Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0065

    2009/65/EG: Beschikking van de Commissie van 26 januari 2009 betreffende de niet-opneming van 2-naftyloxyazijnzuur in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 204) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 23 van 27.1.2009, p. 33–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/11/2011; opgeheven door 32011R1127

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/65(1)/oj

    27.1.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 23/33


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 26 januari 2009

    betreffende de niet-opneming van 2-naftyloxyazijnzuur in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 204)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2009/65/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn mag toestaan dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I bij die richtlijn opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van de richtlijn reeds op de markt zijn, op zijn grondgebied op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

    (2)

    Bij de Verordeningen (EG) nr. 1112/2002 (2) en (EG) nr. 2229/2004 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. 2-Naftyloxyazijnzuur is in die lijst opgenomen.

    (3)

    Voor 2-naftyloxyazijnzuur zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1112/2002 en (EG) nr. 2229/2004 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2229/2004 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor 2-naftyloxyazijnzuur was de rapporterende lidstaat Frankrijk en was alle relevante informatie ingediend in oktober 2007.

    (4)

    De Commissie heeft 2-naftyloxyazijnzuur overeenkomstig artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 onderzocht. Een ontwerpevaluatieverslag voor die stof is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 28 oktober 2008 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie.

    (5)

    Tijdens het onderzoek van deze werkzame stof door het comité is, rekening houdend met de van de lidstaten ontvangen opmerkingen, geconcludeerd dat er duidelijke aanwijzingen bestaan dat mag worden verwacht dat de werkzame stof een schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens heeft en dat met name de cruciale ontbrekende gegevens het niet mogelijk maken een betrouwbare ADI (aanvaardbaar niveau van blootstelling van de toediener) vast te stellen, en deze waarde is noodzakelijk voor de uitvoering van de risicobeoordeling. Bovendien zijn andere problemen die door de als rapporteur optredende lidstaat in zijn evaluatieverslag aan de orde zijn gesteld, in het evaluatieverslag voor de stof opgenomen.

    (6)

    De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van de intercollegiale toetsing te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. Ondanks de door de kennisgever aangevoerde argumenten blijven de geconstateerde problemen echter bestaan en de evaluaties op basis van de verstrekte gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die 2-naftyloxyazijnzuur bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden in het algemeen aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

    (7)

    2-Naftyloxyazijnzuur mag daarom niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

    (8)

    De nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de verleende toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die 2-naftyloxyazijnzuur bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd, en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden verleend.

    (9)

    De looptijd van eventuele door de lidstaten toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die 2-naftyloxyazijnzuur bevatten, moet worden beperkt tot twaalf maanden om het mogelijk te maken dat de bestaande voorraden nog gedurende ten hoogste één extra groeiseizoen worden gebruikt, zodat gewasbeschermingsmiddelen die 2-naftyloxyazijnzuur bevatten nog gedurende 18 maanden na de vaststelling van deze beschikking beschikbaar blijven voor de landbouwers.

    (10)

    Deze beschikking laat de indiening van een aanvraagdossier voor 2-naftyloxyazijnzuur overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG en Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan zijn opgenomen (4) met het oog op de eventuele opneming van deze stof in bijlage I onverlet.

    (11)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    2-Naftyloxyazijnzuur wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

    Artikel 2

    De lidstaten zorgen ervoor dat:

    a)

    toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die 2-naftyloxyazijnzuur bevatten, uiterlijk op 26 juli 2009 worden ingetrokken;

    b)

    met ingang van de datum van bekendmaking van deze beschikking geen toelatingen voor 2-naftyloxyazijnzuur bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden verleend of verlengd.

    Artikel 3

    Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen lopen zo snel mogelijk en uiterlijk op 26 juli 2010 af.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 26 januari 2009.

    Voor de Commissie

    Androulla VASSILIOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2)  PB L 168 van 27.6.2002, blz. 14.

    (3)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.

    (4)  PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.


    Top