This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010D0093
2010/93/: Commission Decision of 18 December 2009 adopting a multiannual Community programme for the collection, management and use of data in the fisheries sector for the period 2011-2013 (notified under document C(2009) 10121)
2010/93/: Besluit van de Commissie van 18 december 2009 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector voor de periode 2011-2013 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10121)
2010/93/: Besluit van de Commissie van 18 december 2009 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector voor de periode 2011-2013 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10121)
PB L 41 van 16.2.2010, p. 8–71
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repeal | 32008D0949 |
16.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 41/8 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 18 december 2009
tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector voor de periode 2011-2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10121)
(2010/93/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 199/2008 moet een communautair meerjarenprogramma voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector telkens voor een periode van drie jaar worden vastgesteld. Derhalve dient het communautair meerjarenprogramma voor de periode 2011-2013 te worden vastgesteld. |
(2) |
In de mededeling van de Commissie van 5 februari 2009 betreffende een actieplan van de Europese Gemeenschap voor de instandhouding en het beheer van het haaienbestand (2) wordt aanbevolen gedetailleerde soortspecifieke kwantitatieve en biologische gegevens te verzamelen over de in het kader van de commerciële visserij gemaakte vangsten van Chondrichthyes (hierna „haaien” genoemd). Voorts wordt een regelmatige vangstmonitoring voorgesteld voor in het kader van de recreatievisserij gemaakte vangsten van haaiensoorten. |
(3) |
Op basis van deze mededeling heeft het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) aanbevolen de gegevens betreffende de commerciële en recreatievisserij op te nemen in de lijst van visserijactiviteiten per gebied en in de lijst van biologische variabelen waarvoor gegevens moeten worden verzameld. |
(4) |
Het communautair meerjarenprogramma voor de periode 2011-2013 moet derhalve voorzien in de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens over haaien bovenop de reeds op grond van Besluit 2008/949/EG (3) voor de programmeringsperiode 2009-2010 vereiste gegevens. |
(5) |
Ter wille van de rechtszekerheid dient Besluit 2008/949/EG te worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2011. |
(6) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 199/2008 bedoelde communautair meerjarenprogramma voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector voor de periode 2011-2013 wordt vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Besluit 2008/949/EG wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 18 december 2009.
Voor de Commissie
Joe BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1.
(2) COM(2009) 40 definitief.
(3) PB L 346 van 23.12.2008, blz. 37.
BIJLAGE
COMMUNAUTAIR MEERJARENPROGRAMMA
HOOFDSTUK I
Onderwerp en definities
1. |
Voor de toepassing van dit communautair programma wordt verstaan onder: a) Actieve vaartuigen: vaartuigen die in een kalenderjaar een visserijactiviteit hebben uitgeoefend (meer dan 0 dagen). Een vaartuig dat in een jaar geen visserijactiviteiten heeft uitgeoefend, wordt als „inactief” aangemerkt. b) Gelijktijdige bemonstering: simultane bemonstering van alle of een vooraf gedefinieerde verzameling van soorten in de vangsten of aangelande vangsten van een vaartuig. c) Zeedagen: een doorlopende periode van 24 uur (of deel daarvan) gedurende welke een vaartuig buitengaats is en aanwezig in een gebied. d) Vlootsegment: een groep vaartuigen van dezelfde lengteklasse (LOA) en met hetzelfde belangrijkste vistuig gedurende het jaar, overeenkomstig aanhangsel III. Deze vaartuigen kunnen tijdens de referentieperiode verschillende visserijactiviteiten uitoefenen, maar mogen slechts in één vlootsegment worden ingedeeld. e) Visdagen: een dag wordt toegerekend aan het gebied waar de meeste vistijd is doorgebracht gedurende de desbetreffende zeedag. In het geval van passief vistuig evenwel wordt, wanneer gedurende een dag geen activiteit vanaf het vaartuig plaatsvond terwijl ten minste één (passief) vistuig op zee bleef, die dag toegerekend aan het gebied waar het laatst tijdens de desbetreffende visreis een vistuig is uitgezet. f) Visreis: een reis van een vissersvaartuig vanaf een landlocatie naar een aanlandingsplaats, met uitzondering van andere dan visreizen (dat wil zeggen reizen van een vissersvaartuig vanaf een locatie naar een landlocatie waarbij geen visserijactiviteiten worden uitgeoefend en alle vistuig aan boord stevig is vastgezet en opgeborgen en niet voor onmiddellijk gebruik beschikbaar is). g) Metier: een geheel van visserijactiviteiten die gericht zijn op vergelijkbare (verzamelingen van) soorten, met behulp van vergelijkbaar vistuig, in dezelfde periode van het jaar en/of in hetzelfde gebied, en die een vergelijkbaar exploitatiepatroon hebben. h) Vaartuigpopulatie: alle vaartuigen die zijn opgenomen in het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 26/2004 (1). i) Geselecteerde soort: een soort die relevant is voor beheersdoeleinden en waarvoor een aanvraag is ingediend door een internationaal wetenschappelijk orgaan of een regionale organisatie voor visserijbeheer. j) Uitzettijd: tijd die aanvangt op het tijdstip waarop elk vistuig is uitgezet en eindigt op het tijdstip waarop ditzelfde vistuig wordt ingehaald. |
2. |
Voor de volgende termen gelden de definities van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (www.fao.org/fi/glossary/default.asp) en van het WTECV: anadrome soorten, katadrome soorten, vangsten, koppotigen, schaaldieren, diepzeesoorten, demersale vissen, demersale soorten, exploitatiepatroon, vinvissen, zoetwatersoorten, vistuig, aangelande vangsten, overboord gezette hoeveelheden, grote pelagische vissen, weekdieren, andere activiteiten dan visserij, pelagische vissen, kleine pelagische vissen, doelsoorten. |
HOOFDSTUK II
Inhoud en methodologie
A. INHOUD VAN HET COMMUNAUTAIRE PROGRAMMA
Het communautaire programma omvat de volgende modules:
1. |
Evaluatie van de visserijsector Het gegevensverzamelingsprogramma voor de visserijsector omvat de volgende onderdelen:
|
2. |
Evaluatie van de economische situatie van de aquacultuur en de visverwerkende industrie:
|
3. |
Evaluatie van de impact van de visserij op het mariene ecosysteem |
4. |
Module voor het beheer en gebruik van de gegevens die onder het kader voor gegevensverzameling vallen |
B. NAUWKEURIGHEIDSNIVEAUS EN BEMONSTERINGSINTENSITEIT
1. |
Wanneer voor bemonsteringsprogramma’s geen gekwantificeerde doelen kunnen worden vastgesteld voor het nauwkeurigheidsniveau en de steekproefgrootte, dienen statistische proefenquêtes te worden georganiseerd. Deze enquêtes hebben tot doel de omvang van het probleem alsook het nut en de kosteneffectiviteit van gedetailleerdere vervolgonderzoeken te meten. |
2. |
In de gevallen waarin kwantificering van de doelen wel mogelijk is, kan het gaan om directe kwantificering, dat wil zeggen vaststelling van steekproefgroottes of bemonsteringspercentages, of om het aangeven van nauwkeurigheids- en betrouwbaarheidsniveaus. |
3. |
Wanneer een steekproefgrootte of een bemonsteringspercentage voor een statistisch gedefinieerde populatie is vastgesteld, moet de toegepaste bemonsteringsstrategie minimaal de doeltreffendheid van de Simple Random Sampling-methode hebben. In het betrokken nationale programma moet een beschrijving van deze bemonsteringsstrategie worden opgenomen. |
4. |
Bij opgave van nauwkeurigheids-/betrouwbaarheidsniveaus dient het volgende onderscheid te worden gehanteerd: a) Niveau 1: niveau waarbij een parameter kan worden gemeten hetzij met een nauwkeurigheid van ± 40 % bij een betrouwbaarheid van 95 %, hetzij een variatiecoëfficiënt van 20 % gebruikt als benadering; b) Niveau 2: niveau waarbij een parameter kan worden gemeten hetzij met een nauwkeurigheid van ± 25 % bij een betrouwbaarheid van 95 %, hetzij een variatiecoëfficiënt van 12,5 % gebruikt als benadering; c) Niveau 3: niveau waarbij een parameter kan worden gemeten hetzij met een nauwkeurigheid van ± 5 % bij een betrouwbaarheid van 95 %, hetzij een variatiecoëfficiënt van 2,5 % gebruikt als benadering. |
HOOFDSTUK III
Module voor de evaluatie van de visserijsector
A. VERZAMELING VAN ECONOMISCHE VARIABELEN
1. Variabelen
1) |
De te verzamelen variabelen zijn vermeld in aanhangsel VI. Alle economische variabelen moeten op jaarbasis worden verzameld met uitzondering van die welke zijn aangemerkt als transversale variabelen als omschreven in aanhangsel VIII en die welke zijn aangemerkt als meetindicatoren voor de impact van de visserij op het mariene ecosysteem als omschreven in aanhangsel XIII, die op een gedetailleerder niveau moeten worden verzameld. De populatie omvat alle vaartuigen die op 1 januari zijn opgenomen in het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot. Alle economische variabelen moeten worden verzameld voor actieve vaartuigen. Voor ieder vaartuig waarvoor de in aanhangsel VI opgenomen economische variabelen worden verzameld, moeten ook de overeenkomstige in aanhangsel VIII opgenomen transversale variabelen worden verzameld. |
2) |
Voor niet-actieve vaartuigen moeten alleen de kapitaalwaarde (aanhangsel VI), de vloot (aanhangsel VI) en de capaciteit (aanhangsel VIII) worden verzameld. |
3) |
Nationale valuta's dienen te worden omgerekend in euro op basis van de door de Europese Centrale Bank (ECB) vastgestelde gemiddelde jaarlijkse wisselkoersen. |
2. Aggregatieniveaus
1) |
De economische variabelen moeten worden opgegeven voor ieder vlootsegment (aanhangsel III) en iedere supraregio (aanhangsel II). Er zijn zes lengteklassen (volgens de LOA-maatstaf, dat wil zeggen „lengte over alles”) gedefinieerd. De lidstaten mogen deze lengteklassen in voorkomend geval verder opsplitsen. |
2) |
Aan de hand van de dominantiecriteria moeten de vaartuigen worden ingedeeld in segmenten die zijn gebaseerd op het aantal visdagen met elk onderscheiden vistuig. Als het gebruik van een vistuig dat van alle andere vistuigen tezamen overschrijdt (dat wil zeggen dat een vaartuig dat vistuig meer dan 50 % van zijn vistijd inzet), wordt het vaartuig in het overeenkomstige segment ingedeeld. Zo niet, wordt het vaartuig in het volgende vlootsegment ingedeeld:
|
3) |
Wanneer een vaartuig actief is in meer dan één supraregio als omschreven in aanhangsel II, dienen de lidstaten in hun nationale programma toe te lichten in welke supraregio het vaartuig is ingedeeld. |
4) |
Wanneer een vlootsegment minder dan 10 vaartuigen omvat, geldt het volgende:
|
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
De lidstaten dienen in hun nationale programma’s de methodologie, inclusief kwaliteitsaspecten, te beschrijven die zij hebben gebruikt voor het meten van elke economische variabele. |
2) |
De lidstaten dienen te zorgen voor de samenhang en de vergelijkbaarheid van alle economische variabelen wanneer deze aan verschillende bronnen zijn ontleend (bv. enquêtes, vlootbestand, logboeken, verkoopstaten). |
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
De lidstaten dienen in hun jaarrapport informatie te verstrekken over de kwaliteit (juistheid en nauwkeurigheid) van de metingen. |
B. VERZAMELING VAN BIOLOGISCHE VARIABELEN
B1. Metiergerelateerde variabelen
1. Variabelen
1) |
Er moeten steekproeven worden genomen om ieder kwartaal de lengtesamenstelling van de soorten in de vangsten en van de overboord gezette hoeveelheden te evalueren. De gegevens dienen te worden verzameld per metier op niveau zes van de indeling in aanhangsel IV (punten 1 tot en met 5) en voor de in aanhangsel VII genoemde visbestanden. |
2) |
Indien relevant dienen aanvullende programma’s voor de biologische bemonstering van de ongesorteerde aangelande vangsten te worden uitgevoerd met het oog op de meting van:
|
2. Aggregatieniveau
1) |
Om de bemonsteringsprogramma’s te optimaliseren, mogen de in aanhangsel IV (punten 1 tot en met 5) omschreven metiers worden samengevoegd. Wanneer metiers worden samengevoegd (verticale samenvoeging), moet de homogeniteit van de gecombineerde metiers statistisch worden aangetoond. Het samenvoegen van aangrenzende cellen, die overeenkomen met vlootsegmenten van de vaartuigen (horizontale samenvoeging), moet statistisch worden aangetoond. Deze horizontale samenvoeging dient hoofdzakelijk te gebeuren door middel van clustering van aangrenzende LOA-vaartuigklassen, onafhankelijk van de belangrijkste vangsttechnieken, wanneer dit zinvol is om een onderscheid te maken tussen verschillende exploitatiepatronen. Samenvoegingen moeten op regionaal niveau worden overeengekomen op de desbetreffende regionale coördinatievergadering en worden goedgekeurd door het WTECV. |
2) |
Op nationaal niveau mag een op niveau zes van de indeling in aanhangsel IV (punten 1 tot en met 5) omschreven metier verder worden opgesplitst in meerdere nauwkeuriger onderverdelingen ter onderscheiding van verschillende doelsoorten. Hierbij dienen de volgende twee principes in acht te worden genomen:
|
3) |
De ruimtelijke eenheden voor de bemonstering van de metiers zijn voor alle regio's vastgesteld op niveau 3 van aanhangsel I, met de volgende uitzonderingen:
|
4) |
Met het oog op de verzameling en de aggregatie van gegevens mogen ruimtelijke bemonsteringseenheden per regio worden geclusterd als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie (2) na goedkeuring door de desbetreffende regionale coördinatievergadering. |
5) |
Voor de in hoofdstuk III, onderverdeling B.B1. 1.2), bedoelde variabelen moeten de gegevens ieder kwartaal worden verstrekt overeenkomstig de in aanhangsel IV (punten 1 tot en met 5) beschreven indeling van de visserijactiviteiten van de vloot. |
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
Voor de aangelande vangsten:
|
2) |
Voor de overboord gezette hoeveelheden:
|
3) |
Voor de recreatievisserij:
|
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
Voor de aangelande vangsten:
|
2) |
Voor de overboord gezette hoeveelheden:
|
3) |
Voor de recreatievisserij:
|
5. Uitzonderingen op de regels
1) |
Wanneer de lidstaten de in hoofdstuk III, onderdeel B.B1. 4. 2) a) en b) en 3) a) en b), bedoelde nauwkeurigheidsniveaus niet of slechts tegen een buitensporige kostprijs kunnen halen, kunnen zij, op basis van een aanbeveling van het WTECV, toestemming krijgen van de Commissie om een lager nauwkeurigheidsniveau of een lagere steekproeffrequentie te hanteren of om zich tot een proefenquête te beperken, mits hun verzoek naar behoren is gestaafd en wetenschappelijk is onderbouwd. |
B2. Bestandgerelateerde variabelen
1. Variabelen
1) |
Voor de in aanhangsel VII vermelde bestanden dienen de volgende variabelen te worden verzameld:
|
2) |
De verzameling van alle in lid 1 genoemde individuele gegevens moet worden gerelateerd aan de overeenkomstige informatie betreffende tijd- en ruimtevak. |
3) |
Voor wildezalmbestanden in de door de ICES vastgestelde referentierivieren die in het gebied Oostzee III b-d uitmonden, dienen de volgende variabelen te worden verzameld:
|
2. Aggregatieniveau
1) |
De vereiste aggregatieniveaus, de verzamelingsfrequentie van alle variabelen en de bemonsteringsintensiteit voor de leeftijd zijn gespecificeerd in aanhangsel VII. Voor de bemonsteringsstrategieën en de bemonsteringsintensiteit gelden de in hoofdstuk II, onderdeel B (Nauwkeurigheidsniveaus en bemonsteringsintensiteit), vastgestelde regels. |
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
Indien mogelijk moet bij commerciële vangsten de leeftijdsbepaling worden uitgevoerd, teneinde de leeftijdssamenstelling per soort en, indien relevant, de groeiparameters te meten. Wanneer dit niet mogelijk is, dienen de lidstaten dit in hun nationale programma’s te rechtvaardigen. |
2) |
Wanneer er via samenwerking tussen de lidstaten voor wordt gezorgd dat de algemene meetresultaten van de in aanhangsel VII genoemde parameters het vereiste nauwkeurigheidsniveau bereiken, moet iedere lidstaat afzonderlijk garanderen dat zijn eigen bijdrage aan de gemeenschappelijke gegevensreeks toereikend is om dat nauwkeurigheidsniveau te bereiken. |
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
Voor bestanden van soorten waarvan de leeftijd kan worden bepaald, moeten de gemiddelde gewichten en lengtes per leeftijdsklasse worden gemeten met nauwkeurigheidsniveau 3, tot een leeftijd waarbij de gecumuleerde aangelande vangsten voor de overeenkomstige leeftijdsklassen minstens 90 % van de nationale aangelande vangsten van het bestand bedragen. |
2) |
Voor bestanden waarvan de leeftijd niet kan worden bepaald maar door meting wel een groeicurve kan worden bepaald, moeten de gemiddelde gewichten en lengtes per pseudoleeftijdsklasse (dat wil zeggen afgeleid van de groeicurve) worden gemeten met nauwkeurigheidsniveau 2, tot een leeftijd waarbij de gecumuleerde aangelande vangsten voor de overeenkomstige leeftijdsklassen minstens 90 % van de nationale aangelande vangsten van het bestand bedragen. |
3) |
Voor geslachtsrijpheid, vruchtbaarheid en geslachtsratio kan worden gekozen uit een koppeling aan leeftijd of aan lengte, mits de lidstaten die de overeenkomstige biologische bemonstering moeten verrichten, het volgende zijn overeengekomen:
|
5. Uitzonderingen op de regels
1) |
De meting van de bestandgerelateerde variabelen kan in het nationale programma van een lidstaat buiten beschouwing worden gelaten voor bestanden waarvoor TAC’s en quota gelden, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
2) |
Indien aan de voorwaarde in 1) a) hierboven, maar niet aan de voorwaarde in 1) b) is voldaan, kunnen de betrokken lidstaten een gecoördineerd programma opstellen om voor hun gezamenlijke aanlandingen tot een gezamenlijk bemonsteringsplan te komen, of kunnen zij elk afzonderlijk andere nationale bemonsteringsplannen opstellen die dezelfde nauwkeurigheid opleveren. |
3) |
Eventueel kunnen de nationale programma’s tot 1 februari van elk jaar worden aangepast om rekening te houden met het ruilen van quota tussen lidstaten. |
4) |
Voor bestanden, buiten de Middellandse Zee, waarvoor geen TAC's en quota gelden, zijn dezelfde, in punt 5. 1) vastgestelde regels van toepassing, uitgaande van de gemiddelde aangelande vangsten in de drie voorafgaande jaren en met de totale in de Gemeenschap aangelande vangsten van een bestand als referentie; |
5) |
Voor de bestanden in de Middellandse Zee, de in gewicht uitgedrukte aangelande vangsten, uitgedrukt in gewicht, van een mediterrane lidstaat voor een soort die minder dan 10 % uitmaken van de totale aangelande vangsten van de Gemeenschap voor het Middellandse Zeegebied of minder dan 200 ton bedragen, met uitzondering van blauwvintonijn. |
C. VERZAMELING VAN TRANSVERSALE VARIABELEN
1. Variabelen
1) |
De te verzamelen variabelen zijn vermeld in aanhangsel VIII. De gegevens moeten worden verstrekt volgens de in dat aanhangsel genoemde frequentie. |
2) |
Enige vertraging tussen de verstrekking van de gegevens over de vlootindeling en die over de visserijinspanning is mogelijk. |
2. Aggregatieniveau
1) |
Het aggregatieniveau is vermeld in aanhangsel VIII in overeenstemming met de in aanhangsel V omschreven criteria. |
2) |
Het aggregatieniveau dient overeen te stemmen met het meest gedetailleerde niveau dat vereist is. Bij deze regeling mogen cellen worden samengevoegd mits een passende statistische analyse het nut hiervan aantoont. Een dergelijke samenvoeging moet door de desbetreffende regionale coördinatievergadering worden goedgekeurd. |
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
Transversale gegevens moeten indien mogelijk exhaustief worden verzameld. Wanneer dit niet mogelijk is, moeten de lidstaten de bemonsteringsprocedures in hun nationale programma specificeren. |
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
De lidstaten dienen in hun jaarrapport informatie te verstrekken over de kwaliteit (juistheid en nauwkeurigheid) van de gegevens. |
D. ONDERZOEKEN OP ZEE
1) |
Alle in aanhangsel IX vermelde onderzoeken moeten worden uitgevoerd. |
2) |
De lidstaten garanderen in hun nationale programma de continuïteit met eerdere onderzoeken. |
3) |
Onverminderd het bepaalde in 1) en 2) kunnen de lidstaten voorstellen om de onderzoeksinspanning of de bemonsteringsplannen aan te passen, mits dit de kwaliteit van de resultaten niet nadelig beïnvloedt. Aanpassingen kunnen pas door de Commissie worden aanvaard nadat zij door het WTECV zijn goedgekeurd. |
HOOFDSTUK IV
Module voor de evaluatie van de economische situatie van de aquacultuur en de visverwerkende industrie
A. VERZAMELING VAN ECONOMISCHE GEGEVENS VOOR DE AQUACULTUUR
1. Variabelen
1) |
Alle in aanhangsel X vermelde variabelen moeten op jaarbasis worden verzameld per segment volgens de in aanhangsel XI vastgestelde indeling. |
2) |
Als statistische eenheid geldt de „onderneming”, gedefinieerd als de kleinste juridische entiteit voor boekhoudkundige doeleinden. |
3) |
De populatie bestaat uit ondernemingen die als hoofdactiviteit de „Visteelt” hebben zoals omschreven in de Eurostat-definitie in NACE-code 05.02 „Visteelt”. |
4) |
Nationale valuta's dienen te worden omgerekend in euro's op basis van de door de Europese Centrale Bank (ECB) vastgestelde gemiddelde jaarlijkse wisselkoersen. |
2. Aggregatieniveau
1) |
De gegevens moeten worden opgesplitst naar soort en aquacultuurtechniek zoals opgenomen in aanhangsel XI. De lidstaten kunnen verdere onderverdelingen op basis van bedrijfsgrootte of andere relevante criteria hanteren indien vereist. |
2) |
Voor zoetwatersoorten hoeven geen gegevens te worden verzameld. Indien deze gegevens toch worden verzameld, dienen de lidstaten de in aanhangsel XI vastgestelde indeling te volgen. |
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
De lidstaten dienen in hun nationale programma’s de methodologie, inclusief kwaliteitsaspecten, te beschrijven die zij hebben gebruikt voor het meten van de economische variabelen. |
2) |
De lidstaten dienen te zorgen voor de samenhang en de vergelijkbaarheid van alle economische variabelen wanneer deze aan verschillende bronnen zijn ontleend (bv. vragenlijsten, financiële rekeningen). |
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
De lidstaten dienen in hun jaarrapport informatie te verstrekken over de kwaliteit (juistheid en nauwkeurigheid) van de metingen. |
B. VERZAMELING VAN ECONOMISCHE GEGEVENS INZAKE DE VERWERKENDE INDUSTRIE
1. Variabelen
1) |
Alle in aanhangsel XII vermelde variabelen moeten op jaarbasis worden verzameld voor de populatie. |
2) |
De populatie bestaat uit ondernemingen die als hoofdactiviteit de „Verwerking en conservering van vis en visproducten” hebben zoals omschreven in de Eurostat-definitie in NACE-code 15.20. |
3) |
Als leidraad geldt dat de door de lidstaten gebruikte nationale codes uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 (4), (EG) nr. 853/2004 (5) en (EG) nr. 854/2004 (6) van het Europees Parlement en de Raad als een extra controle- en identificatiemiddel van de onder NACE-code 15.20 ingedeelde ondernemingen dienen te worden gebruikt. |
4) |
Nationale valuta's dienen te worden omgerekend in euro's op basis van de door de Europese Centrale Bank (ECB) vastgestelde gemiddelde jaarlijkse wisselkoersen. |
2. Aggregatieniveau
1) |
Als statistische eenheid voor de verzameling van gegevens geldt de „onderneming”, gedefinieerd als de kleinste juridische entiteit voor boekhoudkundige doeleinden. |
2) |
Met betrekking tot ondernemingen die vis verwerken maar dit niet als hoofdactiviteit verrichten, dienen de volgende gegevens te worden verzameld in het eerste jaar van iedere programmeringsperiode:
|
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
De lidstaten dienen in hun nationale programma’s de methodologie, inclusief kwaliteitsaspecten, te beschrijven die zij hebben gebruikt voor het meten van de economische variabelen. |
2) |
De lidstaten dienen te zorgen voor de samenhang en de vergelijkbaarheid van alle economische variabelen wanneer deze aan verschillende bronnen zijn ontleend (bv. vragenlijsten, financiële rekeningen). |
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
De lidstaten dienen in hun jaarrapport informatie te verstrekken over de kwaliteit (juistheid en nauwkeurigheid) van de metingen. |
HOOFDSTUK V
Module voor de evaluatie van de impact van de visserij op het mariene ecosysteem
1. Variabelen
1) |
Met het oog op de berekening van de in aanhangsel XIII vermelde indicatoren moeten de in dat aanhangsel genoemde gegevens op jaarbasis worden verzameld, met uitzondering van die waarvan is aangegeven dat zij op een gedetailleerder niveau moeten worden verzameld. |
2) |
De in aanhangsel XIII genoemde gegevens moeten op nationaal niveau worden verzameld, opdat de eindgebruikers de indicatoren kunnen berekenen op de relevante in aanhangsel II vastgestelde geografische niveaus. |
2. Aggregatieniveau
1) |
Het aggregatieniveau in de in aanhangsel XIII vastgestelde specificaties moet worden toegepast. |
3. Bemonsteringsstrategie
1) |
De lidstaten dienen de aanbevelingen te volgen die in de in aanhangsel XIII vastgestelde specificaties zijn opgenomen. |
4. Nauwkeurigheidsniveaus
1) |
De lidstaten dienen de aanbevelingen te volgen die in de in aanhangsel XIII vastgestelde specificaties zijn opgenomen. |
HOOFDSTUK VI
Module voor het beheer en gebruik van de gegevens die onder het kader voor gegevensverzameling vallen
A. BEHEER VAN DE GEGEVENS
1) |
Met betrekking tot de onder dit communautaire programma vallende gegevens regelt dit onderdeel de ontwikkeling van gegevensbanken, de gegevensinvoer (opslag), de kwaliteitscontrole en validering van gegevens, en de verwerking van primaire gegevens tot gedetailleerde of geaggregeerde gegevens als bedoeld in artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 199/2008. |
2) |
Onder dit onderdeel valt ook het omzettingsproces van primaire sociaaleconomische gegevens in metagegevens als bedoeld in artikel 13, onder b), van Verordening (EG) nr. 199/2008. |
3) |
De lidstaten dragen er zorg voor dat, indien de Commissie daarom verzoekt, de gegevens over het in punt 2 bedoelde omzettingsproces kunnen worden verstrekt. |
B. GEBRUIK VAN DE GEGEVENS
1) |
Dit onderdeel regelt de opstelling van gegevensreeksen alsook het gebruik ervan ter ondersteuning van wetenschappelijke analyses als basis voor advies ten behoeve van het visserijbeheer als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 199/2008. |
2) |
Onder dit onderdeel vallen ook de metingen van biologische parameters (leeftijd, gewicht, geslacht, geslachtsrijpheid en vruchtbaarheid) voor in aanhangsel VII vermelde bestanden, de voorbereiding van gegevensreeksen voor de evaluatie van bestanden, bio-economische modellen en bijbehorende wetenschappelijke analyses. |
(1) PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25.
(2) PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3.
(3) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(4) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.
(5) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(6) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.
Aanhangsel I
Geografische indeling naar regionale organisatie voor visserijbeheer
|
I.C.E.S. |
N.A.F.O |
I.C.C.A.T |
G.F.C.M. |
C.C.A.M.L.R. |
IOTC |
Andere |
Niveau 1 |
Gebied |
Gebied |
FAO-Gebied |
Gebied bv. 37 Middellandse Zee en Zwarte Zee |
Gebied bv. 48 |
FAO-Gebied |
FAO-Gebied |
Niveau 2 |
Deelgebied bv. 27.IV Noordzee |
Deelgebied bv. 21.2 Labrador |
FAO-Deelgebied |
Deelgebied bv. 37.1 Westen |
Deelgebied bv. 48.1 Antarctisch schiereiland |
FAO-Deelgebied |
FAO-Deelgebied |
Niveau 3 |
Deelsector bv. 27.IV c |
Deelsector bv. 21.2 H |
Deelsector 5° × 5° |
Deelsector bv. 37.1.2 Golf van Lion |
Deelsector bv. 58.5.1 Kerguelen |
Deelsector 5° × 5° |
Deelsector 5° × 5° |
Niveau 4 |
Deelsector bv. 27.III.c.22 |
|
|
GSA bv. GSA 1 |
|
|
|
Niveau 5 |
Rechthoek 30′ × 1° |
Rechthoek |
Rechthoek 1° × 1° |
|
Rechthoek 30′ × 1° |
Rechthoek 1° × 1° |
Rechthoek 1° × 1° |
Aanhangsel II
Geografische indeling naar gebied
|
Subregio/visgrond (1) |
Regio: |
Supraregio |
Niveau |
1 |
2 |
3 |
|
Cluster van ruimtelijke eenheden op niveau 4 zoals vastgesteld in aanhangsel I (ICES-deelsector) |
Oostzee (ICES-gebieden III b-d) |
Oostzee (ICES-gebieden III b-d), Noordzee (ICES-gebieden IIIa, IV en VIId) en oostelijk deel van de Noordelijke IJszee (ICES-gebieden I en II), en noordelijk deel van de Atlantische Oceaan (ICES-gebieden V-XIV en NAFO-gebieden). |
|
Cluster van ruimtelijke eenheden op niveau 3 zoals vastgesteld in aanhangsel I (ICES-sector) |
Noordzee (ICES-gebieden IIIa, IV en VIId) en het oostelijke deel van de Noordelijke IJszee (ICES-gebieden I en II) |
|
|
Cluster van ruimtelijke eenheden op niveau 3 zoals vastgesteld in aanhangsel I (ICES/NAFO-sector) |
Het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan (ICES-gebieden V-XIV en NAFO-gebieden) |
|
|
Cluster van ruimtelijke eenheden op niveau 4 zoals vastgesteld in aanhangsel I (GSA) |
Middellandse Zee en Zwarte Zee |
Middellandse Zee en Zwarte Zee |
|
Bemonsteringsdeelgebieden van de ROVB's (met uitzondering van GFCM) |
Andere gebieden waar de visserij wordt beoefend door EU-vaartuigen en die worden beheerd door ROVB's waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is (bv. ICCAT, IOTC, CECAF…) |
Andere gebieden |
(1) Subregio's of visgronden worden door de lidstaten vastgesteld voor de eerste programmeringsperiode (2009-2010); zo nodig kunnen ze opnieuw worden vastgesteld in de regionale coördinatievergaderingen en goedgekeurd door het WTECV. Dit niveau moet consistent zijn met bestaande geografische sectoren.
Aanhangsel III
Indeling in vlootsegmenten per gebied
|
Lengteklassen (LOA) (1) |
||||||
|
0-< 10 m 0-< 6 m |
10-< 12 m 6-< 12 m |
12-< 18 m |
18-< 24 m |
24-< 40 m |
40 m of langer |
|
Actieve vaartuigen |
|||||||
die gebruik maken van „actief” vistuig |
Boomkorren |
|
|
|
|
|
|
Demersale trawlers en/of demersale zegens |
|
|
|
|
|
|
|
Pelagische trawlers |
|
|
|
|
|
|
|
Ringzegens |
|
|
|
|
|
|
|
Vaartuigen voor de dregnetvisserij |
|
|
|
|
|
|
|
Vaartuigen die gebruik maken van ander actief vistuig |
|
|
|
|
|
|
|
Vaartuigen die uitsluitend gebruik maken van polyvalent „actief vistuig” |
|
|
|
|
|
|
|
die gebruik maken van „passief” vistuig |
Vaartuigen die gebruik maken van haken |
|
|
|
|
||
Drijfnetten en/of vaste netten |
|
|
|
|
|||
Vaartuigen die gebruik maken van korven en/of vallen |
|
|
|
|
|||
Vaartuigen die gebruik maken van ander passief vistuig |
|
|
|
|
|||
Vaartuigen die uitsluitend gebruik maken van polyvalent „passief vistuig” |
|
|
|
|
|||
die gebruik maken van polyvalent vistuig |
Vaartuigen die gebruik maken van actief en passief vistuig |
|
|
|
|
|
|
Inactieve vaartuigen |
|
|
|
|
|
|
(1) Voor vaartuigen in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee met een lengte van minder dan 12 meter zijn de volgende lengtecategorieën vastgesteld: 0-< 6, 6-< 12 meter. Voor alle overige gebieden zijn de lengteklassen 0-< 10 en 10-< 12 meter vastgesteld.
(2) Vaartuigen met een lengte van minder dan 12 meter die gebruik maken van passief vistuig in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, kunnen worden ingedeeld naar type vistuig.
Aanhangsel IV
Visserijactiviteit (metier) per gebied
1. Oostzee (ICES-deelsectoren 22-32)
Niveau 1 |
Niveau 2 |
Niveau 3 |
Niveau 4 |
Niveau 5 |
Niveau 6 |
LOA-klassen (m) |
|||||
Activiteit |
Vistuigcategorieën |
Groepen vistuig |
Vistuigtype |
Verzameling van doelsoorten (1) |
Maaswijdte en andere selectieve voorzieningen |
<10 |
10<12 |
12<18 |
18-<24 |
24-<40 |
40 & + |
Visserijactiviteit |
Trawls |
Bodem trawls |
Bodemottertrawl [OTB] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Ottertrawl met meervoudige optuiging [OTT] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Bodemspantrawl [PTB] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische trawls |
Zwevende ottertrawl [OTM] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zwevende spantrawl [PTM] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Haken en lijnen |
Schepnetten en lijnen |
Handlijnen en hengelsnoeren [LHP] [LHM] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||
Beug |
Drijvende beugen [LLD] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Anadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Grondbeugen [LLS] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Anadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vallen |
Vallen |
Korven en vallen [FPO] (3) |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Anadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Fuiken [FYK] (3) |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Anadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vaste onbedekte kommen [FPN] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Anadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Netten |
Netten |
Schakelnet [GTR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Geankerd kieuwnet [GNS] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Anadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zegen |
Omsluitingsnetten |
Ringzegen [PS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Zegen |
„Fly shooting”–zegen |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Zoetwatersoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Ankerzegen [SDN] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Spanzegen [SPR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Strand- en bootzegen [SB] [SV] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||||
Ontbrekende gegevens over de visserijactiviteit |
Ontbrekende gegevens over de visserijactiviteit |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere activiteit dan de visserij |
Andere activiteit dan de visserij |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inactief |
Inactief |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Recreatievisserij |
Uitsluitend voor de volgende soorten: zalm, kabeljauw, aal, haai |
Niet van toepassing |
Alle (eventuele) vaartuigcategorieën samen |
Opmerking:
In voorkomend geval worden proefstudies uitgevoerd voor de vaststelling van protocols voor het toezicht op de binnenvisserij op aal.
2. Noordzee (ICES-gebieden IIIa, IV en VIId) en het oostelijke deel van de Noordelijke IJszee (ICES-gebieden I en II)
Niveau 1 |
Niveau 2 |
Niveau 3 |
Niveau 4 |
Niveau 5 |
Niveau 6 |
LOA-klassen (m) |
|||||
Activiteit |
Vistuigcategorieën |
Groepen vistuig |
Vistuigtype |
Verzameling van doelsoorten (4) |
Maaswijdte en andere selectieve voorzieningen |
<10 |
10-<12 |
12-<18 |
18-<24 |
24-<40 |
40 & + |
Visserijactiviteit |
Korren |
Korren |
Vanaf een schip bediende kor [DRB] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
|
Gemechaniseerde dreg/dreg met zuiger [HMD] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Trawls |
Bodemtrawls |
Bodemottertrawl [OTB] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Koppotigen en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale soorten en diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Ottertrawl met meervoudige optuiging [OTT] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Bodemspantrawl [PTB] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Boomkor [TBB] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische trawls |
Zwevende ottertrawl [OTM] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zwevende spantrawl [PTM] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Haken en lijnen |
Schepnetten en lijnen |
Handlijnen en hengelsnoeren [LHP] [LHM] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||
Beug |
Grondbeugen [LLS] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Vallen |
Vallen (6) |
Korven en vallen [FPO] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
|||||
Fuiken [FYK] |
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
||||
Netten |
Netten |
Schakelnet [GTR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Geankerd kieuwnet [GNS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Drijfnet [GND] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zegen |
Omsluitingsnetten |
Ringzegen [PS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Zegen |
„Fly shooting”–zegen |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Ankerzegen [SDN] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Spanzegen [SPR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Strand- en bootzegen [SB] [SV] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||||
Ander vistuig |
Ander vistuig |
Glasaalvisserij |
Glasaal |
|
|
|
|
|
|
||
Andere (specificeer) |
Andere (specificeer) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere activiteit dan de visserij |
Andere activiteit dan de visserij |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inactief |
Inactief |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Recreatievisserij |
Uitsluitend voor de volgende soorten: kabeljauw, aal, haai |
Niet van toepassing |
Alle (eventuele) vaartuigcategorieën samen |
Opmerking:
In voorkomend geval worden proefstudies uitgevoerd voor de vaststelling van protocols voor het toezicht op de binnenvisserij op aal.
3. Het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan (ICES-gebieden V-XIV en NAFO-gebieden)
Niveau 1 |
Niveau 2 |
Niveau 3 |
Niveau 4 |
Niveau 5 |
Niveau 6 |
LOA-klassen (m) |
|||||
Activiteit |
Vistuigcategorieën |
Groepen vistuig |
Vistuigtype |
Verzameling van doelsoorten (7) |
Maaswijdte en andere selectieve voorzieningen |
< 10 |
10- < 12 |
12- < 18 |
18- < 24 |
24- < 40 |
40 & + |
Visserijactiviteit |
Korren |
Korren |
Vanaf een schip bediende kor [DRB] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
|
Gemechaniseerde dreg/dreg met zuiger [HMD] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Trawls |
Bodem trawls |
Bodemottertrawl [OTB] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Koppotigen en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale soorten en diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Ottertrawl met meervoudige optuiging [OTT] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Bodemspantrawl [PTB] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Boomkor [TBB] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale vissen en koppotigen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Pelagische trawls |
Zwevende ottertrawl [OTM] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zwevende spantrawl [PTM] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Haken en lijnen |
Schepnetten en lijnen |
Handlijnen en hengelsnoeren [LHP] [LHM] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||
Koppotigen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Sleeplijnen [LTL] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Beug |
Drijvende beugen [LLD] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Grondbeugen [LLS] |
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vallen |
Vallen (9) |
Korven en vallen [FPO] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
|||||
Fuiken [FYK] |
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vaste onbedekte kommen [FPN] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Netten |
Netten |
Schakelnet [GTR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Geankerd kieuwnet [GNS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|||||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Drijfnet [GND] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zegen |
Omsluitingsnetten |
Ringzegen [PS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zegen |
„Fly shooting”–zegen |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Ankerzegen [SDN] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Spanzegen [SPR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Strand- en bootzegen [SB] [SV] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||||
Ander vistuig |
Ander vistuig |
Glasaalvisserij |
Glasaal |
|
|
|
|
|
|
||
Andere (specificeer) |
Andere (specificeer) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere activiteit dan de visserij |
Andere activiteit dan de visserij |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inactief |
Inactief |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Recreatievisserij |
Uitsluitend voor de volgende soorten: zalm, zeebaars, haai, aal (uitsluitend voor ICES-gebieden) |
Niet van toepassing |
Alle (eventuele) vaartuigcategorieën samen |
Opmerking:
In voorkomend geval worden proefstudies uitgevoerd voor de vaststelling van protocols voor het toezicht op de binnenvisserij op aal.
4) Middellandse Zee en Zwarte Zee
Niveau 1 |
Niveau 2 |
Niveau 3 |
Niveau 4 |
Niveau 5 |
Niveau 6 |
LOA-klassen (m) |
|||||
Activiteit |
Vistuigcategorieën |
Groepen vistuig |
Vistuigtype |
Verzameling van doelsoorten (10) |
Maaswijdte en andere selectieve voorzieningen |
<6 |
6-<12 |
12-<18 |
18-<24 |
24-<40 |
40 & + |
Visserijactiviteit |
Korren |
Korren |
Vanaf een schip bediende kor [DRB] |
Weekdieren |
|
|
|
|
|
|
|
Trawls |
Bodem trawls |
Bodemottertrawl [OTB] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||
Diepzeesoorten |
|
|
|
|
|
|
|||||
Demersale soorten en diepzeesoorten (12) |
|
|
|
|
|
|
|||||
Ottertrawl met meervoudige optuiging [OTT] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||||
Bodemspantrawl [PTB] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||||
Boomkor [TBB] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||||
Pelagische trawls |
Zwevende ottertrawl [OTM] |
Demersale en pelagische soorten door elkaar |
|
|
|
|
|
|
|||
Zwevende spantrawl [PTM] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Haken en lijnen |
Schepnetten en lijnen |
Handlijnen en hengelsnoeren [LHP] [LHM] |
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
||
Koppotigen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Sleeplijnen [LTL] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Beug |
Drijvende beugen [LLD] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Grondbeugen [LLS] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Vallen |
Vallen (13) |
Korven en vallen [FPO] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||
Fuiken [FYK] |
Katadrome soorten |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
|||||
Vaste onbedekte kommen [FPN] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Netten |
Netten |
Schakelnet [GTR] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||
Geankerd kieuwnet [GNS] |
Kleine en grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
|||||
Drijfnet [GND] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Zegen |
Omsluitingsnetten |
Ringzegen [PS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Lampara's [LA] |
Kleine en grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Zegen |
„Fly shooting”–zegen |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
|||
Ankerzegen [SDN] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||||
Spanzegen [SPR] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||||
Strand- en bootzegen [SB] [SV] |
Demersale soorten. |
|
|
|
|
|
|
||||
Ander vistuig |
Ander vistuig |
Glasaalvisserij |
Glasaal |
|
|
|
|
|
|
||
Andere (specificeer) |
Andere (specificeer) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere activiteit dan de visserij |
Andere activiteit dan de visserij |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inactief |
Inactief |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Recreatievisserij |
Uitsluitend voor de volgende soorten: Blauwvintonijn, aal, haai |
Niet van toepassing |
Alle (eventuele) vaartuigcategorieën samen |
Opmerking:
In voorkomend geval worden proefstudies uitgevoerd voor de vaststelling van protocols voor het toezicht op de binnenvisserij op aal.
5. Andere gebieden waar de visserij wordt beoefend door EU-vaartuigen en die worden beheerd door ROVB's waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is (bv. ICCAT, IOTC, CECAF …)
Niveau 1 |
Niveau 2 |
Niveau 3 |
Niveau 4 |
Niveau 5 |
Niveau 6 |
LOA-klassen (m) |
|||||
Activiteit |
Vistuigcategorieën |
Groepen vistuig |
Vistuigtype |
Verzameling van doelsoorten (14) |
Maaswijdte en andere selectieve voorzieningen |
<10 |
10-<12 |
12-<18 |
18-<24 |
24-<40 |
40 & + |
Visserijactiviteit |
Trawls |
Bodem trawls |
Bodemottertrawl [OTB] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
|
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Koppotigen en demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Ottertrawl met meervoudige optuiging [OTT] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
||||
Pelagische trawls |
Zwevende ottertrawl [OTM] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Haken en lijnen |
Schepnetten en lijnen |
Handlijnen en hengelsnoeren [LHP] [LHM] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Beug |
Drijvende beugen [LLD] |
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||
Grondbeugen [LLS] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Vallen |
Vallen |
Korven en vallen [FPO] |
Schaaldieren |
|
|
|
|
|
|
||
Vinvis |
|
|
|
|
|
|
|||||
Netten |
Netten |
Schakelnet [GTR] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Geankerd kieuwnet [GNS] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Drijfnet [GND] |
Demersale vissen |
|
|
|
|
|
|
||||
Zegen |
Omsluitingsnetten |
Ringzegen [PS] |
Kleine pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
||
Grote pelagische vissen |
|
|
|
|
|
|
|||||
Andere (specificeer) |
Andere (specificeer) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere activiteit dan de visserij |
Andere activiteit dan de visserij |
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inactief |
Inactief |
|
|
|
|
|
|
|
(1) Het deel van de vangst dat wordt gehouden, dient te worden ingedeeld naar verzameling van doelsoorten (schaaldieren, demersale vissen enz.) op het niveau van de visreis of, zo mogelijk, op het niveau van de visserijactiviteit, en gesorteerd naar gewicht of totale waarde in het geval van waardevolle soorten (bv. Nephrops, garnaal). De verzameling van doelsoorten die op de eerste plaats komt te staan, wordt beschouwd als in de indeling op te geven verzameling van doelsoorten.
(2) Zoals vastgesteld bij de Verordeningen van de Raad (EG) nr. 88/98 (PB L 9 van 15.1.1998, blz. 1) en (EG) nr. 2187/2005 (PB L 349 van 31.12.2005, blz. 1).
(3) Met inbegrip van aal in de in Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad (PB L 248 van 22.9.2007, blz. 17) bedoelde beheerseenheden.
(4) Het deel van de vangst dat wordt gehouden, dient te worden ingedeeld naar verzameling van doelsoorten (schaaldieren, koppotigen, demersale vissen enz.) op het niveau van de visreis of, zo mogelijk, op het niveau van de visserijactiviteit, en gesorteerd naar gewicht of totale waarde in het geval van waardevolle soorten (bv. Nephrops, tonijn). De verzameling van doelsoorten die op de eerste plaats komt te staan, wordt beschouwd als in de indeling op te geven verzameling van doelsoorten.
(5) Zoals vastgesteld bij de Verordeningen van de Raad (EEG) nr. 1899/85 (PB L 179 van 11.7.1985, blz. 2), (EEG) nr. 1638/87 (PB L 153 van 13.6.1987, blz. 7) en (EG) nr. 850/98 (PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1), Verordeningen van de Commissie (EG) nr. 2056/2001 (PB L 277 van 20.10.2001, blz. 13) en (EG) nr. 494/2002 (PB L 77 van 20.3.2002, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad (PB L 19 van 23.1.2008, blz. 1).
(6) Met inbegrip van aal in de in Verordening (EG) nr. 1100/2007 bedoelde beheerseenheden.
(7) Het deel van de vangst dat wordt gehouden, dient te worden ingedeeld naar verzameling van doelsoorten (schaaldieren, koppotigen, demersale vissen, enz.) op het niveau van de visreis of, zo mogelijk, op het niveau van de visserijactiviteit, en gesorteerd naar gewicht of totale waarde in het geval van waardevolle soorten (bv. Nephrops, tonijn). De verzameling van doelsoorten die op de eerste plaats komt te staan, wordt beschouwd als in de indeling op te geven verzameling van doelsoorten.
(8) Zoals vastgesteld bij de Verordeningen van de Raad (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000 (PB L 292 van 21.11.2000, blz. 5), Verordeningen (EG) nr. 2056/2001 en (EG) nr. 494/2002, Verordening (EG) nr. 1386/2007 van de Raad (PB L 318 van 5.12.2007, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 40/2008.
(9) Met inbegrip van aal in de in Verordening (EG) nr. 1100/2007 bedoelde beheerseenheden.
(10) Het deel van de vangst dat wordt gehouden, dient te worden ingedeeld naar verzameling van doelsoorten (schaaldieren, koppotigen, demersale vissen enz.) op het niveau van de visreis of, zo mogelijk, op het niveau van de visserijactiviteit, en gesorteerd naar gewicht of totale waarde in het geval van waardevolle soorten (bv. Nephrops, tonijn). De verzameling van doelsoorten die op de eerste plaats komt te staan, wordt beschouwd als in de indeling op te geven verzameling van doelsoorten.
(11) Zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 9).
(12) Verwijst uitsluitend naar rode garnaal Aristaeomorpha foliacea en Aristeus antennatus (soorten die niet onder de definitie van diepzeesoorten in Verordening (EG) nr. 2347/2002 (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6) vallen).
(13) Met inbegrip van aal in de in Verordening (EG) nr. 1100/2007 bedoelde beheerseenheden.
(14) Het deel van de vangst dat wordt gehouden, dient te worden ingedeeld naar verzameling van doelsoorten (schaaldieren, koppotigen, demersale vissen enz.) op het niveau van de visreis of, zo mogelijk, op het niveau van de visserijactiviteit, en gesorteerd naar gewicht of totale waarde in het geval van waardevolle soorten (bv. Nephrops, tonijn). De verzameling van doelsoorten die op de eerste plaats komt te staan, wordt beschouwd als in de indeling op te geven verzameling van doelsoorten.
(15) Zoals vastgesteld bij de Verordeningen (EG) van de Raad nr. 600/2004 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 1), (EG) nr. 830/2004 (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 31), (EG) nr. 115/2006 (PB L 21 van 25.1.2006, blz. 1), (EG) nr. 563/2006 (PB L 105 van 13.4.2006, blz. 33), (EG) nr. 764/2006 (PB L 141 van 29.5.2006, blz. 1), (EG) nr. 805/2006 (PB L 151 van 6.6.2006, blz. 1), (EG) nr. 1562/2006 (PB L 290 van 20.10.2006, blz. 1), (EG) nr. 1563/2006 (PB L 290, 20.10.2006, blz. 6), (EG) nr. 1801/2006 (PB L 343 van 8.12.2006, blz. 1), (EG) nr. 2027/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 1), (EG) nr. 450/2007 (PB L 109 van 26.4.2007, blz. 1), (EG) nr. 753/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 1), (EG) nr. 893/2007 (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 1), (EG) nr. 894/2007 (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 35), (EG) nr. 1386/2007 (PB L 318 van 5.12.2007, blz. 1), (EG) nr. 1446/2007 (PB L 331 van 17.12.2007, blz. 1), (EG) nr. 31/2008 (PB L 15 van 18.1.2008, blz. 1), (EG) nr. 241/2008 (PB L 75 van 18.3.2008, blz. 49) en (EG) nr. 242/2008 (PB L 75 van 18.3.2008, blz. 51).
Aanhangsel V
Voor de gegevensverzameling gebruikte aggregatieniveaus
|
Subregio's of visgronden |
Regio’s |
Supraregio's |
|
1 |
2 |
3 |
||
Metier*Vlootsegment (Cel) |
A |
A1 |
A2 |
A3 |
Metier |
B |
B1 |
B2 |
B3 |
Vlootsegment |
C |
C1 |
C2 |
C3 |
Opmerking: Aangezien de plaats van de visserijactiviteit kan verwijzen naar subregio's, regio's of supraregio's, geeft het aanhangsel een overzicht van de verschillende niveaus voor de gegevensverzameling (of aggregatieniveaus). |
Aanhangsel VI
Lijst van economische variabelen
Groep variabelen |
Variabele |
Specificatie voor de gegevensverzameling (1) |
Eenheid |
Definitie Structurele bedrijfsstatistieken (SBS) Verordening (EG) nr. 2700/98 van de Commissie (2) |
Richtsnoer |
||||||
Inkomsten |
Brutowaarde van aangelande vangsten |
Transversaal |
Euro |
12 11 0 met uitzondering van lid 4 |
|
||||||
Inkomsten uit de verhuur van quota of andere visrechten |
|
Euro |
12 11 0 met uitzondering van lid 4 |
|
|||||||
Rechtstreekse subsidies (3) |
|
Euro |
12 11 0 met uitzondering van lid 4 |
|
|||||||
Andere inkomsten (4) |
|
Euro |
12 11 0 met uitzondering van lid 4 |
|
|||||||
Personeelskosten |
Lonen van de bemanning (5) |
|
Euro |
13 31 0 |
|
||||||
Toegerekende waarde van niet-betaalde arbeid (6) |
|
Euro |
13 32 0 |
|
|||||||
Euro |
|
|
|||||||||
Energiekosten |
Energiekosten (7) |
|
Euro |
20 11 0 (13 11 0) |
|
||||||
Reparatie- en onderhoudskosten |
Reparatie- en onderhoudskosten (8) |
|
Euro |
(13 11 0) |
ESR (9) 3.70. e) (1) (2) |
||||||
Andere bedrijfskosten |
Variabele kosten (10) |
|
Euro |
(13 11 0) |
|
||||||
Niet-variabele kosten (11) |
|
Euro |
(13 11 0) |
|
|||||||
Betalingen in verband met de (ver)huur van quota of andere visrechten |
|
Euro |
(13 11 0) |
|
|||||||
Kapitaalkosten |
Jaarlijkse afschrijving (12) |
|
Euro |
|
ESR 6.02. tot en met 6.05. |
||||||
Kapitaalwaarde |
Waarde van het fysieke kapitaal: afgeschreven vervangingswaarde (13) |
|
Euro |
|
ESR 7.09. tot en met 7.24 |
||||||
Waarde van het fysieke kapitaal: afgeschreven historische waarde (13) |
|
Euro |
|
ESR 7.09. tot en met 7.24 |
|||||||
Waarde van de quota en andere visrechten (14) |
|
Euro |
|
ESR 7.09. tot en met 7.24 |
|||||||
Investeringen |
Investeringen in fysiek kapitaal (15) |
|
Euro |
15 11 0 |
ESR 3.102. tot en met 3.111. |
||||||
Financiële situatie |
Verhouding schulden/activa (16) |
|
% |
|
|
||||||
Werkgelegenheid |
In dienst genomen bemanning (17) |
|
Aantal |
16 11 0; 16 13 0; 16 13 1; 16 13 2 16 13 5; 16 14 0 16 15 0 |
ESR 11.32. tot en met 11.34 |
||||||
VTE Nationaal (18) |
|
Aantal |
16 11 0; 16 13 0 16 13 1; 16 13 2 16 13 5; 16 14 0 16 15 0 |
ESR 11.32. tot en met 11.34 |
|||||||
VTE geharmoniseerd (19) |
|
Aantal |
16 11 0; 16 13 0 16 13 1; 16 13 2 16 13 5; 16 14 0 16 15 0 |
ESR 11.32. tot en met 11.34 |
|||||||
Vloot |
Nummer |
Transversaal |
Aantal |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
||||||
Gemiddelde LOA |
Transversaal |
Meter |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|||||||
Gemiddelde tonnage van het vaartuig |
Transversaal |
GT |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|||||||
Gemiddeld vermogen van het vaartuig |
Transversaal |
kW |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|||||||
Gemiddelde leeftijd |
Transversaal |
Totaal |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|||||||
Benutte inspanning |
Zeedagen |
Transversaal |
Dagen |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
||||||
Energieverbruik |
|
Liter |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|||||||
Aantal visserijondernemingen/eenheden |
Aantal visserijondernemingen/eenheden (20) |
Per lengtecategorie
|
Aantal |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
||||||
Productiewaarde per soort |
Waarde van de aangelande vangsten per soort |
Transversaal |
Euro |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
||||||
Gemiddelde prijs per soort (21) |
Transversaal |
Euro/kg |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
(1) Economische variabelen moeten op jaarbasis worden verzameld op niveau C3 (aanhangsel V), met uitzondering van die welke zijn aangemerkt als transversale variabelen en die op een gedetailleerder niveau worden verzameld (als omschreven in aanhangsel VIII) en volgens een hogere frequentie.
(2) PB L 344 van 18.12.1998, blz. 49.
(3) Met inbegrip van rechtstreekse betalingen, bv. vergoeding voor de stopzetting van de visserij, terugbetaling van brandstofaccijnzen of soortgelijke forfaitaire compensatiebetalingen. Sociale uitkeringen, indirecte subsidies, zoals verlaagde accijnzen op productiemiddelen zoals brandstof en investeringssubsidies zijn hier niet onder begrepen.
(4) Met inbegrip van andere inkomsten uit het gebruik van het vaartuig, bv. recreatieve visserij, toerisme, accijnzen op olieproductieplatforms enz., en verzekeringspremies voor schade aan/verlies van vistuig/vaartuig.
(5) Met inbegrip van kosten voor sociale zekerheid.
(6) Bijvoorbeeld door de eigenaar van het vaartuig geleverde arbeid. De gekozen methodologie dient door de lidstaten te worden toegelicht in hun nationale programma.
(7) Met uitzondering van smeerolie. Zo mogelijk uitgesplitst naar soort (petroleum, diesel, biobrandstof enz.).
(8) Brutokosten van onderhoud en reparaties van vaartuigen en vistuig.
(9) ESR verwijst naar Europees rekeningensysteem 1995 (EU-Verordening 2223/96, EU-Verordening 1267/2003. Handboek Eurostat ESR 1995).
(10) Met inbegrip van alle aangekochte productiemiddelen (goederen en diensten) die verband houden met de visserijinspanning en/of (aangelande) vangsten.
(11) Met inbegrip van aangekochte productiemiddelen die geen verband houden met de visserijinspanning en/of (aangelande) vangsten (inclusief gehuurde uitrusting).
(12) Geschat volgens [de PIM-methodologie zoals voorgesteld in het verslag over de waardering van het kapitaal van de studie FISH/2005/03: „IREPA Onlus Co-ordinator, 2006. Evaluation of the capital value, investments and capital costs in the fisheries sector Study No FISH/2005/03, 203 p.”]. De gegevens en de schattingsprocedures dienen te worden toegelicht in het nationaal programma.
(13) Waarde van het vaartuig, d.w.z. de romp, de motor, alle uitrusting aan boord en het vistuig. Geschat volgens [de PIM-methodologie zoals voorgesteld in het verslag over de waardering van het kapitaal van de studie FISH/2005/03: „IREPA Onlus Co-ordinator, 2006. Evaluation of the capital value, investments and capital costs in the fisheries sector Study No FISH/2005/03, 203 p.”]. De gegevens en de schattingsprocedures dienen te worden toegelicht in het nationaal programma.
(14) In voorkomend geval dient de schattingsmethodologie te worden toegelicht in het nationaal programma.
(15) Verbeteringen aan bestaande vaartuigen/vistuigen in het betrokken jaar.
(16) % schulden in verhouding tot de totale kapitaalwaarde (zoals hierboven gedefinieerd).
(17) Aantal arbeidsplaatsen aan boord, gelijk aan het gemiddelde aantal personen dat werkt voor en wordt betaald door het vaartuig. Dit omvat tijdelijke bemanning en roulerend personeel. [zie het verslag van de studie FISH/2005/14, „LEI WAGENINGENUR Co-ordinator, 2006. Calculation of labour including full-time equivalent (FTE) in fisheries Study No FISH/2005/14, 142 p”].
(18) Voltijdequivalent (VTE) op basis van het nationale referentieniveau voor VTE-werkuren van de bemanningsleden aan boord van het vaartuig (exclusief rusttijden) en de werkuren aan land. Wanneer de jaarlijkse werkuren per bemanningslid het referentieniveau overschrijden, is het VTE gelijk aan 1 per bemanningslid. Zo niet, is het VTE gelijk aan de verhouding tussen de gewerkte uren en het referentieniveau. [De methodologie moet in overeenstemming zijn met de studie FISH/2005/14, „LEI WAGENINGENUR Co-ordinator, 2006. Calculation of labour including full-time equivalent (FTE) in fisheries Study No FISH/2005/14, 142 p.”, gewijzigd bij het verslag SGECA 07-01 (15–19 January 2007, Salerno, 21 p. + bijlagen) en moet worden toegelicht in de nationale programma's].
(19) Voltijdequivalent (VTE) gebaseerd op een drempel van 2 000 uren per VTE, volgens de in voetnoot 18 bedoelde methodologie.
(20) Situatie per 1 januari zoals vastgesteld in het vlootregister. Medeëigendom (waarbij meer dan 1 persoon betrokken is) dient te worden beschouwd als één eenheid.
(21) Prijzen in euro per kilogram levend gewicht.
Aanhangsel VII
Lijst van biologische variabelen met specificatie voor de bemonstering van de soorten
(Y = jaarlijks; T = om de drie jaar)
Soort (Nederlands) |
Soort (Latijn) |
Gebied/Bestand |
Soorten groep (1) |
Leeftijd aantal/1 000 t |
Gewicht |
Geslacht |
Geslachtsrijpheid |
Vruchtbaarheid |
ICES-gebieden I, II |
||||||||
Europese aal |
Anguilla anguilla |
I, II |
G1 |
T |
T |
T |
|
|
Torsk |
Brosme brosme |
I, II |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Reuzenhaai |
Cetorhinus maximus |
I,II |
G1 |
|
|
|
|
|
Atlantisch-Scandinavische haring |
Clupea harengus |
I, II,V |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Scherpsnuitrog |
Dipturus oxyrinchus |
II |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwarte doornhaai |
Etmopterus spinax |
II |
G1 |
|
|
|
|
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
I, II |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zwartbekhondshaai |
Galeus melastomus |
II |
G1 |
|
|
|
|
|
Lodde |
Mallotus villosus |
I, II |
G2 |
|
|
|
|
|
Schelvis |
Melanogrammus aeglefinus |
I, II |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Blauwe wijting |
Micromesistius poutassou |
I-IX, XII, XIV |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Noordse garnaal |
Pandalus borealis |
I, II |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Koolvis |
Pollachius virens |
I, II |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Blonde rog |
Raja brachyura |
I, II |
G1 |
|
|
|
|
|
Stekelrog |
Raja clavata |
I, II |
G1 |
|
|
|
|
|
Koekoeksrog |
Raja naevus |
I,II |
G1 |
|
|
|
|
|
Sterrog |
Raja radiata |
I,II |
G1 |
|
|
|
|
|
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Reinhardtius hippoglossoides |
I, II |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Zalm |
Salmo salar |
I, II |
G1 |
250 |
T |
T |
T |
|
Makreel |
Scomber scombrus |
II, IIIa, IV, V, VI, VII, VIII, IX |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Roodbaars |
Sebastes marinus. |
I, II |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Diepzeeroodbaars |
Sebastes mentella. |
I, II |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zee-engel |
Squatina squatina |
Alle gebieden |
|
|
|
|
|
|
Horsmakreel |
Trachurus trachurus |
IIa, IVa, Vb, VIa, VIIa-c, e-k, VIIIabde |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Skagerrak en Kattegat — ICES-gebied IIIa |
||||||||
Zandspiering |
Ammodytidae |
IIIa |
G2 |
50 |
|
|
|
|
Europese aal |
Anguilla anguilla |
IIIa |
G1 |
T |
T |
T |
|
|
Reuzenhaai |
Cetorhinus maximus |
IIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Haring |
Clupea harengus |
IV, VIId, IIIa/22-24, IIIa |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Grenadiervis |
Coryphaenoides rupestris |
IIIa |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Grauwe poon |
Eutrigla gurnardus |
IIIa |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
IV, VIId, IIIaN |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
IIIaS |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Witje |
Glyptocephalus cynoglossus |
IIIa |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Schar |
Limanda limanda |
IIIa |
G2 |
125 |
|
|
|
|
Schelvis |
Melanogrammus aeglefinus |
IV, IIIa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Wijting |
Merlangius merlangus |
IIIa |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Heek |
Merluccius merluccius |
IIIa, IV, VI, VII, VIIIab |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Blauwe wijting |
Micromesistius poutassou |
I-IX, XII, XIV |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Noorse kreeft |
Nephrops norvegicus |
Functionele eenheid |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Noordse garnaal |
Pandalus borealis |
IIIa, Iva oost |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Schol |
Pleuronectes platessa |
IIIa |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Koolvis |
Pollachius virens |
IV, IIIa, VI |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Tarbot |
Psetta maxima |
alle gebieden |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Roggen |
Rajidae (3) |
IIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Makreel |
Scomber scombrus |
II, IIIa, IV, V, VI, VII, VIII, IX |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Griet |
Scophthalmus rhombus |
IIIa |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Hondshaai |
Scyliorhinus canicula |
IIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Haaien |
Shark-like selachii (3) |
IIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Tong |
Solea solea |
IIIa, 22 |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Sprot |
Sprattus sprattus |
IIIa |
G1 |
500 |
Y |
Y |
Y |
|
Kever |
Trisopterus esmarki |
IV, IIIa |
G2 |
25 |
|
|
|
|
Oostzee — ICES-deelsectoren 22-32 |
||||||||
Europese aal |
Anguilla anguilla |
IIIb-d |
G1 |
T |
T |
T |
|
|
Haring |
Clupea harengus |
22-24/25-29, 32/30/31/ Golf van Riga |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Marene |
Coregonus lavaretus |
IIId |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Snoek |
Esox lucius |
IIId |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
22-24/25-32 |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Schar |
Limanda limanda |
22-32 |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Baars |
Perca fluviatilis |
IIId |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Bot |
Platichtys flesus |
22-32 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Schol |
Pleuronectes platessa |
22-32 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Tarbot |
Psetta maxima |
22-32 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Zalm |
Salmo salar |
22-31/32 |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Zeeforel |
Salmo trutta |
22-32 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Snoekbaars |
Sander lucioperca |
IIId |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Griet |
Scophthalmus rhombus |
22-32 |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Tong |
Solea solea |
22 |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Sprot |
Sprattus sprattus |
22-32 |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Noordzee en Kanaal Oost — ICES-gebieden IV, VIId |
||||||||
Zandspiering |
Ammodytidae |
IV |
G2 |
25 |
|
|
|
|
Zeewolf |
Anarhichas spp. |
IV |
G2 |
250 |
|
|
|
|
Europese aal |
Anguilla anguilla |
IV, VIId |
G1 |
T |
T |
T |
|
|
Zilversmelten |
Argentina spp. |
IV |
G2 |
50 |
|
|
|
|
Engelse poon |
Aspitrigla cuculus |
IV |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Torsk |
Brosme brosme |
IV, IIIa |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Bruine doornhaai |
Centrophorus squamosus |
IV |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwarte lantaarnhaai |
Centroscyllium fabricii |
VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Portugese hondshaai |
Centroscymnus coelolepis |
VII |
G1 |
|
|
|
|
|
Langsnuitdoornhaai |
Centroscymnus crepidater |
VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Reuzenhaai |
Cetorhinus maximus |
IV, VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Haring |
Clupea harengus |
IV, VIId, IIIa |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Noordzeegarnaal |
Crangon crangon |
IV, VIId |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zwarte haai |
Dalatias licha |
VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Pijlstaartrog |
Dasyatis pastinaca |
VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Spitssnuitdoornhaai |
Deania calcea |
VIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Zeebaars |
Dicentrarchus labrax |
IV, VIId |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Zwarte doornhaai |
Etmopterus spinax |
IV, VIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Grauwe poon |
Eutrigla gurnardus |
IV |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
IV, VIId, IIIa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zwartbekhondshaai |
Galeus melastomus |
VIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Witje |
Glyptocephalus cynoglossus |
IV |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Blauwkeeltje |
Helicolenus dactylopterus |
IV |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Viervlekkige schartong |
Lepidorhombus boscii |
IV, VIId |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Scharretong |
Lepidorhombus whiffiagonis |
IV, VIId |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Zandrog |
Leucoraja circularis |
VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Schar |
Limanda limanda |
IV, VIId |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Zwarte zeeduivel |
Lophius budegassa |
IV, VIId |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zeeduivel |
Lophius piscatorius |
IIIa, IV, VI |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Noordelijke grenadiervis |
Macrourus berglax |
IV, IIIa |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Schelvis |
Melanogrammus aeglefinus |
IV, IIIa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Wijting |
Merlangius merlangus |
IV, VIId |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Heek |
Merluccius merluccius |
IIIa, IV, VI, VII, VIIIab |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Blauwe wijting |
Micromesistius poutassou |
I-IX, XII, XIV |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Tongschar |
Microstomus kitt |
IV, VIId |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Blauwe leng |
Molva dypterygia |
IV, IIIa |
G1 |
125 |
T |
T |
T |
|
Leng |
Molva molva |
IV, IIIa |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Gewone zeebarbeel |
Mullus barbatus |
IV, VIId |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Mul |
Mullus surmuletus |
IV, VIId |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Gladde haaien |
Mustelus spp. (3) |
VIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Noorse kreeft |
Nephrops norvegicus |
alle functionele eenheden |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Noordse garnaal |
Pandalus borealis |
IIIa, IVa oost/IVa/IV |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Sint-jakobsschelp |
Pecten maximus |
VIId |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Gaffelkabeljauw |
Phycis blennoides |
IV |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Middellandse-Zeegaffelkabeljauw |
Phycis phycis |
IV |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Bot |
Platichthys flesus |
IV |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Schol |
Pleuronectes platessa |
IV |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Schol |
Pleuronectes platessa |
VIId |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Koolvis |
Pollachius virens |
IV, IIIa, VI |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Tarbot |
Psetta maxima |
IV, VIId |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Blonde rog |
Raja brachyura |
IV |
G1 |
|
|
|
|
|
Stekelrog |
Raja clavata |
IV, VIId |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Gevlekte rog |
Raja montagui |
IV, VIId |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Koekoeksrog |
Raja naevus |
IV, VIId |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Sterrog |
Raja radiata |
IV, VIId |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Overige roggen |
Rajidae (3) |
IV, VIId |
G1 |
|
|
|
|
|
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Reinhardtius hippoglossoides |
IV |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Zalm |
Salmo salar |
IV |
G1 |
250 |
T |
T |
T |
|
Makreel |
Scomber scombrus |
II, IIIa, IV, V, VI, VII, VIII, IX |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Griet |
Scophthalmus rhombus |
IV, VIId |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Hondshaai |
Scyliorhinus canicula |
IV, VIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Roodbaarzen |
Sebastes mentella. |
IV |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Diepwaterhaai |
Shark-like Selachii (3) |
IV |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Kleine haai |
Shark-like Selachii (3) |
IV, VIId |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Tong |
Solea solea |
IV |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Tong |
Solea solea |
VIId |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Sprot |
Sprattus sprattus |
IV/VIIde |
G1 |
50 |
T |
T |
T |
|
Doornhaai |
Squalus acanthias |
IV, VIId |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Zee-engel |
Squatina squatina |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zee-engel |
Squatina squatina |
VIIa |
G1 |
|
|
|
|
|
Horsmakreel |
Trachurus trachurus. |
IIa, IVa, Vb, VIa, VIIa-c, e-k, VIIIabde/IIIa, IVbc, VIId |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
T |
Rode poon |
Trigla lucerna |
IV |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Kever |
Trisopterus esmarki |
IV, IIIa |
G2 |
25 |
|
|
|
|
Zonnevis |
Zeus faber |
IV, VIId |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en Kanaal West — ICES-gebieden V, VI, VII (m.u.v. d), VIII, IX, X, XII, XIV |
||||||||
Glijkop |
Alepocephalus bairdii |
VI, XII |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zandspiering |
Ammodytidae |
VIa |
G2 |
25 |
|
|
|
|
Europese aal |
Anguilla anguilla |
alle gebieden |
G1 |
T |
T |
T |
|
|
Haarstaarten |
Aphanopus spp. |
alle gebieden |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Zilversmelten |
Argentina spp. |
alle gebieden |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Ombervis (onzelievevrouwevis) |
Argyrosomus regius |
alle gebieden |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Engelse poon |
Aspitrigla cuculus |
alle gebieden |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Bericyden |
Beryx spp. |
alle gebieden m.u.v. X en IXa |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Bericyden |
Beryx spp. |
IXa en X |
G1 |
125 |
T |
T |
T |
|
Noordzeekrab |
Cancer pagurus |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Ruwe zwelghaai |
Centrophorus granulosus |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Donkere doornhaai |
Centrophorus squamosus |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Zwarte lantaarnhaai |
Centroscyllium fabricii |
V, VI, VII, XII |
G1 |
|
|
|
|
|
Portugese hondshaai |
Centroscymnus coelolepis |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Langsnuitdoornhaai |
Centroscymnus crepidater |
V, VI, VII, IX, X, XII |
G1 |
|
|
|
|
|
Reuzenhaai |
Cetorhinus maximus |
Alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Haring |
Clupea harengus |
VIa/VIaN/ VIa S, VIIbc/VIIa/VIIj |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Congeraal |
Conger conger |
alle gebieden m.u.v. X |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Congeraal |
Conger conger |
X |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Grenadiervis |
Coryphaenoides rupestris |
alle gebieden |
G1 |
100 |
Y |
Y |
Y |
|
Zwarte haai |
Dalatias licha |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Pijlstaartrog |
Dasyatis pastinaca |
VII, VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Spitssnuitdoornhaai |
Deania calcea |
V, VI, VII, IX, X, XII |
G1 |
|
|
|
|
|
Zeebaars |
Dicentrarchus labrax |
alle gebieden m.u.v. IX |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Zeebaars |
Dicentrarchus labrax |
IX |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Wigtong |
Dicologoglosa cuneata |
VIIIc, IX |
G2 |
100 |
|
|
|
|
Vleet |
Dipturus batis |
V, VI, VII, VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Scherpsnuitrog |
Dipturus oxyrinchus |
V, VI, VII, VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Ansjovis |
Engraulis encrasicolus |
IXa (alleen Cádiz) |
G1 |
125 |
T |
T |
T |
T |
Ansjovis |
Engraulis encrasicolus |
VIII |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
Y |
Zwarte doornhaai |
Etmopterus spinax |
VI, VII, VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Grauwe poon |
Eutrigla gurnardus |
VIId,e |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
Va/Vb/VIa/VIb/VIIa/VIIe-k |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zwartbekhondshaai |
Galeus melastomus |
VI, VII, VIII, IX, X |
G1 |
|
|
|
|
|
Witje |
Glyptocephalus cynoglossus |
VI, VII |
G2 |
50 |
|
|
|
|
Blauwkeeltje |
Helicolenus dactylopterus |
alle gebieden |
G2 |
100 |
|
|
|
|
Zeekreeft |
Homarus gammarus |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Atlantische slijmkopvis |
Hoplostethus atlanticus |
alle gebieden |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Makreelhaai |
Isurus oxyrinchus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Haringhaai |
Lamna nasus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zilveren haarstaart |
Lepidopus caudatus |
IXa |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Viervlekkige schartong |
Lepidorhombus boscii |
VIIIc, IXa |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Scharretong |
Lepidorhombus whiffiagonis |
VI/VII, VIIIabd/VIIIc, IXa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zandrog |
Leucoraja circularis |
VI, VII, VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Kaardrog |
Leucoraja fullonica |
V, VI, VII, VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Schar |
Limanda limanda |
VIIe/VIIa,f-h |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Gewone pijlinktvis |
Loligo vulgaris |
alle gebieden m.u.v. VIIIc, IXa |
G2 |
|
|
|
|
|
Gewone pijlinktvis |
Loligo vulgaris |
VIIIc, IXa |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zwarte zeeduivel |
Lophius budegassa |
IV, VI/VIIb-k, VIIIabd |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zwarte zeeduivel |
Lophius budegassa |
VIIIc, IXa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zeeduivel |
Lophius piscatorious |
IV, VI/VIIb-k, VIIIabd |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Zeeduivel |
Lophius piscatorious |
VIIIc, IXa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Lodde |
Mallotus villosus |
XIV |
G2 |
50 |
|
|
|
|
Schelvis |
Melanogrammus aeglefinus |
Va/Vb |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Schelvis |
Melanogrammus aeglefinus |
VIa/VIb/VIIa/VIIb-k |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Wijting |
Merlangius merlangus |
VIII/IX, X |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Wijting |
Merlangius merlangus |
Vb/VIa/VIb/VIIa/VIIe-k |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Heek |
Merluccius merluccius |
IIIa, IV, VI, VII, VIIIab/VIIIc, IXa |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Dikrugtong |
Microchirus variegatus |
alle gebieden |
G2 |
50 |
|
|
|
|
Blauwe wijting |
Micromesistius poutassou |
I-IX, XII, XIV |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Tongschar |
Microstomus kitt |
alle gebieden |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Blauwe leng |
Molva dypterygia |
alle gebieden m.u.v. X |
G1 |
125 |
T |
T |
T |
|
Blauwe leng |
Molva dypterygia |
X |
G1 |
125 |
T |
T |
T |
|
Leng |
Molva molva |
alle gebieden |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Mul |
Mullus surmuletus |
alle gebieden |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Gevlekte gladde haai |
Mustelus asterias |
VI, VII, VIII, IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Gladde haai |
Mustelus mustelus |
VI, VII, VIII, IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwartvlektoonhaai |
Mustelus punctulatus |
VI, VII, VIII, IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Adelaarsrog |
Myliobatis aquila |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Noorse kreeft |
Nephrops norvegicus |
functionele eenheid VI |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Noorse kreeft |
Nephrops norvegicus |
functionele eenheid VII |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Noorse kreeft |
Nephrops norvegicus |
functionele eenheid VIII, IX |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Octopus |
Octopus vulgaris |
alle gebieden m.u.v. VIIIc, IXa |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Octopus |
Octopus vulgaris |
VIIIc, IXa |
G2 |
|
|
|
|
|
Rode zeebrasem |
Pagellus bogaraveo |
IXa, X |
G1 |
250 |
T |
T |
T |
|
Steurgarnalen |
Pandalus spp. |
alle gebieden |
G2 |
|
|
|
|
|
Roze diepzeegarnaal |
Parapenaeus longirostris |
IXa |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Gaffelkabeljauw |
Phycis blennoides |
alle gebieden |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Middellandse-Zeegaffelkabeljauw |
Phycis phycis |
alle gebieden |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Schol |
Pleuronectes platessa |
VIIa/VIIe/VIIfg |
G1 |
100 |
Y |
Y |
Y |
|
Schol |
Pleuronectes platessa |
VIIbc/VIIh-k/VIII, IX, X |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
|
Pollak |
Pollachius pollachius |
alle gebieden m.u.v. IX, X |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Pollak |
Pollachius pollachius |
IX, X |
G2 |
500 |
T |
T |
T |
|
Koolvis |
Pollachius virens |
Va/Vb/IV, IIIa, VI |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Koolvis |
Pollachius virens |
VII, VIII |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Atlantische wrakbaars |
Polyprion americanus |
X |
G2 |
125 |
|
|
|
|
Blauwe haai |
Prionace glauca |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Tarbot |
Psetta maxima |
alle gebieden |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Violette pijlstaartrog |
Pteroplatytrygon violacea |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Spitsneusrog |
Raja alba |
IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Blonde rog |
Raja brachyura |
VII, IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Stekelrog |
Raja clavata |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Kleinoogrog |
Raja microocellata |
VII, IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Spiegelrog |
Raja miraletus |
IX |
G1 |
|
|
|
|
|
Gevlekte rog |
Raja montagui |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Koekoeksrog |
Raja naevus |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Sterrog |
Raja radiata |
V |
G1 |
|
|
|
|
|
Overige roggen |
Rajidae (3) |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Reinhardtius hippoglossoides |
V, XIV/VI |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
zalm |
Salmo salar |
alle gebieden |
G1 |
250 |
|
|
|
|
Sardine |
Sardina pilchardus |
VIIIabd/VIIIc, IXa |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
T |
Spaanse makreel |
Scomber japonicus |
VIII, IX |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Makreel |
Scomber scombrus |
II, IIIa, IV, V, VI, VII, VIII, IX |
G1 |
25 |
Y |
Y |
Y |
T |
Griet |
Scophthalmus rhombus |
alle gebieden |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Roodbaars |
Sebastes marinus |
ICES-deelgebieden V, VI, XII, XIV & NAFO SA 2 + sector 1F + 3K |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Diepzeeroodbaars |
Sebastes mentella |
ICES-deelgebieden V, VI, XII, XIV & NAFO SA 2 + sector 1F + 3K |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Gewone zeekat |
Sepia officinalis |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Tong |
Solea solea |
VIIa/VIIfg |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Tong |
Solea solea |
VIIbc/VIIhjk/IXa/VIIIc |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Tong |
Solea solea |
VIIe |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Tong |
Solea solea |
VIIIab |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Zeebrasems |
Sparidae |
alle gebieden |
G2 |
50 |
|
|
|
|
Doornhaai |
Squalus acanthias |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Zee-engel |
Squatina squatina |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gemarmerde sidderrog |
Torpedo marmorata |
VIII |
G1 |
|
|
|
|
|
Middellandse-Zeehorsmakreel |
Trachurus mediterraneus |
VIII, IX |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Blauwe horsmakreel |
Trachurus picturatus |
X |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
|
Horsmakreel |
Trachurus trachurus |
IIa, IVa, Vb, VIa, VIIa-c, e-k, VIIIabde/X |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
T |
Horsmakreel |
Trachurus trachurus |
VIIIc, IXa |
G2 |
25 |
T |
T |
T |
T |
Steenbolk |
Trisopterus spp. |
alle gebieden |
G2 |
25 |
|
|
|
|
Zonnevis |
Zeus faber |
alle gebieden |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Middellandse Zee en Zwarte Zee |
||||||||
Grootoog-voshaai |
Alopias superciliosus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Voshaai |
Alopias vulpinus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Europese aal |
Anguilla anguilla |
alle gebieden |
G1 |
T |
T |
T |
|
|
Rode reuzengarnaal |
Aristeomorpha foliacea |
alle gebieden |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Rode garnaal |
Aristeus antennatus |
alle gebieden |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Bokvis |
Boops boops |
1.3, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zandbankhaai |
Carcharhinus plumbeus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zandtijgerhaai |
Carcharias taurus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Ruwe zwelghaai |
Centrophorus granulosus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Reuzenhaai |
Cetorhinus maximus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Goudmakreel |
Coryphaena equiselis |
alle gebieden |
G2 |
|
|
|
|
|
Goudmakreel |
Coryphaena hippurus |
alle gebieden |
G2 |
500 (4) |
T |
T |
T |
|
Zwarte haai |
Dalatias licha |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zeebaars |
Dicentrarchus labrax |
alle gebieden |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Vleet |
Dipturus batis |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Scherpsnuitrog |
Dipturus oxyrinchus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Kleine octopus |
Eledone cirrosa |
1.1, 1.3, 2.1, 2.2, 3.1 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Muskusoctopus |
Eledone moschata |
1.3, 2.1, 2.2, 3.1 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Ansjovis |
Engraulis encrasicolus |
alle gebieden |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Ansjovis |
Engraulis encrasicolus |
Zwarte Zee |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Zwarte doornhaai |
Etmopterus spinax |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Grauwe poon |
Eutrigla gurnardus |
2.2, 3.1 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Ruwe haai |
Galeorhinus galeus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwartbekhondshaai |
Galeus melastomus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Doornvlinderrog |
Gymnura altavela |
lle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Spitssnuitzevenkieuwshaai |
Heptranchias perlo |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Grauwe haai |
Hexanchus griseus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Pijlinktvis |
Illex spp., Todarodes spp. |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zeilvissen |
Istiophoridae |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Makreelhaai |
Isurus oxyrinchus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Haringhaai |
Lamna nasus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zandrog |
Leucoraja circularis |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Maltese rog |
Leucoraja melitensis |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gewone pijlinktvis |
Loligo vulgaris |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zwarte zeeduivel |
Lophius budegassa |
1.1, 1.2, 1.3, 2.2, 3.1 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Zeeduivel |
Lophius piscatorius |
1.1, 1.2, 1.3, 2.2, 3.1 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Heek |
Merluccius merluccius |
alle gebieden |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Blauwe wijting |
Micromesistius poutassou |
1.1, 3.1 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Harders |
Mugilidae |
1.3, 2.1, 2.2, 3.1 |
G2 |
|
|
|
|
|
Gewone zeebarbeel |
Mullus barbatus |
alle gebieden |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Mul |
Mullus surmuletus |
alle gebieden |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Gevlekte gladde haai |
Mustelus asterias |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gladde haai |
Mustelus mustelus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwartvlektoonhaai |
Mustelus punctulatus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Adelaarsrog |
Myliobatis aquila |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Noorse kreeft |
Nephrops norvegicus |
alle gebieden |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Octopus |
Octopus vulgaris |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Kleintandzandtijgerhaai |
Odontaspis ferox |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Grootvinruwhaai |
Oxynotus centrina |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Rode zeebrasem |
Pagellus erythrinus |
alle gebieden |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Roze diepzeegarnaal |
Parapenaeus longirostris |
alle gebieden |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Caramotegarnaal |
Penaeus kerathurus |
3.1 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Blauwe haai |
Prionace glauca |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Kleenetandzaagrog |
Pristis pectinata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gewone zaagrog |
Pristis pristis |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Tarbot |
Psetta maxima |
Zwarte Zee |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Violette pijlstaartrog |
Pteroplatytrygon violacea |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Sterrog |
Raja asterias |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Stekelrog |
Raja clavata |
1.3, 2.1, 2.2, 3.1 |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Spiegelrog |
Raja miraletus |
1.3, 2.1, 2.2, 3.1 |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Golfrog |
Raja undulata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwartkingitaarrog |
Rhinobatos cemiculus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gitaarrog |
Rhinobatos rhinobatos |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Witte rog |
Rostroraja alba |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Bonito |
Sarda sarda |
alle gebieden |
G2 |
50 (4) |
T |
T |
T |
|
Sardine |
Sardina pilchardus |
alle gebieden |
G1 |
50 |
Y |
Y |
Y |
|
Makreel |
Scomber spp. |
alle gebieden |
G2 |
50 |
T |
T |
T |
|
Hondshaai |
Scyliorhinus canicula |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Kathaai |
Scyliorhinus stellaris |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gewone zeekat |
Sepia officinalis |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Haaien |
Shark-like Selachii (3) |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Tong |
Solea vulgaris |
1.2, 2.1, 3.1 |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Goudbrasem |
Sparus aurata |
1.2, 3.1 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Geschulpte hamerhaai |
Sphyrna lewini |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Grote hamerhaai |
Sphyrna mokarran |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Kleinooghamerhaai |
Sphyrna tudes |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gewone hamerhaai |
Sphyrna zygaena |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Pikarel |
Spicara smaris |
2.1, 3.1, 3.2 |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Sprot |
Sprattus sprattus |
Zwarte Zee |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Doornhaai |
Squalus acanthias |
Zwarte Zee |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Doornhaai |
Squalus acanthias |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Blainville's doornhaai |
Squalus blainvillei |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gestekelde zee-engel |
Squatina aculeata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gevlekte zee-engel |
Squatina oculata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zee-engel |
Squatina squatina |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Bidsprinkhaankreeft |
Squilla mantis |
1.3, 2.1, 2.2 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Witte tonijn |
Thunnus alalunga |
alle gebieden |
G2 |
125 (4) |
T |
T |
T |
|
Blauwvintonijn |
Thunnus thynnus |
alle gebieden |
G1 |
125 (4) |
T |
T |
T |
|
Gemarmerde sidderrog |
Torpedo marmorata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Middellandse-Zeehorsmakreel |
Trachurus mediterraneus |
alle gebieden |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Middellandse-Zeehorsmakreel |
Trachurus mediterraneus |
Zwarte Zee |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Horsmakreel |
Trachurus trachurus |
alle gebieden |
G2 |
100 |
T |
T |
T |
|
Horsmakreel |
Trachurus trachurus |
Zwarte Zee |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Rode poon |
Trigla lucerna |
1.3, 2.2, 3.1 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Tapijtschelpen |
Veneridae |
2.1, 2.2 |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zwaardvis |
Xiphias gladius |
alle gebieden |
G1 |
125 (4) |
T |
T |
T |
|
NAFO-gebieden |
||||||||
Kabeljauw |
Gadus morhua |
2J 3KL |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
3M |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
3NO |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
3Ps |
G2 |
125 |
T |
T |
T |
|
Kabeljauw |
Gadus morhua |
SA 1 |
G1 |
125 |
Y |
Y |
Y |
|
Witje |
Glyptocephalus cynoglossus |
3NO |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Amerikaanse schol |
Hippoglossoides platessoides |
3LNO |
G1 |
100 |
Y |
Y |
Y |
|
Amerikaanse schol |
Hippoglossoides platessoides |
3M |
G1 |
100 |
T |
T |
T |
|
Geelstaartschar |
Limanda ferruginea |
3LNO |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Grenadiervis |
Macrouridae |
SA 2 + 3 |
G2 |
250 |
T |
T |
T |
|
Pandalide garnalen |
Pandalus spp. |
3L |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Pandalide garnalen |
Pandalus spp. |
3M |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Roggen |
Raja spp. |
SA 3 |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Reinhardtius hippoglossoides |
3KLMNO |
G1 |
200 |
Y |
Y |
Y |
|
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Reinhardtius hippoglossoides |
SA 1 |
G1 |
200 |
Y |
Y |
Y |
|
zalm |
Salmo salar |
ICES-deelgebied XIV &NAFO-deelgebied 1 |
G1 |
500 |
Y |
Y |
Y |
|
Roodbaarzen |
Sebastes mentella. |
SA 1 |
G1 |
250 |
Y |
Y |
Y |
|
Roodbaarzen |
Sebastes spp. |
3LN |
G1 |
|
|
|
|
|
Roodbaarzen |
Sebastes spp. |
3M |
G1 |
50 |
|
|
|
|
Roodbaarzen |
Sebastes spp. |
3O |
G1 |
|
|
|
|
|
Over grote afstanden trekkende soorten, Atlantische, Indische en Stille Oceaan |
||||||||
Kogeltonijn |
Auxis rochei |
|
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zijdehaai |
Carcharhinus falciformis |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Kleine tonijn |
Euthynnus alleteratus |
|
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Zeilvissen |
Istiophoridae |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Makreelhaai |
Isurus oxyrinchus |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Gestreepte tonijn/Skipjack |
Katsuwonus pelamis |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Haringhaai |
Lamna nasus |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Blauwe haai |
Prionace glauca |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Bonito |
Sarda sarda |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Haaien |
Shark-like Selachii (3) |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Andere haaisoorten |
Squaliformes (3) |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Witte tonijn |
Thunnus alalunga |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Geelvintonijn |
Thunnus albacares |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Grootoogtonijn |
Thunnus obesus |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Blauwvintonijn |
Thunnus thynnus |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Zwaardvis |
Xiphias gladius |
|
G1 |
|
T |
T |
T |
|
CECAF FAO 34 |
||||||||
Zwarte haarstaartvis |
Aphanopus carbo |
Madeira |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Ansjovis |
Engraulis encrasicolus |
Marokko |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Roze garnaal |
Farfantepenaeus notialis |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Zilveren haarstaart |
Lepidopus caudatus |
Mauritanië |
G2 |
|
|
|
|
|
Gewone pijlinktvis |
Loligo vulgaris |
alle gebieden |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Heek |
Merluccius spp. |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Octopus |
Octopus vulgaris |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Roze diepzeegarnaal |
Parapenaeus longirostris |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Kleenetandzaagrog |
Pristis pectinata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gewone zaagrog |
Pristis pristis |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Violette pijlstaartrog |
Pteroplatytrygon violacea |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Overige roggen |
Rajidae (3) |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zwartkingitaarrog |
Rhinobatos cemiculus |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gitaarrog |
Rhinobatos rhinobatos |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Sardine |
Sardina pilchardus |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Gouden sardinella |
Sardinella aurita |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Madeira-sardinella |
Sardinella maderensis |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Spaanse makreel |
Scomber japonicus |
Madeira |
G1 |
|
|
|
|
|
Spaanse makreel |
Scomber japonicus |
alle gebieden m.u.v. Madeira |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Gewone zeekat |
Sepia hierredda |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Gewone zeekat |
Sepia officinalis |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
Haaien |
Shark-like Selachii (3) |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gestekelde zee-engel |
Squatina aculeata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Gevlekte zee-engel |
Squatina oculata |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Zee-engel |
Squatina squatina |
alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Horsmakreel |
Trachurus spp. |
alle gebieden |
G1 |
|
T |
T |
T |
|
WECAF |
||||||||
Zuidelijke rode snapper |
Lutjanus purpureus |
EEZ Frans-Guyana |
G2 |
|
T |
T |
T |
|
Peneide garnalen |
Penaeus subtilis |
EEZ Frans-Guyana |
G1 |
|
Y |
Y |
Y |
|
Overige roggen |
Rajidae (3) |
Alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
Haaien |
Shark-like Selachii (3) |
Alle gebieden |
G1 |
|
|
|
|
|
(1) Zie hoofdstuk III, afdeling B.B.1 3. 1) f).
(2) Voor Europese aal (Anguilla anguilla) moet op ten minste 5 individuele vissen per interval van 1 cm een leeftijdsanalyse worden verricht. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1100/2007 moeten per beheerseenheid voor rode aal en schieraal telkens ten minste 100 exemplaren worden geanalyseerd.
(3) Vast te stellen per soort op basis van de aanvoer-, onderzoeks- of vangstgegevens.
(4) Leeftijdsanalyses moeten eens in de drie jaar worden verricht (te beginnen in 2009), samen met de schattingen van gewicht, geslachtsrijpheid en geslacht.
Aanhangsel VIII
Lijst van transversale variabelen met specificatie voor de bemonstering
Rubriek |
Variabele |
Specificatie |
Eenheid |
Vistuig (niveau 2 in de indeling) |
Aggregatieniveau (1) |
Referentieperiode |
Capaciteit |
||||||
|
Aantal vissersvaartuigen |
|
|
|
C3 |
Jaarlijks |
|
GT, kW, leeftijd vaartuig (2) |
|
|
|
C3 |
Jaarlijks |
Benutte inspanning |
||||||
|
Aantal vissersvaartuigen |
|
|
|
B1 |
Maandelijks |
|
Zeedagen |
Zie definitie in hoofdstuk I |
Dagen |
Divers vistuig |
B1 en C3 |
Maandelijks |
|
Aantal visuren (3) |
|
Uren |
Korren en trawlnetten |
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Visdagen |
Zie definitie in hoofdstuk I |
Dagen |
Divers vistuig |
Alle cellen (4) |
Maandelijks |
|
kW * Visdagen |
|
|
Korren en trawlnetten |
Alle cellen (4) |
Maandelijks |
|
GT * Visdagen |
|
|
Korren en trawlnetten |
Alle cellen (4) |
Maandelijks |
|
Aantal reizen (3) |
|
Aantal |
Divers vistuig |
Alle cellen (4) |
Maandelijks |
|
Aantal optuigingen (3) |
|
Aantal |
Meervoudige optuiging (niveau 4) |
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Aantal visserijactiviteiten (3) |
|
Aantal |
Ringzegens |
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Aantal netten/lengte (3) |
|
Aantal/meter |
Netten |
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Aantal haken, aantal lijnen (3) |
|
Aantal |
Haken en lijnen |
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Aantal korven, vallen (3) |
|
Aantal |
Vallen |
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Uitzettijd (3) |
|
Uren |
Divers passief vistuig |
A1 (4) |
Maandelijks |
Aanlanding |
||||||
|
Waarde van de aangelande vangsten (totaalwaarde en waarde per commerciële soort) (5) |
|
Euro |
|
B1 en C1 |
Maandelijks |
|
Levend gewicht van aangelande hoeveelheden (totaalwaarde en waarde per soort) |
|
Ton |
|
A1 (4) |
Maandelijks |
|
Prijzen per commerciële soort (6) |
|
Euro/kg |
|
B2 en C2 |
Op maandbasis, op jaarbasis |
|
Omrekeningsfactor per soort |
|
|
|
|
Jaarlijkse bijwerking |
(1) De aggregatieniveaus verwijzen naar aanhangel V (nb: de referentie voor metier of visserijactiviteit is niveau 6 van aanhangsel IV (1-5)).
(2) Zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 26/2004.
(3) In de regionale coördinatievergaderingen kunnen aanpassingen worden voorgesteld.
(4) Voor een aantal variabelen is aggregatieniveau A voldoende omdat … and (voorbeeld: visuren), voor andere, … and (bijvoorbeeld visdagen, wanneer twee of meer metiers op eenzelfde visdag kunnen worden uitgeoefend en meer dan eenmaal kunnen worden meegerekend).
(5) Kunnen aangelande hoeveelheden niet rechtstreeks aan de diverse metiers worden toegewezen, dan dienen bij de toewijzing de door het WTECV overeengekomen regels te worden gevolgd.
(6) Zo mogelijk dienen prijsgegevens te worden verzameld op niveau A1 (zie aanhangsel V), zodat de waarde van de aangelande hoeveelheden onmiddellijk op ditzelfde niveau kan worden berekend.
Aanhangsel IX
Lijst van onderzoeken op zee
Naam van het onderzoek |
Acroniem |
Gebied |
Tijdvak |
Belangrijkste doelsoorten enz. |
Onderzoeksinspanning |
Dagen (Maximum) |
|||||
Oostzee (ICES-gebieden III b-d) |
|||||
Baltic International Trawl Survey |
BITS Q1 BITS Q4 |
IIIaS, IIIb-d |
1e en 4 de kwartaal |
Kabeljauw en andere demersale soorten |
160 |
Baltic International Acoustic Survey (Autumn) |
BIAS |
IIIa, IIIb-d |
september-oktober |
Haring en sprot |
115 |
Gulf of Riga Acoustic Herring Survey |
GRAHS |
IIId |
3 de kwartaal |
Haring |
10 |
Sprat Acoustic Survey |
SPRAS |
IIId |
mei |
Sprot en haring |
60 |
Rügen Herring Larvae Survey |
RHLS |
IIId |
maart-juni |
Haring |
50 |
Noordzee (ICES-gebieden IIIa, IV en VIId) en het oostelijke deel van de Noordelijke IJszee (ICES-gebieden I en II) |
|||||
International Bottom Trawl Survey |
IBTS Q1 IBTS Q3 |
IIIa, IV |
1e en 3e kwartaal |
Schelvis, kabeljauw, koolvis, haring, sprot, wijting, makreel, kever |
315 |
North Sea Beam Trawl Survey |
BTS |
IVb, IVc, VIId |
3e kwartaal |
Schol, tong |
65 |
Demersal Young Fish Survey |
DYFS |
Noordzeekusten |
3e en 4e kwartaal |
Schol, tong, Noordzeegarnaal |
145 |
Sole Net Survey |
SNS |
IVb, IVc |
3e kwartaal |
Tong, schol |
20 |
North Sea Sandeels Survey |
NSSS |
IVa, IVb |
4e kwartaal |
Zandspiering |
15 |
International Ecosystem Survey in the Nordic Seas |
ASH |
IIa |
mei |
Haring, blauwe wijting |
35 |
Redfish Survey in the Norwegian Sea and adjacent waters |
REDNOR |
II |
augustus-september |
Roodbaarzen |
35 |
Mackerel egg Survey (Triennial) |
NSMEGS |
IV |
mei-juli |
Eiproductie makreel |
15 |
Herring Larvae survey |
IHLS |
IV, VIId |
1e en 3e kwartaal |
Haringlarven, sprotlarven |
45 |
NS Herring Acoustic Survey |
NHAS |
IIIa, IV, VIa |
juni, juli |
Haring, sprot |
105 |
Nephrops TVsurvey (FU 3&4) |
NTV3&4 |
IIIA |
2e of 3e kwartaal |
Noorse kreeft |
15 |
Nephrops TVsurvey (FU 6) |
NTV6 |
IVb |
september |
Noorse kreeft |
10 |
Nephrops TVsurvey (FU 7) |
NTV7 |
IVa |
2e of 3e kwartaal |
Noorse kreeft |
20 |
Nephrops TVsurvey (FU 8) |
NTV8 |
IVb |
2e of 3e kwartaal |
Noorse kreeft |
10 |
Nephrops TVsurvey (FU 9) |
NTV9 |
IVa |
2e of 3e kwartaal |
Noorse kreeft |
10 |
Noordelijk deel van de Atlantische Oceaan (ICES-gebieden V-XIV en NAFO-gebieden) |
|||||
International Redfish Trawl and Acoustic Survey (Biennial) |
REDTAS |
Va, XII, XIV; NAFO SA 1-3 |
juni/juli |
Roodbaarzen |
30 |
Flemish Cap Groundfish survey |
FCGS |
3M |
juli |
Demersale soorten |
35 |
Greenland Groundfish survey |
GGS |
XIV, NAFO SA1 |
oktober/november |
Kabeljauw, roodbaars en andere demersale soorten |
55 |
3LNO Groundfish survey |
PLATUXA |
3LNO |
2e en 3e kwartaal |
Demersale soorten |
55 |
Western IBTS 4th quarter (including Porcupine survey) |
IBTS Q4 |
VIa, VII, VIII, IXa |
4e kwartaal |
Demersale soorten |
215 |
Scottish Western IBTS |
IBTS Q1 |
VIa, VIIa |
maart |
Kabeljauwachtigen, haring, makreel |
25 |
ISBCBTS September |
ISBCBTS |
VIIa f g |
september |
Tong, schol |
25 |
WCBTS |
VIIe BTS |
VIIe |
oktober |
Tong, schol, zeeduivel, tongschar |
10 |
Blue whiting survey |
|
VI,VII |
1e en 2e kwartaal |
Blauwe wijting |
45 |
International Mackerel and Horse Mackerel Egg Survey (Triennial) |
MEGS |
VIa, VII, VIII, IXa |
januari-juli |
Eiproductie makreel, horsmakreel |
310 |
Sardine, Anchovy Horse Mackerel Acoustic Survey |
|
VIII, IX |
maart-april-mei |
Dichtheidsindices sardine, ansjovis, makreel, horsmakreel |
95 |
Sardine DEPM (Triennial) |
|
VIIIc, IXa |
2e en 4e kwartaal |
SSB sardine en toepassing CUFES |
135 |
Spawning/Pre spawning Herring acoustic survey |
|
VIa, VIIa-g |
juli, september, november, maart, januari |
Haring, sprot |
155 |
Biomass of Anchovy |
BIOMAN |
VIII |
mei |
SSB (DEP) ansjovis |
25 |
Nephrops UWTV survey (offshore) |
UWTV (FU 11-13) |
VIa |
2e of 3e kwartaal |
Noorse kreeft |
20 |
Nephrops UWTV Irish Sea |
UWTV (FU 15) |
VIIa |
augustus |
Noorse kreeft |
10 |
Nephrops UWTV survey Aran Grounds |
UWTV (FU 17) |
VIIb |
juni |
Noorse kreeft |
10 |
Nephrops UWTV survey Celtic Sea |
UWTV (FU 20-22) |
VIIg, h, j |
juli |
Noorse kreeft |
10 |
Nephrops TV survey Offshore Portugal |
UWTV (FU 28-29) |
IXa |
juni |
Noorse kreeft |
20 |
Middellandse Zee en Zwarte Zee |
|||||
Mediterranean International bottom trawl survey |
MEDITS |
37(1, 2, 3.1, 3.2) |
2e en 3e kwartaal |
Demersale soorten |
410 |
Pan-Mediterranean pelagic survey |
MEDIAS |
37(1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 3.1) |
2e, 3e en 4e kwartaal |
Kleine pelagische soorten |
185 |
Bottom Trawl Survey |
|
Zwarte Zee |
2e en 4e kwartaal |
Tarbot |
40 |
Pelagic Trawl Survey |
|
Zwarte Zee |
2e en 4e kwartaal |
Sprot en wijting |
40 |
Aanhangsel X
Lijst van economische variabelen voor de aquacultuursector
Groep variabelen |
Variabele |
Specificatie |
Eenheid |
Definitie Structurele bedrijfsstatistieken (SBS) Verordening (EG) nr. 2700/98 |
Richtsnoer |
||||||
Inkomsten |
Omzet |
Per soort |
Euro |
12 11 0 |
|
||||||
Subsidies (1) |
|
Euro |
|
|
|||||||
Andere baten |
|
Euro |
|
|
|||||||
Personeelskosten |
Lonen (2) |
|
Euro |
13 31 0 |
|
||||||
Toegerekende waarde van niet-betaalde arbeid (3) |
|
Euro |
|
|
|||||||
Energiekosten |
Energiekosten |
|
Euro |
20 11 0 |
|
||||||
Grondstofkosten |
Kweekkosten |
|
Euro |
|
SBS (13 11 0) |
||||||
Voederkosten |
|
Euro |
|
SBS (13 11 0) |
|||||||
Reparatie- en onderhoudskosten |
Reparatie en onderhoud |
|
Euro |
|
SBS (13 11 0) |
||||||
Andere bedrijfskosten |
Andere bedrijfskosten (4) |
|
Euro |
|
SBS (13 11 0) |
||||||
Kapitaalkosten (5) |
Afschrijving van kapitaal |
|
Euro |
|
ESR (6) 6.02. tot en met 6.05. |
||||||
Financiële kosten, netto (7) |
|
Euro |
|
|
|||||||
Buitengewone kosten, netto |
Buitengewone kosten, netto |
|
Euro |
|
|
||||||
Kapitaalwaarde (8) |
Totale waarde van de activa |
|
Euro Euro |
43 30 0 |
ESR 7.09. tot en met 7.24. |
||||||
Investeringen |
Netto-investeringen (9) |
|
Euro Euro |
15 11 0 15 21 0 |
ESR 3.102. tot en met 3.111. |
||||||
Schulden (10) |
Schulden |
|
Euro |
|
|
||||||
Grondstofvolume (11) |
Rundvee |
|
Ton |
|
|
||||||
Visvoeder |
|
Ton |
|
|
|||||||
Verkoopvolume (12) |
Verkoopvolume |
Per soort |
Ton (13) |
|
|
||||||
Werkgelegenheid |
Aantal werkzame personen |
Per geslacht |
Aantal |
16 11 0 |
|
||||||
Nationaal VTE (14) |
Per geslacht (15) |
Aantal |
16 14 0 |
|
|||||||
Aantal ondernemingen |
Aantal ondernemingen |
Per groottecategorie met als aantal werkzame personen: (SBS 16.11.0):
|
Aantal |
11 11 0 |
|
(1) Met inbegrip van rechtstreekse betalingen, bv. vergoeding voor de stopzetting van de handelsactiviteit, terugbetaling van brandstofaccijnzen of soortgelijke forfaitaire compensatiebetalingen; sociale uitkeringen, indirecte subsidies, zoals verlaagde accijnzen op productiemiddelen zoals brandstof of investeringssubsidies zijn hier niet onder begrepen.
(2) Met inbegrip van kosten voor sociale zekerheid.
(3) De gekozen methodologie dient door de lidstaten te worden toegelicht in hun nationale programma.
(4) Verpakkingskosten vallen onder andere bedrijfskosten.
(5) De gekozen methodologie dient door de lidstaten te worden toegelicht in hun nationale programma.
(6) ESR verwijst naar Europees rekeningensysteem 1995 (EU-Verordening 2223/96, EU-Verordening 1267/2003. Handboek Eurostat ESR 1995).
(7) Rentekosten kapitaal; de rente op staatsobligaties met een looptijd van 5 jaar kan worden beschouwd als een indicatie voor de financiële kosten.
(8) Aan het eind van het jaar.
(9) Aankoop en verkoop van activa gedurende het jaar.
(10) Aan het eind van het fiscale jaar.
(11) De variabele voor het grondstofvolume moet overeenkomen met de variabele voor de grondstofkosten.
(12) De variabele voor het productievolume moet overeenkomen met de variabele voor de omzetwaarde.
(13) De factoren voor de omrekening van aantallen naar ton moeten worden aangegeven in het nationale programma.
(14) VTE nationaal is het aantal op basis van een nationale drempelwaarde geschatte voltijdequivalenten.
(15) Facultatief.
Aanhangsel XI
Voor de verzameling van aquacultuurgegevens toe te passen sectorale segmentering
|
Visteelttechnieken (1) |
Schelpdierenteelttechnieken (1) |
||||||
Ondernemingen aan land |
Kooien |
|||||||
Kweek- en opkweekkamers (2) |
Afkweek |
Gecombineerde ondernemingen (3) |
Kooien (4) |
Vlotten |
Beug |
Bodem (5) |
Andere |
|
Zalm |
|
|
|
|
|
|
|
|
Forel |
|
|
|
|
|
|
|
|
Zeebaars en zeebrasem |
|
|
|
|
|
|
|
|
Karper |
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere zoetwatervissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere zeevissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mosselen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Oesters |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tapijtschelpen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere schelpdieren |
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) Ondernemingen moeten worden gesegmenteerd volgens hun belangrijkste teelttechnieken.
(2) Onder kweek- en opkweekkamers wordt verstaan ruimten voor het kunstmatig kweken, uitbroeden en opkweken van waterdieren in vroege levensstadia. Om statistische redenen beperken kweekkamers zich tot de productie van bevruchte eieren. Latere levensstadia van waterdieren worden in opkweekkamers doorgebracht. Wanneer kweek- en opkweekkamers nauw met elkaar verbonden zijn, verwijzen de statistieken alleen naar de laatste levensstadia. (COM(2006) 864).
(3) Onder gecombineerde ondernemingen wordt verstaan ondernemingen die gebruik maken van kweek- en opkweekkamers en afkweektechnieken toepassen.
(4) Onder kooien wordt verstaan open of overdekte omheinde voorzieningen vervaardigd van netten, roosters of ander doorlatend materiaal waardoor een natuurlijke wateruitwisseling mogelijk is. Deze voorzieningen kunnen drijven, hangen of aan de bodem zijn vastgemaakt, waarbij echter een wateruitwisseling van onderen mogelijk blijft. (COM(2006) 864).
(5) „Bodemtechnieken” hebben betrekking op de schelpdierenteelt in getijdegebieden (rechtstreeks op de bodem of op een verhoog).
Aanhangsel XII
Lijst van economische variabelen voor de sector verwerkende industrie
Groep variabelen |
Variabele |
Specificatie |
Eenheid |
Definitie Structurele bedrijfs-statistieken (SBS) Verordening (EG) nr. 2700/98 |
Richtsnoeren |
||||||||
Inkomsten |
Omzet |
|
Euro |
12 11 0 |
|
||||||||
Subsidies (1) |
|
Euro |
|
|
|||||||||
Andere baten |
|
Euro |
|
|
|||||||||
Personeelskosten |
Lonen van de bemanning (2) |
|
Euro |
13 31 0 |
|
||||||||
Toegerekende waarde van niet-betaalde arbeid (3) |
|
Euro |
|
|
|||||||||
Energiekosten |
Energiekosten |
|
Euro |
20 11 0 |
SBS 13 11 0 |
||||||||
Grondstofkosten |
Aankoop van vis en andere grondstoffen voor de productie |
|
Euro |
|
SBS 13 11 0 |
||||||||
Andere bedrijfskosten |
Andere bedrijfskosten (4) |
|
Euro |
|
SBS 13 11 0 |
||||||||
Kapitaalkosten (5) |
Afschrijving van kapitaal |
|
Euro |
|
ESR (6) 6.02. tot en met 6.05. |
||||||||
Financiële kosten, netto (7) |
|
Euro |
|
|
|||||||||
Buitengewone kosten, netto |
Buitengewone kosten, netto |
|
Euro |
|
|
||||||||
Kapitaalwaarde (8) |
Totale waarde van de activa |
|
Euro |
43 30 0 |
ESR 7.09. tot en met 7.24 |
||||||||
Netto-investeringen |
Netto-investeringen (9) |
|
Euro |
15 11 0 15 21 0 |
ESR 3.102. tot en met 3.111. |
||||||||
Schulden (10) |
Schulden |
|
Euro |
|
|
||||||||
Werkgelegenheid |
Aantal werkzame personen |
Per geslacht |
Aantal |
16 11 0 |
|
||||||||
VTE nationaal (11) |
Per geslacht (12) |
Aantal |
16 14 0 |
|
|||||||||
Aantal ondernemingen |
Aantal ondernemingen |
Per groottecategorie met als aantal werkzame personen (16.11.0):
|
Aantal |
11 11 0 |
|
(1) Met inbegrip van rechtstreekse betalingen. Sociale uitkeringen en indirecte subsidies zijn hier niet onder begrepen.
(2) Met inbegrip van kosten voor sociale zekerheid.
(3) De gekozen methodologie dient door de lidstaten te worden toegelicht in hun nationale programma.
(4) Verpakkingskosten vallen onder andere bedrijfskosten.
(5) De gekozen methodologie dient te worden toegelicht in het nationale programma.
(6) ESR verwijst naar Europees rekeningensysteem 1995 (EU-Verordening 2223/96, EU-Verordening 1267/2003. Handboek Eurostat ESR 1995).
(7) Rentekosten kapitaal; de rente op staatsobligaties met een looptijd van 5 jaar kan worden beschouwd als een indicatie voor de financiële kosten.
(8) Totale gecumuleerde waarde van alle netto-investeringen in de ondernemingen aan het eind van het jaar.
(9) Aankoop en verkoop van activa gedurende het jaar.
(10) Aan het eind van het jaar.
(11) Hierbij dient de methodologie te worden gevolgd die besproken is in het verslag van de studie FISH/2005/14, „LEI WAGENINGENUR Co-ordinator, 2006. Calculation of labour including full-time equivalent (FTE) in fisheries Study No FISH/2005/14, 142 p.”.
(12) Facultatief.
Aanhangsel XIII
Definitie van milieu-indicatoren voor het meten van de impact van de visserij op het mariene ecosysteem
Code |
Indicator (1) |
Definitie |
Vereiste gegevens |
Nauwkeurigheidsniveaus |
1 |
Beschermingsstatus van de vissoorten |
Indicator voor de biodiversiteit ten behoeve van de samenvatting, evaluatie en rapportage van trends in de biodiversiteit van kwetsbare vissoorten |
Soort, lengte en dichtheid volgens van de visserij onafhankelijk onderzoek voor de betrokken mariene regio. Voor een accurate rapportage over deze indicatoren moeten alle voor deze indicator relevante soorten consistent en betrouwbaar worden geïdentificeerd. Onderzoeksvangsten moeten volledig worden gesorteerd (er mag niet worden gewerkt met deelverzamelingen) zodat alle exemplaren van iedere voor deze indicator relevante soort worden geregistreerd; in naar behoren gemotiveerde gevallen zijn deelverzamelingen wel toegestaan voor lengtemetingen. |
Het onderzoek moet een zo groot mogelijk deel van de betrokken mariene regio en een zo lang mogelijke periode bestrijken. De indicator dient specifiek voor het onderzoek te zijn. Volgens de methoden moeten de onderzoeken ieder jaar in hetzelfde gebied met standaardvistuig worden uitgevoerd. |
2 |
Aandeel grote vis |
Indicator voor het aandeel uitgedrukt in gewicht van grote vis in de verzameling, waaruit de groottestructuur en leeftijdsopbouw van de visgemeenschap blijkt |
||
3 |
Gemiddelde maximumlengte van de vis |
Indicator voor de leeftijdsopbouw van de visgemeenschap |
||
4 |
Geslachtsrijpheid van de beviste vissoort |
Indicator voor de potentiële „genetische effecten” op een bestand |
Individuele metingen van leeftijd, lengte, geslacht en geslachtsrijpheid volgens van de visserij onafhankelijk onderzoek voor de betrokken mariene regio. |
Ten minste 100 exemplaren per leeftijdsklasse; hoe meer exemplaren, hoe betrouwbaarder deze indicator. |
5 |
Spreiding van de visserijactiviteiten |
Indicator voor de ruimtelijke spreiding van visserijactiviteiten. Te melden samen met de indicator voor „Geaggregeerde visserijactiviteit”. |
Positie- en vaartuigregistratiegegevens op basis van VMS. Beschikbaar binnen twee maanden na ontvangst van de positieverslagen met voor alle posities gegevens van niveau 6 in de metierclassificatie (zie bijlage IV (1-5)). Dit geldt niet voor vaartuigen onder de 15 m. |
Positiemelding bij voorkeur om het halfuur. |
6 |
Geaggregeerde visserijactiviteit |
Indicator voor de mate waarin de visserijactiviteiten worden geaggregeerd. Te melden samen met de indicator voor „Spreiding van de visserijactiviteiten”. |
||
7 |
Gebieden die geen effect ondervinden van gesleept bodemvistuig |
Indicator voor het deel van de zeebodem dat in het afgelopen jaar geen gevolgen heeft ondervonden van het gebruik van gesleept bodemvistuig. Duidt op wijzigingen in de spreiding van de bodemvisserijactiviteit als gevolg van vangstbeperkingen, inspanningsbeperkingen of technische maatregelen (met inbegrip van beschermde mariene gebieden die zijn ingesteld in het kader van instandhoudingswetgeving) en op de ontwikkeling van andere menselijke activiteiten ter vervanging van visserij (bijv. windmolenparken). |
||
8 |
Teruggooipercentage van commerciële vissoorten |
Indicator voor de verhouding tussen de teruggooi van commercieel beviste soorten en de aanvoer. |
Soort, lengte en dichtheid van de vangsten en teruggooi op basis van afzonderlijk verwerkte gegevens uit logboeken en van waarnemers. Gegevens voor niveau 6 in de metierclassificatie (zie bijlage IV (1-5)). |
Als bepaald in dit communautair programma voor teruggooi. |
9 |
Brandstofefficiëntie van de visvangst |
Indicator voor de verhouding tussen brandstofverbruik en waarde van de aanvoer. De indicator geeft informatie over de trends in de brandstofefficiëntie per visserijtak. |
Waarde van de aanvoer en brandstofkosten. Waarde als product van de aanvoer per soort en de prijs. Brandstofkosten als gedefinieerd in dit communautair programma. De indicator wordt berekend per metier voor niveau 6 in de metierclassificatie (zie bijlage IV (1-5)) per regio, kwartaal en jaar. |
Als bepaald in dit communautair programma. |
(1) Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie (SEC 2008/449) voor de specificatie en berekening van de indicatoren.