevante tekst

    PB L 105 van 21.4.2011, p. 19–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir_impl/2011/52/oj

    21.4.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 105/19


    UITVOERINGSRICHTLIJN 2011/52/EU VAN DE COMMISSIE

    van 20 april 2011

    tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad om carboxin op te nemen als werkzame stof en tot wijziging van Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 6, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 1490/2002 (3) van de Commissie zijn de bepalingen ter uitvoering van de tweede en de derde fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bedoelde werkprogramma vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Carboxin is in die lijst opgenomen.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 11 sexies van Verordening (EG) nr. 1490/2002 heeft de kennisgever zijn steun voor de opneming van die werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG binnen twee maanden na ontvangst van het ontwerpevaluatieverslag ingetrokken. Bijgevolg is bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie van 5 december 2008 betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (4), carboxin niet opgenomen.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft de oorspronkelijke kennisgever („de aanvrager”) een nieuwe aanvraag ingediend om toepassing van de versnelde procedure zoals vastgesteld in de artikelen 14 tot en met 19 van Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan zijn opgenomen (5).

    (4)

    De aanvraag is ingediend bij het Verenigd Koninkrijk, dat bij Verordening (EG) nr. 1490/2002 was aangewezen als lidstaat die als rapporteur optreedt. De termijn voor de versnelde procedure is nageleefd. De specificatie van de werkzame stof en de ondersteunde toepassingen zijn dezelfde als voor Beschikking 2008/934/EG. Die aanvraag voldoet ook aan de overige materiële en procedurele voorschriften van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 33/2008.

    (5)

    Het Verenigd Koninkrijk heeft de door de aanvrager verstrekte aanvullende gegevens onderzocht en een aanvullend verslag opgesteld. Het heeft dat verslag op 4 december 2009 aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie toegezonden. De EFSA heeft het aanvullende verslag aan de andere lidstaten en de aanvrager toegezonden en de naar aanleiding daarvan ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. Overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 33/2008 en op verzoek van de Commissie heeft de EFSA haar conclusie over carboxin op 11 oktober 2010 aan de Commissie overgelegd (6). Het ontwerpevaluatieverslag, het aanvullende verslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 11 maart 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor carboxin.

    (6)

    Uit de verschillende analysen is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die carboxin bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Carboxin moet derhalve in bijlage I worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig de bepalingen van die richtlijn.

    (7)

    Onverminderd die conclusie moet nadere informatie over bepaalde specifieke punten worden ingewonnen. Artikel 6, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat aan de opneming van een werkzame stof in bijlage I voorwaarden kunnen worden verbonden. Daarom moet de aanvrager worden verplicht nadere bevestigende informatie te verstrekken over: de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, met inbegrip van passende analytische gegevens, de relevantie van de verontreinigingen, vergelijking en verificatie van het in de zoogdiertoxiciteits- en ecotoxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal met de specificatie van het technische materiaal, analysemethoden voor de monitoring van de metaboliet M6 (7) in bodem, grondwater en oppervlaktewater en voor de monitoring van de metaboliet M9 (8) in grondwater, aanvullende waarden betreffende de tijd die nodig is voor de dissipatie van 50 % in de bodem voor de bodemmetabolieten P/V-54 (9) en P/V-55 (10), het metabolisme in wisselgewassen, het langetermijnrisico voor zaadetende vogels, zaadetende zoogdieren en herbivore zoogdieren, en de relevantie voor het grondwater van de bodemmetabolieten P/V-54, P/V-55 en M9 indien carboxin krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (11) wordt ingedeeld als „verdacht van het veroorzaken van kanker”.

    (8)

    Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat een werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de opneming voortvloeien.

    (9)

    Onverminderd de verplichtingen die zijn vastgelegd in Richtlijn 91/414/EEG ten gevolge van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die carboxin bevatten, opnieuw te onderzoeken zodat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, wordt voldaan. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen naargelang het geval wijzigen, vervangen of intrekken overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG. In afwijking van bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de in die richtlijn vastgestelde uniforme beginselen.

    (10)

    Bij eerdere opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (12) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter geen nieuwe verplichtingen op ten opzichte van de tot nu toe vastgestelde richtlijnen tot wijziging van bijlage I.

    (11)

    Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (12)

    Beschikking 2008/934/EG voorziet in de niet-opneming van carboxin en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten uiterlijk op 31 december 2011. In de bijlage bij die beschikking moet de regel betreffende carboxin worden geschrapt.

    (13)

    Beschikking 2008/934/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (14)

    De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    In de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG wordt de regel betreffende carboxin geschrapt.

    Artikel 3

    De lidstaten dienen uiterlijk op 30 november 2011 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 december 2011.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 4

    1.   De lidstaten moeten, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die carboxin als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 november 2011 wijzigen of intrekken.

    Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name dat aan de voorwaarden van bijlage I bij die richtlijn met betrekking tot carboxin is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de tekst betreffende die werkzame stof, en dat de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13 van die richtlijn aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoet.

    2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst betreffende carboxin in bijlage I bij die richtlijn, overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn, een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat carboxin bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 mei 2011 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Aan de hand van die evaluatie bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG.

    Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

    a)

    als carboxin de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 mei 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken, of

    b)

    als het gewasbeschermingsmiddel naast carboxin nog één of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 mei 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de richtlijnen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

    Artikel 5

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 juni 2011.

    Artikel 6

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 20 april 2011.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.

    (3)  PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23.

    (4)  PB L 333 van 11.12.2008, blz. 11.

    (5)  PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.

    (6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance carboxin. EFSA Journal 2010; 8(10):1857. [65 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2010.1857. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu.

    (7)  2-{[anilino(oxo)acetyl]sulfanyl}ethylacetaat.

    (8)  (2RS)-2-hydroxy-2-methyl-N-phenyl-1,4-oxathiaan-3-carboxamide 4-oxide.

    (9)  2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiin-3-carboxamide 4-oxide.

    (10)  2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiin-3-carboxamide 4,4-dioxide.

    (11)  PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.

    (12)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.


    BIJLAGE

    Aan het einde van de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt de volgende tekst toegevoegd:

    Nr.

    Benaming, identificatienummers

    IUPAC-benaming

    Zuiverheid (1)

    Inwerkingtreding

    Geldigheidsduur

    Specifieke bepalingen

    „357

    Carboxin

    CAS-nr.: 5234-68-4

    CIPAC-nr.: 273

    5,6-dihydro-2-methyl-1,4-oxathiin-3-carboxanilide

    ≥ 970 g/kg

    1 juni 2011

    31 mei 2021

    DEEL A

    Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide voor zaadbehandeling.

    De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de toelatingen wordt bepaald dat zaadcoating alleen in professionele zaadverwerkingsinstallaties mag plaatsvinden en dat deze installaties de beste beschikbare technieken moeten toepassen zodat kan worden uitgesloten dat er tijdens opslag, vervoer en toepassing stofwolken vrijkomen.

    DEEL B

    Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carboxin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

    Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

    a)

    het risico voor de toedieners;

    b)

    de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

    c)

    het risico voor vogels en zoogdieren.

    De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

    De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

    a)

    de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, met inbegrip van passende analytische gegevens;

    b)

    de relevantie van de verontreinigingen;

    c)

    vergelijking en verificatie van het in de zoogdiertoxiciteits- en ecotoxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal met de specificatie van het technische materiaal;

    d)

    analysemethoden voor de monitoring van de metaboliet M6 (2) in bodem, grondwater en oppervlaktewater en voor de monitoring van de metaboliet M9 (3) in grondwater;

    e)

    aanvullende waarden betreffende de tijd die nodig is voor de dissipatie van 50 % in de bodem voor de bodemmetabolieten P/V-54 (4) en P/V-55 (5);

    f)

    het metabolisme in wisselgewassen;

    g)

    het langetermijnrisico voor zaadetende vogels, zaadetende zoogdieren en herbivore zoogdieren;

    h)

    de relevantie voor het grondwater van de bodemmetabolieten P/V-54, P/V-55 en M9 indien carboxin krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt ingedeeld als „verdacht van het veroorzaken van kanker”.

    De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bij de Commissie de onder a), b) en c) vermelde informatie uiterlijk op 1 december 2011, de onder d), e) en f) vermelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 en de onder h) vermelde informatie zes maanden na de kennisgeving van het besluit betreffende de indeling van carboxin indient.”


    (1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.

    (2)  2-{[anilino(oxo)acetyl]sulfanyl}ethylacetaat.

    (3)  (2RS)-2-hydroxy-2-methyl-N-phenyl-1,4-oxathiaan-3-carboxamide 4-oxide.

    (4)  2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiin-3-carboxamide 4-oxide.

    (5)  2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiin-3-carboxamide 4,4-dioxide.


    Top