EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0165

Verordening (EU) nr. 165/2010 van de Commissie van 26 februari 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, wat betreft aflatoxinen (Voor de EER relevante tekst)

PB L 50 van 27.2.2010, p. 8–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/165/oj

27.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/8


VERORDENING (EU) Nr. 165/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 februari 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, wat betreft aflatoxinen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name op artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) zijn maximumgehalten vastgesteld voor aflatoxine B1 en het totaalgehalte aan aflatoxinen (aflatoxine B1 + B2 + G1 + G2) die in een aantal levensmiddelen zijn toegelaten.

(2)

Bepaalde maximumgehalten voor aflatoxinen in bepaalde levensmiddelen moeten worden gewijzigd naar aanleiding van ontwikkelingen in de Codex Alimentarius en nieuwe informatie uit recente wetenschappelijke adviezen.

(3)

De Codex Alimentarius heeft een totaalgehalte aan aflatoxinen van 15 μg/kg vastgesteld voor amandelen, hazelnoten en pistachenoten bestemd voor verdere verwerking, en een totaalgehalte aan aflatoxinen van 10 μg/kg voor direct eetbare amandelen, hazelnoten en pistachenoten (3).

(4)

Het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen (CONTAM-panel) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft op 25 januari 2007 een advies opgesteld over de mogelijke verhoging van het risico voor de consumentengezondheid indien de maximumgehalten aan aflatoxinen in amandelen, hazelnoten en pistachenoten en afgeleide producten zouden worden verhoogd (4). Het CONTAM-panel concludeerde dat verhoging van het maximale totaalgehalte aan aflatoxinen van 4 tot 8 of 10 μg/kg in amandelen, hazelnoten en pistachenoten een licht effect zou hebben op de geschatte blootstelling via de voeding, het risico op kanker en de geschatte blootstellingsmarges. Het panel stelde verder dat blootstelling aan aflatoxinen uit alle bronnen zo laag als redelijkerwijs haalbaar moet zijn, omdat aflatoxinen genotoxisch en carcinogeen zijn. Uit de gegevens blijkt dat verlaging van de totale blootstelling aan aflatoxinen via de voeding kan worden bereikt door het aantal sterk verontreinigde levensmiddelen dat in de handel wordt gebracht terug te dringen door efficiëntere handhaving en door de blootstelling via andere levensmiddelen dan amandelen, hazelnoten en pistachenoten te verlagen.

(5)

Het CONTAM-panel heeft op 16 juni 2009 een verklaring goedgekeurd over de effecten voor de volksgezondheid van een verhoging van het totaalgehalte aan aflatoxinen van 4 μg/kg tot 10 μg/kg voor andere noten dan amandelen, hazelnoten en pistachenoten (5). Het panel concludeerde op basis van de in 2007 beschikbare informatie dat de volksgezondheid niet negatief zou worden beïnvloed door een verhoging van het totaalgehalte aan aflatoxinen van 4 μg/kg tot 10 μg/kg voor andere noten, waaronder paranoten. Gezien de huidige discussies in de Codex Alimentarius over de maximumgehalten aan aflatoxinen in paranoten is het wenselijk het gehalte aan aflatoxinen in paranoten af te stemmen op het Codexgehalte voor amandelen, hazelnoten en pistachenoten.

(6)

De Codex Alimentarius heeft alleen een maximaal totaalgehalte aan aflatoxinen vastgesteld. Het daarmee overeenkomende gehalte aan aflatoxine B1 werd bepaald door gebruik te maken van de databank voor de aanwezigheid van aflatoxinen in levensmiddelen die de EFSA gebruikt om de blootstelling te beoordelen.

(7)

Het EFSA-advies over aflatoxinen stelt dat oliehoudende zaden en afgeleide producten in belangrijke mate bijdragen tot de menselijke blootstelling aan aflatoxinen. De EFSA concludeert dat de blootstelling aan aflatoxinen uit alle bronnen zo laag als redelijkerwijs haalbaar moet zijn. Bovendien wijzen kennisgevingen in het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders (RASFF) erop dat oliehoudende zaden zoals zonnebloemzaden, meloenzaden enz. hoge gehalten aan aflatoxinen bevatten. Daarom wordt voorgesteld ook een maximumgehalte voor andere oliehoudende zaden dan aardnoten (pinda’s) vast te stellen, dat overeenkomt met de huidige maximumgehalten voor aardnoten (pinda’s). Aangezien aflatoxinen in het productieproces voor geraffineerde plantaardige oliën echter bijna volledig verdwijnen, is het wenselijk oliehoudende zaden hiervan uit te sluiten, met inbegrip van aardnoten (pinda’s) bestemd om te worden geplet voor de productie van geraffineerde plantaardige olie, alsmede geraffineerde plantaardige olie.

(8)

Een maximumgehalte van 2 μg/kg voor aflatoxine B1 en een maximaal totaalgehalte aan aflatoxinen van 4 μg/kg zijn vastgesteld voor alle granen en alle van granen afgeleide producten met uitzondering van mais die moet worden gesorteerd of waarop verplicht andere fysische behandelingen moeten worden toegepast voordat hij wordt bestemd voor menselijke consumptie, en waarvoor een maximumgehalte van 5 μg/kg voor aflatoxine B1 en een maximaal totaalgehalte aan aflatoxinen van 10 μg/kg zijn vastgesteld. Padie bevat regelmatig aflatoxinegehalten die licht boven de maximumgehalten liggen. Na het pletten, een proces waarbij het kaf wordt verwijderd, liggen de aflatoxinegehalten in de witte gemalen rijst onder de maximumgehalten. Het is daarom wenselijk de bestaande aanpak voor mais ook op rijst toe te passen en een hoger maximumgehalte aan aflatoxine B1 en totaalgehalte aan aflatoxinen vast te stellen voor rijst die moet worden gesorteerd of waarop verplicht andere fysische behandelingen moeten worden toegepast voordat hij wordt bestemd voor menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen.

(9)

De maximumgehalten gelden voor het eetbare gedeelte van de noten. Uit recent wetenschappelijk onderzoek is echter gebleken dat een deel van de verontreiniging met aflatoxine zich op de dop van paranoten bevindt. De voetnoot in de bijlage moet daarom worden gewijzigd, zodat de te volgen procedure voor het analyseren van noten „in de dop” wordt aangegeven naar aanleiding van deze nieuwe wetenschappelijke informatie.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

Specifieke bepalingen voor aardnoten, andere oliehoudende zaden, noten, gedroogde vruchten, rijst en mais

Aardnoten (pinda’s) andere oliehoudende zaden, noten, gedroogde vruchten, rijst en mais die niet voldoen aan de in de punten 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8, 2.1.10 en 2.1.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten aan aflatoxinen, mogen in de handel worden gebracht op voorwaarde dat:

a)

deze producten niet bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen;

b)

zij voldoen aan de in de punten 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.9 en 2.1.12 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten;

c)

zij ervoor bestemd zijn om te worden gesorteerd of te worden onderworpen aan andere fysische behandelingen, zodat na deze behandeling de in de punten 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8, 2.1.10 en 2.1.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten niet worden overschreden en de behandeling zelf geen andere schadelijke reststoffen doet ontstaan;

d)

ze een etiket hebben waarop duidelijk het gebruik staat aangegeven en dat de vermelding „Product dat moet worden gesorteerd of waarop verplicht andere fysische behandelingen moeten worden toegepast om het niveau van verontreiniging met aflatoxinen te verlagen, voordat het wordt bestemd voor menselijke consumptie of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen”. Deze vermelding wordt op het etiket van iedere afzonderlijke zak, doos enz. en in het oorspronkelijke begeleidende document aangebracht. De identificatiecode van de zending/partij wordt onuitwisbaar op iedere afzonderlijke zak, doos enz. van de zending en in het oorspronkelijke begeleidende document vermeld.”.

2)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

Specifieke bepalingen voor aardnoten (pinda’s), andere oliehoudende zaden, daarvan afgeleide producten en granen

Een duidelijke vermelding van het beoogde gebruik wordt op het etiket van iedere afzonderlijke zak, doos enz. en in het oorspronkelijke begeleidende document aangebracht. Dit begeleidende document moet onmiskenbaar bij de desbetreffende zending behoren en derhalve dezelfde identificatiecode bevatten als die welke op iedere afzonderlijke zak, doos enz. van de zending vermeld staat. Bovendien moet de op het begeleidende document vermelde bedrijfsactiviteit van de geadresseerde van de zending verenigbaar zijn met het beoogde gebruik.

Bij het ontbreken van een duidelijke vermelding dat het beoogde gebruik niet voor menselijke consumptie is, gelden de in de punten 2.1.5 en 2.1.11 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor alle aardnoten (pinda’s), andere oliehoudende zaden en daarvan afgeleide producten, alsmede granen die in de handel worden gebracht.

Met betrekking tot de uitzondering voor aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden bestemd om te worden geplet en de toepassing van de maximumgehalten die in punt 2.1.1 van de bijlage zijn vastgelegd, is de uitzondering alleen van toepassing op zendingen die een etiket hebben waarop duidelijk het gebruik staat aangegeven en dat voorzien is van de vermelding „Product dat moet worden geplet voor de productie van geraffineerde plantaardige olie”. Deze vermelding wordt op het etiket van iedere afzonderlijke zak, doos enz. aangebracht en in het (de) begeleidende document(en). De eindbestemming moet een olieslagerij zijn.”.

3)

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a)

onderafdeling 2.1 (Aflatoxinen) wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

b)

voetnoot 5 wordt vervangen door:

„(5)

De maximumgehalten gelden voor het eetbare gedeelte van aardnoten (pinda’s) en noten. Bij de analyse van aardnoten en noten „in de dop” wordt voor het bepalen van het aflatoxinegehalte aangenomen dat alle verontreiniging zich op het eetbare gedeelte van de noten bevindt.”;

c)

de volgende voetnoten worden toegevoegd:

„(40)

Oliehoudende zaden van de GN-codes 1201, 1202, 1203, 1204, 1205, 1206, 1207 en afgeleide producten van GN-code 1208; meloenzaden vallen onder code ex 1207 99.

(41)

Indien afgeleide/verwerkte producten uitsluitend of vrijwel uitsluitend zijn afgeleid van/verwerkt op basis van de desbetreffende noten, zijn de maximumgehalten die voor de noten zijn vastgesteld, ook van toepassing op de afgeleide/verwerkte producten. In andere gevallen is artikel 2, leden 1 en 2, van toepassing op de afgeleide/verwerkte producten.”.

Artikel 2

De verordening is niet van toepassing op abrikozenpitten, oliehoudende zaden, andere noten dan aardnoten (pinda’s) en verwerkte producten daarvan die vóór de datum van toepassing overeenkomstig de tot die datum toepasselijke bepalingen in de handel zijn gebracht.

De bewijslast betreffende het tijdstip waarop de producten in de handel zijn gebracht, ligt bij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 februari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5.

(3)  Codex General Standard for Contaminants and toxins in foods (CODEX STAN 193-1995) http://www.codexalimentarius.net/download/standards/17/CXS_193e.pdf

(4)  The EFSA Journal (2007) 446, 1-127. http://www.efsa.europa.eu/cs/BlobServer/Scientific_Opinion/CONTAM%20_op_ej446_aflatoxins_en.pdf?ssbinary=true

(5)  Verklaring van het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen op verzoek van de Commissie over de effecten voor de volksgezondheid van een verhoging van het totaalgehalte aan aflatoxinen van 4 μg/kg tot 10 μg/kg voor andere noten dan amandelen, hazelnoten en pistachenoten. The EFSA Journal (2009) 1168, 1-11. http://www.efsa.europa.eu/cs/BlobServer/Statement/contam_statement_ej1168_aflatoxin_other_treenuts_en,0.pdf?ssbinary=true


BIJLAGE

Levensmiddelen (1)

Maximumgehalte (μg/kg)

„2.1.

Aflatoxinen

B1

Som van B1, B2, G1 en G2

M1

2.1.1.

Aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden (40), bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat zij bestemd worden voor menselijke consumptie of gebruik als ingrediënt in levensmiddelen

met uitzondering van

aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden bestemd om te worden geplet voor de productie van geraffineerde plantaardige olie

8,0 (5)

15,0 (5)

2.1.2.

Amandelen, pistachenoten en abrikozenpitten, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

12,0 (5)

15,0 (5)

2.1.3.

Hazelnoten en paranoten, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

8,0 (5)

15,0 (5)

 

2.1.4.

Andere noten dan die genoemd in 2.1.2 en 2.1.3, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

5,0 (5)

10,0 (5)

2.1.5.

Aardnoten (pinda’s) en andere oliehoudende zaden (40) en door verwerking daarvan verkregen producten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen

met uitzondering van

ruwe plantaardige oliën bestemd voor raffinage

geraffineerde plantaardige oliën

2,0 (5)

4,0 (5)

2.1.6.

Amandelen, pistachenoten en abrikozenpitten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen (41)

8,0 (5)

10,0 (5)

2.1.7.

Hazelnoten en paranoten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen (41)

5,0 (5)

10,0 (5)

 

2.1.8.

Andere noten dan die genoemd in 2.1.6 en 2.1.7, en door verwerking daarvan verkregen producten, die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen

2,0 (5)

4,0 (5)

2.1.9.

Gedroogde vruchten, bestemd om te worden gesorteerd of om een andere fysische behandeling te ondergaan voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

5,0

10,0

2.1.10.

Gedroogde vruchten en door verwerking daarvan verkregen producten, die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen

2,0

4,0

2.1.11.

Alle granen en van granen afgeleide producten, met inbegrip van verwerkte graanproducten, met uitzondering van de in de punten 2.1.12, 2.1.15 en 2.1.17 opgenomen levensmiddelen

2,0

4,0

2.1.12.

Mais en rijst die worden gesorteerd of waarop een andere fysische behandeling wordt toegepast voordat ze voor menselijke consumptie of als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt

5,0

10,0

2.1.13.

Rauwe melk (6), warmtebehandelde melk en melk voor producten op basis van melk

0,050

2.1.14.

Specerijen van de volgende soorten:

 

Capsicum spp. (gedroogde vruchten daarvan, heel of gemalen, met inbegrip van Spaanse peper, chilipoeder, cayennepeper en paprika)

 

Piper spp. (vruchten daarvan, met inbegrip van witte en zwarte peper)

 

Myristica fragrans (nootmuskaat)

 

Zingiber officinale (gember)

 

Curcuma longa (kurkuma)

Mengsels van specerijen die één of meer van de bovengenoemde specerijen bevatten

5,0

10,0

2.1.15.

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (3) (7)

0,10

2.1.16.

Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, met inbegrip van zuigelingenmelk en opvolgmelk (4) (8)

0,025

2.1.17.

Dieetvoeding voor medisch gebruik (9) (10), speciaal bestemd voor zuigelingen

0,10

0,025”


Top