Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R1147

    Verordening (EG) nr. 1147/2008 van de Commissie van 31 oktober 2008 tot wijzing van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, wat betreft deel III.10 van bijlage I

    PB L 313 van 22.11.2008, p. 1–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/1147/oj

    22.11.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 313/1


    VERORDENING (EG) Nr. 1147/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 31 oktober 2008

    tot wijzing van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, wat betreft deel III.10 van bijlage I

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (1), en met name op artikel 27,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (2) is een verplicht te gebruiken, uitgebreid aanmeldingsformulier voor staatssteun vastgesteld.

    (2)

    Na de goedkeuring door de Commissie van nieuwe communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (3) dient een deel van het aan Verordening (EG) nr. 794/2004 gehechte aanmeldingsformulier te worden aangepast.

    (3)

    Verordening (EG) nr. 794/2004 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deel III.10 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 794/2004 wordt vervangen door de aan deze verordening gehechte bijlage.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 31 oktober 2008.

    Voor de Commissie

    Neelie KROES

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

    (2)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.

    (3)  PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1.


    BIJLAGE

    „DEEL III.10

    FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STAATSSTEUN TEN BEHOEVE VAN HET MILIEU

    Dit formulier aanvullende informatie moet worden gebruikt voor de aanmelding van alle steun die onder de toepassing valt van de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (hierna de „richtsnoeren milieusteun” genoemd)  (1) . Dit formulier moet ook worden gebruikt voor individuele milieusteun die niét onder een groepsvrijstelling valt, of voor steun die individueel moet worden aangemeld omdat deze de in de groepsvrijstellingsverordening vastgestelde drempels voor individuele aanmelding overschrijdt.

    1.   Basiskenmerken van de aangemelde maatregel

    Vul de van toepassing zijnde onderdelen van het aanmeldingsformulier in overeenkomstig de aard van de aangemelde maatregel. Hieronder volgt een korte leidraad.

    A)

    Specificeer het type steun en vul de van toepassing zijnde subonderdelen van deel 3 (Verenigbaarheid van steun op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag) van dit formulier voor aanvullende informatie in:

    Steun voor ondernemingen die verder gaan dan communautaire normen of die bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubescherming doen toenemen, vul deel 3.1 in;

    Steun voor de aanschaf van nieuwe vervoermiddelen die verder gaan dan communautaire normen of die bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubescherming doen toenemen, vul deel 3.1 in;

    Steun voor kmo’s voor vroege aanpassing aan toekomstige communautaire normen, vul deel 3.2 in;

    Steun voor milieustudies, vul deel 3.3 in;

    Steun voor energiebesparing, vul deel 3.4 in;

    Steun ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen, vul deel 3.5 in;

    Steun ten behoeve van warmtekrachtkoppeling, vul deel 3.6 in;

    Steun voor energie-efficiënte stadsverwarming, vul deel 3.7 in;

    Steun voor afvalbeheer, vul deel 3.8 in;

    Steun voor de sanering van verontreinigde terreinen, vul deel 3.9 in;

    Steun voor de verhuizing van ondernemingen, vul deel 3.10 in;

    Met regelingen inzake verhandelbare vergunningen gemoeide steun, vul deel 3.11 in;

    Steun in de vorm van verlagingen of vrijstellingen van milieubelastingen, vul deel 6 in.

    Vul verder in: deel 4 (Stimulerend effect en noodzaak van de steun), deel 7 (Criteria voor een nadere beoordeling) deel 8 (Aanvullende informatie voor nadere beoordeling) (2) en deel 10 (Rapportage en monitoring).

    B)

    Licht de belangrijkste kenmerken (doel, waarschijnlijke effecten van de steun, steuninstrument, steunintensiteit, begunstigden, budget enz.) van de aangemelde maatregel toe.

    C)

    Kan de steun met andere steun worden gecumuleerd?

    ja

    neen

    Zo ja, vul deel 9 (Cumulering) van dit formulier in.

    D)

    Wordt de steun verleend om de verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen?

    ja

    neen

    Zo ja, vul deel 5 (Verenigbaarheid van steun op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het EG-Verdrag) van dit formulier in.

    E)

    Indien de aangemelde individuele steun gebaseerd is op een goedgekeurde regeling, geef dan details over die regeling (nummer waaronder de steunmaatregel werd geregistreerd, titel van de regeling, datum goedkeuring door de Commissie):

    F)

    Wanneer de steun/verhoging voor kleine ondernemingen wordt toegekend, bevestig dan dat de begunstigden vallen onder de definitie van kleine ondernemingen uit de wetgeving van de Gemeenschap:

    ja

    G)

    Wanneer de steun/verhoging voor middelgrote ondernemingen wordt toegekend, bevestig dan dat de begunstigden vallen onder de definitie van middelgrote ondernemingen uit de wetgeving van de Gemeenschap:

    ja

    H)

    Indien van toepassing, geef aan welke wisselkoers is gebruikt ten behoeve van deze aanmelding:

    I)

    Alle documenten die door de lidstaten als bijlagen bij het aanmeldingsformulier worden verstrekt, dienen te zijn genummerd en de nummers van de documenten moeten worden aangegeven in het desbetreffende punt van dit formulier.

    2.   Doel van de steun

    A)

    Geef in het licht van de doelstellingen van gemeenschappelijk belang van de richtsnoeren milieusteun (deel 1.2) aan wat de milieudoelstellingen van de aangemelde maatregel zijn. Geef een uitvoerige beschrijving van elk afzonderlijk type steun dat op grond van de aangemelde maatregel zal worden verleend.

    B)

    Indien de aangemelde maatregel in het verleden reeds is toegepast, beschrijf dan de resultaten van die maatregel op het gebied van milieubescherming (vermeld het relevante nummer waaronder de steunmaatregel werd geregistreerd, de datum van goedkeuring van de maatregel door de Commissie en stuur indien mogelijk nationale beoordelingsrapporten voor de maatregel mee):

    C)

    Wanneer het een nieuwe maatregel betreft, beschrijf dan wat de verwachte resultaten zijn en binnen welke termijn deze moeten worden behaald:

    3.   Verenigbaarheid van de steun op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag

    Wanneer meerdere begunstigden bij het als individuele steun aangemelde project betrokken zijn, geef dan de hieronder gevraagde informatie voor elk van deze begunstigden.

    3.1.   Steun voor ondernemingen die verder gaan dan communautaire normen of die bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubescherming doen toenemen  (3)

    3.1.1.   Aard van de gesteunde investeringen, relevante normen

    A)

    Geef aan of de steun wordt verleend voor:

    investeringen waarmee de begunstigde het milieu beter kan beschermen tegen zijn activiteiten en die verder gaan dan de geldende communautaire normen  (4), ongeacht het bestaan van bindende nationale normen die strenger zijn dan de communautaire norm;

    of

    investeringen waarmee de begunstigde het milieu beter kan beschermen tegen zijn activiteiten bij ontstentenis van communautaire normen.

    B)

    Geef uitvoerige informatie, indien relevant inclusief informatie over de desbetreffende communautaire normen:

    C)

    Indien de steun wordt verleend om te voldoen aan een nationale norm die strenger is dan de communautaire normen, vermeld dan de desbetreffende nationale normen en stuur een exemplaar daarvan mee:

    3.1.2.   Steunintensiteiten en verhogingen

    Voor steunregelingen moet de steunintensiteit worden berekend voor elke begunstigde van de steun.

    A)

    Wat is de maximale steunintensiteit voor de aangemelde maatregel (5)? …

    B)

    Wordt de steun toegekend via een reële tenderprocedure (6)?

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan nadere informatie over de tenderprocedure en stuur een exemplaar van de aankondiging of ontwerpaankondiging van de tender mee:

    C)

    Verhogingen:

    Wordt er in de projecten een verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, specificeer deze verhoging hieronder.

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld de hoogte van de toegepaste verhoging (7): …

    Wordt de verhoging voor eco-innovatie (8) toegepast in het kader van de aangemelde maatregel?

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan aan hoe aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    de eco-innovatieve activa of het eco-innovatieve project zijn nieuw of sterk verbeterd ten opzichte van de „state of the art” in de betrokken sector in de Gemeenschap;

    het verwachte voordeel voor het milieu is aanzienlijk hoger dan de verbetering die voortvloeit uit de algemene evolutie van de „state of the art” in vergelijkbare activiteiten;

    het innovatieve karakter van deze activa of projecten houdt in dat — uit technologisch, markt- of financieel oogpunt — de risicograad duidelijk hoger is dan het risico dat doorgaans verbonden is aan vergelijkbare niet-innovatieve activa of projecten.

    Geef nadere informatie waaruit blijkt dat aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan:

    Hoe groot is deze verhoging (9): …

    D)

    Vermeld in het geval van een steunregeling de totale steunintensiteit van de met de aangemelde regeling gesteunde projecten (inclusief de verhogingen) (%): …

    3.1.3.   In aanmerking komende kosten  (10)

    A)

    Bevestigt u dat de in aanmerking komende kosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om het milieu beter te beschermen dan wordt vereist in de communautaire normen?

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met de bescherming van het milieu verband houdende kosten zijn de in aanmerking komende kosten, indien de kosten voor milieu-investeringen duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    de extra investeringskosten worden vastgesteld door vergelijking van de investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering (11);

    en

    de in aanmerking komende kosten moeten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra milieu-investering en die in de eerste vijf jaar van de levensduur van de betrokken investering zijn ontstaan.

    C)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    D)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    E)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (12).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    F)

    Kruis in het geval van investeringen om een hoger niveau van milieubescherming dan de communautaire normen te behalen de desbetreffende verklaringen aan:

    indien de onderneming zich aanpast aan nationale normen die bij ontstentenis van communautaire normen zijn vastgesteld, omvatten de voor steun in aanmerking komende kosten de extra investeringskosten die nodig zijn om het door de nationale normen vereiste niveau van milieubescherming te behalen;

    indien de onderneming zich aanpast aan of verder gaat dan nationale normen die strenger zijn dan de desbetreffende communautaire normen, of verder gaat dan communautaire normen, omvatten de voor steun in aanmerking komende kosten de extra investeringskosten die nodig zijn om het niveau van milieubescherming te behalen dat communautaire normen overtreft (13);

    bij ontstentenis van normen komen de investeringkosten in aanmerking die noodzakelijk zijn om een niveau van milieubescherming te behalen dat hoger is dan het niveau dat zonder enige milieusteun door de betrokken onderneming of ondernemingen zou worden bereikt.

    G)

    Verstrek voor steunregelingen een uitvoerige berekeningsmethodiek aan de hand van de counterfactual situatie, die zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en verstrek relevante bewijsstukken:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en verstrek relevante bewijsstukken:

    3.1.4.   Bijzondere regels inzake de verwerving van nieuwe vervoermiddelen die verder gaan dan communautaire normen of die bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubescherming doen toenemen  (14)

    Gelieve in het geval van steun voor de verwerving van nieuwe vervoermiddelen die verder gaan dan communautaire normen of die bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubescherming doen toenemen, niet alleen de vragen van de punten 3.1 tot en met 3.1.3 te beantwoorden, maar ook de volgende punten te bevestigen:

    A)

    De nieuwe vervoermiddelen voor vervoer per spoor, over de weg, over de binnenwateren en over zee die aan goedgekeurde communautaire normen voldoen, werden verworven vóór de inwerkingtreding ervan en de nieuwe communautaire normen, zodra deze verplicht werden, zijn niet retroactief op reeds aangeschafte vervoermiddelen van toepassing.

    ja

    Verschaf nadere informatie:

    B)

    Voor vernieuwingsoperaties met een milieubeschermingsdoelstelling in de vervoersector:

    de bestaande vervoermiddelen worden aangepast aan milieunormen die nog niet van kracht waren op de dag dat die vervoermiddelen in bedrijf werden genomen;

    of

    de vervoermiddelen zijn niet aan milieunormen onderworpen.

    3.2.   Steun voor vroege aanpassing aan toekomstige communautaire normen  (15)

    3.2.1.   Basisvoorwaarden

    A)

    Bevestig dat de investering ten minste een jaar voor het van kracht worden van de norm is uitgevoerd en afgerond.

    ja

    neen

    Zo ja, geef in het geval van steunregelingen nadere informatie over de wijze waarop de naleving van deze voorwaarde wordt gewaarborgd:

    Zo ja, geef in het geval van individuele steun nadere informatie en verstrek bewijsstukken:

    B)

    Geef nadere informatie over de desbetreffende communautaire normen, waaronder de data die relevant zijn met het oog op de naleving van de voorwaarde van punt A):

    3.2.2.   Steunintensiteiten

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel?

    voor kleine ondernemingen (16): ….

    voor middelgrote ondernemingen (17): …

    voor grote ondernemingen (18): …

    3.2.3.   In aanmerking komende kosten

    A)

    Bevestigt u dat de in aanmerking komende kosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om het door de communautaire norm vereiste niveau van milieubescherming te behalen ten opzichte van het bestaande niveau van milieubescherming dat vóór de invoering van deze norm van toepassing was?

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met de bescherming van het milieu verband houdende kosten zijn de in aanmerking komende kosten, indien de kosten voor milieu-investeringen duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    de extra investeringskosten worden vastgesteld door vergelijking van de investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering  (19);

    en

    de in aanmerking komende kosten moeten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra milieu-investering en die in de eerste vijf jaar van de levensduur van de betrokken investering zijn ontstaan.

    C)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    D)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    E)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat al deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (20).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    F)

    Verstrek voor steunregelingen een uitvoerige berekeningsmethodiek aan de hand van de counterfactual situatie, die zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en verstrek de desbetreffende bewijsstukken:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en verstrek relevante bewijsstukken:

    3.3.   Steun voor milieustudies  (21)

    3.3.1.   Studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om te voldoen aan normen die verder gaan dan communautaire normen, of bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubescherming doen toenemen

    A)

    Bevestig dat de steun wordt toegekend voor studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om te voldoen aan normen die verder gaan dan communautaire normen of om bij ontstentenis van communautaire normen het niveau van milieubeschermingen te doen toenemen.

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan aan voor welke van de onderstaande doelen de investering moet dienen:

    dankzij de investering kan de begunstigde het uit zijn activiteiten voortvloeiende niveau van milieubescherming doen toenemen, door verder te gaan dan de geldende communautaire normen, ongeacht of er bindende nationale normen bestaan die strenger zijn dan de communautaire norm;

    of

    dankzij de investering kan de begunstigde het milieu beter beschermen tegen zijn activiteiten bij ontstentenis van communautaire normen.

    B)

    Geef uitvoerige informatie, indien relevant inclusief informatie over de desbetreffende communautaire normen:

    C)

    Vermeld indien de steun wordt verleend voor studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om te voldoen aan een nationale norm die verder gaat dan de communautaire normen, de desbetreffende nationale norm(en) en stuur een exemplaar daarvan mee:

    D)

    Beschrijf de typen studies waarvoor steun zal worden toegekend:

    3.3.2.   Studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om energie te besparen

    Bevestig dat de steun wordt toegekend voor studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om energie te besparen.

    ja

    neen

    Zo ja, stuur bewijsstukken mee waaruit blijkt hoe het doel van de desbetreffende investering in overeenstemming is met de definitie van energiebesparing uit punt 70, onder 2), van de richtsnoeren milieusteun:

    3.3.3.   Studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om hernieuwbare energie op te wekken

    A)

    Bevestig dat de steun wordt toegekend voor studies die rechtstreeks verband houden met investeringen om hernieuwbare energie op te wekken.

    ja

    neen

    Zo ja, stuur bewijsstukken mee waaruit blijkt hoe het doel van de desbetreffende investering in overeenstemming is met de definitie van de opwekking van hernieuwbare energie uit punt 70, onder 5) en 9), van de richtsnoeren milieusteun:

    B)

    Omschrijf het (de) type(n) hernieuwbare energiebron(nen) dat (die) zal worden gesteund met de investering die verband houdt met de milieustudie en verstrek nadere gegevens:

    3.3.4.   Steunintensiteiten en verhogingen

    A)

    Wat is de maximale steunintensiteit voor de aangemelde maatregel (22)?

    B)

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld dan de hoogte van de toegepaste verhoging (23): …

    3.4.   Steun voor energiebesparing  (24)

    3.4.1.   Basisvoorwaarden

    A)

    Bevestig dat de aangemelde maatregel voldoet aan de definitie van energiebesparing van punt 70, onder 2), van de richtsnoeren milieusteun.

    ja

    B)

    Vermeld de typen maatregelen voor energiebesparing waaraan steun wordt toegekend alsmede het te behalen niveau van energiebesparing en geef nadere bijzonderheden:

    3.4.2.   Investeringssteun

    3.4.2.1.   Steunintensiteiten en verhogingen

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel (25): …

    B)

    Verhogingen:

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld dan de hoogte van de toegepaste verhoging (26): …

    C)

    Wordt de steun toegekend via een reële tenderprocedure (27)?

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan nadere informatie over de tenderprocedure en stuur een exemplaar van de (ontwerp)aankondiging van de tender mee:

    D)

    Vermeld in het geval van een steunregeling de totale steunintensiteit van de met de aangemelde regeling gesteunde projecten (inclusief de verhogingen) ( %):

    3.4.2.2.   In aanmerking komende kosten (28)

    A)

    Bevestig, wat de berekening van de in aanmerking komende kosten betreft, dat de in aanmerking komende kosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om energiebesparingen te behalen die de communautaire normen overtreffen.

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met de energiebesparing verband houdende kosten de in aanmerking komende kosten zijn, wanneer de kosten voor energiebesparing duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    het deel van de investering dat rechtstreeks met energiebesparing verband houdt is vastgesteld door vergelijking van deze investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering (29);

    en

    de in aanmerking komende kosten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra investering voor energiebesparing en die zijn ontstaan in de eerste drie jaar van de levensduur van deze investering in het geval van kmo’s, in de eerste vier jaar in het geval van grote ondernemingen die niet deelnemen aan het EU-systeem inzake CO2-emissiehandel en in de eerste vijf jaar in het geval van grote ondernemingen die wel deelnemen aan het EU-systeem inzake CO2-emissiehandel (30).

    C)

    Kruis in het geval van investeringssteun om een niveau van milieubescherming te behalen dat hoger ligt dan de communautaire normen aan welke van de volgende verklaringen van toepassing is:

    indien de onderneming zich aanpast aan nationale normen die bij ontstentenis van communautaire normen zijn vastgesteld, omvatten de voor steun in aanmerking komende kosten de extra investeringskosten die nodig zijn om het door de nationale normen vereiste niveau van milieubescherming te behalen;

    indien de onderneming zich aanpast aan of verder gaat dan nationale normen die strenger zijn dan de desbetreffende communautaire normen, of verder gaat dan communautaire normen, omvatten de voor steun in aanmerking komende kosten de extra investeringskosten die nodig zijn om het niveau van milieubescherming te behalen dat communautaire normen overtreft (31);

    bij ontstentenis van normen komen de investeringkosten in aanmerking die noodzakelijk zijn om een niveau van milieubescherming te behalen dat hoger is dan het niveau dat zonder enige milieusteun door de betrokken onderneming of ondernemingen zou worden bereikt.

    D)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?,

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    E)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    F)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (32).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    G)

    Verstrek voor steunregelingen aan de hand van verwijzingen naar een counterfactual situatie uitvoerig de berekeningsmethodiek (33) die zal worden toegepast voor alle individuele gevallen waarin steun wordt toegekend op basis van de aangemelde regeling en verstrek de desbetreffende bewijsstukken:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en verstrek relevante bewijsstukken:

    3.4.3.   Exploitatiesteun

    A)

    Verstrek gegevens/berekeningen waaruit blijkt dat de steun is beperkt tot het compenseren van de uit de investering resulterende netto extra productiekosten, waarbij rekening wordt gehouden met de baten die de energiebesparing met zich brengt (34):

    B)

    Voor welke termijn wordt exploitatiesteun toegekend (35)?…

    C)

    Is de steun degressief?

    ja

    neen

    Wat is the steunintensiteit van de:

    degressieve steun (geef de degressie per jaar aan) (36): …

    niet-degressieve steun (37): …

    3.5.   Steun ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen  (38)

    3.5.1.   Basisvoorwaarden

    A)

    Bevestig dat de steun uitsluitend wordt toegekend voor de bevordering van hernieuwbare energiebronnen zoals omschreven in de richtsnoeren milieusteun (39).

    ja

    neen

    B)

    Bevestig in het geval van de bevordering van biobrandstoffen dat de steun uitsluitend verleend wordt voor de bevordering van duurzame biobrandstoffen in de zin van deze richtsnoeren.

    ja

    neen

    C)

    Specificeer de soorten hernieuwbare energiebronnen (40) die met de aangemelde maatregel worden gesteund en geef nadere bijzonderheden:

    3.5.2.   Investeringssteun

    3.5.2.1.   Steunintensiteiten en verhogingen

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor elke hernieuwbare energiebron die met de aangemelde maatregel wordt gesteund (41): …

    B)

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld de hoogte van de toegepaste verhoging (42): …

    C)

    Wordt de steun toegekend via een reële tenderprocedure (43)?

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan nadere informatie over de tenderprocedure en stuur een exemplaar van de (ontwerp)aankondiging van de tender mee:

    D)

    Vermeld in het geval van een steunregeling de totale steunintensiteit van de met de aangemelde regeling gesteunde projecten (inclusief de verhogingen) ( %):

    3.5.2.2.   In aanmerking komende kosten (44)

    A)

    Bevestigt u dat de in aanmerking komende investeringskosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die ten laste van de begunstigde komen ten opzichte van een conventionele elektriciteitscentrale of een traditioneel verwarmingssysteem met dezelfde capaciteit inzake daadwerkelijke energieopwekking?

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met hernieuwbare energie verband houdende kosten zijn de in aanmerking komende kosten, wanneer de kosten voor investeringen in hernieuwbare energie duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    de extra investeringskosten worden vastgesteld door vergelijking van de investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering (45);

    en

    de in aanmerking komende kosten moeten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra investering voor hernieuwbare energiebronnen en die in de eerste vijf jaar van de levensduur van de betrokken investering zijn ontstaan.

    C)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    D)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    E)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (46).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    F)

    Verstrek voor steunregelingen een uitvoerige berekeningsmethodiek aan de hand van de counterfactual situatie, die zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en stuur de relevante bewijsstukken mee:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en stuur relevante bewijsstukken mee:

    3.5.3.   Exploitatiesteun

    Vul afhankelijk van de gekozen beoordeling van exploitatiesteun (47) het desbetreffende deel van dit onderdeel in.

    3.5.3.1.   Optie 1

    A)

    Verstrek voor de looptijd van de aangemelde maatregel de volgende gegevens waaruit blijkt dat de exploitatiesteun wordt toegekend ter compensatie van het verschil tussen de kosten voor het opwekken van energie uit hernieuwbare bronnen en de marktprijs van de betrokken energievorm:

    uitvoerige analyse van de kosten voor het opwekken van energie uit elk van de desbetreffende hernieuwbare bronnen (48):

    uitvoerige analyse van de marktprijs van de desbetreffende vorm van energie:

    B)

    Toon aan dat de steun uitsluitend zal worden verleend zolang de installatie niet volledig werd afgeschreven volgens normale boekhoudregels (49) en geef een uitvoerige analyse van de afschrijving van elk type (50) van de investeringen voor milieubescherming:

    Vermeld voor steunregelingen hoe de naleving van deze voorwaarde zal worden gewaarborgd:

    Geef voor individuele steun een uitvoerige analyse waaruit blijkt dat aan deze voorwaarde wordt voldaan:

    C)

    Om het bedrag aan exploitatiesteun te bepalen, toon aan dat alle investeringssteun die de onderneming voor de nieuwe installatie verleend krijgt, op de productiekosten in mindering wodt gebracht:

    D)

    Valt een normale rendabiliteit ook onder de steun?

    ja

    neen

    Zo ja, verschaf dan nadere informatie en de gegevens/berekening waaruit de normale rendabiliteit blijkt en onderbouw de juistheid van het gekozen tarief:

    E)

    Verstrek voor steun voor de opwekking van hernieuwbare energie uit biomassa, wanneer de exploitatiesteun hoger zou zijn dan het investeringsbedrag, gegevens/bewijsstukken (op basis van berekeningsvoorbeelden voor steunregelingen of uitvoerige berekeningen voor individuele steun) waaruit blijkt dat de totale kosten voor de ondernemingen na afschrijving van de installatie nog steeds hoger zijn dan de marktprijzen van de energie:

    F)

    Beschrijf de precieze steunmechanismen (rekening houdend met bovenstaande eisen), en met name de methoden voor het berekenen van het steunbedrag:

    voor steunregelingen op basis van een (theoretisch) voorbeeld van een in aanmerking komend project:

    Bevestig verder dat de hierboven beschreven berekeningsmethodiek zal worden toegepast in alle gevallen waarin individuele steun wordt toegekend op basis van de aangemelde steunregeling:

    ja

    verstrek voor individuele steun een uitvoerige berekening van het steunbedrag (rekening houdend met bovenstaande eisen):

    G)

    Wat is de looptijd van de aangemelde maatregel?

    De Commissie verleent doorgaans toestemming voor een periode van maximaal 10 jaar. Zo ja, kunt u toezeggen dat u de maatregel binnen 10 jaar opnieuw zult aanmelden?

    ja

    neen

    3.5.3.2.   Optie 2

    A)

    Geef een uitvoerige beschrijving van het groene certificaat- of tendersysteem (met onder meer informatie over de mate waarin het opportuniteitsbeginsel geldt, de rol van de bestuurder, het mechanisme voor de vaststelling van prijzen, het financieringsmechanisme, het boetemechanisme en het mechanisme voor herdistributie):

    B)

    Voor welke termijn geldt de aangemelde maatregel (51)?

    C)

    Verstrek gegevens/berekeningen waaruit blijkt dat de steun van wezenlijk belang is voor de levensvatbaarheid van de hernieuwbare energiebronnen:

    D)

    Verstrek gegevens/informatie waaruit blijkt dat de steun niet uiteindelijk uitmondt in overcompensatie voor duurzame energie:

    E)

    Verstrek gegevens/berekeningen waaruit blijkt dat producenten van hernieuwbare energie door de steun niet minder geneigd zullen zijn om concurrerender te werken:

    3.5.3.3.   Optie 3 (52)

    A)

    Voor welke termijn wordt exploitatiesteun toegekend (53)? …

    B)

    Verstrek voor de looptijd van de aangemelde maatregel de volgende gegevens waaruit blijkt dat de exploitatiesteun wordt toegekend ter compensatie van het verschil tussen de kosten voor het opwekken van energie uit hernieuwbare bronnen en de marktprijs van de betrokken energievorm:

    uitvoerige analyse van de kosten voor het opwekken van energie uit elk van de desbetreffende hernieuwbare bronnen (54):

    uitvoerige analyse van de marktprijs van de desbetreffende vorm van energie:

    C)

    Is de steun degressief?

    ja

    neen

    Wat is the steunintensiteit van de:

    degressieve steun (geef de degressie per jaar aan) (55):

    …;

    niet-degressieve steun (56): …

    3.6.   Steun ten behoeve van warmtekrachtkoppeling (WKK)  (57)

    3.6.1.   Basisvoorwaarden

    Bevestigt u dat de steun ten behoeve van warmtekrachtkoppeling uitsluitend wordt toegekend voor warmtekrachtinstallaties die voldoen aan de definitie van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling uit punt 70, onder 11), van de richtsnoeren milieusteun:

    ja

    neen

    3.6.2.   Investeringssteun

    Bevestig dat:

    de nieuwe warmtekrachtinstallatie in totaal besparingen van primaire energie zal behalen ten opzichte van de gescheiden productie als gedefinieerd in Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (58) en Beschikking 2007/74/EG van de Commissie (59);

    de verbetering van een bestaande warmtekrachtinstallatie of de verbouwing van een bestaande eenheid voor de opwekking van elektriciteit tot een warmtekrachtinstallatie zal resulteren in besparingen van primaire energie ten opzichte van de oorspronkelijke situatie.

    Verstrek nadere gegevens en bewijzen waaruit blijkt dat aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan:

    3.6.2.1.   Steunintensiteiten en verhogingen

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel (60)? …

    B)

    Verhogingen:

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld de hoogte van de toegepaste verhoging (61): …

    C)

    Wordt de steun toegekend via een reële tenderprocedure (62)?

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan nadere informatie over de tenderprocedure en stuur een exemplaar van de (ontwerp)aankondiging van de tender mee:

    D)

    Vermeld in het geval van een steunregeling de totale steunintensiteit van de met de aangemelde regeling gesteunde projecten (inclusief de verhogingen) ( %):

    3.6.2.2.   In aanmerking komende kosten (63)

    A)

    Bevestig dat de in aanmerking komende kosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn voor de bouw van een hoogrenderende warmtekrachtinstallatie.

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met de warmtekrachtkoppeling verband houdende kosten zijn de in aanmerking komende kosten, wanneer de kosten voor investeringen in warmtekrachtkoppeling duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    de rechtstreeks met warmtekrachtkoppeling verband houdende extra investeringskosten worden vastgesteld door vergelijking van de investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering (64);

    en

    de in aanmerking komende kosten moeten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra investering en die in de eerste vijf jaar van de levensduur van de betrokken investering zijn ontstaan.

    C)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    D)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    E)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (65).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    F)

    Verstrek voor steunregelingen een uitvoerige berekeningsmethodiek aan de hand van de counterfactual situatie, die zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en stuur de relevante bewijsstukken mee:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en stuur relevante bewijsstukken mee:

    3.6.3.   Exploitatiesteun

    A)

    Bevestig dat de bestaande warmtekrachtkoppelingsinstallatie voldoet aan zowel de definitie van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling van punt 70, onder 11), van de richtsnoeren milieusteun als het vereiste dat er in totaal primaire besparingen worden behaald ten opzichte van gescheiden productie in de zin van Richtlijn 2004/8/EG en Beschikking 2007/74/EG.

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat de exploitatiesteun voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling uitsluitend wordt toegekend aan:

    ondernemingen die de openbare distributie van warmte en elektriciteit verzorgen, wanneer de productiekosten van de elektriciteit of de warmte hoger zijn dan de markprijs ervan (66);

    voor industrieel gebruik van warmtekrachtkoppeling wanneer kan worden aangetoond dat de kostprijs van een met deze techniek geproduceerde energie-eenheid hoger is dan de marktprijs van een traditionele energie-eenheid (67).

    Geef details en bewijzen waaruit blijkt dat aan de desbetreffende voorwaarde(n) is voldaan:

    3.6.3.1.   Optie 1

    A)

    Verstrek de volgende gegevens waaruit blijkt dat de exploitatiesteun wordt toegekend ter compensatie van het verschil tussen de kosten voor het opwekken van energie in warmtekrachtinstallaties en de marktprijs van de betrokken energievorm:

    uitvoerige analyse van de kosten voor het opwekken van energie in warmtekrachtinstallaties (68):

    uitvoerige analyse van de marktprijs van de desbetreffende vorm van energie:

    B)

    Toon aan dat de steun uitsluitend verleend zal worden zolang de installatie niet volledig werd afgeschreven volgens normale boekhoudregels (69) en geef een uitvoerige analyse van de afschrijving van elke soort investering met het oog op milieubescherming:

    Geef voor steunregelingen aan hoe de naleving van deze voorwaarde wordt gewaarborgd:

    Geef voor individuele steun een uitvoerige analyse waaruit blijkt dat aan deze voorwaarde wordt voldaan:

    C)

    Toon, om het bedrag aan exploitatiesteun te bepalen, aan hoe alle investeringssteun die de onderneming voor de nieuwe installatie verleend krijgt, op de productiekosten in mindering wordt gebracht:

    D)

    Valt een normale rendabiliteit ook onder de steun?

    ja

    neen

    Zo ja, verstrek dan nadere informatie en de gegevens/berekeningen waaruit de normale rendabiliteit blijkt en onderbouw de juistheid van het gekozen tarief:

    E)

    Verstrek voor steunmaatregelen ten behoeve van op biomassa werkende WKK-installaties, wanneer de exploitatiesteun hoger zou zijn dan het investeringsbedrag, gegevens/bewijsstukken (op basis van berekeningsvoorbeelden voor steunregelingen of uitvoerige berekeningen voor individuele steun) waaruit blijkt dat de totale kosten voor de ondernemingen na afschrijving van de installatie nog steeds hoger zijn dan de marktprijzen van de energie:

    F)

    Beschrijf de precieze steunmechanismen (rekening houdend met bovenstaande eisen), en met name de methoden voor het berekenen van het steunbedrag:

    voor steunregelingen op basis van een (theoretisch) voorbeeld van een in aanmerking komend project:

    Bevestig verder dat de hierboven beschreven berekeningsmethodiek zal worden toegepast in alle gevallen waarin individuele steun wordt toegekend op basis van de aangemelde steunregeling:

    ja

    verstrek voor individuele steun een uitvoerige berekening van het steunbedrag (rekening houdend met bovenstaande eisen):

    G)

    Wat is de looptijd van de aangemelde maatregel?

    De Commissie verleent doorgaans toestemming voor een periode van maximaal 10 jaar. Zo ja, kunt u toezeggen dat u de maatregel binnen 10 jaar opnieuw zult aanmelden?

    ja

    neen

    3.6.3.2.   Optie 2

    A)

    Geef een uitvoerige beschrijving van het groene certificaat- of tendersysteem (met onder meer informatie over de mate waarin het opportuniteitsbeginsel geldt, de rol van de bestuurder, het mechanisme voor de vaststelling van prijzen):

    B)

    Voor welke termijn geldt de aangemelde maatregel (70)?

    C)

    Verstrek gegevens/berekeningen waaruit blijkt dat de steun van wezenlijk belang is voor de levensvatbaarheid van de opwekking van energie in warmtekrachtinstallaties:

    D)

    Verstrek gegevens/berekeningen waaruit blijkt dat de steun niet uiteindelijk uitmondt in overcompensatie voor energie die wordt opgewekt in warmtekrachtinstallaties:

    E)

    Verstrek gegevens/berekeningen waaruit blijkt dat producenten van energie uit warmtekrachtkoppeling door de steun niet minder snel geneigd zijn om concurrerender te werken:

    3.6.3.3.   Optie 3

    A)

    Voor welke termijn wordt exploitatiesteun toegekend (71)? …

    B)

    Verstrek voor de looptijd van de aangemelde maatregel de volgende gegevens waaruit blijkt dat de exploitatiesteun wordt toegekend ter compensatie van het verschil tussen de kosten voor het opwekken van energie in warmtekrachtinstallaties en de marktprijs van de betrokken energievorm:

    uitvoerige analyse van de kosten voor het opwekken van energie in warmtekrachtinstallaties:

    uitvoerige analyse van de marktprijs van de desbetreffende vorm van energie:

    C)

    Is de steun degressief?

    ja

    neen

    Wat is the steunintensiteit van de:

    degressieve steun (geef de degressie per jaar aan) (72):

    niet-degressieve steun (73): …

    3.7.   Steun voor energie-efficiënte stadsverwarming  (74)

    3.7.1.   Basisvoorwaarden

    Bevestig dat:

    de milieu-investeringssteun voor energie-efficiënte stadverwarmingsinstallaties zal resulteren in besparingen van primaire energie;

    en

    de begunstigde stadsverwarmingsinstallatie voldoet aan de definitie van een energie-efficiënte stadsverwarming van punt 70, onder 13), van de richtsnoeren milieusteun;

    en

    de gemengde exploitatie van de productie van warmte (alsmede, in het geval van warmtekrachtkoppeling, elektriciteit) en de warmtedistributie in besparingen van primaire energie resulteert;

    of

    de investering is bedoeld voor het gebruik en de distributie van restwarmte ten behoeve van stadsverwarming.

    Geeft in het geval van steunregelingen nadere informatie over de wijze waarop de naleving van deze voorwaarde wordt gewaarborgd:

    Verstrek in het geval van individuele steun nadere gegevens en stuur bewijsstukken mee:

    3.7.2.   Steunintensiteiten en verhogingen

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel (75)? …

    B)

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld de hoogte van de toegepaste verhoging (76): …

    C)

    Wordt de steun toegekend via een reële tenderprocedure (77)?

    ja

    neen

    Zo ja, geef dan nadere informatie over de tenderprocedure en stuur een exemplaar van de (ontwerp)aankondiging van de tender mee:

    D)

    Vermeld in het geval van een steunregeling de totale steunintensiteit van de met de aangemelde regeling gesteunde projecten (inclusief de verhogingen) ( %):

    3.7.3.   In aanmerking komende kosten  (78)

    A)

    Bevestigt u dat de in aanmerking komende kosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om een investering te doen die in energie-efficiënte stadsverwarming resulteert, in vergelijking met de referentie-investering?

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met de energie-efficiënte stadsverwarming verband houdende kosten zijn de in aanmerking komende kosten, wanneer de kosten voor investeringen in warmtekrachtkoppeling duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    de extra investeringskosten worden vastgesteld door vergelijking van de investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering (79);

    en

    de in aanmerking komende kosten moeten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra investering en die in de eerste vijf jaar van de levensduur van de betrokken investering zijn ontstaan.

    C)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    D)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    E)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (80).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    F)

    Vermeld voor steunregelingen een uitvoerige berekeningsmethodiek aan de hand van de counterfactual situatie, die zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en stuur de relevante bewijsstukken mee:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en stuur relevante bewijsstukken mee:

    3.8.   Steun voor afvalbeheer  (81)

    3.8.1.   Algemene voorwaarden

    Bevestig dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    de steun wordt toegekend voor het beheer van afval van andere ondernemingen, met inbegrip van activiteiten van hergebruik, recyclage en terugwinning, in overeenstemming met de hiërarchische classificatie van de beginselen van afvalbeheer (82);

    de investering heeft als doel door andere ondernemingen („vervuilers”) veroorzaakte vervuiling te verminderen en heeft geen betrekking op door de begunstigde van de steun veroorzaakte vervuiling;

    de steun bevrijdt vervuilers niet indirect van lasten die zij volgens het Gemeenschapsrecht moeten dragen of van lasten die als normale ondernemingskosten voor de vervuilers moeten worden beschouwd;

    de investering gaat verder dan„state of the art” (83) of maakt op innovatieve wijze gebruik van conventionele technologieën;

    het behandelde materiaal zou anders bij het afval belanden of op een minder milieuvriendelijke wijze worden behandeld;

    de investering doet niet uitsluitend de vraag naar het te recycleren materiaal toenemen zonder dat de inzameling van dat materiaal toeneemt.

    Verstrek verder nadere gegevens en bewijzen waaruit blijkt dat aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan:

    3.8.2.   Steunintensiteiten

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel (84)? …

    B)

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld de hoogte van de toegepaste verhoging (85): …

    C)

    Vermeld in het geval van een steunregeling de totale steunintensiteit van de met de aangemelde regeling gesteunde projecten (inclusief de verhogingen) ( %):

    3.8.3.   In aanmerking komende kosten  (86)

    A)

    Bevestigt u dat de in aanmerking komende kosten beperkt blijven tot de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn om een investering te doen die leidt tot afvalbeheer en wordt gedragen door de begunstigde, in vergelijking met de referentie-investering, dat wil zeggen een conventionele productie met dezelfde capaciteit waarbij niet aan afvalbeheer wordt gedaan?

    ja

    B)

    Bevestig voorts dat:

    de exacte met het afvalbeheer verband houdende kosten zijn de in aanmerking komende kosten, wanneer de kosten voor investeringen in afvalbeheer duidelijk kunnen worden aangegeven;

    of

    de extra investeringskosten worden vastgesteld door vergelijking van de investering met de counterfactual situatie wanneer geen steun wordt verleend, dus de referentie-investering (87);

    en

    de kosten van een dergelijke referentie-investering moeten op de in aanmerking komende kosten in mindering worden gebracht;

    de in aanmerking komende kosten moeten worden berekend exclusief de exploitatiebaten en exploitatiekosten die betrekking hebben op de extra investering voor afvalbeheer en die in de eerste vijf jaar van de levensduur van de betrokken investering zijn ontstaan.

    C)

    Wat is de vorm van de in aanmerking komende kosten?

    investeringen in materiële activa;

    investeringen in immateriële activa.

    D)

    Vermeld bij investeringen in materiële activa de vorm(en) van de desbetreffende investeringen:

    investeringen in gronden die strikt noodzakelijk zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen;

    investeringen in gebouwen, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in installaties en uitrusting, bedoeld om vervuiling en hinder te beperken of weg te nemen;

    investeringen in aanpassing van productiemethoden om het milieu te beschermen.

    E)

    Bevestig bij investeringen in immateriële activa (overdracht van technologie door verwerving van bedrijfslicenties of geoctrooieerde en niet-geoctrooieerde kennis) dat deze immateriële activa aan de volgende voorwaarden voldoen:

    zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven;

    zij moeten tegen marktvoorwaarden worden verworven van een onderneming waarover de verwerver geen directe of indirecte zeggenschap uitoefent;

    zij moeten bij de activa van de onderneming zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar bij de begunstigde van de steun blijven en door deze worden gebruikt (88).

    Bevestig verder dat bij verkoop van de immateriële activa gedurende deze termijn van vijf jaar:

    de opbrengst van de verkoop op de in aanmerking komende kosten in mindering wordt gebracht;

    en

    dat het steunbedrag in voorkomende gevallen geheel of gedeeltelijk zal worden terugbetaald.

    F)

    Verstrek voor steunregelingen een uitvoerige berekeningsmethodiek aan de hand van de counterfactual situatie, die zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en stuur de relevante bewijsstukken mee:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject aan de hand van de counterfactual situatie en stuur relevante bewijsstukken mee:

    3.9.   Steun voor de sanering van verontreinigde terreinen  (89)

    3.9.1.   Algemene voorwaarden

    Bevestig dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    de investeringssteun ten behoeve van ondernemingen die aantastingen van het milieu herstellen door sanering van verontreinigde terreinen (90) zal resulteren in een betere bescherming van het milieu.

    Beschrijf uitvoerig de desbetreffende verbetering van de milieubescherming. Geef daarbij onder meer, voor zover van toepassing of beschikbaar, informatie over het terrein, het soort vervuiling, een beschrijving van de activiteiten die de vervuiling hebben veroorzaakt, en een beschrijving van de voorgestelde herstelprocedure:

    de vervuiler (91) kan niet worden geïdentificeerd of niet tot het betalen van de kosten worden verplicht.

    Verstrek nadere gegevens en bewijzen waaruit blijkt dat aan bovenstaande voorwaarde wordt voldaan:

    3.9.2.   Steunintensiteiten en in aanmerking komende kosten

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel (92)? …

    B)

    Bevestig dat het totale bedrag van de steun in geen geval hoger zal zijn dan de werkelijke kosten van de sanering:

    ja

    C)

    Specificeer de kosten van de sanering (93):

    D)

    Bevestig dat de waardestijging van de grond in mindering wordt gebracht op de in aanmerking komende kosten:

    ja

    Verschaf nadere informatie over de wijze waarop dit wordt gewaarborgd:

    E)

    Vermeld voor steunregelingen een berekeningsmethodiek die in overeenstemming is met bovenstaande uitgangspunten en zal worden toegepast voor alle gevallen waarin individuele steun wordt verleend op basis van de aangemelde regeling, en verstrek relevante bewijsstukken:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten van het aangemelde investeringsproject die in overeenstemming is met bovengenoemde uitgangspunten en verstrek relevante bewijsstukken:

    3.10.   Steun voor verhuizing van ondernemingen  (94)

    3.10.1.   Algemene voorwaarden

    A)

    Bevestig dat:

    de verandering van locatie is ingegeven door milieu- of preventieoverwegingen en het gevolg zijn van een administratief of gerechtelijk bevel tot verhuizing van een bevoegde overheid, dan wel zijn overeengekomen tussen de onderneming en de bevoegde overheid;

    de onderneming in het nieuwe vestigingsgebied aan de strengste milieunormen voldoet.

    Verstrek nadere gegevens en bewijzen waaruit blijkt dat aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan:

    B)

    Bevestig dat de begunstigde:

    als onderneming is gevestigd is in een stedelijke omgeving of in speciale beschermingszone aangewezen krachtens Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (95) en overeenkomstig de wet een activiteit uitoefent die een aanzienlijke vervuiling meebrengt en, wegens die locatie, haar vestigingsplaats moet verlaten om zich in een geschikter gebied te vestigen;

    of

    een inrichting of installatie is die valt binnen de werkingssfeer van de Seveso II-richtlijn (96).

    Verschaf nadere informatie en bewijzen:

    3.10.2.   Steunintensiteiten en in aanmerking komende kosten

    A)

    Wat is de basissteunintensiteit voor de aangemelde maatregel (97)? …

    B)

    Wordt er in het kader van de aangemelde maatregel een kmo-verhoging toegekend?

    ja

    neen

    Zo ja, vermeld de hoogte van de toegepaste verhoging (98): …

    C)

    Verschaf nadere informatie en de desbetreffende bewijzen (indien van toepassing) over de volgende met de steun voor verhuizing verband houdende elementen:

    a)

    baten:

    de opbrengst van de verkoop of verhuring van de verlaten installaties en terreinen:

    de eventueel betaalde onteigeningsvergoeding:

    andere baten die verband houden met de verplaatsing van de installaties, meer bepaald de baten die voortvloeien uit een met de verplaatsing gepaard gaande verbetering van de gebruikte technologie, alsmede de boekhoudkundige baten die verband houden met de waardering van de installaties:

    investeringen die verband houden met een eventuele capaciteitsverhoging:

    andere mogelijke baten:

    b)

    kosten:

    de kosten van de aankoop van een terrein, de bouw of de aankoop van nieuwe installaties met een capaciteit die gelijk is aan die van de verlaten installaties:

    wanneer het administratieve of gerechtelijke besluit waarin de verhuizing wordt gelast, tot gevolg heeft dat een huurovereenkomst voor terreinen of gebouwen vroegtijdig wordt beëindigd: de eventuele dwangsommen welke door de onderneming verschuldigd zijn wegens de ontbinding van de overeenkomst:

    andere mogelijke kosten:

    D)

    Geef voor steunregelingen een berekeningsmethodiek (bijvoorbeeld op basis van een theoretisch voorbeeld) voor in aanmerking komende kosten/steunbedrag, inclusief de kosten-/batenposten als genoemd onder C), die zal worden toegepast in alle gevallen waarin individuele steun wordt toegekend op basis van de aangemelde regeling:

    Geef voor individuele steunmaatregelen een uitvoerige berekening van de in aanmerking komende kosten/het steunbedrag voor het aangemelde investeringsproject, inclusief de kosten-/batenposten als genoemd onder C), en stuur relevante bewijsstukken mee:

    3.11.   Met regelingen inzake verhandelbare vergunningen gemoeide steun  (99)

    A)

    Beschrijf uitvoerig de regeling inzake verhandelbare vergunningen. Vermeld onder meer de doelstellingen, de toekenningsmethodiek, de betrokken overheden/instellingen, de rol van de staat, de begunstigden en de procedurele aspecten:

    B)

    Leg uit hoe:

    de regeling inzake verhandelbare vergunningen zo is opgezet dat milieudoelstellingen worden behaald die verder gaan dan die welke op grond van de voor de betrokken ondernemingen bindende communautaire normen zouden moeten worden behaald;

    de toekenning op een transparante wijze plaatsvindt en is gebaseerd op objectieve criteria en op gegevensbronnen van de hoogst beschikbare kwaliteit;

    het totale aantal verhandelbare vergunningen of quota dat aan elke onderneming wordt toegekend tegen een prijs onder hun marktwaarde niet meer bedraagt dan haar verwachte behoeften, zoals geschat zonder handelsregeling;

    de toekenningsmethodiek niet bepaalde ondernemingen of sectoren begunstigt.

    In geval de toekenningsmethodiek bepaalde ondernemingen of sectoren begunstigt, leg dan uit hoe dit gerechtvaardigd is door de milieulogica van de regeling zelf of dat dergelijke regels noodzakelijk zijn voor de coherentie met ander milieubeleid:

    Leg voorts uit hoe:

    nieuwkomers in beginsel geen vergunningen en quota’s krijgen tegen voordeligere voorwaarden dan de bestaande ondernemingen die op dezelfde markten actief zijn:

    het verlenen van meer rechten aan bestaande installaties dan aan nieuwkomers niet mag resulteren in het opwerpen van ontoelaatbare toegangsdrempels:

    Verstrek nadere gegevens en bewijzen waaruit blijkt dat aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan:

    C)

    Bevestig dat de volgende criteria (100) in de regeling zijn gerespecteerd:

    de keuze van de begunstigden is gebaseerd op objectieve en transparante criteria en de steun wordt in beginsel op dezelfde wijze verleend voor alle concurrenten in dezelfde sector/relevante markt wanneer zij zich in dezelfde feitelijke toestand bevinden;

    en

    volledige veiling leidt tot aanzienlijk hogere productiekosten voor elke sector of categorie van individuele begunstigden;

    en

    de kostenstijging door de regeling van verhandelbare vergunningen kan niet aan klanten doorberekend worden zonder dat dit leidt tot aanzienlijke omzetverminderingen (101);

    en

    de best presterende techniek in de EER werd gebruikt als benchmark voor de hoogte van de toegekende uitkering.

    Verschaf nadere informatie waaruit blijkt hoe deze criteria worden toegepast.

    4.   Stimulerend effect en noodzaak van de steun  (102)

    4.1.   Algemene voorwaarden

    A)

    Is met het (de) gesteunde project(en) een aanvang gemaakt voordat de aanvraag voor de steun door de begunstigde(n) werd ingediend bij de nationale overheid?

    ja

    neen

    Zo ja, dan is de Commissie van oordeel dat de steun voor de begunstigde geen stimulerend effect heeft (103).

    B)

    Zo neen, vermeld de desbetreffende data:

    Het milieuproject is van start gegaan op: …

    De steunaanvraag is door de begunstigde bij de nationale autoriteiten ingediend op: …

    Stuur de desbetreffende ondersteunende documenten mee.

    4.2.   Beoordeling van het stimulerende effect

    Indien de steun wordt toegekend

    aan ondernemingen die geen kmo zijn,

    aan kmo’s maar moet worden beoordeeld volgens de nadere beoordeling,

    verlangt de Commissie dat het stimulerende effect door middel van een beoordeling wordt aangetoond. Ga naar de volgende vragen. In alle overige gevallen is de Commissie van mening dat bij de desbetreffende maatregel automatisch is voldaan aan het criterium van het stimulerende effect.

    4.2.1.   Algemene voorwaarden

    Als het nodig is een stimulerend effect aan te tonen voor meerdere begunstigden die in het aangemelde project deelnemen, geef dan de hieronder gevraagde informatie voor elk van de begunstigden.

    Om het stimulerende effect te kunnen nagaan, verlangt de Commissie een beoordeling door de lidstaat om aan te tonen dat zonder de steun, dus in de counterfactual situatie, niet zou zijn gekozen voor het milieuvriendelijker alternatief. Vul onderstaande vragen in

    4.2.2.   Criteria

    A)

    Toon aan hoe de counterfactual situatie geloofwaardig is:

    B)

    Zijn de in aanmerking komende kosten berekend volgens de methodiek van de punten 81, 82 en tot83 van de richtsnoeren milieusteun?

    ja

    neen

    Verstrek nadere gegevens en bewijzen waaruit de gebruikte methodiek blijkt:

    C)

    Zou de investering zonder de steun voldoende rendabel zijn geweest?

    ja

    neen

    Geef details en bewijzen omtrent het desbetreffende rendement (104):

    5.   Verenigbaarheid van steun op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het EG-verdrag

    Steun voor milieubescherming om de verwezenlijking van een belangrijk project  (105) van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen, kan op grond van artikel 87, lid 3, onder b), van het EG-Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard.

    5.1.   Algemene voorwaarden (cumulatief)

    A)

    Geef details en bewijzen omtrent de voorwaarden voor uitvoering van het aangemelde project, waaronder deelnemers, doelstellingen en effecten van het project en de middelen om deze doelstellingen te behalen (106):

    B)

    Bevestig dat:

    het project van gemeenschappelijk Europees belang is (107): dus concreet, voorbeeldig en duidelijk bijdraagt aan het belang van de Gemeenschap op het gebied van milieubescherming (108);

    en

    het met de projectdoelstelling bereikte voordeel niet beperkt blijft tot één lidstaat of de lidstaten die het project ten uitvoer leggen, maar een effect heeft op de Gemeenschap als geheel (109);

    en

    het project een belangrijke bijdrage levert aan het behalen van de doelstellingen van de Gemeenschap.

    Geef details en bewijzen:

    C)

    Geef details en bewijzen waaruit blijkt dat de steun noodzakelijk is EN de uitvoering van het project stimuleert:

    D)

    Geef details en bewijzen waaruit blijkt dat met het project een groot risico gemoeid is:

    E)

    Geef details en bewijzen waaruit blijk dat het project van groot belang is wat de omvang ervan betreft (110):

    F)

    Vermeld de eigen bijdrage (111) van de begunstigde aan het project:

    G)

    Vermeld de lidstaten waaruit de bij het aangemelde project betrokken ondernemingen afkomstig zijn (112).

    5.2.   Beschrijving van het project

    Geef een uitvoerige beschrijving van het project, met onder meer de structuur/organisatie, begunstigden, begroting, steunbedrag, steunintensiteit (113), desbetreffende investeringen en in aanmerking komende kosten. Als richtsnoer kunt u deel 3 van dit formulier gebruiken.

    6.   Steun in de vorm van verlagingen of vrijstellingen van milieubelastingen

    6.1.   Algemene voorwaarden

    A)

    Leg uit hoe de belastingverlaging of -vrijstelling indirect bijdraagt aan de verbetering van het niveau van milieubescherming en motiveer waarom de belastingverlagingen en belastingvrijstellingen niet ten koste gaan van de nagestreefde algemene doelstelling:

    B)

    Bevestig voor verlagingen of vrijstellingen van geharmoniseerde belastingen op Gemeenschapsniveau dat:

    de steun wordt toegekend voor een periode van ten hoogste 10 jaar;

    en

    dat de begunstigden ten minste het bij de desbetreffende toepasselijke richtlijn (114) vastgestelde communautaire minimumbelastingniveau betalen.

    Verstrek voor elke categorie begunstigden bewijsstukken met betrekking tot de te betalen minimumbelasting (het werkelijk betaalde tarief, bij voorkeur in euro en in dezelfde eenheden als in de toepasselijke wetgeving van de Gemeenschap):

    zij verenigbaar zijn met de desbetreffende toepasselijke communautaire wetgeving en voldoen aan de daarin vastgestelde beperkingen en voorwaarden:

    Verwijs naar de desbetreffende bepaling(en) en verstrek de desbetreffende bewijzen:

    C)

    Bevestig voor verlagingen of vrijstellingen van milieubelastingen die niet zijn geharmoniseerd of voor belastingen die wel zijn geharmoniseerd maar waarvoor begunstigden minder betalen dan het laagste communautaire belastingtarief dat de steun voor maximaal 10 jaar wordt verleend:

    ja

    neen

    Geef voorts:

    een uitvoerige beschrijving van de sector(en) waarvoor de vrijstelling geldt:

    voor elke sector informatie over de best presterende technieken binnen de EER met betrekking tot de door de belasting nagestreefde vermindering van milieuschade:

    een lijst van de 20 grootste begunstigden die onder de vrijstellingen/verlagingen vallen, alsmede een uitvoerige beschrijving van hun situatie, waaronder met name hun omzet en marktaandeel en de hoogte van de belastinggrondslag:

    6.2.   Noodzaak van de steun

    Bevestig dat:

    de keuze van de begunstigden is gebaseerd op objectieve en transparante criteria en de steun in beginsel op dezelfde wijze wordt verleend voor alle concurrenten in dezelfde sector/relevante markt wanneer zij zich in dezelfde feitelijke toestand bevinden;

    en

    de milieubelasting zonder verlaging zou leiden tot een aanzienlijke toename van de productiekosten voor elke sector of categorie van individuele begunstigden (115);

    en

    de aanzienlijke toename van de productiekosten niet kan worden afgewenteld op de klanten zonder dat dit leidt tot aanzienlijk omzetverlies (116).

    Verstrek bewijzen voor de inachtneming van bovenstaande voorwaarden:

    6.3.   Evenredigheid van de steun

    Geef aan welke van de onderstaande voorwaarden wordt vervuld:

    A)

    Bevat de regeling criteria die waarborgen dat elke individuele begunstigde een deel van de nationale belasting betaalt dat grotendeels equivalent is aan de milieuprestatie van elke individuele begunstigde in vergelijking met de prestatie van de best presterende techniek in de EER?

    ja

    neen

    Verstrek nadere gegevens en bewijzen waaruit blijkt dat aan bovenstaande voorwaarde wordt voldaan:

    B)

    Betalen begunstigden ten minste 20 % van de nationale belasting?

    ja

    neen

    Zo neen, toon dan aan hoe een lager tarief kan worden gerechtvaardigd in het licht van een beperkte concurrentieverstoring:

    C)

    Worden de verlagingen of vrijstellingen afhankelijk gesteld van het sluiten van overeenkomsten tussen de lidstaat en de begunstigde ondernemingen of ondernemersverenigingen?

    ja

    neen

    Zo ja, verschaf dan nadere informatie en bewijzen waaruit blijkt dat de ondernemingen of de ondernemersverenigingen zich ertoe verbinden de milieubeschermingsdoelstellingen te verwezenlijken die dezelfde gevolgen hebben als i) de belastingheffing die is gekoppeld aan milieuprestaties (117), of ii) 20 % van de nationale belastingheffing (118), of iii) wanneer het communautaire minimum belastingtarief wordt toegepast:

    Bevestig verder dat:

    de inhoud van deze overeenkomsten door elke lidstaat via onderhandelingen is vastgesteld en de doelstellingen specificeert en een tijdschema voor het behalen van die doelstellingen vastlegt;

    de lidstaat een onafhankelijke en tijdige monitoring van de in die overeenkomsten aangegane verbintenissen garandeert;

    deze overeenkomsten periodiek zullen worden herzien in het licht van technologische en andere ontwikkelingen en effectieve strafbepalingen bevatten die van toepassing zijn wanneer de verbintenissen niet worden nagekomen.

    Beschrijf per sector de doelen en het tijdschema en de regelingen voor monitoring en herziening (bijvoorbeeld door wie en met welke termijnen) alsmede de regelingen voor sancties:

    7.   Criteria voor een nadere beoordeling  (119)

    Geef aan of de aangemelde maatregel onder een van de volgende categorieën steun valt:

    voor maatregelen die vallen onder een groepsvrijstellingsverordening, werd de zaak bij de Commissie aangemeld omdat een groepsvrijstellingsverordening een verplichting oplegt om steun individueel aan te melden;

    investeringssteun, wanneer de steun meer bedraagt dan 7,5 miljoen euro per onderneming (zelfs wanneer de steun in het kader van een goedgekeurde steunregeling wordt verleend);

    exploitatiesteun voor energiebesparing, wanneer de steun meer bedraagt dan 5 miljoen euro per onderneming gedurende vijf jaar;

    exploitatiesteun voor de opwekking van duurzame elektriciteit en/of voor duurzame warmtekrachtkoppeling, wanneer de steun wordt verleend aan inrichtingen voor de productie van duurzame elektriciteit op locaties waar de uiteindelijke capaciteit om uit hernieuwbare energiebronnen elektriciteit op te wekken, meer dan 125 MW bedraagt;

    exploitatiesteun voor de productie van biobrandstof, wanneer de steun wordt verleend aan inrichtingen voor de productie van biobrandstof op locaties waar de uiteindelijke productie meer dan 150 000 t per jaar bedraagt;

    exploitatiesteun voor warmtekrachtkoppeling, wanneer de steun wordt verleend aan een warmtekrachtkoppelingsinstallatie waarvan de uiteindelijke capaciteit om via warmtekrachtkoppeling elektriciteit op te wekken meer dan 200 MW bedraagt (120);

    exploitatiesteun voor nieuwe installaties voor de opwekking van hernieuwbare energie op basis van een berekening van de externe kosten die aldus worden vermeden (121).

    Verstrek in dit geval een vergelijkende, beredeneerde en gekwantificeerde kostenanalyse, met een beoordeling van de externe kosten van concurrerende energieproducenten, zodat aangetoond wordt dat de steun daadwerkelijk een compensatie is voor de vermeden externe kosten (122).

    Als de aangemelde maatregel in ten minste een van bovenstaande steuncategorieën valt, wordt zij nader beoordeeld en moet aanvullende informatie worden verstrekt om de Commissie in staat te stellen een nadere beoordeling uit te voeren (deel 8 van dit formulier).

    8.   Aanvullende informatie voor nadere beoordeling  (123)

    Wanneer meerdere begunstigden aan het nader te beoordelen aangemelde project deelnemen, verstrek dan onderstaande gegevens voor elk van deze begunstigden. In dat geval moet u echter nog steeds in de vorige delen van dit formulier een volledige beschrijving geven van het aangemelde project, inclusief alle deelnemers.

    8.1.   Algemene opmerkingen

    Deze nadere beoordeling moet ervoor zorgen dat hoge steunbedragen voor milieusteun de mededinging niet zodanig verstoren dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad, maar dat zij daadwerkelijk tot het gemeenschappelijk belang bijdragen. Dit is het geval wanneer de voordelen van staatssteun, wat extra milieuvoordelen betreft, opwegen tegen de ongunstige gevolgen voor de mededinging en het handelsverkeer  (124).

    De nadere beoordeling wordt gemaakt op basis van de in de delen 5.2.1 en 5.2.2 van de richtsnoeren milieusteun vermelde positieve en negatieve elementen, die worden gebruikt naast de in hoofdstuk 3 van de richtsnoeren milieusteun uiteengezette criteria.

    Hieronder volgen aanwijzingen over het soort gegevens dat de Commissie kan opvragen om aan de hand daarvan een nadere beoordeling te verrichten. Deze aanwijzingen moeten de beschikkingen en de motivering van de Commissie transparant en voorzienbaar maken om voorspelbaarheid en rechtszekerheid te waarborgen. De lidstaten dienen alle gegevens te verstrekken die zij voor de beoordeling van de maatregel dienstig achten.

    De lidstaten dienen zich met name te baseren op de hieronder vermelde informatiebronnen. Geef aan of deze ondersteunende documenten bij de aanmelding zijn gevoegd:

    beoordeling van eerdere staatssteunregelingen of -maatregelen;

    door de steunverlenende autoriteit gemaakte effectbeoordelingen;

    andere studies over de bescherming van het milieu.

    8.2.   Bestaan van marktfalen  (125)

    A)

    Beschrijf de verwachte bijdrage van de maatregel aan de milieubescherming (in kwantificeerbare termen) en stuur bewijsstukken mee:

    B)

    Beschrijf het nagestreefde niveau van milieubescherming, in vergelijking met bestaande communautaire normen en/of normen in andere lidstaten en stuur ondersteunende documenten mee:

    C)

    Verstrek in het geval van steun voor de aanpassing aan nationale normen welke verder gaan dan communautaire normen de volgende gegevens en stuur de eventueel relevante ondersteunende documenten mee:

    aard, soort en locatie van de belangrijkste concurrenten van de begunstigde van de steun:

    de kosten van de toepassing van de nationale norm (of regelingen inzake verhandelbare vergunningen) voor de begunstigde van de steun ingeval geen steun is verleend:

    de comparatieve kosten van de tenuitvoerlegging van die normen voor de belangrijkste concurrenten van de begunstigde van de steun.

    8.3.   Passend instrument  (126)

    Geef aan op welke grondslag de lidstaat heeft besloten tot het gebruik van een selectief instrument zoals staatssteun om de milieubescherming uit te breiden en verschaf ondersteunende documenten:

    effectbeoordeling van de voorgenomen maatregel;

    vergelijking met andere beleidsopties die de lidstaat heeft overwogen;

    bewijs dat het beginsel dat de vervuiler betaalt wordt nageleefd;

    overige: …

    8.4.   Stimulerend effect en noodzaak van de steun  (127)

    Vermeld naast de berekening van de extra kosten als omschreven in hoofdstuk 3 van de richtsnoeren milieusteun het volgende.

    A)

    Lever bewijsmateriaal van de specifieke maatregel(en) (128) die zonder steun niet door de onderneming waren ondernomen (de counterfactual situatie) en verschaf ondersteunende documenten:

    B)

    Ten minste een van de volgende onderdelen moet aanwezig zijn om aan te tonen wat het verwachte milieu-effect zal zijn van de verandering in gedrag. Kruis aan welke relevant zijn voor de aangemelde maatregel en verschaf ondersteunende documenten:

    een toename van het niveau van milieubescherming;

    een snellere toepassing van toekomstige normen.

    C)

    De volgende elementen kunnen worden gebruikt om een stimulerend effect aan te tonen. Kruis aan welke relevant zijn voor de aangemelde maatregel en verschaf ondersteunende documenten (129):

    productievoordelen;

    marktsituatie;

    eventuele toekomstige verplichte normen (als op gemeenschapsniveau nog wordt onderhandeld over de invoering van nieuwe of strengere bindende normen die met de desbetreffende maatregel wordt nagestreefd);

    risiconiveau;

    mate van winstgevendheid.

    D)

    Verschaf in het geval van steun die wordt toegekend aan ondernemingen die zich aanpassen aan een nationale norm die verder gaat dan communautaire normen of die is vastgesteld bij ontstentenis van communautaire normen, informatie en ondersteunende documenten waaruit blijkt dat de begunstigde aanzienlijk hogere kosten had moten maken en niet in staat zou zijn geweest de kosten te dragen van de onmiddellijke toepassing van nationale normen:

    8.5.   Evenredigheid van de steun  (130)

    A)

    Geef een juiste berekening van de in aanmerking komende kosten, waaruit blijkt dat deze wel degelijk beperkt zijn tot de extra kosten die noodzakelijk zijn om het niveau van milieubescherming te behalen:

    B)

    Werden de begunstigden geselecteerd in een open selectieprocedure?

    ja

    neen

    Verschaf nadere informatie (131) en ondersteunende documenten:

    C)

    Licht toe hoe ervoor wordt gezorgd dat de steun tot het noodzakelijke minimum wordt beperkt en verschaf ondersteunende documenten:

    8.6.   Beoordeling van de verstoring van de mededinging en het handelsverkeer  (132)

    8.6.1.   Relevante markten en gevolgen voor het handelsverkeer

    A)

    Geef aan of de steun van invloed kan zijn op de concurrentie tussen ondernemingen op een bepaalde productmarkt.

    ja

    neen

    Specificeer de productmarkten waarop de steun mogelijk van invloed is (133):

    B)

    Vermeld voor elk van deze markten het marktaandeel dat de begunstigde ongeveer bezit:

    Vermeld voor elk van deze markten het marktaandeel dat de andere bedrijven die op de markt opereren, ongeveer bezitten. Noem zo mogelijk de bijbehorende Herfindal-Hirschman Index (HHI):

    C)

    Beschrijf de structuur en dynamiek van de relevante markten en verschaf ondersteunende documenten:

    D)

    Verschaf, indien van toepassing, informatie over de gevolgen voor het handelsverkeer (verplaatsing van handelsstromen en locaties van economische activiteiten):

    E)

    Bij haar beoordeling van de vraag hoe waarschijnlijk het is dat de begunstigde dankzij de steun zijn omzet zal kunnen doen toenemen of handhaven, neemt de Commissie met name de volgende elementen in aanmerking. Kruis aan voor welk element ondersteunende documenten worden verstrekt (134):

    vermindering van of compensatie voor kosten per geproduceerde eenheid;

    milieuvriendelijker productieprocessen;

    nieuw product.

    8.6.2.   Dynamische prikkels/crowding out

    Bij haar beoordeling van de effecten die de steun heeft op de dynamische investeringsprikkels voor de concurrenten, kijkt de Commissie naar de volgende elementen (135). Kruis aan voor welk element ondersteunende documenten worden verstrekt:

    steunbedrag;

    frequentie van de steun;

    duur van de steun;

    geleidelijke afbouw van de steun;

    bereidheid om aan toekomstige normen te voldoen;

    niveau van de verplichte normen in relatie tot de milieudoelstellingen;

    risico op kruissubsidiëring;

    technologische neutraliteit;

    concurrerende innovatie.

    8.6.3.   Het in stand houden van ondoelmatige ondernemingen  (136)

    Bij haar beoordeling van de effecten van de steun kijkt de Commissie naar de volgende elementen, om te voorkomen dat de steun wordt gebruikt voor het onnodig ondersteunen van ondernemingen die door hun lage efficiëntie niet in staat zijn om zich aan te passen aan milieuvriendelijkere normen en technologieën. Geef aan voor welk element nadere informatie en ondersteunende documenten worden verschaft:

    type begunstigde;

    overcapaciteit in de sector waarop de steun is gericht;

    normaal gedrag in de sector waarop de steun is gericht;

    relatief belang van de steun;

    selectieprocedure;

    selectiviteit.

    8.6.4.   Marktmacht/uitsluitingspraktijken  (137)

    Bij haar beoordeling van de effecten die de steun heeft op de marktmacht van de begunstigde, kijkt de Commissie naar de volgende elementen. Kruis aan voor welk element ondersteunende documenten worden verschaft:

    marktmacht van de begunstigde van de steun en marktstructuur;

    nieuwe toetreding tot de markt;

    productdifferentiatie en prijsdiscriminatie;

    kopersmacht.

    8.6.5.   Gevolgen voor het handelsverkeer en voor de locatie  (138)

    Toon aan dat de steun niet doorslaggevend was voor de keuze van de locatie voor de investering:

    9.   Cumulering  (139)

    A)

    Wordt de steun die wordt toegekend in het kader van de aangemelde maatregel gecumuleerd met andere steun (140)?

    ja

    neen

    B)

    Zo ja, omschrijf de op de aangemelde steunmaatregel van toepassing zijnde cumuleringsregels:

    C)

    Preciseer hoe de naleving van de cumuleringsregels zal worden gecontroleerd in het kader van de aangemelde steunmaatregel:

    10.   Rapportage en monitoring  (141)

    10.1.   Jaarlijkse rapportage

    Neem er nota van dat deze rapportageverplichting de verplichting van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 onverlet laat.

    Zegt u toe de Commissie jaarlijks verslagen over de tenuitvoerlegging van de aangemelde maatregel voor milieusteun te zullen overleggen, die voor grote ondernemingen voor elke goedgekeurde regeling alle onderstaande elementen dienen te bevatten:

    de namen van de begunstigden;

    het steunbedrag per begunstigde;

    de steunintensiteit;

    de beschrijving van de doelstelling van de maatregel en het type milieubescherming dat daarmee wordt bevorderd;

    de economische sectoren waarin de gesteunde projecten ten uitvoer worden gelegd;

    een toelichting over de wijze waarop het criterium „stimulerend effect” is gerespecteerd.

    ja

    Zegt u toe in het geval van belastingvrijstellingen of -verlagingen jaarlijks verslagen te zullen overleggen die onderstaande elementen dienen te bevatten:

    de wettelijke en/of bestuursrechtelijke tekst(en) waarmee de steun wordt ingesteld;

    een nader overzicht van de categorieën ondernemingen die de belastingvrijstelling of belastingverlaging genieten;

    een nader overzicht van de economische sectoren waarin de impact van deze belastingvrijstellingen of belastingverlagingen het grootst is.

    ja

    10.2.   Monitoring en beoordeling

    A)

    Zegt u toe gedetailleerde dossiers over de steunverlening bij te houden die alle informatie bevatten die nodig is om aan te tonen dat de in aanmerking komende kosten en de maximaal toegestane steunintensiteit in acht zijn genomen.

    ja

    B)

    Zegt u toe de onder A) genoemde gedetailleerde dossiers gedurende tien jaar vanaf de datum van steunverlening te bewaren.

    ja

    C)

    Zegt u toe de onder A) genoemde dossiers op verzoek van de Commissie mee te delen.

    ja

    11.   Overige informatie

    Vermeld alle overige informatie die u noodzakelijk acht voor een beoordeling van de desbetreffende maatregel(en) op basis van de richtsnoeren milieusteun.”


    (1)  PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1. Voor meer informatie over het gebruik van dit formulier in de sectoren landbouw en visserij, zie deel 2.1 (punten 59 en 61) van de richtsnoeren milieusteun.

    (2)  Opmerking: de delen 4, 7 en 8 hoeven niet ingevuld te worden indien het gaat om verlagingen of vrijstellingen van milieubelasting die onder hoofdstuk 4 van de richtsnoeren milieusteun vallen.

    (3)  Zie punt 3.1.1 van de richtsnoeren milieusteun.

    (4)  Steun wordt mogelijk niet verleend wanneer die is bedoeld om ondernemingen zich te laten conformeren aan reeds vastgestelde maar nog niet van toepassing zijnde communautaire normen.

    (5)  De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 50 % van de in aanmerking komende investeringskosten.

    (6)  Voor nadere bijzonderheden over de vereiste reële tenderprocedure, zie punt 77 van de richtsnoeren milieusteun.

    (7)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (8)  Zie voor meer informatie punt 78 van de richtsnoeren milieusteun.

    (9)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt.

    (10)  Zie voor nadere informatie de punten 80 tot en met 84 van de richtsnoeren milieusteun.

    (11)  De juiste counterfactual wordt gevormd door de kosten van een technisch vergelijkbare investering die het milieu minder goed beschermt (volgens eventueel bestaande bindende communautaire normen) en die waarschijnlijk zou worden gedaan wanneer geen steun zou worden toegekend. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (12)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (13)  Kosten die verband houden met investeringen om het door communautaire normen vereiste beschermingsniveau te behalen, komen niet voor steun in aanmerking.

    (14)  Zie punt 3.1.2 van de richtsnoeren milieusteun.

    (15)  Zie punt 3.1.3 van de richtsnoeren milieusteun.

    (16)  De maximale steunintensiteit bedraagt 25 % wanneer de investering meer dan drie jaar vóór de datum voor de verplichte omzetting of vóór de datum van inwerkingtreding ten uitvoer wordt gelegd en afgerond, en 20 % wanneer de investering tussen één en drie jaar vóór de datum van verplichte omzetting of van inwerkingtreding ten uitvoer wordt gelegd en wordt afgerond.

    (17)  De maximale steunintensiteit bedraagt 20 % wanneer de investering meer dan drie jaar vóór de datum voor de verplichte omzetting of vóór de datum van inwerkingtreding ten uitvoer wordt gelegd en afgerond, en 15 % wanneer de investering tussen één en drie jaar vóór de datum van verplichte omzetting of van inwerkingtreding ten uitvoer wordt gelegd en wordt afgerond.

    (18)  De maximale steunintensiteit bedraagt 15 % wanneer de investering meer dan drie jaar vóór de datum voor de verplichte omzetting of vóór de datum van inwerkingtreding ten uitvoer wordt gelegd en afgerond, en 10 % wanneer de investering tussen één en drie jaar vóór de datum van verplichte omzetting of van inwerkingtreding ten uitvoer wordt gelegd en wordt afgerond.

    (19)  De juiste counterfactual wordt gevormd door de kosten van een technisch vergelijkbare investering die het milieu minder goed beschermt en die waarschijnlijk zou worden gedaan wanneer geen steun zou worden toegekend. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (20)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (21)  Zie punt 3.1.4 van de richtsnoeren milieusteun.

    (22)  De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 50 % van de kosten van de studie.

    (23)  Wanneer de studie ten behoeve van een kmo wordt gemaakt, kan de steunintensiteit worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (24)  Zie punt 3.1.5 van de richtsnoeren milieusteun.

    (25)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 60 % van de in aanmerking komende investeringskosten.

    (26)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (27)  Voor nadere bijzonderheden over de vereiste reële tenderprocedure, zie punt 97 van de richtsnoeren milieusteun.

    (28)  Zie voor meer informatie punt 98 van de richtsnoeren milieusteun.

    (29)  De juiste counterfactual wordt gevormd door de kosten van een technisch vergelijkbare investering die het milieu minder goed beschermt en die waarschijnlijk zou worden gedaan wanneer geen steun zou worden toegekend. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (30)  Voor grote ondernemingen kan deze termijn worden ingekort tot de eerste drie jaar van de levensduur van deze investering wanneer kan worden aangetoond dat de afschrijvingsperiode van deze investering niet meer dan drie jaar bedraagt.

    (31)  Kosten die verband houden met investeringen om het door communautaire normen vereiste beschermingsniveau te behalen, komen niet voor steun in aanmerking.

    (32)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (33)  Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (34)  De investeringssteun die de onderneming voor de nieuwe installatie verleend krijgt, moet op de productiekosten in mindering worden gebracht.

    (35)  Deze termijn mag ten hoogste 5 jaar zijn.

    (36)  De steunintensiteit bedraagt in het eerste jaar niet meer dan 100 % van de extra kosten, maar moet daarna lineair aflopen tot nul aan het eind van het vijfde jaar.

    (37)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 50 % van de extra kosten.

    (38)  Zie punt 3.1.6 van de richtsnoeren milieusteun.

    (39)  Zie punt 70, onder 5) tot en met 9), van de richtsnoeren milieusteun.

    (40)  Investeringssteun en/of exploitatiesteun voor de productie van biobrandstoffen is alleen mogelijk voor duurzame biobrandstoffen.

    (41)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 60 % van de in aanmerking komende investeringskosten.

    (42)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (43)  Zie voor nadere bijzonderheden over de vereiste reële tenderprocedure punt 104 van de richtsnoeren milieusteun.

    (44)  Zie voor nadere informatie de punten 105 en 106 van de richtsnoeren milieusteun.

    (45)  De juiste counterfactual wordt gevormd door de kosten van een technisch vergelijkbare investering die het milieu minder goed beschermt en die waarschijnlijk zou worden gedaan wanneer geen steun zou worden toegekend. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (46)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (47)  Voor nadere bijzonderheden over optie 1, zie punt 109 van de richtsnoeren milieusteun, voor optie 2, zie punt 110 van de richtsnoeren milieusteun en voor optie 3, zie punt 111 van de richtsnoeren milieusteun.

    (48)  Voor steunregelingen kunnen de gegevens worden verstrekt in de vorm van een (theoretisch) berekeningsvoorbeeld (bij voorkeur met de bedragen in netto contante waarden). De opwekkingskosten dienen in ieder geval voor elk type hernieuwbare energiebron afzonderlijk te worden vermeld. Specifieke informatie kan voor installaties met verschillende capaciteiten en voor verschillende typen opwekkingsinstallaties ook nuttig zijn wanneer de kostenstructuur aanzienlijk verschilt (bijvoorbeeld voor de opwekking van windenergie energie op het land en voor de kust).

    (49)  Voor de extra energie die door de installatie wordt geproduceerd, kan geen enkele vorm van steun worden verleend. De steun mag echter wel een normaal rendement op het kapitaal dekken.

    (50)  De afschrijving dient voor elk type hernieuwbare energiebron altijd afzonderlijk te worden vermeld (bij voorkeur met de bedragen in netto contante waarden). Specifieke informatie kan ook nuttig zijn voor installaties met verschillende capaciteiten en voor de opwekking van windenergie op het land en/of voor de kust.

    (51)  De Commissie kan deze aangemelde maatregel toestaan voor een periode van 10 jaar.

    (52)  De lidstaten kunnen exploitatiesteun verlenen op de voorwaarden van punt 100 van de richtsnoeren milieusteun.

    (53)  Deze termijn mag ten hoogste 5 jaar zijn.

    (54)  Voor steunregelingen kunnen de gegevens worden verstrekt in de vorm van een (theoretisch) berekeningsvoorbeeld (bij voorkeur met de bedragen in netto contante waarden). De opwekkingskosten dienen in ieder geval voor elk type hernieuwbare energiebron afzonderlijk te worden vermeld. Specifieke informatie kan ook nuttig zijn voor installaties met verschillende capaciteit en voor de opwekking van windenergie op het land en/of voor de kust.

    (55)  De steunintensiteit bedraagt in het eerste jaar niet meer dan 100 % van de extra kosten, maar moet daarna lineair aflopen tot nul aan het eind van het vijfde jaar.

    (56)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 50 % van de extra kosten.

    (57)  Zie punt 3.1.7 van de richtsnoeren milieusteun.

    (58)  PB L 52 van 21.2.2004, blz. 50.

    (59)  PB L 32 van 6.2.2007, blz. 183.

    (60)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 60 % van de in aanmerking komende investeringskosten.

    (61)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (62)  Voor nadere bijzonderheden over de vereiste reële tenderprocedure, zie punt 116 van de richtsnoeren milieusteun.

    (63)  Voor nadere informatie, zie de punten 117 en 118 van de richtsnoeren milieusteun.

    (64)  De juiste counterfactual wordt gevormd door de kosten van een technisch vergelijkbare investering die het milieu minder goed beschermt en die waarschijnlijk zou worden gedaan wanneer geen steun zou worden toegekend. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (65)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (66)  Om vast te stellen of de steun noodzakelijk is, zal rekening worden gehouden met de kosten en de baten die het gevolg zijn van de productie en de verkoop van de warmte of de elektriciteit.

    (67)  De normale rendabiliteit van de installatie mag in de productiekosten vervat zijn, maar de eventuele voordelen die de onderneming uit de warmteproductie haalt, moeten op de productiekosten in mindering worden gebracht.

    (68)  Voor steunregelingen kan de informatie worden verstrekt in de vorm van een (theoretisch) berekeningsvoorbeeld.

    (69)  Voor de extra energie die door de installatie wordt geproduceerd, kan geen enkele vorm van steun worden verleend. De steun mag echter wel een normaal rendement op het kapitaal dekken.

    (70)  De Commissie kan deze aangemelde maatregel toestaan voor een periode van 10 jaar.

    (71)  Deze termijn mag ten hoogste 5 jaar zijn.

    (72)  De steunintensiteit bedraagt in het eerste jaar niet meer dan 100 % van de extra kosten, maar moet daarna lineair aflopen tot nul aan het eind van het vijfde jaar.

    (73)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 50 % van de extra kosten.

    (74)  Zie punt 3.1.8 van de richtsnoeren milieusteun.

    (75)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 50 % van de in aanmerking komende kosten. Indien de steun uitsluitend is bestemd voor het opwekkingsdeel van een stadverwarmingsinstallatie, energie-efficiënte stadverwarmingsinstallaties die hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling gebruiken, bedraagt de maximale steunintensiteit 60 % van de in aanmerking komende kosten.

    (76)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (77)  Voor nadere bijzonderheden over de vereiste reële tenderprocedure, zie punt 123 van de richtsnoeren milieusteun.

    (78)  Voor nadere informatie, zie de punten 124 en 125 van de richtsnoeren milieusteun.

    (79)  De juiste counterfactual situatie is die van kosten van een technisch vergelijkbare investering die een lager niveau van milieubescherming biedt en waarvan aannemelijk is dat zij zonder steun zou worden uitgevoerd. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (80)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (81)  Zie punt 3.1.9 van de richtsnoeren milieusteun.

    (82)  Classificatie vastgesteld in de mededeling van de Commissie betreffende de actualisering van de communautaire strategie voor het afvalbeheer, (COM(96) 399 def. van 30.7.1996). Zie voor meer informatie voetnoot 45 van de richtsnoeren milieusteun.

    (83)  Voor een definitie, zie voetnoot 46 van de richtsnoeren milieusteun.

    (84)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 50 % van de in aanmerking komende kosten.

    (85)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (86)  Voor nadere informatie, zie de punten 130 en 131 van de richtsnoeren milieusteun.

    (87)  De juiste counterfactual situatie is die van kosten van een technisch vergelijkbare investering die een lager niveau van milieubescherming biedt en waarvan aannemelijk is dat zij zonder steun zou worden uitgevoerd. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun.

    (88)  Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.

    (89)  Zie punt 3.1.10 van de richtsnoeren milieusteun.

    (90)  Het gaat hierbij om aantasting van de kwaliteit van de bodem en het oppervlakte- of grondwater.

    (91)  In deze context wordt onder „vervuiler” verstaan de persoon die krachtens het in de lidstaten toepasselijke recht aansprakelijk is, onverminderd de vaststelling van communautaire voorschriften ter zake.

    (92)  Steun kan worden toegekend tot 100 % van de in aanmerking komende kosten.

    (93)  Voor de sanering van verontreinigde locaties worden alle uitgaven die door een onderneming worden gedaan om haar terreinen te saneren beschouwd als in aanmerking komende investeringen, ongeacht of zij boekhoudkundig als vaste activa kunnen worden geboekt.

    (94)  Zie punt 3.1.11 van de richtsnoeren milieusteun.

    (95)  PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.

    (96)  Richtlijn 96/82/EG van de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken PB L 10 van 14.1.1997, blz. 13.

    (97)  De maximumsteunintensiteit bedraagt 50 % van de in aanmerking komende kosten.

    (98)  De steunintensiteit kan worden verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen.

    (99)  Zie punt 3.1.12 van de richtsnoeren milieusteun.

    (100)  Deze criteria zijn niet van toepassing voor de handelsperiode die op 31 december 2012 afloopt voor regelingen inzake verhandelbare vergunningen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

    (101)  Dit onderzoek kan worden gevoerd op basis van schattingen van onder meer de elasticiteit van productprijzen in de betrokken sectoren. Deze ramingen worden gemaakt op de relevante geografische markt. Er kan gebruik worden gemaakt van ramingen van afzetverlies en de effecten daarvan op de winstgevendheid van de onderneming.

    (102)  Zie punt 3.2 van de richtsnoeren milieusteun.

    (103)  Zie punt 143 van de richtsnoeren milieusteun.

    (104)  Hou voldoende rekening met de baten die zouden ontstaan wanneer de investering zonder steun zou plaatsvinden, waaronder het gebruik van verhandelbare vergunningen waarover de betrokken onderneming kan beschikken na de milieu-investering.

    (105)  De Commissie kan ook een groep projecten samen als één project aanmerken.

    (106)  De projecten moeten wat dit punt betreft duidelijk worden omschreven.

    (107)  Het gezamenlijke Europees belang moet in praktische zin worden aangetoond. Zo moet bijvoorbeeld aangetoond worden dat het project aanzienlijke vooruitgang mogelijk maakt bij het behalen van specifieke milieudoelen van de Gemeenschap.

    (108)  Omdat dit bijvoorbeeld van groot belang is voor de milieustrategie van de Europese Unie.

    (109)  Het enkele feit dat het project door ondernemingen uit verschillende lidstaten wordt uitgevoerd, is niet voldoende om te concluderen dat het project van gemeenschappelijk belang is.

    (110)  Het moet een substantiële omvang hebben en belangrijke milieu-effecten hebben.

    (111)  De Commissie oordeelt gunstiger over een aangemeld project indien er een aanzienlijke eigen bijdrage van de begunstigde aan het project is.

    (112)  De Commissie oordeelt gunstiger over een aangemeld project indien daarbij ondernemingen uit een groot aantal lidstaten betrokken zijn.

    (113)  De Commissie kan ruimere steun toestaan dan is vastgelegd in de richtsnoeren milieusteun.

    (114)  „Communautair minimumbelastingniveau” is het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumbelastingniveau. Voor energieproducten en elektriciteit is het communautaire minimumbelastingniveau het minimumbelastingniveau vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51).

    (115)  Wat energieproducten en elektriciteit betreft, worden energie-intensieve bedrijven in de zin van artikel 17, lid 1, onder a), van Richtlijn 2003/96/EG geacht aan dit criterium te voldoen zolang die bepaling van kracht blijft.

    (116)  In dat verband kunnen de lidstaten ramingen verstrekken van onder meer de prijselasticiteit van de betrokken sector op de relevante geografische markt en ramingen van omzetverlies en/of winstdaling voor de ondernemingen in de betrokken sector/categorie.

    (117)  Het effect dat ook zou optreden wanneer in de regeling criteria zouden zijn opgenomen om te waarborgen dat elke individuele begunstigde een deel van de nationale belasting betaalt dat grotendeels equivalent is aan de milieuprestatie van elke individuele begunstigde in vergelijking met de prestatie van de best presterende techniek in de EER, zie punt 159, onder a), van de richtsnoeren.

    (118)  Tenzij een lager tarief kan worden gerechtvaardigd vanwege een beperkte verstoring van de concurrentie, zie punt 159, onder b), van de richtsnoeren.

    (119)  Zie punt 5.1 van de richtsnoeren milieusteun.

    (120)  Steun voor de productie van warmte via warmtekrachtkoppeling zal worden beoordeeld in het kader van de aanmelding, gebaseerd op de elektriciteitscapaciteit.

    (121)  Zie voor meer informatiepunt 161 van de richtsnoeren milieusteun.

    (122)  De berekeningsmethode voor de vermeden externe kosten moet internationaal erkend en door de Commissie gevalideerd zijn. In ieder geval moet het deel van het door de producenten ontvangen steunbedrag dat hoger is dan de steun welke wordt verleend in bovenstaande optie 1 (zie punt 109 van de richtsnoeren milieusteun) voor exploitatiesteun voor hernieuwbare energiebronnen door de ondernemingen opnieuw in hernieuwbare energiebronnen worden geïnvesteerd in overeenstemming met deel 3.1.6.1.

    (123)  Zie punt 5.2 van de richtsnoeren milieusteun.

    (124)  Meer informatie over de nadere beoordeling en de afweging van voor- en nadelen is te vinden in deel 1.3 en 5.2.1 (punten 166 t/m 174) en in deel 5.2.2 (punten 175 t/m 188).

    (125)  Zie punt 5.2.1.1 van de richtsnoeren milieusteun.

    (126)  Zie punt 5.2.1.2 van de richtsnoeren milieusteun.

    (127)  Zie punt 5.2.1.3 van de richtsnoeren milieusteun.

    (128)  Bijvoorbeeld een nieuwe investering, een milieuvriendelijker productieproces en/of een nieuw milieuvriendelijker product.

    (129)  Voor meer informatie over de verschillende soorten voordelen, zie deel 5.2.1.3 (punt 172) van de richtsnoeren milieusteun.

    (130)  Zie punt 5.2.1.4 van de richtsnoeren milieusteun.

    (131)  Bijvoorbeeld informatie over de manier waarop wordt gewaarborgd dat het proces niet-discriminerend, transparant en open is.

    (132)  Voor meer informatie over nadelige effecten van de steunmaatregel, zie punt 5.2.2.

    (133)  Zie voor meer informatie voetnoot 60 van de richtsnoeren milieusteun.

    (134)  Zie voor meer informatie punt 177 van de richtsnoeren milieusteun.

    (135)  Zie voor nadere informatie de punten 178 en 179 van de richtsnoeren milieusteun.

    (136)  Zie voor meer informatie punt 5.2.2.2 van de richtsnoeren milieusteun.

    (137)  Zie voor meer informatie punt 5.2.2.3 van de richtsnoeren milieusteun.

    (138)  Zie voor meer informatie punt 5.2.2.4 van de richtsnoeren milieusteun.

    (139)  Zie hoofdstuk 6 van de richtsnoeren milieusteun.

    (140)  Milieusteun mag niet worden gecumuleerd met de-minimissteun met betrekking tot dezelfde voor steun in aanmerking komende kosten, indien een dergelijke cumulering ertoe zou leiden dat de steunintensiteit hoger is dan in de richtsnoeren milieusteun is vastgesteld.

    (141)  Zie punt 7.1, 7.2 en 7.3 van de richtsnoeren milieusteun.


    Top