Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0197

    2011/197/EU: Besluit van de Commissie van 29 maart 2011 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad, inzake het door Japan gewaarborgde passende beschermingsniveau voor persoonsgegevens die door de Europese Unie worden doorgegeven in het specifieke geval van doorgifte door de Commissie aan de Japanse douaneautoriteiten krachtens Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking overeenkomstig artikel 21 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Japan betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken betreffende de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan en met oog op de exclusieve en specifieke doelstelling van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking

    PB L 85 van 31.3.2011, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/197/oj

    31.3.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 85/8


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 29 maart 2011

    overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad, inzake het door Japan gewaarborgde passende beschermingsniveau voor persoonsgegevens die door de Europese Unie worden doorgegeven in het specifieke geval van doorgifte door de Commissie aan de Japanse douaneautoriteiten krachtens Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking overeenkomstig artikel 21 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Japan betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken betreffende de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan en met oog op de exclusieve en specifieke doelstelling van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking

    (2011/197/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1), en met name artikel 9, leden 1 en 2,

    Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 24 juni 2010 heeft het Gemengd Comité douanesamenwerking, dat is opgericht overeenkomstig artikel 21 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Japan betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (2), Besluit nr. 1/2010 betreffende de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan (3) vastgesteld (hierna „Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking”).

    (2)

    Deel IV van het Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking voorziet in de uitwisseling van informatie tussen douaneautoriteiten, zoals gedefinieerd in artikel 1, onder c), van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Japan betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. Volgens die definitie worden het Japanse ministerie van Financiën en de voor douanezaken bevoegde diensten van de Commissie als douaneautoriteiten beschouwd.

    (3)

    De informatie die moet worden uitgewisseld tussen het Japanse ministerie van Financiën en de bevoegde diensten van de Commissie heeft onder meer betrekking op gegevens over marktdeelnemers, waaronder eventueel ook persoonsgegevens. De uitwisseling van gegevens over marktdeelnemers is een van de taken die de Commissie moet uitvoeren krachtens Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking.

    (4)

    De persoonsgegevens die moeten worden uitgewisseld, zijn opgesomd in deel IV, lid 4, onder a) tot en met f), van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking. De uitwisseling vindt plaats gedurende de volledige periode waarin het Japanse ministerie van Financiën de informatie gebruikt om Europese marktdeelnemers voordelen te bieden uit hoofde van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking. De Commissie geeft regelmatig geactualiseerde en gewijzigde gegevens over Europese marktdeelnemers door aan het Japanse ministerie van Financiën. In deel IV, lid 6, van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking is bepaald dat de uitgewisselde gegevens uitsluitend mogen worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan, zoals vastgesteld bij dat besluit. De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Japan betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken garandeert ook dat het Japanse ministerie van Financiën dergelijke informatie, inclusief persoonsgegevens, alleen gebruikt met het oog op de erkenning van de desbetreffende marktdeelnemers als geautoriseerde marktdeelnemers in Japan. De ontvangende autoriteit mag de AEO-gegevens niet verder doorgeven aan andere autoriteiten of diensten binnen of buiten Japan, omdat dit zou neerkomen op een wijziging van de doelstelling van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking.

    (5)

    De verwerking van persoonsgegevens door Japanse overheidsinstanties, zoals het Japanse ministerie van Financiën, valt onder het Japanse wetsbesluit inzake de bescherming van persoonsgegevens die in handen zijn van administratieve organen. Het recht op toegang tot „administratieve documenten’ en de procedures daarvoor zijn vastgesteld in het Japanse wetsbesluit inzake de toegang tot informatie die in handen is van administratieve organen. De bepalingen inzake vertrouwelijkheid van de gegevens die door Japanse overheidsinstanties worden behandeld en inzake de overdracht van gegevens tussen de minister van Financiën en buitenlandse douaneautoriteiten zijn opgenomen in respectievelijk de Japanse wet op de overheidsdiensten en de douanewetgeving.

    (6)

    Volgens de Japanse wetgeving inzake gegevensbescherming moeten Japanse overheidsinstanties, zoals het Japanse ministerie van Financiën, zorgen voor eerlijke bekendmaking van de informatie aan de betrokkenen. De betrokkenen hebben het recht op toegang tot en op rechtzetting en schrapping van de informatie die op hen betrekking heeft.

    (7)

    De Japanse wetgeving garandeert dat het Japanse ministerie van Financiën beveiligingsmaatregelen neemt die zijn aangepast aan het risico dat de gegevensverwerking met zich meebrengt.

    (8)

    De Japanse wetgeving voorziet in een onderzoeksmechanisme in de vorm van een beoordelingsraad, die administratieve beroepen behandelt en onderzoeken uitvoert. Dit wordt als voldoende beschouwd voor de specifieke gegevensoverdracht waarin voorzien is bij Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking, gezien het beperkte en niet-gevoelige karakter van de gegevens en de doelstellingen van de gegevensverwerking.

    (9)

    De bovenstaande bepalingen garanderen dat Japan over passende handhavingsmechanismen beschikt om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens die door de Commissie worden doorgegeven met het oog op de erkenning van Europese marktdeelnemers als geautoriseerde marktdeelnemers in Japan, op passende wijze worden beschermd.

    (10)

    In het licht van alle omstandigheden rond de reeks specifieke gegevensdoorgifteactiviteiten die de Commissie moet verrichten in het kader van de tenuitvoerlegging van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking, de aard van de gegevens, het doel en de duur van de voorgestelde verwerkingsactiviteit(en), de algemene en sectorale wetgeving die van kracht is in Japan en de beroepsvoorschriften en beveiligingsmaatregelen die in acht worden genomen in Japan, wordt geacht dat Japan een passend beschermingsniveau handhaaft bij de tenuitvoerlegging van het Besluit tot wederzijdse erkenning nr. 1/2010 met betrekking tot de doorgifte van persoonsgegevens van de bevoegde diensten van de Commissie aan het Japanse ministerie van Financiën.

    (11)

    Dit besluit moet worden beperkt tot de specifieke situatie waarnaar wordt verwezen in Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking, aangezien de beoordeling van het Japanse juridische kader inzake gegevensbescherming gebaseerd was op de beperkte categorieën gegevens die moeten worden doorgegeven, op het beperkte doel, namelijk de verwerking, en op de beperkte duur van het gebruik van dergelijke gegevens. Dit besluit heeft derhalve alleen betrekking op de bescherming van persoonsgegevens die in het kader van het bovenvermelde Besluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking door de Commissie van de Europese Unie aan Japan worden doorgegeven voor het specifieke doel, namelijk de verwerking ervan in Japan.

    (12)

    Dit Besluit doet geen afbreuk aan bevindingen van de Commissie bij de toepassing van artikel 25, leden 4 en 6, van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4).

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Japan biedt een passend niveau van bescherming voor persoonsgegevens die, overeenkomstig Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking, door de Commissie worden doorgegeven van de Europese Unie aan Japan in het kader van programma's voor de wederzijdse erkenning van geautoriseerde marktdeelnemers, met het oog op de tenuitvoerlegging van Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Comité douanesamenwerking, in overeenstemming met artikel 9, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 29 maart 2011.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

    (2)  PB L 62 van 6.3.2008, blz. 24.

    (3)  PB L 279 van 23.10.2010, blz. 71.

    (4)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.


    Top