EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0555

Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector

PB L 170 van 30.6.2008, p. 1–80 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 03/03/2018

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/555/oj

30.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 170/1


VERORDENING (EG) Nr. 555/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (1), en met name op de artikelen 22, 84, 89, 97, 107, 117 en artikel 121, onder b) en c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De vorige regeling voor de wijnsector, die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (2), is bij Verordening (EG) nr. 479/2008 gewijzigd en met ingang van 1 augustus 2008 ingetrokken.

(2)

De bestaande uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de wijnsector zijn vervat in tal van verordeningen, die herhaaldelijk zijn gewijzigd. De uitvoeringsbepalingen betreffende de marktmechanismen, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector moeten zowel als gevolg van de wijzigingen die bij Verordening (EG) nr. 479/2008 in de wijnregeling zijn aangebracht, als in het licht van de opgedane ervaring worden gewijzigd. Er moeten bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 479/2008 worden vastgesteld.

(3)

Bijgevolg moeten de volgende verordeningen van de Commissie worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen:

(EG) nr. 1227/2000 van 31 mei 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, inzonderheid met betrekking tot het productiepotentieel (3),

(EG) nr. 1623/2000 van 25 juli 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de marktmechanismen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (4),

(EG) nr. 2729/2000 van 14 december 2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de controles in de wijnbouwsector (5),

(EG) nr. 883/2001 van 24 april 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad met betrekking tot het handelsverkeer van producten van de wijnbouwsector met derde landen (6).

(4)

Titel II van Verordening (EG) nr. 479/2008 bevat bepalingen met betrekking tot de nieuwe, op het niveau van de lidstaten vast te stellen steunprogramma’s ter financiering van specifieke steunmaatregelen ten behoeve van de wijnsector. Het is dienstig dat kader met uitvoeringsbepalingen aan te vullen.

(5)

Er moet worden bepaald welke procedure voor de eerste indiening van de steunprogramma’s moet worden gevolgd. Voorts moet worden bepaald hoe de steunprogramma’s elk jaar met het oog op het daaropvolgende jaar kunnen worden gewijzigd, zodat ze kunnen worden aangepast aan nieuwe omstandigheden die bij de eerste indiening ervan niet konden worden voorzien. Voor al die wijzigingen moeten bepaalde grenzen en voorwaarden worden vastgesteld die moeten garanderen dat de algemene doelstellingen van de goedgekeurde steunprogramma’s behouden blijven.

(6)

Krachtens artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 kunnen lidstaten ervoor kiezen de steunprogramma’s op te stellen op het geografische niveau dat zij als het meest adequate beschouwen. Aangezien de lidstaten voor de goedkeuring van die programma’s verantwoordelijk zijn, moeten zij in dit geval regels voor de indiening en de goedkeuring van de programma’s vaststellen en bepalen welke gegevens de programma’s minimaal moeten bevatten.

(7)

Artikel 10 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een nieuwe steunmaatregel ter bevordering van de afzet op de markten van derde landen. Er moeten bepalingen voor de uitvoering van deze nieuwe maatregel worden vastgesteld.

(8)

Om elk gevaar van concurrentievervalsing te voorkomen moet worden bepaald op welke wijze moet worden verwezen naar de specifieke oorsprong van producten waarvoor voorlichtings- en afzetbevorderingsacties worden opgezet.

(9)

Met het oog op de rechtszekerheid moet worden bepaald dat de boodschappen die in het kader van de afzetbevorderingscampagne worden verspreid, in overeenstemming moeten zijn met de wetgeving van de derde landen waarvoor ze bedoeld zijn.

(10)

Er moeten criteria voor de door de lidstaten te verrichten selectie en toetsing van de aanvragen worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de communautaire regels worden nageleefd en de uit te voeren steunmaatregelen doeltreffend zijn.

(11)

Om de doeltreffendheid van de communautaire maatregelen te garanderen moeten de lidstaten erop toezien dat de goedgekeurde afzetbevorderingscampagne aansluit bij en een aanvulling vormt op hun nationale en regionale afzetbevorderingsprogramma’s. Om synergieën tot stand te brengen mogen de lidstaten een gezamenlijke afzetbevorderingscampagne opzetten en bijgevolg moet worden voorzien in de mogelijkheid tot samenwerking tussen de betrokken lidstaten. Er moet voorrang worden gegeven aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen die de communautaire steun meer nodig hebben dan de grotere ondernemingen.

(12)

Om dubbele betaling te voorkomen als het gaat om afzetbevorderingsmaatregelen die worden gefinancierd in het kader van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (7) of Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (8), moet worden bepaald dat de ene steun de andere uitsluit.

(13)

Artikel 11 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een steunmaatregel voor de herstructurering en de omschakeling van wijngaarden. In artikel 11, lid 3, tweede alinea, van die verordening is bepaald dat voor de gewone vernieuwing van wijngaarden die het einde van hun natuurlijke ontwikkelingscyclus hebben bereikt, geen herstructurerings- en omschakelingssteun wordt verleend.

(14)

Voorts moeten de lidstaten regels inzake de minimumoppervlakte van de betrokken percelen kunnen vaststellen om te waarborgen dat de regeling het productiepotentieel daadwerkelijk beïnvloedt.

(15)

Voor de toepassing van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 479/2008 beschikken de lidstaten over een ruime discretionaire bevoegdheid om te beslissen waarvoor precies steun zal worden verleend en wat de steunbedragen zullen zijn, en kunnen zij o.m. regels vaststellen met betrekking tot de betaling van forfaitaire bedragen, de maximumbedragen van de steun per hectare en de differentiëring van de steun op basis van objectieve criteria, mits wordt voldaan aan de in titel II, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en de op grond daarvan vastgestelde bepalingen. Toch moeten er ook gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld. Er moeten maatregelen worden vastgesteld, met termijnen voor de uitvoering ervan en een passende controleregeling. Voorts moeten de regels, als het project in rooiing voorziet, betrekking hebben op het gebruik van de herbeplantingsrechten die uit rooiing ontstaan, met de bedoeling meer steun te kunnen verlenen wegens de hogere rooikosten.

(16)

Met het oog op de controle mag de steun normaal pas worden betaald nadat de specifieke maatregel of het geheel van de maatregelen is uitgevoerd. Betaling voordat de maatregel of het geheel van de maatregelen is uitgevoerd is evenwel mogelijk op voorwaarde dat een zekerheid wordt gesteld om te garanderen dat de maatregel daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

(17)

Er moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld voor de deelneming in de financiering van de herstructurerings- en omschakelingsregeling. Er moeten maatregelen worden genomen om te garanderen dat de voor de regeling uitgetrokken middelen doeltreffend worden gebruikt en met name moet worden voorzien in de betaling van voorschotten.

(18)

Artikel 12 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een nieuwe steunmaatregel voor groen oogsten. In het licht van de subsidiariteit moet de bevoegdheid voor de administratieve regelingen met betrekking tot de procedure voor het aanvragen van steun voor groen oogsten bij de lidstaten worden gelegd. Zij moeten zelf kunnen bepalen tegen welke datum zij de producenten zullen verplichten de activiteiten af te ronden, zodanig dat zij, gelet op de tijdsdruk en de nabijheid van de oogstperiode, voldoende tijd zullen hebben om de nodige controles vóór de betaling te verrichten.

(19)

Gezien de omvang van de middelen die naar de regeling voor het groen oogsten gaan, moet worden bepaald dat er in de betrokken gebieden na de oogst systematische controles ter plaatse moeten worden verricht. Deze controles moeten garanderen dat de druiven volledig zijn vernietigd. Voorts moeten zij de naleving van de fytosanitaire voorschriften en de milieuvoorschriften garanderen. In het belang van de verificatie mag de premie pas worden betaald nadat is gecontroleerd dat het groen oogsten heeft plaatsgevonden.

(20)

Bovendien moeten maximale steunniveaus worden vastgesteld om te voorkomen dat de steun voor groen oogsten een permanent alternatief wordt voor het normaal op de markt brengen van de producten.

(21)

Artikel 13 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een nieuwe steunmaatregel voor het opzetten van onderlinge fondsen. Er moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld met betrekking tot deze nieuwe maatregel. Deze bepalingen moeten een zo groot mogelijke flexibiliteit bieden en zo snel mogelijk in crisissituaties kunnen worden toegepast en daarom moet worden toegestaan dat de lidstaten en de producentenorganisaties zelf besluiten nemen. De bepalingen moeten evenwel misbruik voorkomen en voorzien in beperkingen, ook op financieel vlak. Aangezien de producenten in de nieuwe lidstaten over het algemeen minder sterk georganiseerd zijn dan in de andere lidstaten, moet voor die nieuwe lidstaten een hoger steunplafond worden vastgesteld.

(22)

Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een nieuwe steunmaatregel met betrekking tot oogstverzekeringen. Voor deze nieuwe maatregel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld. Deze bepalingen moeten een zo groot mogelijke flexibiliteit bieden. Zij moeten evenwel misbruik voorkomen en voorzien in beperkingen, ook op financieel vlak.

(23)

Artikel 15 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een nieuwe steunmaatregel voor materiële of immateriële bedrijfsinvesteringen. Voor deze nieuwe maatregel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld die coherent zijn met dezelfde maatregel in het menu van de plattelandsontwikkeling. Er moet worden bepaald welke soorten investeringen voor steun in aanmerking komen, onder meer investeringen voor de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën, en er moeten indicatieve subsidiabele kosten worden vastgesteld.

(24)

Artikel 16 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een steunmaatregel voor de distillatie van bijproducten. Voor deze nieuwe maatregel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld, met name wat betreft het wegwerken van de bijproducten, het doel van de steun voor de distillatie van draf, wijn en wijnmoer en het maximumbedrag van die steun.

(25)

Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een tijdelijke steunmaatregel voor de distillatie tot drinkalcohol. Voor deze nieuwe maatregel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld, met name wat betreft het doel en de mogelijke aanpassingen van de steun.

(26)

Artikel 18 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een tijdelijke steunmaatregel voor crisisdistillatie. Voor deze nieuwe maatregel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld, met name wat betreft de procedure voor de toekenning van de steun, de wijze van steunverlening en de criteria waarmee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van het steunbedrag.

(27)

Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet in een tijdelijke steunmaatregel voor druivenmost die voor verrijking wordt gebruikt. Voor deze maatregel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld, met name wat betreft het doel en het maximumbedrag van de steun, en moet worden voorzien in specifieke controles die moeten worden verricht op het product dat wordt gebruikt om het alcoholgehalte te verhogen.

(28)

Met het oog op het toezicht op de uitvoering van titel II van Verordening (EG) nr. 479/2008 en voor een goed beheer van de markt is het absoluut noodzakelijk dat de Commissie beschikt over adequate gegevens over de uitvoering van de steunprogramma’s. In dit verband moet worden bepaald welke gegevens in de verslagen en evaluaties met betrekking tot de steunprogramma’s moeten worden opgenomen om de doeltreffendheid en de efficiëntie ervan te kunnen beoordelen.

(29)

Naast de bij deze verordening vastgestelde specifieke bepalingen moeten ook de algemene bepalingen inzake de begrotingsdiscipline gelden, en met name die betreffende onvolledige of onjuiste aangiften door de lidstaten.

(30)

Voor de financiële administratie van de regeling moeten de bepalingen gelden die zijn vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (9).

(31)

In artikel 76, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat voor druivensap en druivenmost waarvoor de toepassing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief afhankelijk is van de invoerprijs, de echtheid van deze prijs wordt geverifieerd, hetzij door controle van elke partij, hetzij aan de hand van een forfaitaire waarde bij invoer. De huidige kenmerken van de regeling inzake de invoer van druivensap en druivenmost in de Gemeenschap, en met name het ontbreken van regelmaat in deze invoer, zowel wat de omvang en de frequentie van deze invoer, als wat de plaats van invoer en de oorsprong van de betrokken producten betreft, maken het onmogelijk forfaitaire waarden voor de invoer te berekenen die voldoende representatief zijn om de echtheid van de invoerprijs weer te geven. Daarom moet deze prijs voor elke partij afzonderlijk worden geverifieerd.

(32)

De invoerprijs op grond waarvan de ingevoerde producten in het gemeenschappelijk douanetarief zijn ingedeeld, moet gelijk zijn aan de prijs fob van de betrokken producten, verhoogd met de verzekerings- en vervoerskosten tot de plaats van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap.

(33)

In artikel 82, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat de in dat artikel bedoelde producten bij invoer vergezeld moeten gaan van een certificaat en een analyseverslag die zijn afgegeven door een door het derde land van herkomst aangewezen instantie of dienst. Het is noodzakelijk de voorwaarden vast te stellen waaraan het analyseverslag moet voldoen.

(34)

Om de controle te vereenvoudigen moet worden bepaald dat producten die uit derde landen worden ingevoerd in beperkte hoeveelheden en verpakt in kleine recipiënten, van de overlegging van het certificaat en het analyseverslag worden vrijgesteld.

(35)

De vrijstelling van overlegging van het certificaat en het analyseverslag voor in de Gemeenschap in te voeren wijnbouwproducten moet, terwille van de harmonisatie, worden aangepast aan de vrijstellingsregels in het kader van de douanewetgeving en aan de regelingen inzake de documenten waarvan partijen wijnbouwproducten in de Gemeenschap vergezeld moeten gaan.

(36)

In allerhande sectoren binnen de administratie wordt het met de hand vastleggen van gegevens geleidelijk vervangen door het gebruik van geautomatiseerde systemen. Daarom moet het mogelijk zijn om ook bij de afgifte en het gebruik van de documenten V I 1 en V I 2 geautomatiseerde en elektronische systemen toe te passen.

(37)

Sommige derde landen die een doeltreffende regeling voor de controle van hun wijnproducenten hebben opgezet welke door hun instanties of diensten als bedoeld in artikel 82, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 ten uitvoer wordt gelegd, hebben laten weten dat zij hun wijnproducenten graag zouden toestaan zelf het certificaat en het analyseverslag op te stellen. Ter vergemakkelijking van het handelsverkeer met deze derde landen is het dienstig, voor zover deze landen met de Gemeenschap verbintenissen hebben aangegaan die bepalingen bevatten betreffende de versterking van de samenwerking inzake fraudebestrijding en zij goede handelsbetrekkingen met de Gemeenschap onderhouden, de betrokkenen toe te staan de door de producenten opgestelde documenten als door de genoemde instanties of diensten van derde landen afgegeven documenten te beschouwen, op dezelfde wijze als dat reeds voor wijnen van oorsprong uit de Gemeenschap is toegestaan. In deze gevallen moeten adequate waarborgen worden geboden en passende controles op de afgifte van die documenten worden verricht.

(38)

Het is noodzakelijk de lijsten met de namen en de adressen van de instanties en de laboratoria in derde landen die gemachtigd zijn certificaten en analyseverslagen op te stellen, bekend te maken opdat de autoriteiten in de Gemeenschap die toezicht houden op de invoer van wijnbouwproducten, zo nodig de vereiste verificaties kunnen uitvoeren.

(39)

Om de controle door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te vergemakkelijken moeten de vorm en, indien nodig, de inhoud van het certificaat en het analyseverslag en de voorwaarden voor het gebruik daarvan worden vastgesteld.

(40)

Om fraude te voorkomen moeten de certificaten en, in voorkomend geval, de analyseverslagen voor elke partij van een ingevoerd product worden gecontroleerd. Daartoe is het noodzakelijk dat deze documenten elke partij vergezellen, totdat deze onder de communautaire controleregeling wordt geplaatst.

(41)

Om rekening te houden met de geldende handelsgebruiken moeten de bevoegde autoriteiten worden gemachtigd om, bij splitsing van een partij wijn, onder hun toezicht uittreksels van het certificaat en het analyseverslag te laten opstellen die elke nieuwe partij die bij de splitsing is ontstaan, vergezellen.

(42)

Aangezien de consumenten snel en doeltreffend moeten kunnen worden beschermd, is het van groot belang te bepalen dat de toepassing van de nieuwe regelingen kan worden geschorst als er fraude wordt gepleegd of de gezondheid van de consumenten gevaar loopt.

(43)

Voorts moeten eenvoudige regels worden vastgesteld voor het verstrekken van documenten voor invoer uit een ander derde land dan het land van oorsprong van het wijnbouwproduct, voor zover het gaat om een product dat geen substantiële bewerking heeft ondergaan.

(44)

De taak van de exporteurs en de autoriteiten moet worden vereenvoudigd door te bepalen dat op het V I 1-document moet worden vermeld dat de aan likeurwijn en aan distillatiewijn toegevoegde alcohol uit wijnbouwproducten is verkregen, in plaats van hiervoor een afzonderlijk document te eisen. Om dezelfde reden moet worden toegestaan dat document V I 1 wordt gebruikt als certificaat ter staving van de benaming van oorsprong, dat nodig is om wijn met verlaagde douanerechten te kunnen invoeren. Sommige wijnen zijn echter van overlegging van een certificaat en een analyseverslag vrijgesteld op voorwaarde dat een certificaat voor de benaming van oorsprong wordt overgelegd. Er moet worden bepaald dat het document V I 1 als certificaat ter staving van de benaming van oorsprong van de betrokken likeurwijnen kan worden gebruikt, en dat het vak betreffende het analyseverslag niet hoeft te worden ingevuld.

(45)

Voor de invoer van wijn in het kader van concessies waarin is voorzien bij overeenkomsten met bepaalde derde landen, moeten attesten worden voorgelegd die zijn afgegeven door officiële instanties of instanties die door de twee overeenkomstsluitende partijen officieel zijn erkend en voorkomen op een gezamenlijk opgestelde lijst, en waarin wordt bevestigd dat de betrokken wijn voldoet aan de voorwaarden om voor de concessies in aanmerking te komen.

(46)

De lidstaten moeten de Commissie de lijsten toesturen van de officiële instanties of de officieel erkende instanties die zij voor de afgifte van die attesten voorstellen, zodat de Commissie die lijsten kan opstellen en uitwisselen met de betrokken derde landen. Om de taken van die instanties te vergemakkelijken moeten de lijsten in een geschikte vorm en op een geschikte drager worden verstrekt.

(47)

In de artikelen 85 en 86 van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald hoe onrechtmatige aanplant moet worden aangepakt. Er moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld betreffende de sancties voor producenten die de nieuwe regularisatie- of rooiverplichting niet in acht nemen voor wijngaarden waarop vóór 1 september 1998 zonder overeenkomstig aanplantrecht wijnstokken zijn aangeplant en betreffende de gegevens die de lidstaten in dit verband aan de Commissie moeten meedelen. Onverminderd de sancties die de lidstaten vroeger reeds hebben opgelegd, moet de sanctie voor de niet-inachtneming van de verplichting om de onrechtmatige oppervlakte te rooien, voldoende hoog zijn om de producenten ertoe aan te zetten de verplichting na te leven. Daarom moet de sanctie minstens dubbel zo hoog zijn als de gemiddelde waarde van de rooipremie.

(48)

In artikel 87, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat, telkens als producten van een onrechtmatig aangeplante wijngaard alleen voor distillatie in het verkeer mogen worden gebracht, een bewijs moet worden geëist dat die producten niet in het verkeer zijn gebracht. Om de controle strenger te maken moet worden bepaald dat er slechts drie mogelijkheden zijn om niet in het verkeer te brengen, namelijk de levering met het oog op distillatie, het groen oogsten van druiven op kosten van de betrokken producent of het verbruik door het wijnbouwersgezin wanneer de totale oppervlakte van de wijngaard van een producent niet groter is dan 0,1 hectare. Het is dienstig de uiterste datum te bepalen voor de voorlegging van de distillatiecontracten waarin het genoemde artikel voorziet. Met het oog op de doeltreffende organisatie van de controle moeten de producenten die druiven groen oogsten, de bevoegde autoriteiten tijdig laten weten dat zij van plan zijn om groen te oogsten. Om de controleerbaarheid te verhogen moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om de producenten te verplichten vooraf te melden welke van de drie mogelijkheden van niet in het verkeer brengen zij wensen toe te passen en om de keuzemogelijkheden van de producenten met betrekking tot het niet in het verkeer brengen verder te beperken.

(49)

Om te garanderen dat de middelen van de EU-begroting op een billijke en controleerbare wijze worden besteed, moet worden voorzien in sancties met financiële gevolgen voor het geval de lidstaten niet voldoen aan hun verplichting om gegevens in verband met onrechtmatige aanplant mee te delen.

(50)

Op grond van artikel 91, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 mogen de lidstaten nieuweaanplantrechten toekennen bij ruilverkavelingen of onteigeningen in het algemeen belang. Deze nieuweaanplantrechten mogen slechts worden toegekend voor een oppervlakte die ten hoogste gelijk is aan 105 % van de wijngaardoppervlakte die de producenten als gevolg van deze maatregelen hebben verloren, teneinde te voorkomen dat het bij artikel 90, lid 1, van die verordening ingestelde verbod op de aanplant van wijnstokken wordt omzeild.

(51)

Bij artikel 91, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is ook voorzien in de toekenning van nieuweaanplantrechten voor oppervlakten die bestemd zijn voor experimentele doeleinden en voor het kweken van entstokken. De als gevolg van deze toekenning van nieuweaanplantrechten beplante percelen mogen alleen voor het aangegeven doel worden gebruikt en wijnbouwproducten die zijn bereid uit druiven die op dergelijke oppervlakten zijn geoogst, mogen niet in de handel worden gebracht. Bestaande wijnbouwexperimenten en entstokproducties moeten kunnen worden voortgezet voor zover zij aan de ter zake geldende voorschriften voldoen.

(52)

Bij artikel 91, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is ook voorzien in de toekenning van nieuweaanplantrechten voor oppervlakten waarvan de opbrengst aan wijn en wijnbouwproducten uitsluitend bestemd is voor consumptie door de wijnbouwer en zijn gezin. Soms zou deze regeling evenwel kunnen leiden tot een buitensporig zware administratie als gevolg van het grote aantal dergelijke gevallen in bepaalde lidstaten. Daarom moet de lidstaten de mogelijkheid worden geboden om het bestaan van dergelijke oppervlakten te gedogen, zelfs indien er geen aanplantrechten voor zijn toegekend, op voorwaarde dat, om verstoring van het marktevenwicht te voorkomen, de betrokken oppervlakten klein zijn en de wijnbouwer geen wijn produceert voor handelsdoeleinden. De betrokken oppervlakten en producenten moeten worden onderworpen aan een adequaat toezicht en indien niet aan de betrokken voorwaarden is voldaan, moeten sancties worden opgelegd, o.m. de verplichte rooiing van dergelijke oppervlakten.

(53)

Voor oppervlakten die verplicht zijn gerooid na een inbreuk op Verordening (EG) nr. 479/2008, mogen geen herbeplantingsrechten worden toegekend. Om dezelfde reden mogen ook geen herbeplantingsrechten worden toegekend voor het rooien van oppervlakten waarvoor nieuweaanplantrechten zijn toegekend voor andere doeleinden dan de commerciële wijnproductie.

(54)

In artikel 92, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat herbeplantingsrechten kunnen worden toegekend aan producenten die zich ertoe verbinden in de toekomst een met wijnstokken beplante oppervlakte te rooien. Die toekenning mag alleen plaatsvinden als de betrokken producent niet over voldoende aanplantrechten beschikt om een oppervlakte te beplanten die equivalent is aan de te rooien oppervlakte. De toekenning van herbeplantingsrechten op basis van een dergelijke verbintenis moet steeds gepaard gaan met het stellen van een zekerheid om te garanderen dat de rooiverbintenis wordt nagekomen. In de periode waarin de nieuw beplante oppervlakte en de te rooien oppervlakte naast elkaar bestaan, mag, om verstoring van het marktevenwicht te voorkomen, slechts op één van deze oppervlakten wijn worden geproduceerd die bestemd is voor de handel.

(55)

Bij artikel 93 van Verordening (EG) nr. 479/2008 is voorzien in de vorming of het behoud van nationale en/of regionale reserves om het beheer van het productiepotentieel te verbeteren. Om verstoring van het marktevenwicht te voorkomen mag de overdracht van rechten via een reservesysteem niet leiden tot een algemene stijging van het productiepotentieel op het grondgebied van de lidstaten. In een soortgelijk verbod op de toename van het productiepotentieel bij overdracht van rechten tussen bedrijven is reeds voorzien bij artikel 92, lid 5, van die verordening. In deze situaties kunnen de lidstaten voor de overdracht van de rechten een verminderingscoefficient toepassen.

(56)

Op grond van artikel 93, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 mogen de lidstaten besluiten het reservesysteem niet toe te passen, mits zij kunnen aantonen dat er op hun hele grondgebied een doeltreffend systeem voor het beheer van de aanplantrechten bestaat. In deze situatie kan een lidstaat besluiten het reservesysteem toe te passen voor bepaalde delen van zijn grondgebied en een ander doeltreffend systeem toe te passen voor andere delen van zijn grondgebied. De lidstaten die van de in dat artikel bedoelde mogelijkheid gebruik willen maken, moeten kunnen bewijzen dat een dergelijk systeem bestaat en moeten kunnen aantonen dat het nodig is af te wijken van titel V, hoofdstuk I, van die verordening.

(57)

In artikel 90, lid 6, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat de lidstaten het verbod op de aanplant van wijnstokken van wijndruivenrassen mogen handhaven tot uiterlijk 31 december 2018. Er dient te worden bepaald dat lidstaten die voornemens zijn van deze mogelijkheid gebruik te maken, dit tijdig aan de Commissie moeten meedelen.

(58)

Krachtens artikel 100 van Verordening (EG) nr. 479/2008 mag de rooipremie slechts worden toegekend voor oppervlakten die worden onderhouden. Om de autoriteiten in staat te stellen na te gaan of een oppervlakte goed onderhouden is, moeten, naast het verrichten van de verplichte controles ter plaatse, bewijzen worden voorgelegd met betrekking tot de productie van de betrokken wijngaard. Daartoe moeten oogstopgaven van de voorgaande jaren worden voorgelegd, of, als er om gegronde redenen geen oogstopgave voorhanden is, moet gebruik worden gemaakt van andere middelen waarin de lidstaten voor dit doel voorzien en waarvan zij de betrouwbaarheid grondig aftoetsen.

(59)

Op grond van artikel 104, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 mogen de lidstaten berggebieden en gebieden met steile hellingen van de rooiregeling vrijstellen. Deze vrijstelling moet betrekking hebben op terrassen die zijn aangelegd omdat de helling zo steil is dat de teelt zonder terrasbouw te moeilijk zou zijn of dat er ernstige erosieproblemen zouden ontstaan. Het is dienstig om, op basis van algemeen aanvaarde vaknormen, criteria vast te stellen voor oppervlakten die onder een dergelijke uitsluiting kunnen vallen. Voorts mogen de lidstaten krachtens artikel 104, lid 5, van die verordening oppervlakten vrijstellen op grond van milieuoverwegingen en mag Griekenland krachtens artikel 104, lid 6, van die verordening met wijnstokken beplante oppervlakten vrijstellen op eilanden in de Egeïsche Zee en op de Griekse Ionische eilanden, met uitzondering van Kreta en Eubia. Deze vrijstellingen moeten naar behoren worden gemotiveerd en regelmatig aan de Commissie worden meegedeeld.

(60)

In het licht van de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van de vorige maatregel tot definitieve stopzetting, moet het systeem van de premieschaal worden gehandhaafd. De nieuwe schaal van de rooipremie is gerelateerd aan de premieschaal in het kader van de regeling die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 479/2008, in die zin dat de bedragen worden verhoogd met 20 % in 2009, met 10 % in 2010 en met 0 % in 2011.

(61)

In het licht van de subsidiariteit moeten de lidstaten verantwoordelijk worden gesteld voor de administratieve regelingen met betrekking tot de procedure voor het aanvragen van de rooipremie. Zij moeten zelf kunnen bepalen tegen welke datum de producenten met het rooien klaar moeten zijn, om voldoende tijd te hebben om de nodige controles te verrichten vóór de betalingen, die uiterlijk op 15 oktober moeten plaatsvinden.

(62)

Met het oog op een efficiënt gebruik van de middelen die voor de rooimaatregel zijn uitgetrokken, moeten de lidstaten een regeling instellen die het mogelijk maakt na te gaan of de premieaanvragen gegrond zijn en moeten zij o.m. kunnen bepalen dat de producent samen met zijn aanvraag een schriftelijke verklaring moet voorleggen en dat hij de kosten van de behandeling van zijn verzoek moet dragen als de aanvraag zonder gegronde reden wordt ingetrokken.

(63)

Met het oog op de controle mag de premie pas worden betaald nadat de rooiing heeft plaatsgevonden.

(64)

Artikel 104, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 biedt de lidstaten de mogelijkheid verdere aanvragen van de rooipremie voor hun grondgebied of voor een bepaalde regio af te wijzen zodra in totaal 8 %, respectievelijk 10 % van de met wijnstokken beplante oppervlakte is gerooid. Het is dienstig de lidstaten te vragen dergelijke besluiten aan de Commissie mee te delen.

(65)

Met het oog op het toezicht op de uitvoering van de titels II en V van Verordening (EG) nr. 479/2008 en voor een goed beheer van de markt is het absoluut noodzakelijk dat de Commissie adequate gegevens over het productiepotentieel ontvangt. In dit verband moet nader worden bepaald welke gegevens in de in artikel 109 van die verordening bedoelde inventaris moeten worden opgenomen.

(66)

Om een meer uniforme basis te creëren voor de betaling van de herstructurerings- en omschakelingssteun voor de wijngaarden, de steun voor groen oogsten en de rooipremie, is het dienstig om op communautair niveau regels voor het opmeten van de oppervlakten vast te stellen, namelijk om te bepalen wat onder de met wijnstokken beplante oppervlakte wordt verstaan.

(67)

Er moeten maatregelen worden vastgesteld met betrekking tot de controles die nodig zijn om een correcte toepassing van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van de onderhavige verordening te garanderen, alsmede passende sancties voor geconstateerde onregelmatigheden. Deze maatregelen moeten bestaan uit zowel op communautair niveau vastgestelde specifieke controles en sancties als aanvullende nationale controles en sancties. De controles en de sancties moeten ontradend, doeltreffend en evenredig zijn.

(68)

Elke controle van het productiepotentieel vindt voornamelijk op basis van het wijnbouwkadaster plaats.

(69)

Rekening houdend met het belang van de controle van het productiepotentieel en de omvang van de voor de rooiregeling uitgetrokken middelen moet worden bepaald dat op de betrokken oppervlakten zowel vóór als na het rooien systematische controles ter plaatse moeten worden verricht. Voor lidstaten die over een betrouwbaar grafisch instrument en actuele gegevens over de betrokken oppervlakte beschikken, moet het evenwel mogelijk zijn de controle vóór het rooien administratief te verrichten. Wat de controle na het rooien betreft, kan teledetectie worden gebruikt om te verifiëren of de wijnstokken echt zijn gerooid en daarom moet het gebruik van deze techniek tijdens deze controlefase (d.i. de controle achteraf) worden toegestaan. Aangezien het berekenen van een oppervlakte via teledetectie moeilijkheden kan opleveren, mag deze methode alleen worden toegestaan wanneer volledige wijngaardpercelen worden gerooid of de teledetectie een resolutie van minstens 1 m2 biedt. In elk geval moet van beide controles, d.w.z. de controle vóór en de controle na het rooien, minstens één daadwerkelijk ter plaatse worden uitgevoerd.

(70)

Met het oog op een uniforme toepassing van de bepalingen in de wijnbouwsector moeten regels worden vastgesteld om enerzijds de reeds op nationaal en communautair niveau geldende controleprocedures te specificeren en anderzijds een directe samenwerking tussen de met de controles in de wijnbouwsector belaste instanties tot stand te brengen.

(71)

Er moet worden bepaald hoe de nationale instanties en de Commissie elkaar moeten bijstaan met het oog op een correcte toepassing van de wijnbouwregeling. Deze regels inzake bijstand mogen geen belemmering vormen voor de toepassing van de specifieke bepalingen inzake communautaire uitgaven, strafzaken of nationale administratieve boetes.

(72)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de werkzaamheden van de met de controles in de wijnbouwsector belaste instanties doeltreffend zijn. Hiertoe wijzen zij een instantie aan die moet zorgen voor de contacten tussen de lidstaten onderling en met de Commissie. In lidstaten waar de controles in de wijnbouwsector worden toevertrouwd aan meerdere bevoegde instanties, is het ook noodzakelijk deze controles te coördineren.

(73)

Om bij te dragen tot een uniforme toepassing van de regeling in de hele Gemeenschap moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het personeel van de bevoegde instanties de nodige onderzoeksbevoegdheden heeft om de naleving van de regeling te garanderen.

(74)

De ontwikkeling van het handelsverkeer van wijn tussen de verschillende lidstaten, en met name de aanhoudende toename van het aantal internationale ondernemingen in deze sector, en de mogelijkheden waarin de beheersvoorschriften van deze sector voorzien om de behandelingen, al dan niet met steun, ook op een andere plaats te laten verrichten dan die waar het product is verkregen, weerspiegelen de interdependentie van de wijnmarkten. Deze situatie vereist een grotere harmonisering van de controlemethoden en een nauwere samenwerking tussen de verschillende met controles belaste instanties.

(75)

Met het oog op een doeltreffende samenwerking tussen de lidstaten bij de toepassing van de bepalingen in de wijnbouwsector moeten de bevoegde instanties van een lidstaat, op verzoek, kunnen samenwerken met de bevoegde instanties van een andere lidstaat. Het is dienstig de regels voor een dergelijke samenwerking en bijstand vast te stellen.

(76)

Gelet op het complexe karakter van bepaalde zaken en de urgentie daarvan is het van wezenlijk belang dat een bevoegde instantie die om bijstand heeft verzocht, met instemming van de aangezochte bevoegde instantie, de onderzoeken kan laten bijwonen door door haar aangewezen gemachtigde functionarissen.

(77)

In geval van ernstig fraudegevaar of van fraude waarbij een of meer lidstaten betrokken zijn, moeten de verschillende betrokken instanties automatisch en ongevraagd bijstand kunnen verlenen.

(78)

Gezien het vertrouwelijke karakter van de ter uitvoering van deze verordening uitgewisselde informatie, is het belangrijk dat deze onder de geheimhoudingsplicht valt.

(79)

Bij Verordening (EG) nr. 2729/2000 is in het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) een databank met analyseresultaten opgericht met het oog op de harmonisering van de analytische controles in de hele Gemeenschap en het verzamelen van de analysemonsters en -verslagen van de lidstaten.

(80)

Met de referentiemethoden voor isotopenanalyses zal de controle op de verrijking van wijnbouwproducten worden verbeterd, zal, als er aan deze producten water is toegevoegd, dit kunnen worden aangetoond of zal, in combinatie met de resultaten van de analyse van andere kenmerken van de isotopen van deze producten, kunnen worden nagegaan of de producten beantwoorden aan de in de aanduiding ervan aangegeven oorsprong. Om de interpretatie van de aan de hand van deze analysemethoden verkregen resultaten te vergemakkelijken moeten de verkregen resultaten kunnen worden vergeleken met de resultaten die eerder aan de hand van dezelfde methoden zijn verkregen bij de analyse van producten die soortgelijke kenmerken te zien geven en waarvan de oorsprong en de bereiding zijn gewaarmerkt.

(81)

De isotopenanalyse van wijn of van afgeleide producten daarvan wordt verricht aan de hand van de referentieanalysemethoden als bedoeld in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 479/2008.

(82)

Om de interpretatie van de resultaten van deze analyses, die zijn uitgevoerd in daartoe uitgeruste laboratoria van de Gemeenschap, te vergemakkelijken en te garanderen dat de door deze laboratoria verkregen analyseresultaten met elkaar kunnen worden vergeleken, moeten uniforme regels worden vastgesteld voor het nemen van druivenmonsters en voor de vinificatie en de bewaring van deze monsters.

(83)

Om de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de analysegegevens te waarborgen moet een systeem van erkende kwaliteitsnormen worden toegepast voor de laboratoria die door de lidstaten zijn belast met de isotopenanalyse van de monsters voor de databank.

(84)

Een isotopenanalyse is een analysemethode die in de wijnsector wordt gebruikt voor controledoeleinden en om fraude tegen te gaan en die zeer bijzondere wetenschappelijke kennis en technische apparatuur vergt. De meeste lidstaten die in 2004 of 2007 tot de Gemeenschap zijn toegetreden, zijn niet uitgerust om deze methode toe te passen. Om een uniforme toepassing van de controleprocedures te garanderen moet het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek de analyses voor deze lidstaten uitvoeren totdat zij volledig zijn uitgerust en in staat zijn om de taak uit te voeren.

(85)

De isotopenanalyse van de wijnbouwproducten en de interpretatie daarvan zijn complexe handelingen en met het oog op een harmonisering van de interpretatie van de analyseresultaten moet worden bepaald dat de databank van het GCO toegankelijk moet zijn voor de officiële laboratoria die deze analysemethode toepassen en, op verzoek, voor andere officiële instanties van de lidstaten, met inachtneming van de beginselen van de bescherming van de persoonlijke gegevens.

(86)

Verordening (EG) nr. 2729/2000 bevat bepalingen met betrekking tot het nemen van monsters die zijn bestemd om naar een officieel laboratorium in een andere lidstaat te worden verstuurd en gemeenschappelijke bepalingen voor het nemen van monsters die moeten worden geanalyseerd aan de hand van isotopenanalyses. Deze bepalingen moeten worden overgenomen en het nemen van monsters voor de communautaire gegevensbank moet worden beschouwd als een geval van bemonstering van een wijnbouwproduct in het kader van de directe samenwerking tussen de instanties.

(87)

Om de objectiviteit van de controles te garanderen moeten de functionarissen van een bevoegde instantie van een lidstaat de bevoegde instantie van een andere lidstaat kunnen verzoeken monsters te nemen. De aanvragende functionaris moet toegang tot de genomen monsters hebben en met name kunnen bepalen in welk laboratorium ze moeten worden onderzocht.

(88)

Er moeten bepalingen worden vastgesteld voor de officiele monsterneming in het kader van de samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten en voor het gebruik van deze monsters. Deze bepalingen moeten garanderen dat de monsters representatief zijn en dat de resultaten van de officiële analyses in de hele Gemeenschap kunnen worden gecontroleerd.

(89)

Om op administratief vlak de afrekening van de kosten in verband met de monsternemingen, de verzending van de monsters, de analytische en organoleptische onderzoeken en de dienstverlening door een expert te vereenvoudigen, moet worden bepaald dat deze kosten worden gedragen door de instantie die opdracht heeft gegeven tot de monsterneming of de dienstverlening door de expert.

(90)

De bewijskracht van de vaststellingen die bij de controles in het kader van deze verordening worden gedaan, moet nader worden vastgesteld.

(91)

Met het oog op een vlot verloop van de controles en het nemen van druivenmonsters in de wijngaarden moet worden bepaald dat de betrokkenen de hen betreffende controles niet mogen hinderen, de monsternemingen moeten vergemakkelijken en de op grond van deze verordening vereiste inlichtingen moeten verschaffen.

(92)

Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de soort, de vormgeving en de wijze van verstrekking van de mededelingen die voor de toepassing van deze verordening worden vereist. Deze bepalingen moeten onder meer betrekking hebben op mededelingen van de lidstaten aan de Commissie.

(93)

Om te garanderen dat de middelen van de EU-begroting op een billijke en controleerbare wijze worden besteed, moet worden voorzien in sancties met financiële gevolgen voor het geval de lidstaten niet voldoen aan hun verplichting om gegevens mee te delen.

(94)

De gegevens die nodig zijn voor het toezicht en de controle op de uitvoering van deze verordening moeten gedurende een voldoende lange periode door de lidstaten voor controle ter beschikking worden gehouden.

(95)

De betalingen in het kader van de titels II en V van Verordening (EG) nr. 479/2008 moeten volledig aan de begunstigden worden uitgekeerd. Om onnodige administratieve druk te voorkomen moet worden toegestaan dat de lidstaten onder bepaalde voorwaarden de verzekeringssteun door toedoen van verzekeringsmaatschappijen aan de producenten betalen.

(96)

Met het oog op een eerlijke behandeling van de producenten moeten bepalingen worden vastgesteld voor de oplossing van gevallen waarin sprake is van een kennelijke fout, overmacht of andere uitzonderlijke omstandigheden. Om te voorkomen dat voordeel wordt gehaald uit kunstmatig gecreëerde situaties, dienen ook voor dergelijke situaties bepalingen te worden vastgesteld.

(97)

Er moeten bepalingen worden vastgesteld voor een soepele overschakeling van de vorige regeling naar de bij deze verordening vastgestelde regeling, alsmede voor de toepassing van de overgangsbepalingen van artikel 128 van Verordening (EG) nr. 479/2008.

(98)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Werkingssfeer en gebruik van begrippen

1.   Deze verordening bevat de uitvoeringsbepalingen voor de volgende bepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008:

a)

steunmaatregelen (titel II),

b)

handel met derde landen (titel IV),

c)

productiepotentieel (titel V),

d)

de inventaris als bedoeld in artikel 109,

e)

de controles in de wijnsector (artikel 117) en

f)

het opmeten van de oppervlakten als bedoeld in artikel 121, onder c).

Deze verordening laat de toepassing onverlet van:

a)

de specifieke bepalingen betreffende de betrekkingen tussen de lidstaten op het gebied van fraudebestrijding in de wijnbouwsector, voor zover die de toepassing van deze verordening kunnen vergemakkelijken,

b)

de regels inzake:

i)

de strafrechtelijke procedure of de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen lidstaten,

ii)

de procedure inzake administratieve boetes.

2.   De begrippen die in Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn gehanteerd, hebben in de onderhavige verordening dezelfde betekenis.

TITEL II

STEUNPROGRAMMA’S

HOOFDSTUK I

Indieningsprocedure

Artikel 2

Eerste indiening van steunprogramma's

1.   De indiening van het ontwerpsteunprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 heeft betrekking op de vijf begrotingsjaren 2009 tot en met 2013.

De lidstaten leggen hun ontwerpsteunprogramma elektronisch aan de Commissie voor en maken daarvoor gebruik van het in bijlage I bij de onderhavige verordening aangegeven model.

Tegelijk dienen de lidstaten hun financiële planning voor het in de eerste alinea bedoelde ontwerpsteunprogramma bij de Commissie in volgens het model in bijlage II.

2.   De lidstaten stellen de Commissie van hun regelgeving met betrekking tot de in lid 1 bedoelde ontwerpsteunprogramma’s in kennis zodra die regelgeving is goedgekeurd of gewijzigd.

3.   Lidstaten die besluiten het hele bedrag van hun nationale middelen vanaf het begrotingsjaar 2010 voor de hele periode als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 479/2008 naar de bedrijfstoeslagregeling over te dragen, leggen vóór 30 juni 2008 eenmalig het in bijlage II bij de onderhavige verordening vastgestelde formulier voor, waarvan ze de betrokken regel naar behoren invullen.

4.   Lidstaten die besluiten bij de opstelling van hun steunprogramma rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de regio’s, kunnen ook nadere gegevens per regio indienen in de in bijlage III bij de onderhavige verordening aangegeven vorm.

5.   De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitgaven tussen de datum waarop de Commissie hun steunprogramma ontvangt en de datum waarop hun steunprogramma van toepassing wordt overeenkomstig artikel 5, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

Artikel 3

Wijziging van de steunprogramma's

1.   Herziene programma’s als bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 worden bij de Commissie ingediend volgens het model in bijlage I bij de onderhavige verordening en zo nodig wordt hierbij een herzien financieel overzicht gevoegd volgens het model in bijlage IV bij de onderhavige verordening.

De in artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde lidstaten hoeven het in bijlage IV vastgestelde formulier niet in te dienen.

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitgaven tussen de datum waarop de Commissie de herziening van hun steunprogramma ontvangt en de datum waarop die herziening van toepassing wordt overeenkomstig artikel 5, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

2.   Behalve bij noodmaatregelen wegens natuurrampen mogen per begrotingsjaar ten hoogste tweemaal wijzigingen in de steunprogramma's worden voorgelegd. Als een lidstaat het nodig vindt zijn steunprogramma te wijzigen, legt hij het uiterlijk op 1 maart of uiterlijk op 30 juni van het betrokken jaar voor, zo nodig vergezeld van:

a)

bijgewerkte versies van het steunprogramma en het financiele overzicht in de in bijlage I, respectievelijk bijlage IV aangegeven vorm;

b)

de redenen voor de voorgestelde wijzigingen.

Elke overdracht met betrekking tot de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde maatregel moet worden gemeld vóór 1 december voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de bedrijfstoeslagregeling van toepassing wordt.

HOOFDSTUK II

Subsidiabele maatregelen

Deel 1

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 4

Subsidiabele activiteiten en markten

De in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde wijnen komen voor steun voor de afzetbevordering op de markten van derde landen in aanmerking op voorwaarde dat:

a)

de producten voor rechtstreeks verbruik zijn bestemd, er voor die producten in de beoogde derde landen uitvoermogelijkheden of mogelijkheden tot het vinden van nieuwe afzetmarkten bestaan, en die producten een hoge toegevoegde waarde hebben;

b)

wat wijn met een geografische aanduiding betreft, de oorsprong van het product in een voorlichtings- of afzetbevorderingsactie wordt vermeld;

c)

de ondersteunde activiteit duidelijk omschreven is, met vermelding van de producten die in aanmerking worden genomen, de marketingactiviteiten en de geraamde kosten;

d)

de steun voor de afzetbevordering en voorlichting voor een bepaalde begunstigde in een bepaald derde land niet langer dan drie jaar duurt;

e)

de voor voorlichting en/of afzetbevordering bedoelde boodschappen gebaseerd zijn op de intrinsieke kwaliteiten van de wijn en voldoen aan de wetgeving van de derde landen waarvoor zij bedoeld zijn;

f)

de begunstigden voldoende capaciteit hebben om het hoofd te bieden aan de specifieke factoren die de handel met derde landen belemmeren en over middelen beschikken om te garanderen dat de maatregel zo efficiënt mogelijk wordt uitgevoerd. De lidstaten moeten er met name op toezien dat er voldoende kwaliteitsvolle producten beschikbaar zijn om na de afzetbevorderingsactie op lange termijn aan de marktvraag te voldoen.

De begunstigden kunnen particuliere ondernemingen, beroepsorganisaties, producentenorganisaties, brancheorganisaties of, als een lidstaat daartoe besluit, overheidsinstanties zijn. In geen geval mogen de lidstaten een overheidsinstantie als enige begunstigde van de afzetbevorderingsmaatregel aanwijzen.

De voorkeur gaat naar kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (10), en naar gezamenlijke merknamen.

Om misbruik van de regeling te voorkomen mag in beginsel niet worden toegestaan dat de onder a) en c) genoemde elementen worden gewijzigd in de looptijd van de ondersteunde acties, tenzij kan worden aangetoond dat die wijzigingen een beter resultaat mogelijk maken.

Artikel 5

Selectieprocedure

1.   De lidstaten stellen de procedure voor het indienen van de aanvragen vast, en met name uitvoeringsbepalingen betreffende:

a)

de controle op de naleving van de in artikel 4 vastgestelde eisen en criteria;

b)

de termijnen voor de indiening van de aanvragen en voor het onderzoek van de geschiktheid van elke voorgestelde actie;

c)

de betrokken producten en de afzet daarvan in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening, de nationale bepalingen en de betrokken specificaties;

d)

het sluiten van contracten, mogelijk aan de hand van standaardformulieren, het stellen van zekerheden en de betaling van voorschotten;

e)

de evaluatie van alle ondersteunde acties.

2.   De lidstaten selecteren de aanvragen met name aan de hand van de onderstaande criteria:

a)

de samenhang tussen de voorgestelde strategieën en de vastgestelde doelen;

b)

de kwaliteit van de voorgestelde maatregelen;

c)

de van de uit te voeren acties te verwachten gevolgen voor de ontwikkeling van de vraag naar de betrokken producten;

d)

garanties dat de betrokken marktdeelnemers efficiënt zijn en over de nodige technische capaciteit beschikken en dat de kosten van de maatregel die de marktdeelnemers zelf voornemens zijn uit te voeren, niet hoger liggen dan de normale marktprijzen.

3.   Na het onderzoek van de aanvragen selecteren de lidstaten de aanvragen die de meeste waarde voor het geïnvesteerde geld bieden, stellen zij, met inachtneming van de beschikbare middelen, een lijst op en brengen zij aan de hand van het in bijlage VIII vastgestelde formulier de Commissie van deze aanvragen op de hoogte, zodat de overige lidstaten daarvan kennis kunnen nemen en de coherentie van de maatregel kan worden vergroot.

4.   Twee of meer lidstaten kunnen een gezamenlijke afzetbevorderingsactie kiezen. Zij verbinden zich ertoe hun deel in de financiering te dragen en maken afspraken over administratieve samenwerkingsprocedures die het toezicht, de uitvoering en de controle moeten vergemakkelijken.

5.   De lidstaten zien erop toe dat elke nationale of regionale campagne waarvoor steun wordt verleend, in overeenstemming is met de maatregelen die worden gefinancierd in het kader van Verordening (EG) nr. 3/2008 of Verordening (EG) nr. 1698/2005 en met de maatregelen die in het kader van nationale en regionale campagnes worden gefinancierd.

6.   In het kader van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt geen steun verleend voor acties die worden ondersteund in het kader van artikel 20, onder c) iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 of van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 3/2008.

7.   De lidstaten kunnen toestaan dat de steun vervroegd wordt betaald, d.i. voordat een actie is uitgevoerd, op voorwaarde dat de begunstigde een zekerheid heeft gesteld.

8.   Als de lidstaten nationale steun voor afzetbevordering verlenen, delen zij dat in de betrokken onderdelen van de bijlagen I, V, VII en VIII bij deze verordening mee.

Deel 2

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 6

Definitie

Voor de toepassing van artikel 11, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt onder „gewone vernieuwing van wijngaarden die het einde van hun natuurlijke ontwikkelingscyclus hebben bereikt” verstaan herbeplanting van hetzelfde perceel met hetzelfde wijnstokras en volgens dezelfde teeltmethode. De lidstaten kunnen verdere specificaties vaststellen, met name wat betreft de leeftijd van de vervangen wijngaarden.

Artikel 7

Procedure en aanvragen

1.   De lidstaten stellen het volgende vast:

a)

termijnen, van hoogstens vijf jaar, voor de uitvoering van de herstructureringsmaatregelen;

b)

de instanties of personen die een ontwerpaanvraag mogen indienen;

c)

objectieve criteria voor de toekenning van prioriteiten, met name overeenkomstig artikel 104, lid 9, van Verordening (EG) nr. 479/2008;

d)

de inhoud van het verzoek, met onder meer een uitvoerige beschrijving van de voorgestelde maatregelen en de voor de uitvoering ervan voorgestelde termijnen;

e)

de procedure voor de indiening en de goedkeuring van het verzoek, met in het bijzonder termijnen voor de indiening van de verzoeken en objectieve criteria voor de toekenning van prioriteiten;

f)

de verplichting om in alle verzoeken voor elk begrotingsjaar de maatregelen te vermelden die in dat begrotingsjaar moeten worden uitgevoerd, alsmede de met elke maatregel gemoeide oppervlakte en de procedures om toezicht op de uitvoering van die maatregelen te houden.

2.   De lidstaten kunnen vaststellen hoe groot de percelen minstens moeten zijn om voor herstructurerings- en omschakelingssteun in aanmerking te komen, wat de minimumoppervlakte moet zijn van het perceel dat uit de herstructurering en de omschakeling ontstaat en in welke naar behoren verantwoorde en op objectieve criteria gabaseerde gevallen van deze eis mag worden afgeweken.

Artikel 8

Steunniveaus

Met inachtneming van de bepalingen van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van dit hoofdstuk stellen de lidstaten regels vast met betrekking tot de precieze werkingssfeer en de niveaus van de toe te kennen steun. Deze regels kunnen met name betrekking hebben op de betaling van forfaitaire bedragen, de maximumbedragen van de steun per hectare en de differentiëring van de steun op basis van objectieve criteria. Als de aanplantrechten niet van de herstructureringsmaatregel afkomstig zijn, wordt de steun, om concurrentieverstoring te voorkomen, dienovereenkomstig verminderd om er rekening mee te houden dat er voor de gebruikte aanplantrechten geen rooikosten zijn gemaakt.

De steun wordt betaald voor de beplante oppervlakte als omschreven in artikel 75, lid 1.

De regels worden zo vastgesteld dat de verwezenlijking van de doelstelling van de regeling wordt gegarandeerd.

Artikel 9

Financieel beheer

1.   De steun wordt betaald zodra vaststaat dat, naargelang van de keuze die de lidstaat voor het beheer van de maatregel heeft gemaakt, één enkele actie dan wel alle acties waarvoor de steunaanvraag is ingediend, werd(en) uitgevoerd en ter plaatse gecontroleerd.

In die gevallen waar de steun normaal gezien pas na uitvoering van alle acties mag worden betaald, kan hij toch voor uitgevoerde afzonderlijke acties worden betaald als de resterende acties niet konden worden uitgevoerd wegens overmacht of uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 40, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (11).

Als bij een controle blijkt dat een overkoepelende actie waarvoor steun is aangevraagd, niet volledig is uitgevoerd om andere redenen dan overmacht of uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 40, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, en als er steun is betaald na afzonderlijke acties die een onderdeel zijn van de overkoepelende actie waarvoor de steunaanvraag is ingediend, besluiten de lidstaten de betaalde steun terug te vorderen.

2.   In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten voor een bepaalde actie of voor alle acties waarvoor een steunaanvraag is ingediend, nog voordat de uitvoering van welkdanige actie ook is afgerond, aan de producenten steun verlenen op voorwaarde dat met de uitvoering van die actie(s) is begonnen en dat de begunstigde een zekerheid heeft gesteld. Met het oog op de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2220/85 (12) bestaat de verplichting erin de betrokken acties uit te voeren tegen het einde van het tweede wijnoogstjaar na de betaling van het voorschot.

De lidstaten mogen deze periode aanpassen als:

a)

de betrokken oppervlakten deel uitmaken van een oppervlakte die is geteisterd door een natuurramp die door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat is erkend;

b)

de geplande acties niet konden worden uitgevoerd omdat zich bij het plantgoed gezondheidsproblemen voordeden die door een door de betrokken lidstaat erkende instantie zijn gecertificeerd.

De steun wordt slechts vooraf betaald als vorige acties die op dezelfde oppervlakte zijn verricht en waarvoor de producent ook steun vooraf heeft gekregen, volledig zijn uitgevoerd.

Als uit een controle blijkt dat de maatregel waarvoor een steunaanvraag is ingediend en waarvoor een voorschot is betaald, niet volledig is uitgevoerd, kunnen de lidstaten besluiten een sanctie toe te passen.

Artikel 10

Overgangsmaatregelen

De lidstaten kunnen toestaan dat lopende herstructureringsacties die al in het kader van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 waren gepland, worden opgenomen in een nieuwe aanvraag op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 op voorwaarde dat:

a)

die omzetting wordt gefinancierd met de middelen die in het kader van het steunprogramma ter beschikking zijn gesteld voor de in artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde maatregel;

b)

de voortzetting van de maatregel, zo nodig na aanpassingen, voldoet aan de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.

Deel 3

Groen oogsten

Artikel 11

Definitie van groen oogsten

Voor de toepassing van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van dit deel van de onderhavige verordening wordt het aan de wijnstokken laten van verhandelbare druiven op het einde van de normale productiecyclus (niet-oogsten) niet beschouwd als groen oogsten.

Voorts wordt de oppervlakte van een perceel waarvoor steun voor groen oogsten wordt verleend, niet meegeteld bij de berekening van de maximumopbrengsten die zijn vastgesteld in de technische specificaties voor wijnen met een geografische aanduiding.

Artikel 12

Voorwaarden voor de uitvoering van groen oogsten

1.   Met betrekking tot groen oogsten moeten de lidstaten:

a)

uitvoeringsbepalingen voor de maatregel vaststellen, waaronder:

i)

bepalingen inzake de voorafgaande melding van het groen oogsten,

ii)

bepalingen inzake de te betalen vergoeding,

iii)

regels die moeten garanderen dat de betrokken oppervlakten in een goede vegetatieve toestand worden gehouden, dat de toepassing van de maatregel geen negatieve milieueffecten of negatieve fytosanitaire gevolgen zal hebben en dat de correcte uitvoering van de maatregel kan worden gecontroleerd; in verband met deze doelstellingen mogen de lidstaten beperkingen ten aanzien van de maatregel opleggen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria, waaronder de oogstperioden voor de verschillende wijnstokrassen, de risico’s voor het milieu, de fytosanitaire risico's of de oogstmethode;

b)

de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen voor steun voor groen oogsten vaststellen, die moet vallen in de periode tussen 15 april en 31 mei van elk jaar;

c)

tegen 31 mei een analyse van de verwachte marktsituatie opstellen die groen oogsten rechtvaardigt om het marktevenwicht te herstellen en een crisis te voorkomen;

d)

ervoor zorgen dat de maatregel correct wordt uitgevoerd door te controleren of de groene druiven naar behoren zijn geoogst; oppervlakten waarvoor steun voor groen oogsten wordt verleend, moeten na die oogst systematisch ter plaatse worden gecontroleerd; deze controle betreft de percelen waarvoor steun is aangevraagd.

Bij de in de eerste alinea onder d) bedoelde controle moet worden nagegaan:

i)

of de betrokken wijngaard wel degelijk bestaat en de aangegeven oppervlakte goed werd onderhouden,

ii)

of alle druiventrossen volledig zijn verwijderd of vernietigd,

iii)

welke methode werd toegepast; elke landbouwer die steun voor groen oogsten aanvraagt, moet bewijsstukken van de kosten van deze vorm van oogsten bijhouden.

Om te garanderen dat op het perceel waarvoor steun wordt verleend, geen verhandelbare druiven achterblijven, vinden alle controles plaats tussen 15 juni en 31 juli van elk jaar, en moeten die controles in elk geval op elke oppervlakte zijn afgerond tegen de normale rijpingstijd (fase M op de schaal van Baggiolini, fase 83 op de BBCH-schaal).

2.   Het is verboden gedurende twee opeenvolgende jaren op hetzelfde perceel groen te oogsten.

3.   Als de druiven vóór de datum waarop ze groen zouden worden geoogst, volledig of gedeeltelijk worden beschadigd als gevolg van met name een natuurramp in de zin van artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie (13), wordt geen steun toegekend.

4.   Bij volledige of gedeeltelijke beschadiging tussen het tijdstip waarop de steun voor groen oogsten is betaald en de oogstperiode, wordt voor het inkomensverlies geen financiële vergoeding in het kader van de oogstverzekering toegekend voor de oppervlakte waarvoor reeds steun is verleend.

Artikel 13

Aanvraagprocedure

1.   De lidstaten stellen de aanvraagprocedure vast en omschrijven daarin met name op welke premie de betrokken producent recht zal hebben en welke gegevens hij bij zijn aanvraag moet verstrekken. De aanvraag moet gegevens bevatten over de oppervlakte, de gemiddelde opbrengst en de toe te passen oogstmethode, alsmede over de wijndruivenrassen en de soort wijn die ermee wordt geproduceerd.

2.   De lidstaten verifiëren of de aanvragen gegrond zijn. In dit verband mogen zij bepalen dat de producent samen met zijn aanvraag een schriftelijke verklaring moet voorleggen. Als de aanvraag wordt ingetrokken zonder dat daarvoor een naar behoren gemotiveerde reden wordt opgegeven, mogen de lidstaten bepalen dat de betrokken producent de kosten van de behandeling van zijn verzoek moet dragen.

Artikel 14

Vergoeding

1.   Elk jaar berekenen de lidstaten de rechtstreekse kosten van groen oogsten volgens de verschillende methoden (handmatig, mechanisch of chemisch) die zij met betrekking tot artikel 12, lid 1, onder a) iii) toestaan. Als meer dan één methode op dezelfde oppervlakte wordt toegepast, wordt de vergoeding berekend op basis van de goedkoopste methode.

2.   De lidstaten bepalen het door het groen oogsten veroorzaakte inkomensverlies op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria.

Zij stellen, met inachtneming van artikel 12, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008, het in artikel 12, lid 3, van die verordening bedoelde steunniveau vast op basis van normbedragen voor kosten en standaardveronderstellingen over inkomensverlies. De lidstaten zien erop toe dat de berekeningen:

a)

alleen elementen bevatten die verifieerbaar zijn;

b)

zijn gebaseerd op cijfers die op een passende expertise berusten;

c)

gepaard gaan met informatie die de bron van de cijfers duidelijk aangeeft;

d)

zijn gedifferentieerd om rekening te houden met, naargelang van het geval, de regionale of de plaatselijke terreingesteldheid.

De steun wordt betaald voor de beplante oppervlakte als omschreven in artikel 75, lid 1, van deze verordening.

Deel 4

Onderlinge fondsen

Artikel 15

Hoogte van de steun

De lidstaten mogen de in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde maatregel in hun steunprogramma invoeren volgens de onderstaande regels:

a)

de steunperiode mag niet langer dan drie jaar duren;

b)

de steun voor de financiering van de administratieve kosten van de oprichting van onderlinge fondsen is in het eerste, het tweede en het derde jaar van de werking van het onderlinge fonds beperkt tot de onderstaande percentages van de bijdrage die de producenten voor het onderlinge fonds betalen tijdens respectievelijk het eerste, het tweede en het derde jaar van de werking van dat fonds:

i)

10 %, 8 % en 4 % in de lidstaten die op 1 mei 2004 of later tot de Gemeenschap zijn toegetreden,

ii)

5 %, 4 % en 2 % in de andere lidstaten;

c)

de lidstaten mogen het maximumbedrag aan administratieve kosten vaststellen dat voor de oprichting van de onderlinge fondsen kan worden ontvangen;

d)

de lidstaten stellen bepalingen vast voor de uitvoering van die maatregel.

Deel 5

Oogstverzekering

Artikel 16

Voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen

De lidstaten mogen de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde maatregel in hun steunprogramma invoeren volgens de onderstaande regels:

a)

de lidstaten stellen bepalingen vast voor de uitvoering van de oogstverzekeringsmaatregelen, met inbegrip van bepalingen om te voorkomen dat die maatregelen de mededinging op de verzekeringsmarkt verstoren;

b)

de producenten die een aanvraag in het kader van deze regeling indienen, stellen hun verzekeringspolis ter beschikking van de nationale autoriteiten om de lidstaten in staat te stellen te voldoen aan artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008;

c)

de lidstaten stellen het maximumbedrag van de steun vast dat mag worden ontvangen om te voldoen aan artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008. Waar nodig kunnen de lidstaten de hoogte van de steun vaststellen op basis van normbedragen voor kosten en standaardveronderstellingen over inkomensverlies. De lidstaten zien erop toe dat de berekeningen:

i)

alleen elementen bevatten die verifieerbaar zijn,

ii)

zijn gebaseerd op cijfers die op een passende expertise berusten,

iii)

gepaard gaan met informatie die de bron van de cijfers duidelijk aangeeft,

iv)

zijn gedifferentieerd om rekening te houden met, naargelang van het geval, de regionale of de plaatselijke terreingesteldheid.

Voor de toepassing van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt onder „ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld” hetzelfde verstaan als in artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie.

Als de lidstaten nationale steun voor oogstverzekeringen verlenen, delen zij dat in de betrokken onderdelen van de bijlagen I, V en VII bij deze verordening mee.

Deel 6

Investeringen

Artikel 17

Subsidiabele maatregelen

Om voor steun in aanmerking te komen moeten de investeringen voldoen aan de daarvoor geldende communautaire normen.

De volgende uitgaven zijn subsidiabel:

a)

de bouw, verwerving, inclusief leasing, of verbetering van onroerende goederen;

b)

de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties, met inbegrip van computerprogrammatuur, tot maximaal de marktwaarde van de activa; andere kosten in verband met een huurkoopovereenkomst, zoals de marge voor de verhuurder, de met de financiering gemoeide rentekosten, de overheadkosten en de verzekeringskosten, zijn geen subsidiabele uitgaven;

c)

algemene kosten in verband met de onder a) en b) bedoelde uitgaven, zoals die voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs, het uitvoeren van haalbaarheidsstudies en het verkrijgen van octrooien en licenties.

In afwijking van punt b) kunnen lidstaten in deugdelijk gemotiveerde gevallen en uitsluitend voor kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (14) bepalen onder welke voorwaarden tweedehandsuitrusting voor steun in aanmerking kan worden genomen.

Loutere vervangingsinvesteringen komen niet voor steun in aanmerking om er zeker van te zijn dat het doel van de maatregel, d.i. een betere aanpassing aan de marktvraag en een groter concurrentievermogen, door deze investeringen in de verwerkingsketen wordt bereikt.

Artikel 18

Subsidiabele maatregelen voor de ontwikkeling van nieuwe producten

De kosten voor de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën als bedoeld in artikel 15, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 betreffen voorbereidende werkzaamheden zoals het ontwerpen, verder ontwikkelen en testen van een product, een procedé of een technologie en de daarmee verband houdende materiële en/of immateriële investeringen, die plaatsvinden in de stadia voordat de nieuw ontwikkelde producten, procedés en technologieën voor commerciële doeleinden worden gebruikt.

Loutere vervangingsinvesteringen komen niet voor steun in aanmerking om er zeker van te zijn dat het doel van de maatregel, d.i. een betere aanpassing aan de marktvraag en een groter concurrentievermogen, door deze steun wordt bereikt.

Artikel 19

Financieel beheer

Behalve in gevallen van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 40, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 die zich voordoen in de periode waarin de investeringen moeten worden uitgevoerd, zal de steun worden betaald zodra is geverifieerd dat alle investeringen waarvoor de betrokken steunaanvraag is ingediend, zijn uitgevoerd en ter plaatse zijn gecontroleerd.

De begunstigden van de investeringssteun kunnen de bevoegde betaalorganen om de betaling van een voorschot vragen als het nationale steunprogramma deze optie biedt.

Het voorschot mag niet meer dan 20 % van de overheidssteun voor de investering bedragen en mag pas worden betaald nadat een bankgarantie of een gelijkwaardige garantie ten belope van 110 % van het voor te schieten bedrag is gesteld.

De garantie wordt vrijgegeven zodra het bevoegde betaalorgaan vaststelt dat de werkelijke uitgaven in verband met de overheidssteun voor de investering het voorschot overtreffen.

Artikel 20

Verenigbaarheid en coherentie

Er wordt geen steun verleend voor marketingacties waarvoor in het kader van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 479/2008 steun is betaald.

Als de lidstaten nationale steun voor investeringen verlenen, delen zij dat in de betrokken onderdelen van de in de bijlagen I, V en VII bij deze verordening vastgestelde formulieren mee.

Deel 7

Wegwerken van bijproducten

Artikel 21

Vaststelling van een minimaal alcoholpercentage

1.   Met inachtneming van punt 1 van bijlage VI.D bij Verordening (EG) nr. 479/2008 stellen de lidstaten het alcoholvolume vast dat de bijproducten moeten bevatten ten opzichte van het alcoholvolume in de geproduceerde wijn. De lidstaten kunnen het minimale alcoholpercentage differentiëren op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria.

2.   Als het relevante percentage dat de lidstaten overeenkomstig lid 1 hebben vastgesteld, niet wordt bereikt, leveren degenen voor wie de verplichting geldt, een hoeveelheid wijn van eigen productie die groot genoeg is om dat percentage te halen.

3.   Met het oog op de vaststelling van het alcoholvolume dat de bijproducten moeten bevatten ten opzichte van het alcoholvolume in de geproduceerde wijn, moet in de verschillende wijnbouwzones het volgende forfaitaire natuurlijke alcoholvolumegehalte voor wijn worden toegepast:

a)

8,0 % voor zone A;

b)

8,5 % voor zone B;

c)

9,0 % voor zone C I;

d)

9,5 % voor zone C II;

e)

10,0 % voor zone C III.

Artikel 22

Wegwerken van bijproducten

De producenten worden verplicht de bijproducten van de wijnbereiding of enige andere verwerking van druiven onder toezicht uit de markt te nemen onder de volgende voorwaarden:

a)

de bijproducten worden onverwijld, en uiterlijk aan het einde van het wijnoogstjaar waarin zij zijn verkregen, uit de markt genomen; de lidstaten kunnen een vroegere datum vaststellen; het uit de markt nemen met opgave van de geraamde hoeveelheden wordt vermeld in de registers die worden bijgehouden krachtens artikel 112, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008, dan wel gecertificeerd door de bevoegde autoriteit;

b)

het uit de markt nemen gebeurt met inachtneming van de communautaire regelgeving, met name op milieugebied.

De betrokken wijnmoer wordt geacht uit de markt te zijn genomen wanneer zij gedenatureerd is zodat zij niet meer kan worden gebruikt voor de wijnbereiding en wanneer de levering van deze gedenatureerde wijnmoer aan derden is geboekt in de registers die worden bijgehouden krachtens artikel 112, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de controle op deze transacties te waarborgen. Zij mogen een systeem van voorafgaande erkenning van de betrokken derden hebben.

De lidstaten kunnen beslissen dat producenten die in het betrokken wijnoogstjaar in hun eigen installaties zelf niet meer produceren dan 25 hectoliter wijn of most, hun bijproducten niet uit de markt hoeven te nemen.

Artikel 23

Wegwerken van de bijproducten door distillatie

1.   De producenten kunnen aan de verplichting om de bijproducten van de wijnbereiding of van enige andere verwerking van druiven geheel of gedeeltelijk weg te werken, voldoen door de bijproducten te leveren voor distillatie.

2.   De lidstaten kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria eisen dat de levering voor distillatie van alle bijproducten van de wijnbereiding of van enige andere verwerking van druiven, dan wel van een deel van die bijproducten verplicht wordt voor al hun producenten of voor een deel van hen. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door de wijn te leveren aan de azijnindustrie.

3.   De betrokken lidstaten kunnen een regeling invoeren waarbij de distilleerders volgens een door hen vastgestelde procedure worden gecertificeerd.

Artikel 24

Doel van de steun

1.   De in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun wordt, voor zover aan de voorwaarde van lid 3 daarvan wordt voldaan, met inachtneming van de beperking die is aangegeven in lid 1, tweede alinea, van datzelfde artikel, betaald aan distilleerders die de voor distillatie geleverde producten verwerken tot ruwe alcohol met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol.

2.   De betrokken steun omvat een forfaitair bedrag dat dient om de kosten van de inzameling van deze producten, die van de distilleerder naar de producent moeten worden gebracht, te vergoeden voor zover die kosten door de producent worden gedragen.

3.   De lidstaten kunnen toestaan dat de steun vervroegd wordt betaald als de begunstigde een zekerheid heeft gesteld.

4.   De lidstaten stellen uitvoeringsbepalingen vast voor de maatregel waarin dit artikel voorziet.

Artikel 25

Steunbedrag

1.   Het maximumbedrag van de in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun dat aan de distilleerders mag worden betaald, wordt als volgt per % alcoholvolume en per hectoliter vastgesteld:

a)

voor ruwe alcohol verkregen van draf: 1,1 euro / %vol / hl;

b)

voor ruwe alcohol verkregen van wijn en moer: 0,5 euro / %vol / hl.

2.   Op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria stellen de lidstaten, binnen de in lid 1 vastgestelde grenzen, het steunbedrag en de forfaitaire vergoeding voor de inzamelingskosten als bedoeld in artikel 24, lid 2, vast en delen die aan de Commissie mee in de betrokken onderdelen van de in de bijlagen I, V en VII vastgestelde formulieren. Deze bedragen kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria worden gedifferentieerd naar productietechnologie.

Deel 8

Distillatie tot drinkalcohol

Artikel 26

Doel van de steun

1.   De in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun wordt, met inachtneming van de in dat artikel vastgestelde voorwaarden, op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria toegekend aan producenten van wie de productie als eindbestemming de productie van wijndistillaten voor de sector drinkalcohol heeft.

2.   De steun kan worden betaald aan wijnproducenten die zelf geen druiven telen.

3.   De lidstaten kunnen toestaan dat de steun vervroegd wordt betaald op voorwaarde dat de begunstigde een zekerheid heeft gesteld.

4.   De lidstaten stellen uitvoeringsbepalingen vast voor de maatregel waarin dit artikel voorziet.

Artikel 27

Steunbedrag

De lidstaten stellen de bedragen van de hectaresteun vast en delen die in de betrokken onderdelen van de bijlagen I, V en VII aan de Commissie mee. Deze bedragen kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria worden gedifferentieerd, met name naar productieregio en productieomstandigheden.

Deel 9

Crisisdistillatie

Artikel 28

Omschrijving van de maatregel

1.   Lidstaten die, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en binnen de grenzen van het beschikbare budget als bedoeld in de leden 4 en 5 van datzelfde artikel, op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria de crisisdistillatie voor bepaalde categorieën wijn openen voor hun hele grondgebied of een deel daarvan, stellen de Commissie daarvan in kennis via een wijziging van hun steunprogramma.

2.   De lidstaten kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria eisen dat deze distillatie voor al hun producenten of een deel van hen verplicht wordt.

3.   De lidstaten stellen uitvoeringsbepalingen vast voor de maatregel waarin dit artikel voorziet.

Artikel 29

Bepalingen inzake de steunverlening

1.   De in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun wordt, voor zover aan lid 3 van dat artikel wordt voldaan, betaald aan distilleerders die wijn verwerken tot ruwe alcohol met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol.

2.   De steun kan een minimumprijs omvatten die de distilleerders aan de wijnproducenten overmaken.

3.   De lidstaten kunnen toestaan dat de steun vervroegd wordt betaald als de begunstigde een zekerheid heeft gesteld.

Artikel 30

Steunbedrag

1.   De lidstaten stellen het steunbedrag en, in voorkomend geval, de in artikel 29 bedoelde minimumprijs voor de wijnproducenten vast en delen die aan de Commissie mee in de betrokken onderdelen van de in de bijlagen in I, V en VII vastgestelde formulieren. Deze bedragen kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria worden gedifferentieerd, met name naar productieregio en wijncategorie. In elk geval wordt het steunbedrag zodanig vastgesteld dat de aan de wijnproducenten betaalde prijs niet hoger is dan de marktprijs voor de betrokken productieregio en de betrokken wijncategorie.

2.   In voorkomend geval verlagen de lidstaten dienovereenkomstig de minimumprijs voor de producenten van wijn waarvan het alcolholgehalte is verhoogd door sucrose of most toe te voegen waarvoor de in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun is betaald.

Artikel 31

Nationale steun

Als de lidstaten nationale steun voor crisisdistillatie verlenen, houden zij van elke toepassing en van de resultaten daarvan gegevens bij. Zij delen die mee in de overeenkomstige regel in de bijlagen II, III en IV.

Deel 10

Gebruik van geconcentreerde druivenmost

Artikel 32

Doel van de steun

1.   De in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun wordt toegekend aan de wijnproducenten die in de Gemeenschap voortgebrachte geconcentreerde druivenmost of gerectificeerde geconcentreerde druivenmost gebruiken om het natuurlijke alcoholvolumegehalte van de in bijlage V, punt A, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde producten te verhogen.

2.   De lidstaten kunnen toestaan dat de steun vervroegd wordt betaald als de begunstigde een zekerheid heeft gesteld.

3.   De lidstaten stellen uitvoeringsbepalingen vast voor de maatregel waarin dit artikel voorziet.

Artikel 33

Steunbedrag

1.   Voor de volgende categorieën producten wordt het maximumbedrag van de in artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun, per potentieel alcoholvolumegehalte (% vol) per hl, als volgt vastgesteld:

a)

geconcentreerde druivenmost: 1,699 euro / %vol / hl,

b)

gerectificeerde geconcentreerde druivenmost: 2,206 euro / %vol / hl.

2.   Op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria stellen de lidstaten, binnen de in lid 1 vastgestelde grenzen, het steunbedrag voor elke productcategorie vast en delen dat aan de Commissie mee in het betrokken onderdeel van de in de bijlagen I, V en VII vastgestelde formulieren. Deze bedragen kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria worden gedifferentieerd naar regio en wijnbouwzone.

3.   Het potentiële alcoholgehalte van de in lid 1 genoemde producten wordt bepaald door de gegevens van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1623/2000 vastgestelde equivalentietabel toe te passen op de cijfers die bij een temperatuur van 20oC worden aangegeven door de refractometer die wordt gebruikt volgens de methode vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 558/93 van de Commissie (15). Voor door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde controles wordt een tolerantie van 0,2 % vol toegestaan.

Artikel 34

Controles

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat de nodige controles worden verricht, met name die met betrekking tot identiteit en hoeveelheid van het product dat wordt gebruikt om het alcoholgehalte te verhogen en met betrekking tot de naleving van de punten A en B van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

HOOFDSTUK III

Verslaglegging, evaluatie en algemene bepalingen

Artikel 35

Verslaglegging en evaluatie

1.   De lidstaten dienen het in artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde verslag bij de Commissie in volgens het model in de bijlagen V en VI bij de onderhavige verordening. De gegevens in de desbetreffende tabellen hebben voor elk jaar betrekking op de maatregelen van het steunprogramma en omvatten o.m.:

a)

een staat, per begrotingsjaar, van de uitgaven die al in de programmeringsperiode zijn gemaakt en in geen geval groter mogen zijn dan het maximale financiële totaalbedrag dat overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 479/2008 aan de lidstaat is toegewezen;

b)

ramingen van de steun voor de volgende begrotingsjaren tot het einde van de geplande periode voor de uitvoering van het steunprogramma, waarbij deze steun het maximale financiële totaalbedrag mag bereiken dat aan de lidstaat is toegewezen overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 479/2008 en moet stroken met de meest recente versie van het steunprogramma die op grond van artikel 3 van de onderhavige verordening is toegestuurd.

2.   In dezelfde mededeling leggen de lidstaten technische gegevens betreffende de uitvoering van de maatregelen van het steunprogramma voor volgens het model in bijlage VII. De nadere gegevens over de uitvoering van de afzetbevorderingsmaatregel leggen de lidstaten voor volgens het model in bijlage VIII.

3.   Verwijzingen naar een begrotingsjaar gelden als verwijzingen naar betalingen die de lidstaten van 16 oktober tot en met 15 oktober van het daaropvolgende jaar daadwerkelijk hebben verricht.

4.   De lidstaten dienen ook het in artikel 21, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde verslag bij de Commissie in volgens het model in de bijlagen V en VI bij de onderhavige verordening. Daarnaast worden de volgende punten in de conclusies opgenomen:

C1: een evaluatie van de kosten en de voordelen van het steunprogramma;

C2: manieren waarop het steunprogramma efficiënter kan worden gemaakt.

5.   De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zijn genomen om te voldoen aan artikel 9, lid 1, en artikel 12, lid 1, onder d). Voor deze mededeling wordt gebruik gemaakt van het model in de bijlagen VIII bis en VIII ter.

6.   De in artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde lidstaten zijn niet verplicht de in de bijlagen V, VI, VII, VIII, VIII bis en VIII ter bij de onderhavige verordening vastgestelde formulieren in te dienen.

7.   De lidstaten registreren de nadere bijzonderheden van alle steunprogramma’s, zowel de gewijzigde als de niet-gewijzigde, en van alle maatregelen die in het kader van de programma’s zijn uitgevoerd.

Artikel 36

Uitsluiting

In het kader van de nationale steunprogramma’s mag geen financiële steun worden verleend aan producenten die betrokken zijn bij onrechtmatig aangeplante oppervlakten als bedoeld in de artikelen 85 en 86 van Verordening (EG) nr. 479/2008 en evenmin voor oppervlakten die bestemd zijn voor het kweken van entstokken als bedoeld in artikel 60, lid 3, van de onderhavige verordening.

Artikel 37

Termijn voor de betaling aan de begunstigden

Voor elke maatregel, met uitzondering van de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgestelde maatregel:

a)

stellen de lidstaten de uiterste datum voor de indiening van de aanvraag vast;

b)

betalen de lidstaten, te rekenen vanaf de datum waarop een geldige en volledige aanvraag is ingediend, de begunstigden binnen:

i)

zeven maanden als het gaat om maatregelen die binnen één jaar kunnen worden afgerond en gecontroleerd;

ii)

een door de lidstaten vast te stellen redelijke periode, die in de betrokken onderdelen van bijlage I aan de Commissie moet worden meegedeeld, als het gaat om maatregelen die niet binnen één jaar kunnen worden afgerond en gecontroleerd.

TITEL III

HANDELSVERKEER MET DERDE LANDEN

HOOFDSTUK I

Regeling inzake invoerprijzen voor druivensap en druivenmost

Artikel 38

Definitie

Voor de toepassing van deze titel wordt onder „partij” verstaan de hoeveelheid van eenzelfde product die door eenzelfde afzender naar eenzelfde geadresseerde wordt verzonden en die met één enkele douaneaangifte wordt aangeboden om in het vrije verkeer te worden gebracht. Elke aangifte mag slechts betrekking hebben op goederen van dezelfde oorsprong, als omschreven in de artikelen 23 en 24 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 (16), en van eenzelfde code van de gecombineerde nomenclatuur.

Artikel 39

Controle per partij

1.   Voor de producten van de GN-codes 2009 61, 2009 69 en 2204 30 die in bijlage I, derde deel, afdeling I, bijlage 2, van het gemeenschappelijk douanetarief zijn opgesomd en waarop een invoerprijs van toepassing is, wordt de feitelijke douanewaarde gecontroleerd per partij.

2.   De in bijlage 2 bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (17) bedoelde invoerprijs voor de in lid 1 vermelde producten wordt vastgesteld op basis van de douanewaarde.

HOOFDSTUK II

Bij invoer voor te leggen certificaten en analyseverslagen voor wijn, druivensap en druivenmost

Deel 1

Algemeen

Artikel 40

Vereiste documenten

Het certificaat en het analyseverslag, als bedoeld in artikel 82, lid 3, onder a), respectievelijk onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 vormen samen één document, waarvan:

a)

het certificaatgedeelte wordt opgesteld door een instantie van het derde land waaruit de producten afkomstig zijn;

b)

het gedeelte dat betrekking heeft op het analyseverslag wordt opgesteld door een officieel laboratorium dat is erkend door het derde land waaruit de producten afkomstig zijn.

Artikel 41

Inhoud van het analyseverslag

Het analyseverslag bevat de volgende gegevens:

a)

voor wijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost:

i)

het totale alcoholvolumegehalte,

ii)

het effectieve alcoholvolumegehalte;

b)

voor druivenmost en druivensap: de dichtheid;

c)

voor wijn, druivenmost en druivensap:

i)

het totale gehalte aan droge stof,

ii)

het totale gehalte aan zuren,

iii)

het gehalte aan vluchtige zuren,

iv)

het gehalte aan citroenzuur,

v)

het totale gehalte aan zwaveldioxide,

vi)

de aanwezigheid van wijnstokrassen die zijn verkregen uit raskruisingen (hybriden voor rechtstreekse teelt of andere rassen die niet tot de soort Vitis vinifera behoren).

Artikel 42

Vrijstellingen

1.   Certificaten en analyseverslagen hoeven niet te worden voorgelegd voor producten van oorsprong uit derde landen die uit die landen worden uitgevoerd in geëtiketteerde recipiënten van ten hoogste 5 liter die zijn voorzien van een sluiting welke niet opnieuw kan worden gebruikt, voor zover de totale vervoerde hoeveelheid, ook wanneer deze uit verscheidene afzonderlijke partijen bestaat, niet meer dan 100 liter bedraagt.

2.   Als de producten niet aan de in lid 1 vastgestelde voorwaarden voldoen, hoeven geen certificaten en analyseverslagen te worden voorgelegd voor:

a)

wijn, druivenmost en druivensap die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers in de zin van artikel 45 van Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad (18), tot een maximum van 30 liter per reiziger;

b)

partijen wijn die door een particulier worden verzonden naar een andere particulier in de zin van artikel 29 van Verordening (EEG) nr. 918/83, tot een maximum van 30 liter per partij;

c)

wijn en druivensap die deel uitmaken van de persoonlijke bezittingen van particulieren die hun normale verblijfplaats van een derde land naar de gemeenschap overbrengen in de zin van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 918/83;

d)

wijn en druivensap die bestemd zijn voor tentoonstellingen als omschreven in artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 918/83, mits de betrokken producten zijn verpakt in geëtiketteerde recipiënten van ten hoogste 2 liter die zijn voorzien van een sluiting die niet opnieuw kan worden gebruikt;

e)

hoeveelheden wijn, druivenmost en druivensap in andere recipiënten die worden ingevoerd voor wetenschappelijke en technische experimenten, tot een maximumhoeveelheid van 100 liter;

f)

wijn en druivensap die worden ingevoerd overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke betrekkingen van 18 april 1961, het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 24 april 1963 of andere consulaire verdragen of het Verdrag van New York inzake bijzondere missies van 16 december 1969;

g)

wijn en druivensap in opslagplaatsen aan boord van schepen en vliegtuigen die internationaal vervoer verzorgen;

h)

wijn en druivensap die van oorsprong zijn uit de Europese Gemeenschap, daar zijn gebotteld, naar een derde land zijn uitgevoerd, naar het douanegebied van de Gemeenschap zijn teruggekeerd en daar in het vrije verkeer zijn gebracht.

Deel 2

Voorwaarden betreffende en wijze van opstelling en gebruik van het bij invoer van wijn, druivensap en druivenmost vereiste certificaat en analyseverslag

Artikel 43

Document V I 1

1.   Voor iedere partij die bestemd is om in de Gemeenschap te worden ingevoerd, worden het certificaat en het analyseverslag op eenzelfde document V I 1 opgesteld.

Het in de eerste alinea bedoelde document wordt opgesteld op een formulier V I 1 volgens het model in bijlage IX. Het wordt ondertekend door een ambtenaar van een officiële instantie en een ambtenaar van een erkend laboratorium als bedoeld in artikel 48.

2.   Wanneer het betrokken product niet voor rechtstreekse menselijke consumptie is bestemd, hoeft het gedeelte „Analyseverslag” van het formulier V I 1 niet te worden ingevuld.

Wanneer de betrokken wijn is verpakt in geëtiketteerde recipienten met een inhoud van ten hoogste 60 liter welke voorzien zijn van een sluiting die niet opnieuw kan worden gebruikt, en voor zover deze wijn van oorsprong is uit een van de in de lijst in bijlage XII vermelde landen die bijzondere waarborgen hebben geboden welke door de Gemeenschap zijn aanvaard, moet het deel „Analyseverslag” van het formulier V I 1 slechts worden ingevuld voor wat betreft:

a)

het effectieve alcoholvolumegehalte,

b)

het totale gehalte aan zuren,

c)

het totale gehalte aan zwaveldioxide.

Artikel 44

Beschrijving van de documenten

1.   De formulieren V I 1 bestaan uit een origineel met daaronder een kopie die wordt verkregen wanneer het origineel met de machine of met de hand wordt ingevuld.

2.   Een formulier V I 2 is een uittreksel dat is opgesteld volgens het model in bijlage X, waarin de gegevens zijn overgenomen die in een document V I 1 of een ander uittreksel V I 2 zijn vermeld en dat door een douanekantoor in de Gemeenschap is geviseerd. De formulieren V I 2 bestaan uit een origineel met daaronder twee kopieën.

3.   De documenten V I 1 en de uittreksels V I 2 moeten voldoen aan de technische bepalingen die zijn vastgesteld in bijlage XI.

4.   Het origineel en de kopie worden bij het product gevoegd. Het formulier V I 1 en het formulier V I 2 moeten worden ingevuld met de schrijfmachine of met de hand of door middel van andere technieken die door een officiële instantie als gelijkwaardig zijn erkend. Wanneer het met de hand wordt ingevuld, dient dit met inkt of in blokletters te geschieden. In de formulieren mogen geen schrappingen of overschrijvingen voorkomen. Eventuele wijzigingen worden aangebracht door de onjuiste gegevens door te halen en, in voorkomend geval, de gewenste gegevens toe te voegen. Elke aldus aangebrachte wijziging moet door de schrijver ervan worden goedgekeurd en, naargelang van het geval, door de officiële instantie, het laboratorium of de douaneautoriteiten worden geviseerd.

5.   De documenten V I 1 en de uittreksels V I 2 worden voorzien van een volgnummer dat voor de documenten V I 1 wordt toegekend door de officiële instantie waarvan een vertegenwoordiger het certificaat ondertekent en, voor de uittreksels V I 2, door het douanekantoor dat deze overeenkomstig artikel 47, leden 2 en 3, viseert.

6.   Onverminderd de leden 2, 3, 4 en 5 kunnen de documenten V I 1 en V I 2 met gebruikmaking van systemen voor automatische gegevensverwerking worden afgegeven en gebruikt overeenkomstig door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vastgestelde bepalingen. De inhoud van de elektronische documenten V I 1 en V I 2 moet gelijk zijn aan die van de papieren versie van die documenten.

Artikel 45

Vereenvoudigde procedure

1.   Als certificaat of analyseverslag, opgesteld door de instanties en laboratoria die voorkomen op de in artikel 48 bedoelde lijst, worden beschouwd de documenten V I 1 die zijn opgesteld door de wijnproducenten die zijn gevestigd in de in bijlage XII vermelde derde landen waarvan de geboden bijzondere garanties door de Gemeenschap zijn aanvaard, op voorwaarde dat deze producenten door de bevoegde autoriteiten van genoemde derde landen individueel zijn erkend en onder toezicht staan van die autoriteiten.

2.   De in lid 1 bedoelde erkende producenten gebruiken het formulier V I 1 waarop in vak 9 de naam en het adres worden vermeld van de bevoegde autoriteit van het derde land die de betrokken producent heeft erkend. Zij vullen het formulier in en vermelden bovendien:

a)

in vak 1, afgezien van hun naam en adres, hun registratienummer in de derde landen die in bijlage XII zijn vermeld,

b)

in vak 10, ten minste de in artikel 43, lid 2, vermelde gegevens.

De producenten ondertekenen op de daarvoor bestemde plaats in de vakken 9 en 10 na de woorden „naam en functie van de vertegenwoordiger” te hebben doorgehaald.

De aanbrenging van stempels en de vermelding van de naam en het adres van het laboratorium zijn niet vereist.

Artikel 46

Afwijkingen

De toepassing van artikel 43, lid 2, en artikel 45 van deze verordening kan worden geschorst indien wordt vastgesteld dat met betrekking tot de producten waarop deze maatregelen van toepassing zijn, vervalsingen hebben plaatsgevonden die een gevaar kunnen vormen voor de gezondheid van de consument, dan wel andere oenologische procedés zijn toegepast dan die welke in artikel 82, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn bedoeld.

Artikel 47

Gebruik

1.   Het origineel en de kopie van het document V I 1 of van het uittreksel V I 2 worden bij de vervulling van de douaneformaliteiten om de betrokken partij in het vrije verkeer te brengen, afgegeven aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat op het grondgebied waarvan deze verrichting plaatsheeft.

Voor zover nodig brengen deze autoriteiten de nodige aantekeningen op het document V I 1 of het uittreksel V I 2 aan. Zij geven het origineel aan de betrokkene terug en bewaren de kopie ten minste vijf jaar.

2.   Wanneer een partij producten in haar geheel opnieuw wordt uitgevoerd voordat deze in het vrije verkeer is gebracht, doet de nieuwe verzender het document V I 1 of het uittreksel V I 2 betreffende deze partij en, eventueel, een daarna opgesteld formulier V I 2, toekomen aan de douanediensten onder wier toezicht de betrokken partij is geplaatst.

Na zich ervan te hebben vergewist dat de op het document V I 1 voorkomende gegevens overeenstemmen met die welke op het formulier V I 2 zijn vermeld of, in voorkomend geval, dat de op het uittreksel V I 2 voorkomende gegevens overeenstemmen met die welke op het daarna opgestelde formulier V I 2 zijn vermeld, viseren deze autoriteiten het laatstgenoemde formulier, dat vervolgens als uittreksel V I 2 geldt, en brengen zij op het vorige document of uittreksel de nodige aantekeningen aan. Zij geven het uittreksel, alsmede het origineel van het document V I 1 of van het vorige uittreksel V I 2 aan de nieuwe verzender terug en bewaren de kopie van dit document ten minste vijf jaar.

Bij wederuitvoer van een partij producten naar een derde land behoeft evenwel geen formulier V I 2 te worden opgesteld.

3.   Wanneer een partij producten wordt gesplitst voordat zij in het vrije verkeer is gebracht, doet de betrokkene het origineel en de kopie van het document V I 1 of het uittreksel V I 2 betreffende deze partij en, voor elke nieuwe partij, het origineel van een formulier V I 2, alsmede twee daarna opgestelde kopieën toekomen aan de douanediensten onder wier toezicht de te splitsen partij is geplaatst.

Na zich ervan te hebben vergewist dat de op het document V I 1 of op het uittreksel V I 2 voorkomende gegevens overeenstemmen met de gegevens die op het voor elke nieuwe partij opgestelde formulier V I 2 zijn vermeld, viseren deze diensten het laatstgenoemde formulier, dat vervolgens als uittreksel V I 2 geldt, en brengen zij op de achterkant van het document V I 1 of van het uittreksel V I 2 waarop bedoeld uittreksel is gebaseerd, de nodige aantekeningen aan. Zij geven het uittreksel V I 2, alsmede het document V I 1 of het eerst opgestelde uittreksel V I 2 aan de betrokkene terug en bewaren een kopie van elk van deze documenten gedurende ten minste vijf jaar.

Artikel 48

Lijst van bevoegde instanties

1.   Op grond van de mededelingen van de bevoegde autoriteiten van de derde landen stelt de Commissie lijsten op met de naam en het adres van de tot het opstellen van de documenten V I 1 gemachtigde instanties, laboratoria en wijnproducenten en werkt zij deze lijsten regelmatig bij. De Commissie maakt de naam en het adres van deze instanties en laboratoria bekend via het internet.

2.   De in lid 1 bedoelde mededelingen van de bevoegde autoriteiten van de derde landen bevatten:

a)

de naam en het adres van de voor de opstelling van de V I 1-documenten erkende of aangewezen officiële instanties en laboratoria,

b)

de naam en het adres en het officiële registratienummer van de wijnproducenten die zelf V I 1-documenten mogen opmaken.

Op de in lid 1 bedoelde lijsten worden alleen opgenomen de in onderhavig lid, eerste alinea, onder a), bedoelde bevoegde instanties en laboratoria die door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land zijn gemachtigd om aan de Commissie en aan de lidstaten, op hun verzoek, alle dienstige inlichtingen te verstrekken om de in het document vermelde gegevens te kunnen beoordelen.

3.   De lijsten worden bijgewerkt, met name om rekening te houden met eventuele adreswijzigingen en/of wijzigingen in de benaming van de instanties of laboratoria.

Artikel 49

Indirecte invoer

Als een wijn wordt uitgevoerd uit een derde land op het grondgebied waarvan hij is bereid, (hierna het „land van oorsprong” genoemd) naar een ander derde land (hierna het „land van uitvoer” genoemd) vanwaar hij vervolgens naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd, kunnen de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer het document V I 1 voor de betrokken wijn opstellen op basis van een document V I 1 of een gelijkwaardig document dat door de bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong is opgesteld, zonder dat nieuwe analyses hoeven te worden uitgevoerd, indien de betrokken wijn:

a)

reeds in het land van oorsprong is gebotteld en geëtiketteerd en er niets is aan gewijzigd, of

b)

in bulk is uitgevoerd uit het land van oorsprong en in het land van uitvoer is gebotteld en geëtiketteerd, zonder een andere bewerking te hebben ondergaan.

De bevoegde autoriteit van het land van uitvoer verklaart op het document V I 1 dat het om een in de eerste alinea bedoelde wijn gaat die aan de daar gestelde voorwaarden voldoet.

Aan het document V I 1 van het land van uitvoer wordt het origineel of een gewaarmerkt afschrift van het document V I 1 of een equivalent daarvan van het land van oorsprong gehecht.

Voor de toepassing van dit artikel gelden als enige landen van oorsprong de landen die voorkomen op de overeenkomstig artikel 48, lid 1, gepubliceerde lijst van instanties en laboratoria die door derde landen zijn aangewezen om de documenten in te vullen waarvan elke partij ingevoerde wijn vergezeld moet gaan.

Artikel 50

Speciale regels voor bepaalde soorten wijn

1.   Voor likeurwijn en distillatiewijn worden de documenten V I 1 slechts als geldig erkend als de in artikel 48 bedoelde officiële instantie in vak 14 de volgende vermelding heeft aangebracht:

„Hierbij wordt bevestigd dat de aan deze wijn toegevoegde alcohol uit wijnbouwproducten is verkregen”.

Deze vermelding moet worden aangevuld met de volgende gegevens:

a)

de volledige naam en het volledige adres van de instantie van afgifte,

b)

de handtekening van een vertegenwoordiger van deze instantie,

c)

het stempel van deze instantie.

2.   Het document V I 1 mag worden gebruikt om te certificeren dat een ingevoerde wijn voorzien is van een geografische aanduiding op grond van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de communautaire regelgeving betreffende geografische aanduidingen of een overeenkomst ter erkenning en bescherming van geografische aanduidingen tussen de Europese Gemeenschap en het derde land waaruit de wijn van oorsprong is.

In een dergelijk geval moet in vak 14 het volgende worden vermeld:

„Hierbij wordt bevestigd dat de wijn waarop dit document betrekking heeft, in wijnbouwgebied … is geproduceerd en dat de in vak 6 vermelde geografische aanduiding aan deze wijn is toegekend overeenkomstig de voorschriften van het land van oorsprong”.

Deze vermelding moet worden aangevuld met de in lid 1, tweede alinea, vastgestelde gegevens.

Artikel 51

Conformiteit van ingevoerde wijnen

Als de bevoegde autoriteiten van een lidstaat vermoeden dat voor een product van oorsprong uit een derde land niet aan artikel 82, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is voldaan, stellen zij de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

HOOFDSTUK III

Bijzondere bepalingen inzake uitvoer

Artikel 52

Bekendmaking van de officiële instanties

1.   De lidstaten sturen de Commissie lijsten toe van de officiële en de officieel erkende instanties die zij voordragen voor de afgifte van attesten waarop wordt bevestigd dat de betrokken wijn voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de concessies waarin de overeenkomsten met derde landen voorzien.

2.   Namens de Gemeenschap stelt de Commissie, samen met het betrokken derde land, de lijst op van de officiële instanties die zijn gemachtigd om de in lid 1 bedoelde attesten en de door het betrokken derde land afgegeven equivalente certificaten op te stellen, en wisselt zij die lijst uit.

3.   De Commissie maakt de in lid 2 bedoelde lijst algemeen bekend en werkt ze regelmatig bij.

HOOFDSTUK IV

Overgangsbepalingen

Artikel 53

Conformiteit van de documenten V I 1 en V I 2

Documenten V I 1 en V I 2 die op het ogenblik dat zij in het verkeer werden gebracht aan de ter zake geldende bepalingen voldeden, maar die als gevolg van het van toepassing worden van deze verordening niet langer aan die bepalingen voldoen, mogen tot uiterlijk 31 december 2008 worden gebruikt.

Artikel 54

Vrijgave van zekerheden

Op verzoek van de belanghebbende partijen worden de zekerheden die voor de afgifte van invoer- en uitvoercertificaten zijn gesteld, met ingang van 1 augustus 2008 vrijgegeven voor zover de geldigheidsduur van de certificaten niet vóór die datum is afgelopen.

TITEL IV

PRODUCTIEPOTENTIEEL

HOOFDSTUK I

Onrechtmatige aanplant

Artikel 55

Sancties in geval van niet-naleving van de rooiverplichting

1.   De sancties als bedoeld in artikel 85, lid 3, en artikel 86, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008 worden zo vastgesteld dat zij een passende strafmaatregel vormen voor wie de betrokken bepalingen niet naleeft.

Onverminderd eventuele vroegere sancties die zij hebben opgelegd, stellen de lidstaten de sancties als bedoeld in artikel 85, lid 3, en artikel 86, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008 vast volgens de onderstaande beginselen:

a)

de op te leggen financiële basissanctie moet minstens 12 000 euro per ha bedragen,

b)

de lidstaten mogen de sanctie verhogen naargelang van de handelswaarde van de wijnen die in de betrokken wijngaarden worden geproduceerd.

2.   De lidstaten leggen de in artikel 85, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde sanctie op:

a)

voor onrechtmatige aanplant die bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van de onderhavige verordening: met ingang van 1 januari 2009;

b)

voor onrechtmatige aanplant die heeft plaatsgehad na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening: met ingang van de datum van die aanplant.

De sanctie wordt om de 12 maanden opnieuw geheven, te rekenen vanaf de genoemde data en overeenkomstig de in lid 1 van dit artikel vastgestelde criteria, totdat aan de rooiverplichting is voldaan.

3.   De lidstaten leggen, overeenkomstig de criteria van lid 1 van dit artikel, de in artikel 86, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde sanctie voor de niet-naleving van de rooiverplichting met ingang van 1 juli 2010 op en vervolgens om de 12 maanden totdat aan die verplichting is voldaan.

4.   De bedragen die in het kader van de in dit artikel bedoelde sancties worden geïnd, blijven in het bezit van de betrokken lidstaat.

Artikel 56

Sancties in geval van niet-naleving van het verbod op het in het verkeer brengen

1.   De sancties als bedoeld in artikel 87, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 worden zo vastgesteld dat zij een passende strafmaatregel vormen voor wie de betrokken bepalingen niet naleeft.

2.   De in lid 1 bedoelde sancties worden opgelegd aan een producent die een wijngaard van meer dan 0,1 hectare heeft en naargelang van het geval:

a)

geen distillatiecontract voorlegt tegen de in artikel 57, lid 1, tweede alinea, vastgestelde uiterste datum, dan wel een distillatiecontract voorlegt dat niet de hele in de oogst- of productieopgave aangegeven productie betreft; of

b)

de bevoegde autoriteit niet tegen de in artikel 57, lid 1, derde alinea, bedoelde datum op de hoogte brengt van zijn voornemen om groen te oogsten, dan wel het groen oogsten niet op bevredigende wijze uitvoert.

3.   De lidstaten leggen de in lid 1 bedoelde sancties op:

a)

voor het geval het distillatiecontract niet wordt voorgelegd: binnen één maand na afloop van de termijn die is vastgesteld in artikel 57, lid 1, tweede alinea;

b)

voor het geval de regels betreffende het groen oogsten niet worden nageleefd: op 1 september van het betrokken kalenderjaar.

4.   De bedragen die in het kader van de in dit artikel bedoelde sancties worden geïnd, blijven in het bezit van de betrokken lidstaat.

Artikel 57

Niet in het verkeer brengen of distillatie

1.   In het in artikel 87, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 aangegeven geval mogen de druiven of de daarmee gemaakte producten alleen de volgende bestemming hebben:

a)

distillatie, uitsluitend op kosten van de producent;

b)

groen oogsten zoals omschreven in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008, op kosten van de betrokken producent;

c)

verbruik door het wijnbouwersgezin; deze mogelijkheid is alleen aanvaardbaar als de wijngaard van de producent niet groter is dan 0,1 ha.

Bij distillatie als bedoeld in de eerste alinea, onder a):

leggen de producenten het in artikel 87, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde distillatiecontract voor tegen het einde van het wijnoogstjaar waarin de producten zijn vervaardigd;

geldt de distillatieverplichting voor producten die zijn vervaardigd vóór de regularisatie van de wijngaard overeenkomstig artikel 86, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

Bij groen oogsten als bedoeld in de eerste alinea, onder b), stellen de producenten de bevoegde autoriteit vooraf van hun voornemen in kennis, vóór de datum die de lidstaten overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder b), hebben vastgesteld. De lidstaten controleren het groen oogsten overeenkomstig 12, lid 1, onder d), van deze verordening.

2.   Onverminderd lid 1 mogen de lidstaten, om de controle te vergemakkelijken, de producenten ertoe verplichten de bevoegde autoriteit van de lidstaat vóór de datum die de lidstaten overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder b), hebben vastgesteld, mee te delen voor welke van de onder a), b) en c) van de eerste alinea van lid 1 van dit artikel opgesomde mogelijkheden zij opteren.

De lidstaten kunnen ook de keuze van de producenten beperken tot één of twee van de mogelijkheden die zijn vermeld onder a), b) en c) van de eerste alinea van lid 1.

3.   Als de producent wijngaarden heeft waarvan de producten in de handel mogen worden gebracht, behoort het tot de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten om te garanderen dat de producten van de onrechtmatige aanplant niet worden toegevoegd aan de in de handel gebrachte producten van die andere wijngaarden.

Artikel 58

Mededelingen

1.   Uiterlijk op 1 maart van elk jaar delen de lidstaten de Commissie aan de hand van tabel 1 van bijlage XIII de oppervlakten mee waarvoor een sanctie is betaald en het sanctiebedrag dat daadwerkelijk is opgelegd. Zij delen de Commissie ook hun regelgeving inzake deze sancties mee.

2.   Tenzij anders is aangegeven in de desbetreffende tabellen van bijlage XIII bij deze verordening hebben de mededelingen als bedoeld in artikel 85, lid 4, artikel 86, lid 5, en artikel 87, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 betrekking op het voorafgaande wijnoogstjaar.

Als de mededelingen overeenkomstig artikel 85, lid 4, en artikel 86, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 voor het eerst worden gedaan, d.i. tegen 1 maart 2009, hebben de gegevens in de desbetreffende tabellen betrekking op het volgende:

a)

onrechtmatige aanplant die heeft plaatsgehad na 31 augustus 1998, tussen die datum en het einde van het wijnoogstjaar 2007/2008 is geconstateerd en tegen 31 juli 2008 nog niet is gerooid, voor zover daarover gegevens beschikbaar zijn;

b)

onrechtmatige aanplant die heeft plaatsgehad vóór 1 september 1998 en waarvoor de regularisatieaanvraag op grond van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 door de lidstaat is aanvaard of geweigerd tussen 1 augustus 2007 en 31 juli 2008.

Voor de in de tweede alinea, onder a), bedoelde mededeling wordt tabel 2 van bijlage XIII bij deze verordening gebruikt.

Voor de in de tweede alinea, onder b), bedoelde mededeling wordt tabel 4 van bijlage XIII bij deze verordening gebruikt.

De Commissie behoudt het recht om gegevens over de betrokken onrechtmatige aanplant te vragen op grond van vroeger geldende, maar niet in acht genomen verplichtingen tot mededeling van gegevens krachtens artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1227/2000.

Voor de latere, jaarlijkse mededelingen wordt gebruik gemaakt van de tabellen 3, 5, 6 en 7 van bijlage XIII bij deze verordening.

3.   De lidstaten kunnen besluiten al dan niet regiospecifieke gegevens op te nemen in de mededelingen als bedoeld in de leden 1 en 2.

Artikel 59

Aan de lidstaten opgelegde verlagingen

Als de lidstaten nalaten de in artikel 58 bedoelde tabellen, behalve tabel 2, met de in de artikel 85, lid 4, artikel 86, lid 5 en artikel 87, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 genoemde gegevens naar behoren in te vullen en binnen de vastgestelde termijn mee te delen in de vorm die is vastgesteld in bijlage XIII bij deze verordening, kan hun toewijzing voor de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steunmaatregelen worden verlaagd in de zin van artikel 89, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008. De Commissie kan besluiten om, naargelang van de omvang van de nalatigheid, voor elke maand vertraging een bedrag in te houden van in totaal ten hoogste 1 % van de toewijzing voor de steunmaatregelen van de betrokken lidstaat, te beginnen vanaf het begin van het wijnoogstjaar dat volgt op dat waarin de mededeling had moeten plaatsvinden.

HOOFDSTUK II

Overgangsregeling inzake aanplantrechten

Artikel 60

Nieuweaanplantrechten

1.   Wanneer de lidstaten nieuweaanplantrechten toekennen voor oppervlakten die voor nieuwe aanplant bestemd zijn in het kader van ruilverkavelingen of onteigeningen in het algemeen belang waartoe krachtens de nationale wetgeving is besloten, vergewissen zij zich ervan dat deze rechten niet worden toegekend voor een oppervlakte die, uitgedrukt in uitsluitend met wijnstokken beplante cultuurgrond, groter is dan 105 % van de met wijnstokken beplante oppervlakte waarop de ruilverkaveling of onteigening in het algemeen belang betrekking had.

2.   Als de lidstaten nieuweaanplantrechten toekennen voor oppervlakten die voor experimenten bestemd zijn, mogen de producten die bereid zijn uit op die oppervlakten geteelde druiven, in de hele periode waarin het experiment loopt, niet in de handel worden gebracht.

3.   Als lidstaten nieuweaanplantrechten toekennen voor oppervlakten die bestemd zijn voor het kweken van entstokken, worden de druiven van die wijnstokken niet geoogst of, als ze wel worden geoogst, worden ze vernietigd gedurende de hele periode waarin de productie van de entstokken plaatsvindt.

4.   De nieuweaanplantrechten die krachtens de leden 2 en 3 worden toegekend, gelden alleen tijdens de periode waarin het experiment loopt, respectievelijk de periode waarin de productie van entstokken plaatsvindt.

Na de in de eerste alinea bedoelde periode:

a)

gebruikt de producent herbeplantingsrechten of uit een reserve toegekende aanplantrechten om de betrokken oppervlakte te kunnen gebruiken voor de productie van wijn die bestemd is om in de handel te worden gebracht; of

b)

moeten de op deze oppervlakten aangeplante wijnstokken worden gerooid; de uitgaven voor het rooien worden gedragen door de betrokken producent; totdat de betrokken oppervlakte is gerooid, mogen producten die zijn bereid uit op deze oppervlakten geteelde druiven, uitsluitend in het verkeer worden gebracht voor distillatie op kosten van de producent; deze producten mogen niet worden gebruikt voor de bereiding van alcohol met een effectief alcoholgehalte van 80 % vol of minder.

5.   Vóór 1 augustus 2000 toegekende nieuweaanplantrechten voor oppervlakten die voor experimenten of voor het kweken van entstokken zijn bestemd en alle voorschriften voor het gebruik van die rechten of betreffende de oppervlakten waarop op grond van die rechten wijnstokken zijn aangeplant, blijven geldig gedurende de periode waarin het experiment loopt, respectievelijk de periode waarin de productie van de entstokken plaatsvindt. Na afloop van de periode waarin het experiment loopt of van de periode waarin de productie van de entstokken plaatsvindt, geldt voor deze oppervlakten het bepaalde in lid 4, tweede alinea.

6.   Als artikel 91, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt toegepast, mag een lidstaat, om te voorkomen dat buitensporige administratieve verplichtingen worden opgelegd, bepalen dat voor oppervlakten waarvan de wijn of de wijnbouwproducten uitsluitend bestemd zijn voor consumptie door het wijnbouwersgezin, de in artikel 85, lid 1, van die verordening voorgeschreven rooiverplichting niet geldt. De lidstaten mogen dit slechts toestaan voor zover:

a)

de oppervlakte per wijnbouwer niet groter is dan een door de lidstaat vast te stellen maximumoppervlakte, die in elk geval niet groter mag zijn dan 0,1 hectare; en

b)

de betrokken wijnbouwer geen wijn voor commerciële doeleinden produceert.

7.   Het is verboden wijn of wijnbouwproducten afkomstig van de in lid 6 bedoelde oppervlakten in de handel te brengen. De lidstaten passen een adequate regeling toe om op de naleving van dit verbod toe te zien. Als wordt geconstateerd dat dit verbod niet wordt nageleefd, is, naast de door de lidstaat opgelegde sancties, ook lid 4, tweede alinea, onder b), van toepassing. De lidstaten registreren alle gevallen waarin dit lid wordt toegepast.

Artikel 61

Verplichtingen van de lidstaten inzake registratie en mededeling van gegevens over nieuweaanplantrechten

De lidstaten registreren elk geval waarin op grond van artikel 60 nieuweaanplantrechten worden toegekend.

De lidstaten delen de Commissie voor elk wijnoogstjaar mee:

a)

de totale oppervlakten waarvoor nieuweaanplantrechten zijn toegekend op grond van de leden 1, 2 en 3 van artikel 60; en

b)

de totale oppervlakte waarvoor nieuweaanplantrechten zijn toegekend op grond van artikel 91, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008; wanneer een lidstaat evenwel gebruik maakt van de afwijking als bedoeld in artikel 60, lid 6, van de onderhavige verordening, deelt hij in plaats van dit gegeven een raming van de totale betrokken oppervlakte mee, gebaseerd op de resultaten van het toezicht dat is uitgevoerd.

Voor deze mededeling wordt gebruik gemaakt van tabel 8 van bijlage XIII. De lidstaten kunnen besluiten of zij al dan niet regiospecifieke gegevens vermelden. De mededeling, die betrekking heeft op het voorgaande wijnoogstjaar, wordt elk jaar uiterlijk op 1 maart aan de Commissie voorgelegd.

Artikel 62

Rooien zonder dat daarvoor herbeplantingsrechten worden toegekend

Wanneer een oppervlakte wordt gerooid op grond van artikel 24, lid 4, artikel 85, lid 1, of artikel 86, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 of op grond van artikel 60, lid 4, tweede alinea, onder b), van de onderhavige verordening worden geen herbeplantingsrechten toegekend. Ook worden geen herbeplantingsrechten toegekend bij rooiing van:

a)

een met wijnstokken beplante oppervlakte in het kader van ruilverkavelingen of onteigeningen in het algemeen belang waarvoor op grond van artikel 60, lid 1, van deze verordening nieuweaanplantrechten zijn toegekend;

b)

oppervlakten die voor wijnbouwexperimenten bestemd zijn, zolang het experiment loopt;

c)

oppervlakten die voor het kweken van entstokken bestemd zijn gedurende de periode waarin ze voor de productie van entstokken worden gebruikt;

d)

oppervlakten die uitsluitend bestemd zijn voor consumptie door het wijnbouwersgezin; of

e)

oppervlakten waarvoor een rooipremie wordt toegekend, in overeenstemming met artikel 92, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

Artikel 63

Vervroegd toegekende herbeplantingsrechten

1.   Overeenkomstig artikel 92, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 kunnen de lidstaten herbeplantingsrechten toekennen aan producenten die zich ertoe verbinden een met wijnstokken beplante oppervlakte te rooien vóór het einde van het derde wijnoogstjaar volgend op dat waarin de oppervlakte is aangeplant. Dit kan alleen als de producent kan aantonen dat hij geen of onvoldoende aanplantrechten bezit om de betrokken oppervlakte volledig met wijnstokken te beplanten. De lidstaat mag de producent niet meer rechten toekennen dan nodig zijn om de hele betrokken oppervlakte met wijnstokken te beplanten, rekening houdend met de rechten die de producent reeds bezit. De producent moet nauwkeurig omschrijven welke oppervlakte hij zal rooien.

2.   Wanneer een producent de in lid 1 bedoelde verbintenis aangaat, moet hij een zekerheid stellen. De verplichting de betrokken oppervlakte te rooien is de „primaire eis” in de zin van artikel 20, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2220/85. De betrokken lidstaat stelt het bedrag van de zekerheid vast op basis van objectieve criteria. Dit bedrag moet zo worden vastgesteld dat de zekerheid evenredig is en voldoende hoog om de producenten ervan te weerhouden hun verbintenis niet na te komen.

3.   Totdat de verbintenis tot rooien is nagekomen, zorgen de lidstaten ervoor dat in een wijnoogstjaar niet tegelijkertijd wijn voor commerciële doeleinden geproduceerd wordt die afkomstig is van de te rooien en van de nieuw beplante oppervlakte, door erop toe te zien dat producten die zijn bereid uit op een van beide oppervlakten geteelde druiven, uitsluitend in het verkeer worden gebracht voor distillatie op kosten van de producent. Deze producten mogen niet worden gebruikt voor de bereiding van alcohol met een effectief alcoholgehalte van 80 % vol of minder.

4.   Als de verbintenis tot rooien niet binnen de vastgestelde termijn is nagekomen, wordt de oppervlakte die niet is gerooid, geacht te zijn beplant in strijd met het in artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde aanplantverbod.

5.   De lidstaten houden toezicht op de aanplant en het rooien van wijnstokken op de betrokken oppervlakten.

6.   De lidstaten registreren alle gevallen waarin het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 wordt toegepast.

Artikel 64

Overdracht van herbeplantingsrechten

1.   Bij de toepassing van artikel 92, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 479/2008 kunnen de lidstaten een equivalente verminderingscoëfficiënt hanteren voor de overdrachten van herbeplantingsrechten tussen bedrijven.

2.   De lidstaten registreren alle overdrachten van herbeplantingsrechten tussen bedrijven.

Artikel 65

Reserves van aanplantrechten

1.   De lidstaten zien erop toe dat de overdracht van rechten via een nationale reserve en/of regionale reserves niet leidt tot een toename van het totale productiepotentieel op hun grondgebied. Zo nodig kunnen de lidstaten een verminderingscoëfficiënt toepassen.

2.   De lidstaten melden de Commissie de vorming van nationale of regionale reserves van aanplantrechten of, in voorkomend geval, hun besluit om het systeem van reserves niet langer toe te passen.

3.   Als een lidstaat ervoor kiest het systeem van reserves niet toe te passen, levert hij de Commissie het bewijs dat er voor zijn hele grondgebied een doeltreffend systeem voor het beheer van de aanplantrechten bestaat.

4.   De lidstaten registreren alle gevallen waarin aanplantrechten worden toegekend uit reserves, alle gevallen waarin aanplantrechten worden overgedragen tussen reserves en alle gevallen waarin aanplantrechten aan reserves worden toegewezen. Ook moeten alle betalingen worden geregistreerd die worden gedaan als vergoeding voor de toewijzing van rechten aan een reserve of voor de toekenning van rechten uit een reserve.

5.   Aan de hand van tabel 9 van bijlage XIII delen de lidstaten de Commissie voor elk wijnoogstjaar het volgende mee:

a)

de aan de reserves toegewezen aanplantrechten;

b)

de aanplantrechten die al dan niet tegen betaling uit de reserves zijn toegekend.

Artikel 66

Handhaving van het systeem van aanplantrechten

Lidstaten die het in artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde aanplantverbod op hun grondgebied of delen daarvan langer dan tot 31 december 2015 willen handhaven volgens de mogelijkheid die daartoe wordt geboden bij artikel 90, lid 6, van die verordening, delen hun voornemen uiterlijk op 1 maart 2015 aan de Commissie mee.

HOOFDSTUK III

Rooiregeling

Artikel 67

Subsidiabiliteit

1.   De rooipremie mag slechts worden toegekend als het bewijs wordt geleverd dat de betrokken wijngaardoppervlakte naar behoren werd onderhouden. Onverminderd de controle waarin is voorzien bij artikel 81, lid 3, van deze verordening is hiertoe voor ten minste de twee wijnoogstjaren die de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorafgaan en de drie wijnoogstjaren die het rooien voorafgaan, de oogstopgave vereist overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1282/2001 van de Commissie (19).

2.   In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten bepalen dat de producenten die van indiening van de oogstopgave zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 2, onder c), of artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1282/2001, hun druivenproductie kunnen bewijzen aan de hand van de opgave waarin is voorzien bij artikel 2, lid 2, onder c), of de productieopgave als bedoeld in artikel 4, lid 1, van die verordening.

Voor het geval om gegronde redenen noch de oogstopgave, noch de opgave als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder c), of in artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1282/2001 beschikbaar is, kunnen de lidstaten het gebruik van alternatieve middelen opleggen om aan te tonen dat de wijngaard naar behoren werd onderhouden. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de grondige aftoetsing van de betrouwbaarheid van deze alternatieve middelen.

3.   Voordat zij een betalingsaanvraag aanvaarden, zien de lidstaten erop toe dat is voldaan aan de in artikel 100, onder a), b), d), e) en f), van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgestelde criteria om voor de rooipremie in aanmerking te komen.

Artikel 68

Redenen voor vrijstelling

1.   Bij berggebieden en gebieden met steile hellingen waarvan kan worden bepaald dat ze niet voor de rooiregeling in aanmerking komen overeenkomstig artikel 104, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008, gaat het om de volgende gebieden:

a)

berggebieden die minstens 500 m hoog zijn, met uitzondering van hoogvlakten,

b)

gebieden met een helling van minstens 25 %,

c)

gebieden met terrasbouw.

2.   De in artikel 104, lid 8, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde mededeling bevat indicatieve gegevens over de omvang van die arealen en wordt opgesteld volgens het model in bijlage XIV bij de onderhavige verordening.

Artikel 69

Premiebedrag

1.   Onverminderd de nationale steun die overeenkomstig artikel 106 van Verordening (EG) nr. 479/2008 mag worden gegeven, worden voor de premie waarin is voorzien bij artikel 101 van die verordening, de schalen gehanteerd die zijn vastgesteld in bijlage XV bij de onderhavige verordening.

2.   De in artikel 101, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde historische opbrengst wordt vastgesteld op basis van de gemiddelde opbrengst van het bedrijf of, indien beschikbaar, de gemiddelde opbrengst van het perceel of de gemiddelde opbrengst voor een bepaalde wijncategorie op het bedrijf waarvoor de rooipremie is aangevraagd. De gemiddelde opbrengst wordt berekend op basis van de gemiddelde opbrengst in de periode van vijf jaar van 2003/2004 tot en met 2007/2008, met uitsluiting van de jaren met de laagste opbrengst en die met de hoogste opbrengst.

In afwijking van de eerste alinea geldt het volgende:

a)

lidstaten die in 2004 of 2007 tot de Gemeenschap zijn toegetreden en in de hele periode van 2003/2004 tot en met 2007/2008 geen systeem van oogstopgaven hadden, berekenen de historische opbrengst op basis van de gemiddelde opbrengst in de periode van 2005/2006 tot en met 2007/2008;

b)

een producent van wie de productie in de referentieperiode gedurende meer dan één jaar nadelig werd beïnvloed door overmacht of uitzonderlijke omstandigheden die zich gedurende die referentieperiode heeft/hebben voorgedaan, heeft het recht te vragen dat de historische opbrengst wordt vastgesteld op basis van de gemiddelde opbrengst van de niet door overmacht of uitzonderlijke omstandigheden getroffen wijnoogstjaren in de periode als bedoeld in de eerste alinea of, indien van toepassing, in punt a) van deze alinea.

3.   De gemiddelde opbrengst wordt bepaald op basis van de oogstopgaven.

In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten bepalen dat de producenten die van indiening van de oogstopgave zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 2, onder c), of artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1282/2001, hun druivenproductie kunnen bewijzen aan de hand van de opgave waarin is voorzien bij artikel 2, lid 2, onder c), of de productieopgave als bedoeld in artikel 4, lid 1, van die verordening.

De lidstaten kunnen bepalen dat in de gevallen waarin de leden van coöperaties of andere groepen waartoe zij behoren of waarmee zij geassocieerd zijn, niet beschikken over de opgaven als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1282/2001, de gemiddelde opbrengst van de coöperatie of de groep in aanmerking mag worden genomen op voorwaarde dat de coöperatie of de groep certificeert dat de producent hen in de betrokken jaren druiven heeft geleverd. In dit geval wordt, indien beschikbaar, de gemiddelde opbrengst in aanmerking genomen van een bepaalde wijncategorie in de betrokken coöperatie of groep waarvoor de rooipremie is aangevraagd.

De lidstaten kunnen bepalen dat, als noch de oogstopgave, noch de opgave als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder c), of in artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1282/2001 beschikbaar is om gegronde, door de lidstaten te controleren redenen, andere dan die welke zijn vermeld in de tweede en de derde alinea, de historische opbrengst de gemiddelde opbrengst van de betrokken regio is.

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de grondige controle van de betrouwbaarheid van de opgaven en de alternatieve gegevensbronnen die overeenkomstig dit artikel worden voorgelegd om de historische opbrengst vast te stellen.

4.   De premie wordt betaald voor de beplante oppervlakte als omschreven in artikel 75.

Artikel 70

Aanvraagprocedure

1.   De lidstaten stellen de procedure voor het indienen van de aanvragen vast, die met name moet voorzien in:

a)

de gegevens waarvan de aanvraag vergezeld moet gaan;

b)

de daaropvolgende mededeling aan de betrokken producent van de premie waarop hij recht zal hebben;

c)

de datum waartegen het rooien moet plaatsvinden.

2.   De lidstaten verifiëren of de aanvragen gegrond zijn. In dit verband mogen zij bepalen dat de producent samen met zijn aanvraag een schriftelijke verklaring moet voorleggen. Als de aanvraag wordt ingetrokken zonder dat daarvoor een naar behoren gemotiveerde reden wordt opgegeven, mogen de lidstaten bepalen dat de betrokken producent de kosten van de behandeling van zijn verzoek moet dragen.

Artikel 71

Procedure bij toepassing van een aanvaardingspercentage

1.   Als een aanvaardingspercentage wordt toegepast als bedoeld in artikel 102, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008, gaan de lidstaten elk jaar als volgt te werk:

a)

voor zover de aan een lidstaat toegewezen beschikbare budgettaire middelen dit mogelijk maken, worden alle aanvragen voor het rooien van de volledige wijngaard van een producent aanvaard, zonder dat op die aanvragen een vermindering wordt toegepast; als de aan een lidstaat toegewezen beschikbare budgettaire middelen niet volstaan om al deze aanvragen te aanvaarden, verdelen de lidstaten het beschikbare budget op basis van in hun nationale voorschriften vastgestelde objectieve en niet-discriminerende criteria;

b)

na aftrek van de onder a) van dit lid bedoelde bedragen van de aan een lidstaat toegewezen beschikbare budgettaire middelen, worden, voor zover dit met de resterende budgettaire middelen mogelijk is, alle in het kader van artikel 102, lid 5, onder b), ii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 ingediende aanvragen van wie niet jonger is dan 55 jaar, of ouder indien de lidstaten aldus hebben bepaald, aanvaard, zonder dat op die aanvragen een vermindering wordt toegepast; als de aan een lidstaat toegewezen beschikbare budgettaire middelen niet volstaan om al deze aanvragen te aanvaarden, verdelen de lidstaten het beschikbare budget op basis van in hun nationale voorschriften vastgestelde objectieve en niet-discriminerende criteria;

c)

na aftrek van de onder a) en b) bedoelde bedragen van de aan een lidstaat toegewezen beschikbare budgettaire middelen, verdelen de lidstaten het resterende beschikbare budget op basis van in hun nationale voorschriften vastgestelde objectieve en niet-discriminerende criteria.

2.   De in artikel 102, lid 5, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde objectieve en niet-discriminerende criteria worden door de lidstaten zo vastgesteld dat er geen vermindering wordt toegepast op aanvragen die aanvaard kunnen worden. De lidstaten delen de Commissie elk jaar uiterlijk op 15 oktober de in lid 1 bedoelde criteria mee aan de hand van tabel 10 van bijlage XIII bij de onderhavige verordening.

Artikel 72

Betaling van de premie

De rooipremie wordt betaald nadat is geverifieerd dat het rooien heeft plaatsgevonden en uiterlijk op 15 oktober van het jaar waarin de aanvraag door de lidstaten is aanvaard overeenkomstig artikel 102, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

Artikel 73

Mededelingen

1.   De in de leden 2, 5 en 6 van artikel 102 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde mededelingen worden opgesteld volgens het model in de tabellen 10 tot en met 12 van bijlage XIII bij de onderhavige verordening. De lidstaten kunnen besluiten of zij al dan niet regiospecifieke gegevens in deze tabellen vermelden.

2.   Als de lidstaten nationale steun voor het rooien verlenen, nemen zij de gegevens daarover op in de in lid 1 bedoelde tabellen.

3.   Als een lidstaat overeenkomstig artikel 104, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 besluit verdere aanvragen af te wijzen, deelt hij dit besluit aan de Commissie mee.

4.   De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zijn genomen om te voldoen aan artikel 104, lid 9, van Verordening (EG) nr. 479/2008. Deze mededeling wordt opgesteld aan de hand van tabel 12 van bijlage XIII bij de onderhavige verordening.

5.   Uiterlijk op 1 december van elk jaar leggen de lidstaten de Commissie een jaarverslag voor over de resultaten van de controles die in het voorafgaande begrotingsjaar op de rooiregeling zijn verricht. Deze mededeling wordt opgesteld aan de hand van tabel 13 van bijlage XIII.

HOOFDSTUK IV

Inventaris en opmeting van de met wijnstokken beplante oppervlakte

Artikel 74

Inventaris

De gegevens die worden meegedeeld in de inventaris als bedoeld in artikel 109 van Verordening (EG) nr. 479/2008, hebben betrekking op 31 juli van het vorige wijnoogstjaar.

Deze inventaris bevat de gegevens die zijn vermeld in de tabellen 14, 15 en 16 van bijlage XIII bij de onderhavige verordening. De lidstaten kunnen besluiten of zij al dan niet regiospecifieke gegevens in deze tabellen vermelden.

Artikel 75

Met wijnstokken beplante oppervlakte

1.   Voor de toepassing van de maatregelen tot herstructurering en omschakeling van wijngaarden, het groen oogsten en de rooiregeling als bedoeld in de artikelen 11, 12 en 98 van Verordening (EG) nr. 479/2008, wordt een met wijnstokken beplante oppervlakte begrensd door de externe omtrek van de wijnstokken, met toevoeging van een bufferzone waarvan de breedte gelijk is aan de helft van de afstand tussen de rijen. De met wijnstokken beplante oppervlakte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 30, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie (20).

2.   Als de in artikel 101, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde historische opbrengst wordt vastgesteld op basis van een oppervlakte die niet strookt met de in lid 1 van dit artikel gegeven definitie, kunnen de lidstaten de opbrengst opnieuw berekenen door de productie van een bepaald bedrijf, een bepaald perceel of een bepaalde wijncategorie te delen door de in lid 1 omschreven oppervlakte die is beplant met de wijnstokken die de betrokken hoeveelheid wijn opleveren.

TITEL V

CONTROLES IN DE WIJNSECTOR

HOOFDSTUK I

Controlebeginselen

Artikel 76

Controles

Onverminderd de specifieke bepalingen van deze verordening of van andere communautaire regelgeving voeren de lidstaten controles en maatregelen in voor zover die nodig zijn om de correcte toepassing van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van de onderhavige verordening te garanderen. Deze controles en maatregelen moeten met het oog op een adequate bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen voldoende doeltreffend, evenredig en ontradend zijn.

Met name zien de lidstaten erop toe dat:

a)

alle subsidiabiliteitscriteria die in de communautaire of de nationale regelgeving of het nationale kader zijn vastgesteld, kunnen worden gecontroleerd;

b)

de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de controles, beschikken over voldoende, naar behoren gekwalificeerd en ervaren personeel om de controles efficiënt uit te voeren;

c)

controles worden uitgevoerd om onregelmatige, overlappende financiering van maatregelen in het kader van deze verordening en van andere communautaire of nationale regelingen te voorkomen;

d)

de controles en de maatregelen in overeenstemming zijn met de aard van de betrokken steunmaatregel. De lidstaten stellen de controlemethoden en -middelen vast en bepalen bij wie de controles moeten worden verricht;

e)

de controles worden stelselmatig of steekproefsgewijs uitgevoerd. Bij steekproefsgewijze controles zien de lidstaten erop toe dat deze controles door aantal, aard en frequentie representatief zijn voor hun hele grondgebied en, indien van toepassing, in overeenstemming zijn met de hoeveelheid wijnbouwproducten die is verhandeld of met het oog op verhandeling in voorraad wordt gehouden;

f)

de acties die voor financiering door de Gemeenschap in aanmerking zijn genomen, authentiek zijn en aan de communautaire regelgeving voldoen.

Artikel 77

Algemene beginselen

1.   De controles bestaan uit administratieve controles en, zo nodig, uit controles ter plaatse.

2.   De administratieve controles worden systematisch verricht en omvatten kruiscontroles met onder meer de gegevens van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem als bedoeld in titel II, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad.

3.   Naast de gevallen waarin krachtens Verordening (EG) nr. 479/2008 of de onderhavige verordening systematisch controles ter plaatse worden verricht, voeren de bevoegde autoriteiten controles ter plaatse uit bij een steekproef van een voldoende hoog percentage begunstigden/producenten, die is samengesteld op basis van een risicoanalyse als bedoeld in artikel 79 van de onderhavige verordening.

4.   Voor de maatregelen waarin is voorzien bij de artikelen 16, 17, 18 en 19 van Verordening (EG) nr. 479/2008, moet de steekproef ten minste 5 % van de steunaanvragen omvatten. De steekproef moet ook ten minste 5 % vertegenwoordigen van de bedragen waarop de steun betrekking heeft.

5.   Voor de maatregelen waarin artikel 15 van Verordening (EG) nr. 479/2008 voorziet, zijn de artikelen 26, 27 en 28 van Verordening (EG) nr. 1975/2006 (21) van overeenkomstige toepassing.

6.   Artikel 26, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 796/2004 is van toepassing op de in het onderhavige artikel bedoelde controles ter plaatse.

7.   Wanneer nodig, maken de lidstaten gebruik van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS).

Artikel 78

Controles ter plaatse

1.   De controles ter plaatse worden onaangekondigd uitgevoerd. Zij mogen worden aangekondigd, doch slechts zolang van tevoren als strikt noodzakelijk is en voor zover het doel van de controle daardoor niet in gevaar komt. Behalve in behoorlijk gemotiveerde gevallen of voor die maatregelen waarvoor systematisch controles ter plaatse worden uitgevoerd, mag de aankondiging nooit meer dan 48 uur van tevoren plaatsvinden.

2.   Voor zover dat in de praktijk mogelijk is, worden de controles ter plaatse in het kader van deze verordening tegelijk met in andere communautaire regelingen voorgeschreven controles verricht.

3.   De steunaanvraag (aanvragen) wordt (worden) afgewezen indien de begunstigde of zijn vertegenwoordiger een controle ter plaatse verhindert.

Artikel 79

Selectie van de steekproef voor controles

1.   De steekproeven voor controles ter plaatse op grond van deze verordening worden door de bevoegde autoriteit geselecteerd aan de hand van een risicoanalyse en — als de controles specifiek betrekking hebben op de communautaire financiering — van de representativiteit voor de ingediende steunaanvragen. De doeltreffendheid van de risicoanalyse wordt elk jaar beoordeeld en verhoogd door:

a)

de relevantie van elke risicofactor te bepalen;

b)

de resultaten van de op de risicoanalyse gebaseerde steekproef en die van de in de tweede alinea bedoelde op aselecte wijze gekozen steekproef met elkaar te vergelijken;

c)

rekening te houden met de specifieke situatie in de lidstaat.

Om de representativiteit te waarborgen selecteren de lidstaten door middel van een aselecte steekproef 20 tot 25 % van het minimumaantal begunstigden/producenten bij wie een controle ter plaatse moet worden uitgevoerd.

2.   De bevoegde autoriteit maakt aantekening van de redenen waarom een begunstigde/producent voor een controle ter plaatse is geselecteerd. De inspecteur die de controle ter plaatse moet verrichten, wordt vóór het begin van de controle van deze redenen in kennis gesteld.

Artikel 80

Controleverslag

1.   Van elke controle ter plaatse wordt een controleverslag opgesteld aan de hand waarvan de bijzonderheden van de controle kunnen worden nagetrokken.

Voor zover de controles betrekking hebben op financiering door de Gemeenschap, wordt in dit verslag met name het volgende vermeld:

a)

de gecontroleerde steunregelingen en -aanvragen;

b)

de aanwezige personen;

c)

indien van toepassing, de gecontroleerde percelen landbouwgrond, de opgemeten percelen landbouwgrond en de meetresultaten per perceel landbouwgrond, alsmede de gebruikte meettechnieken;

d)

als het om de rooiregeling gaat: gegevens over de controle op het goede onderhoud van de betrokken oppervlakte;

e)

de hoeveelheden die zijn gecontroleerd en de resultaten van de controles;

f)

of de begunstigde/producent van de controle in kennis was gesteld en, zo ja, hoelang van tevoren;

g)

gegevens betreffende eventuele andere verrichte controles.

2.   Als de gegevens in de aanvraag niet stroken met de feitelijke toestand zoals die blijkt uit de ter plaatse of via teledetectie verrichte controle, ontvangt de wijnbouwer een kopie van het controleverslag en krijgt hij de gelegenheid die te ondertekenen voordat de bevoegde autoriteit uit de bevindingen haar conclusies trekt wat betreft eventuele verlagingen of uitsluitingen.

Artikel 81

Controles van het productiepotentieel

1.   Om de inachtneming te controleren van de bepalingen inzake het productiepotentieel die zijn vastgesteld in titel V van Verordening (EG) nr. 479/2008, met inbegrip van de inachtneming van het verbod op nieuwe aanplant van artikel 90, lid 1, van die verordening, maken de lidstaten gebruik van het wijnbouwkadaster.

2.   Als overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 479/2008 herbeplantingsrechten worden toegekend, worden de oppervlakten systematisch gecontroleerd vóór en na het rooien. De controles betreffen de percelen waarvoor herbeplantingsrechten worden toegekend.

Bij de controle vóór het rooien wordt o.m. nagegaan of de betrokken wijngaard wel degelijk bestaat.

Deze controle wordt verricht via een klassieke controle ter plaatse. Als de lidstaat evenwel over een betrouwbaar geïnformatiseerd en bijgewerkt wijnbouwkadaster beschikt, kan de controle administratief worden uitgevoerd en kan de verplichting om vóór het rooien ter plaatse te controleren worden beperkt tot 5 % van de aanvragen (op jaarbasis), welke controles dienen ter bevestiging van de betrouwbaarheid van het administratieve controlesysteem. Als bij de controles ter plaatse significante onregelmatigheden of verschillen in een regio of een deel van een regio aan het licht komen, verhoogt de bevoegde autoriteit op passende wijze het aantal controles ter plaatse tijdens het betrokken jaar en het daaropvolgende jaar.

3.   Oppervlakten waarvoor een rooipremie wordt gegeven, worden systematisch vóór en na het rooien gecontroleerd. Deze controle betreft de percelen waarvoor steun wordt aangevraagd.

Bij de controle vóór het rooien wordt nagegaan of de betrokken wijngaard wel degelijk bestaat, wordt de beplante oppervlakte als omschreven in artikel 75 geverifieerd en wordt gecontroleerd of die oppervlakte goed werd onderhouden.

Deze controle wordt verricht via een klassieke controle ter plaatse. Als de lidstaat evenwel beschikt over een grafisch instrument waarmee het perceel overeenkomstig artikel 75 kan worden gemeten in het geïnformatiseerde wijnbouwkadaster, en over betrouwbare, actuele gegevens over het goede onderhoud van het perceel, kan de controle administratief worden uitgevoerd en kan de verplichting om vóór het rooien ter plaatse te controleren worden beperkt tot 5 % van de aanvragen, welke controles dienen ter bevestiging van de betrouwbaarheid van het administratieve controlesysteem. Als bij de controles ter plaatse significante onregelmatigheden of verschillen in een regio of een deel van een regio aan het licht komen, verhoogt de bevoegde autoriteit op passende wijze het aantal controles ter plaatse tijdens het betrokken jaar.

4.   De controle op de daadwerkelijke rooiing gebeurt via een klassieke controle ter plaatse of, als de hele wijngaard wordt gerooid of de resolutie van de teledetectie minstens gelijk is aan 1 m2, via teledetectie.

5.   Voor oppervlakten waarvoor een rooipremie is gegeven, wordt, onverminderd lid 3, derde alinea, en lid 4, ten minste een van de twee in lid 3, eerste alinea, vermelde controles verricht via een klassieke controle ter plaatse.

Artikel 82

Controle-instanties

1.   Wanneer een lidstaat verscheidene instanties aanwijst die bevoegd zijn voor de controle op de naleving van de wijnbouwvoorschriften, zorgt hij voor de coördinatie van de werkzaamheden van deze instanties.

2.   Elke lidstaat wijst één enkele contactinstantie aan die moet zorgen voor de verbinding met de contactinstanties van de andere lidstaten en met de Commissie. Met name ontvangt deze instantie verzoeken om samenwerking met het oog op de toepassing van deze titel en geeft zij dergelijke verzoeken door, en vertegenwoordigt zij de lidstaat waaronder zij ressorteert, ten opzichte van de andere lidstaten of de Commissie.

Artikel 83

Bevoegdheden van de controlefunctionarissen

Elke lidstaat treft de nodige maatregelen om de functionarissen van zijn bevoegde instanties bij de vervulling van hun taak te helpen. Hij ziet er meer in het bijzonder op toe dat deze functionarissen, eventueel samen met die van andere, door hem daartoe gemachtigde diensten:

a)

toegang hebben tot de wijngaarden, tot de installaties voor de wijnbereiding, de opslag en de verwerking van wijnbouwproducten en tot de middelen voor het vervoer van deze producten;

b)

toegang hebben tot de bedrijfsruimten of opslagplaatsen en de vervoermiddelen van eenieder die wijnbouwproducten of producten die voor gebruik in de wijnbouwsector bestemd kunnen zijn, in voorraad houdt met het oog op de verkoop, verhandelt of vervoert;

c)

een inventaris kunnen opmaken van de wijnbouwproducten en van de stoffen of producten die voor de bereiding van die producten bestemd kunnen zijn;

d)

monsters kunnen nemen van wijnbouwproducten, stoffen en producten die voor de bereiding van wijnbouwproducten bestemd kunnen zijn en van producten die in voorraad worden gehouden met het oog op de verkoop, worden verhandeld of vervoerd;

e)

inzage kunnen krijgen in de boekhoudkundige gegevens of andere voor de controle nuttige bescheiden, en daarvan kopieën of uittreksels kunnen maken;

f)

passende voorzorgsmaatregelen kunnen nemen in verband met de bereiding, het in voorraad hebben, het vervoer, de omschrijving, de aanbieding en de afzet van een wijnbouwproduct of van een product dat voor de bereiding van een dergelijk product bestemd is, wanneer er een gegrond vermoeden bestaat dat een ernstige overtreding van de communautaire bepalingen is begaan, en met name indien fraude of een risico voor de gezondheid wordt vermoed.

HOOFDSTUK II

Wederzijdse bijstand van de controle-Instanties

Artikel 84

Bijstand op verzoek

1.   Een bevoegde instantie van een lidstaat die op haar grondgebied controleacties onderneemt, mag inlichtingen vragen bij een bevoegde instantie van een andere lidstaat die direct of indirect belang kan hebben bij de controle. Als een dergelijk verzoek wordt ingediend, wordt de bijstand tijdig verleend.

Als de in de eerste alinea bedoelde controleacties betrekking hebben op een product van oorsprong uit een derde land en de verhandeling van dit product van specifiek belang kan zijn voor andere lidstaten, wordt de Commissie ingelicht.

De aangezochte instantie verstrekt de aanvragende instantie alle inlichtingen die deze nodig heeft om haar opdracht te vervullen.

2.   Op een met redenen omkleed verzoek van de aanvragende instantie houdt de aangezochte instantie speciaal toezicht of verricht zij speciale controles om het beoogde doel te bereiken, of neemt zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een dergelijk toezicht wordt gehouden of dergelijke controles worden verricht.

3.   De aangezochte instantie gaat te werk alsof zij handelt voor eigen rekening.

4.   Met instemming van de aangezochte instantie kan de aanvragende instantie functionarissen aanwijzen:

a)

hetzij om in de kantoren van de bestuursrechtelijke autoriteiten van de lidstaat waar de aangezochte instantie is gevestigd, inlichtingen over de toepassing van de wijnbouwvoorschriften of over controleacties te verkrijgen, met inbegrip van het maken van kopieën van vervoersdocumenten en andere documenten dan wel uittreksels uit de registers,

b)

hetzij om aanwezig te zijn bij de krachtens lid 2 vereiste acties, nadat zij de aangezochte instantie daarvan tijdig vóór het begin van deze acties in kennis heeft gesteld.

De in de eerste alinea, onder a), bedoelde kopieën mogen slechts met instemming van de aangezochte instantie worden gemaakt.

5.   De functionarissen van de aangezochte instantie hebben te allen tijde de leiding over de controles.

6.   De functionarissen van de aanvragende instantie:

a)

leggen een schriftelijk mandaat over waarin hun identiteit en functie zijn vermeld;

b)

genieten, onverminderd de door de lidstaat van de aangezochte instantie aan zijn eigen functionarissen bij de uitvoering van de betrokken controles opgelegde beperkingen:

i)

het recht van toegang als bedoeld in artikel 83, onder a) en b),

ii)

een recht van informatie over de resultaten van de door de functionarissen van de aangezochte instantie krachtens artikel 83, onder c) en e), verrichte controles;

c)

nemen tijdens de controles een houding aan die strookt met de professionele voorschriften en gebruiken die in de betrokken lidstaat gelden, en zijn gebonden aan het beroepsgeheim.

7.   De in dit artikel bedoelde verzoeken worden aan de aangezochte instantie van de betrokken lidstaat doorgezonden via de contactinstantie van deze lidstaat. Hetzelfde geldt voor:

a)

de antwoorden op deze verzoeken;

b)

de mededelingen betreffende de toepassingen van de leden 2 en 4.

Om de samenwerking tussen de lidstaten doeltreffender en sneller te maken mogen de lidstaten, in afwijking van de eerste alinea, toestaan dat een bevoegde instantie:

a)

haar verzoeken of mededelingen rechtstreeks aan een bevoegde instantie van een andere lidstaat richt;

b)

rechtstreeks antwoordt op de verzoeken of mededelingen die zij ontvangt van een bevoegde instantie van een andere lidstaat.

Artikel 85

Bijstand uit eigen beweging

Een bevoegde instantie van een lidstaat licht onverwijld, via de contactinstantie waaronder zij ressorteert, de contactinstantie van de betrokken lidstaat in als zij een gegrond vermoeden heeft of er kennis van krijgt dat:

a)

een in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoeld product niet in overeenstemming is met de wijnbouwvoorschriften of dat er frauduleuze handelingen plaatsvinden om een dergelijk product te verkrijgen of te verhandelen; en

b)

dit gebrek aan overeenstemming voor een of meer andere lidstaten van specifiek belang is en tot bestuursrechtelijke maatregelen of rechtsvervolgingen aanleiding kan geven.

Artikel 86

Gemeenschappelijke bepalingen

1.   De in artikel 84, lid 1, en artikel 85 bedoelde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk gestaafd en aangevuld met bescheiden of andere nuttige bewijsstukken, alsmede met de opgave van de eventuele bestuursrechtelijke maatregelen of rechtsvervolgingen, en hebben met name betrekking op:

a)

de samenstelling en de organoleptische eigenschappen van het betrokken product,

b)

de omschrijving en de aanbiedingsvorm van het product,

c)

de naleving van de voorschriften inzake de bereiding en de verhandeling van het betrokken product.

2.   De contactinstanties die betrokken zijn bij de zaak waarvoor de procedure van wederzijdse bijstand is ingeleid, stellen elkaar onverwijld in kennis van:

a)

het verloop van het onderzoek,

b)

de bestuursrechtelijke of gerechtelijke gevolgen van de betrokken acties.

3.   De vervoerskosten in verband met de toepassing van artikel 84, leden 2 en 4, komen ten laste van:

a)

de lidstaat die een functionaris heeft aangewezen voor de in bovengenoemde leden bedoelde maatregelen, of

b)

de begroting van de Gemeenschap, op verzoek van de contactinstantie van deze lidstaat, als de Commissie het communautaire belang van de betrokken controleactie vooraf formeel heeft erkend.

HOOFDSTUK III

Databank met analyseresultaten

Artikel 87

Doel van de databank

1.   Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) beheert een databank met analyseresultaten betreffende wijnbouwproducten.

2.   In deze databank worden de gegevens opgenomen die door isotopenanalyse van de bestanddelen ethanol en water van de wijnbouwproducten zijn verkregen volgens de in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde referentieanalysemethoden.

3.   De databank draagt bij tot de geharmoniseerde interpretatie van de resultaten die in de officiële laboratoria van de lidstaten met de in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde referentieanalysemethoden zijn verkregen.

Artikel 88

Monsters

1.   De lidstaten zien erop toe dat, met het oog op de oprichting van de databank, monsters verse druiven voor analyse worden genomen, worden behandeld en tot wijn worden verwerkt overeenkomstig bijlage XVI.

2.   De monsters verse druiven worden genomen in wijngaardgebieden die inzake bodemgesteldheid, ligging, leivorm, wijnstokras, leeftijd en toegepaste teelttechnieken representatief zijn voor een productiegebied.

3.   Voor de databank worden jaarlijks de in bijlage XVII vastgestelde aantallen monsters genomen. Het bemonsteringspatroon moet rekening houden met de geografische ligging van de wijngaardgebieden in de in bijlage XVII genoemde lidstaten. Elk jaar wordt ten minste 25 % van de monsters genomen op reeds in de voorgaande jaren bemonsterde percelen.

4.   De monsters worden in door de lidstaten aangewezen laboratoria geanalyseerd volgens de in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde methoden. De aangewezen laboratoria moeten voldoen aan de in norm ISO/IEC 17025 vervatte algemene criteria voor het functioneren van testlaboratoria en moeten met name deelnemen aan een geheel van geschiktheidstests voor isotopenanalysemethoden. Met het oog op de kwaliteitscontrole en de validering van de verstrekte gegevens wordt aan het GCO een schriftelijk bewijs voorgelegd dat aan deze criteria wordt voldaan.

5.   Er wordt een analyseverslag opgesteld volgens het model in bijlage XIX. Voor elk monster wordt een signalementskaart opgesteld volgens de vragenlijst in bijlage XVIII.

6.   Een kopie van het verslag met de resultaten en de interpretatie van de analyses en een kopie van de signalementskaart worden aan het GCO toegestuurd.

7.   De lidstaten en het GCO zorgen ervoor dat:

a)

de in de databank opgeslagen analysegegevens worden bewaard,

b)

elk monster gedurende ten minste drie jaar wordt bewaard, te rekenen vanaf de datum waarop het is genomen,

c)

de databank uitsluitend wordt gebruikt voor de controle op de naleving van de communautaire en nationale voorschriften met betrekking tot de wijnbouwsector, of voor statistische of wetenschappelijke doeleinden,

d)

maatregelen worden genomen die een afdoende gegevensbescherming waarborgen, inzonderheid tegen diefstal en manipulatie,

f)

de betrokkenen, zonder buitensporige kosten of wachttijden, inzage kunnen krijgen in de hen betreffende dossiers om eventueel foutieve gegevens daarin te laten corrigeren.

Artikel 89

Isotopenanalyses

In afwachting van de installatie van adequate analyseapparatuur kunnen wijnproducerende lidstaten die in 2004 of 2007 tot de Gemeenschap zijn toegetreden en niet beschikken over de nodige uitrusting voor het verrichten van isotopenanalyses, tot 31 juli 2010 hun wijnmonsters voor analyse aan het GCO sturen.

In dit geval kunnen zij een bevoegde instantie aanwijzen die toegang heeft tot de informatie inzake de op hun grondgebied genomen monsters.

Artikel 90

Mededeling van de resultaten

1.   De in de databank opgeslagen gegevens worden ter beschikking gesteld van de door de lidstaten hiertoe aangewezen laboratoria die daarom verzoeken.

2.   Elk jaar stelt het GCO de lijst op van de nationale laboratoria die zijn aangewezen om monsters klaar te maken en metingen voor de databank met analysegegevens te verrichten, en werkt het die lijst bij.

3.   In deugdelijk gemotiveerde gevallen mogen de in lid 1 bedoelde gegevens, wanneer zij representatief zijn, ook ter beschikking worden gesteld van andere officiële instanties van de lidstaten die daarom verzoeken.

4.   De mededeling van de gegevens betreft alleen de relevante analysegegevens die nodig zijn voor de interpretatie van een analyse van een monster met soortgelijke eigenschappen en oorsprong. Bij elke mededeling van gegevens moet worden herinnerd aan de minimumeisen waaraan moet worden voldaan om van de databank gebruik te kunnen maken.

Artikel 91

Inachtneming van de procedures

De lidstaten zorgen ervoor dat de resultaten van de isotopenanalyses die in hun eigen databanken worden opgeslagen, afkomstig zijn van monsters die overeenkomstig dit hoofdstuk zijn genomen en behandeld.

HOOFDSTUK IV

Monsterneming voor controledoeleinden

Artikel 92

Bemonsteringsverzoek

1.   In het kader van de toepassing van hoofdstuk II mogen de onder een bevoegde instantie van een lidstaat ressorterende functionarissen een bevoegde instantie van een andere lidstaat verzoeken om monsters te nemen overeenkomstig de in die lidstaat ter zake geldende bepalingen.

2.   De aanvragende instantie beschikt over de monsters en wijst met name het laboratorium aan waar deze monsters zullen worden geanalyseerd.

3.   De monsters worden genomen en behandeld overeenkomstig bijlage XX.

Artikel 93

Kosten van monsterneming, verzending en analyse van de monsters

1.   De kosten van monsterneming, behandeling en verzending van het monster, alsmede de kosten van het analytisch en organoleptisch onderzoek worden gedragen door de instantie van de lidstaat die om de monsterneming heeft verzocht. Deze kosten worden berekend aan de hand van de tarieven die gelden in de lidstaat op het grondgebied waarvan de werkzaamheden worden uitgevoerd.

2.   De kosten van verzending van de in artikel 89 bedoelde monsters worden door de Commissie gedragen.

HOOFDSTUK V

Algemene bepalingen

Artikel 94

Bewijskracht

De vaststellingen die functionarissen van een bevoegde instantie van een lidstaat in het kader van de toepassing van dit hoofdstuk doen, kunnen door de bevoegde instanties van de andere lidstaten ter staving worden aangevoerd. In dit geval mag aan die vaststellingen geen geringere waarde worden toegekend enkel omdat zij niet van de betrokken lidstaat afkomstig zijn.

Artikel 95

Gecontroleerde personen

1.   Natuurlijke of rechtspersonen en groeperingen van dergelijke personen wier beroepsactiviteiten aan de in deze verordening genoemde controles kunnen worden onderworpen, mogen deze controles geenszins hinderen, maar moeten ze te allen tijde vergemakkelijken.

2.   Exploitanten van wijngaarden waar functionarissen van een bevoegde instantie een druivenmonster nemen:

a)

mogen op geen enkele wijze deze monsterneming hinderen, en

b)

moeten deze functionarissen alle in het kader van deze verordening vereiste inlichtingen verschaffen.

TITEL VI

ALGEMENE BEPALINGEN, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 96

Betalingen aan begunstigden

De bedragen die krachtens titel II, met uitzondering van artikel 9, en titel V van Verordening (EG) nr. 479/2008 moeten worden betaald, worden volledig aan de begunstigden uitgekeerd.

In afwijking van de eerste alinea kunnen lidstaten besluiten de in artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde steun te betalen via als tussenpersoon optredende verzekeringsmaatschappijen op voorwaarde dat:

a)

de in artikel 14, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde voorwaarde is vervuld;

b)

het steunbedrag volledig aan de producent wordt doorbetaald;

c)

de verzekeringsmaatschappij de steun aan de producent betaalt, hetzij voordat zij het geld van de lidstaat ontvangt, hetzij via een bank- of postgiro binnen vijftien dagen nadat zij het geld van de lidstaat heeft ontvangen.

Van dergelijke tussenpersonen moet op dusdanige wijze gebruik worden gemaakt dat de mededinging op de verzekeringsmarkt niet wordt verstoord.

De betalingen worden voorafgaandelijk gecontroleerd overeenkomstig deze verordening, behalve als het gaat om voorschotbetalingen waarvoor een zekerheid is gesteld.

Artikel 97

Terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen

Onverschuldigd betaalde bedragen worden met rente teruggevorderd van de betrokken begunstigden. Artikel 73 van Verordening (EG) nr. 796/2004 is van overeenkomstige toepassing.

De toepassing van administratieve sancties en de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen vinden plaats onverminderd de mededeling van onregelmatigheden aan de Commissie op grond van Verordening (EG) nr. 1848/2006 van de Commissie (22).

Artikel 98

Nationale sancties

Onverminderd de in Verordening (EG) nr. 479/2008 en de onderhavige verordening vastgestelde sancties voorzien de lidstaten in sancties die op nationaal niveau worden toegepast voor onregelmatigheden ten aanzien van de voorschriften van Verordening (EG) nr. 479/2008 of van de onderhavige verordening, en die met het oog op een adequate bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen voldoende doeltreffend, evenredig en ontradend zijn.

Artikel 99

Kunstmatig tot stand gebrachte situaties

Onverminderd de specifieke bepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van de onderhavige verordening wordt geen betaling verricht aan begunstigden van wie vaststaat dat zij de voorwaarden voor het ontvangen van de betrokken betaling kunstmatig hebben gecreëerd om een voordeel te verkrijgen dat in strijd is met de doelstellingen van de betrokken maatregel.

Artikel 100

Mededelingen

1.   Onverminderd de specifieke bepalingen van deze verordening worden de mededelingen in het kader van deze verordening opgesteld volgens het model in de bijlagen, in de vorm van bestanden die met een spreadsheet-applicatie worden aangemaakt. Ook het doorsturen van deze gegevens naar de Commissie gebeurt elektronisch. Voorts zendt de lidstaat, als hij gegevens per regio verzamelt, de Commissie een tabel met een overzicht van die regionale gegevens.

Mededelingen die niet met de genoemde middelen of niet in het vastgestelde formaat worden gedaan, mogen, onverminderd lid 4, worden geacht niet te zijn gedaan.

2.   Als een lidstaat voor een bepaalde tabel alleen nulwaarden moet meedelen, mag hij ervoor kiezen die tabel niet in te vullen en de Commissie enkel te melden dat die tabel voor hem niet relevant is. Deze vereenvoudigde mededeling moet plaatsvinden binnen dezelfde termijn als die voor de indiening van de betrokken tabel.

3.   Onverminderd eventuele specifieke bepalingen van deze verordening nemen de lidstaten alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat zij de in deze verordening vastgestelde termijnen voor de mededelingen kunnen naleven.

4.   Als een lidstaat nalaat een mededeling te doen die vereist is op grond van Verordening (EG) nr. 479/2008 of van de onderhavige verordening of als de mededeling niet juist blijkt te zijn in het licht van de objectieve gegevens waarover de Commissie beschikt, kan de Commissie de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde maandelijkse betalingen voor de wijnbouwsector gedeeltelijk of volledig schorsen totdat de mededeling op correcte wijze is verricht.

5.   De lidstaten bewaren de krachtens deze verordening geregistreerde gegevens gedurende ten minste tien wijnoogstjaren na het wijnoogstjaar van registratie.

6.   De op grond van deze verordening vereiste mededelingen doen geen afbreuk aan de verplichtingen van de lidstaten die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten (23).

Artikel 101

Kennelijke fouten

Mededelingen, vorderingen of verzoeken die in het kader van Verordening (EG) nr. 479/2008 of van de onderhavige verordening aan de lidstaten worden gericht, met inbegrip van steunaanvragen, kunnen op elk ogenblik na de indiening ervan worden aangepast als daarin kennelijke fouten voorkomen die door de bevoegde autoriteit als zodanig zijn erkend.

Artikel 102

Overmacht en uitzonderlijke omstandigheden

Als op grond van Verordening (EG) nr. 479/2008 of van de onderhavige verordening een sanctie moet worden opgelegd, wordt de sanctie niet opgelegd in geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 40, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Artikel 103

Intrekking en verwijzingen

1.   De Verordeningen (EG) nr. 1227/2000, (EG) nr. 1623/2000, (EG) nr. 2729/2000 en (EG) nr. 883/2001 worden ingetrokken.

Hierbij geldt evenwel het volgende:

a)

de desbetreffende bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1227/2000 en (EG) nr. 1623/2000 blijven gelden voor zover met de uitvoering van de maatregelen die voor steun op grond van Verordening (EG) nr. 1493/1999 in aanmerking komen, vóór 1 augustus 2008 is begonnen of vóór die datum verplichtingen in verband met die maatregelen zijn aangegaan;

b)

tabel 10 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1227/2000 blijft van toepassing tenzij anders wordt bepaald in een verordening houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de etikettering en de aanbieding van wijn, die op grond van artikel 63 van Verordening (EG) nr. 479/2008 moet worden vastgesteld;

c)

bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1623/2000 blijft gelden tot en met 31 juli 2012.

2.   Verwijzingen naar de bij lid 1 ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage XXII.

Artikel 104

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2008.

Artikel 2 en titel IV, hoofdstuk III, zijn evenwel van toepassing met ingang van 30 juni 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.

(2)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(3)  PB L 143 van 16.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1216/2005 (PB L 199 van 29.7.2005, blz. 32).

(4)  PB L 194 van 31.7.2000, blz. 45. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1433/2007 (PB L 320 van 6.12.2007, blz. 18).

(5)  PB L 316 van 15.12.2000, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2030/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 40).

(6)  PB L 128 van 10.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1211/2007 (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 5).

(7)  PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1.

(8)  PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 146/2008 (PB L 46 van 21.2.2008, blz. 1).

(9)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1437/2007 (PB L 322 van 7.12.2007, blz. 1).

(10)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(11)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(12)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).

(13)  PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3.

(14)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(15)  PB L 58 van 11.3.1993, blz. 50.

(16)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(17)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 275/2008 (PB L 85 van 27.3.2008, blz. 3).

(18)  PB L 105 van 23.4.1983, blz. 1.

(19)  PB L 176 van 29.6.2001, blz. 14.

(20)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18.

(21)  PB L 368 van 23.12.2006, blz. 74. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1396/2007 (PB L 311 van 29.11.2007, blz. 3).

(22)  PB L 355 van 15.12.2006, blz. 56.

(23)  PB L 54 van 5.3.1979, blz. 124. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).


BIJLAGE I

GMO VOOR WIJN

Indiening van een steunprogramma

 

 

Lidstaat  (1): …

Periode  (2): …

Datum van indiening: …

Nummer van de herziening: …

als er een wijziging wordt gevraagd door de Commissie / door de lidstaat (3)

A.   Beschrijving van de voorgestelde maatregelen en gekwantificeerde doelstellingen

a)   Steun uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig artikel 9 (4)

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen:

b)   Afzetbevordering overeenkomstig artikel 10

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

c)   Herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 11

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (5):

Gekwantificeerde doelstellingen:

d)   Groen oogsten overeenkomstig artikel 12

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

e)   Onderlinge fondsen overeenkomstig artikel 13

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

f)   Oogstverzekering overeenkomstig artikel 14

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

g)   Bedrijfsinvesteringen overeenkomstig artikel 15

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

h)   Distillatie van bijproducten overeenkomstig artikel 16

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

i)   Distillatie tot drinkalcohol overeenkomstig artikel 17

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Duur van de overgangsperiode (in wijnoogstjaren):

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

j)   Crisisdistillatie overeenkomstig artikel 18

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Duur van de overgangsperiode (in wijnoogstjaren):

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

k)   Gebruik van geconcentreerde druivenmost overeenkomstig artikel 19

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Duur van de overgangsperiode (in wijnoogstjaren):

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

B.   Resultaten van het gepleegde overleg:

C.   Beoordeling van de verwachte technische, economische, maatschappelijke en milieueffecten  (6) :

D.   Tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen:

E.   Een algemeen financieel overzicht volgens het model in bijlage II (het nummer van de herziening moet worden aangegeven):

F.   Criteria en kwantitatieve indicatoren voor toezicht en evaluatie:

Maatregelen die zijn getroffen om de correcte en doeltreffende uitvoering van de programma’s te garanderen:

G.   Overzicht van de bevoegde autoriteiten en instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het programma:


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Wijnoogstjaren.

(3)  Schrappen wat niet past.

(4)  Alle in deze bijlage vermelde artikelen verwijzen naar Verordening (EG) nr. 479/2008.

(5)  Met inbegrip van de resultaten van de acties die momenteel op grond van artikel 10 van de onderhavige verordening worden uitgevoerd.

(6)  De in artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde lidstaten zijn niet verplicht de punten C en F in te vullen.


BIJLAGE II

Eerste indiening van het financiële overzicht van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 6, onder e), van Verordening (EG) nr. 479/2008

(× 1000 EUR)

Lidstaat (1):

Datum van de mededeling, uiterlijk 30 juni 2008:

 

Begrotingsjaar

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 479/2008

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1-

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 9

 

 

 

 

 

 

2-

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 10

 

 

 

 

 

 

3a-

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 11

 

 

 

 

 

 

3b-

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

 

 

 

 

 

 

4-

Groen oogsten

Artikel 12

 

 

 

 

 

 

5-

Onderlinge fondsen

Artikel 13

 

 

 

 

 

 

6-

Oogstverzekering

Artikel 14

 

 

 

 

 

 

7-

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 15

 

 

 

 

 

 

8-

Distillatie van bijproducten

Artikel 16

 

 

 

 

 

 

9-

Distillatie tot drinkalcohol — oppervlaktesteun

Artikel 17

 

 

 

 

 

 

10-

Crisisdistillatie

Artikel 18, lid 1

 

 

 

 

 

 

11-

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 19

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

Voor niet in het nationale steunprogramma opgenomen maatregelen moet „0” worden ingevuld.

Indien van toepassing:

10a-

Staatssteun voor crisisdistillatie

Artikel 18, lid 5

 

 

 

 

 

 


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.


BIJLAGE III

Facultatieve eerste indiening van het financiële overzicht van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 6, onder e), van Verordening (EG) nr. 479/2008 — opgesplitst naar regio

(× 1000 EUR)

Lidstaat (1):

Regio:

Datum van de mededeling, uiterlijk 30 juni 2008:

 

Begrotingsjaar

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 479/2008

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1-

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 9

 

 

 

 

 

 

2-

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 10

 

 

 

 

 

 

3a-

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 11

 

 

 

 

 

 

3b-

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

 

 

 

 

 

 

4-

Groen oogsten

Artikel 12

 

 

 

 

 

 

5-

Onderlinge fondsen

Artikel 13

 

 

 

 

 

 

6-

Oogstverzekering

Artikel 14

 

 

 

 

 

 

7-

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 15

 

 

 

 

 

 

8-

Distillatie van bijproducten

Artikel 16

 

 

 

 

 

 

9-

Distillatie tot drinkalcohol — oppervlaktesteun

Artikel 17

 

 

 

 

 

 

10-

Crisisdistillatie

Artikel 18

 

 

 

 

 

 

11-

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 19

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

Voor niet in het nationale steunprogramma opgenomen maatregelen moet in de vakjes voor de bedragen „0” worden ingevuld.

Indien van toepassing:

10a-

Staatssteun voor crisisdistillatie

Artikel 18, lid 5

 

 

 

 

 

 


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.


BIJLAGE IV

Wijzigingen in het financiële overzicht van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 6, onder e), van Verordening (EG) nr. 479/2008

(x 1000 EUR)

Lidstaat (1):

Datum van de mededeling (2):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

Reden: wijziging gevraagd door de Commissie / door de lidstaat (3)

 

 

Begrotingsjaar

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 479/2008

 

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1-

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 9

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

2-

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 10

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

3a-

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 11

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

3b-

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

4-

Groen oogsten

Artikel 12

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

5-

Onderlinge fondsen

Artikel 13

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

6-

Oogstverzekering

Artikel 14

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

7-

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 15

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

8-

Distillatie van bijproducten

Artikel 16

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

9-

Distillatie tot drinkalcohol – oppervlaktesteun

Artikel 17

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

10-

Crisisdistillatie

Artikel 18

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

11-

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 19

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

Totaal

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling:

Indien van toepassing:

10a-

Staatssteun voor crisisdistillatie

Artikel 18, lid 5

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Uiterste data voor de mededelingen: 1 maart en 30 juni.

(3)  Schrappen wat niet past.


BIJLAGE V

GMO VOOR WIJN

Verslag over het steunprogramma

 

 

Lidstaat  (1): …

Periode  (2): …

Datum van indiening:

Nummer van de herziening:

A.   Algemene beoordeling:

B.   Voorwaarden voor en resultaten van de uitvoering van de voorgestelde maatregelen (3)

a)   Steun uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig artikel 9  (4)

b)   Afzetbevordering overeenkomstig artikel 10

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten: (5)

Staatssteun:

c)   Herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 11

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

d)   Groen oogsten overeenkomstig artikel 12

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

e)   Onderlinge fondsen overeenkomstig artikel 13

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

f)   Oogstverzekering overeenkomstig artikel 14

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

Staatssteun:

g)   Bedrijfsinvesteringen overeenkomstig artikel 15

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

Staatssteun:

h)   Distillatie van bijproducten overeenkomstig artikel 16

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

i)   Distillatie tot drinkalcohol overeenkomstig artikel 17

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

j)   Crisisdistillatie overeenkomstig artikel 18

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

Staatssteun:

k)   Gebruik van geconcentreerde druivenmost overeenkomstig artikel 19

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

C.   Conclusies (en, indien nodig, wijzigingen die worden overwogen)


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Wijnoogstjaren.

(3)  Slechts de punten betreffende de in het steunprogramma opgenomen maatregelen moeten worden ingevuld.

(4)  Alle in deze bijlage vermelde artikelen verwijzen naar Verordening (EG) nr. 479/2008.

(5)  Beoordeling van de technische, economische, maatschappelijke en milieueffecten aan de hand van in het ingediende programma omschreven criteria en kwantitatieve indicatoren voor toezicht en evaluatie.


BIJLAGE VI

Financieel overzicht van de uitvoering van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 479/2008

(x 1000 EUR)

Lidstaat (1):

Datum van de mededeling (2):

Gewijzigd overzicht: ja / neen (3)

Indien ja: nummer:

 

Begrotingsjaar

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 479/2008

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

 

 

Raming/ Uitvoering (3)

Raming/ Uitvoering (3)

Raming/ Uitvoering (3)

Raming/ Uitvoering (3)

Raming/ Uitvoering (3)

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1-

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 9

 

 

 

 

 

 

2-

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 10

 

 

 

 

 

 

3a-

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 11

 

 

 

 

 

 

3b-

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

 

 

 

 

 

 

4-

Groen oogsten

Artikel 12

 

 

 

 

 

 

5-

Onderlinge fondsen

Artikel 13

 

 

 

 

 

 

6-

Oogstverzekering

Artikel 14

 

 

 

 

 

 

7-

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 15

 

 

 

 

 

 

8-

Distillatie van bijproducten

Artikel 16

 

 

 

 

 

 

9-

Distillatie tot drinkalcohol – oppervlaktesteun

Artikel 17

 

 

 

 

 

 

10-

Crisisdistillatie

Artikel 18

 

 

 

 

 

 

11-

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 19

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

Indien van toepassing:

10a-

Crisisdistillatie

Artikel 18, lid 5

 

 

 

 

 

 


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Uiterste datum voor de mededeling: vóór 1 maart en de eerste keer vóór 1 maart 2010.

(3)  Schrappen wat niet past.


BIJLAGE VII

Technische gegevens over de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 6, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008

(financiële bedragen x 1000 EUR)

Lidstaat (1):

Datum van de mededeling (2):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

 

 

Begrotingsjaar

 

 

 

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 479/2008

 

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Uitvoering

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

1-

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 9

Betrokken oppervlakte

(ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gemiddeld bedrag

(EUR/ha) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2-

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 10

Aantal projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (4)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3a-

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 11

Betrokken oppervlakte

(ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gemiddeld bedrag

(EUR/ha) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3b-

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

Betrokken oppervlakte

(ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gewijzigd bedrag

(EUR/ha) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4-

Groen oogsten

Artikel 12

Betrokken oppervlakte

(ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag

(EUR/ha) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5-

Onderlinge fondsen

Artikel 13

Aantal nieuwe fondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-

Oogstverzekering

Artikel 14

Aantal producenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (6)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7-

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 15

Aantal begunstigden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (7)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.1

Bedrijfsinvesteringen in convergentieregio’s

Artikel 15, lid 4, onder a)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.2

Bedrijfsinvesteringen in andere regio’s dan convergentieregio’s

Artikel 15, lid 4, onder b)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.3

Bedrijfsinvesteringen in ultraperifere gebieden

Artikel 15, lid 4, onder c)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.4

Bedrijfinvesteringen op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee

Artikel 15, lid 4, onder d)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.5

Bedrijfsinvesteringen in convergentieregio’s

Artikel 15, lid 4, onder a)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.6

Bedrijfsinvesteringen in andere regio’s dan convergentieregio’s

Artikel 15, lid 4, onder b)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.7

Bedrijfsinvesteringen in ultraperifere gebieden

Artikel 15, lid 4, onder c)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

7.8

Bedrijfinvesteringen op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee

Artikel 15, lid 4, onder d)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Cumulatief)

8-

Distillatie van bijproducten

Artikel 16

Maximaal steunpeil

(EUR/%vol/hl) (8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9-

Distillatie tot drinkalcohol – oppervlaktesteun

Artikel 17

Steunpeil

(EUR/ha) (8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddelde steun (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10-

Crisisdistillatie

Artikel 18

Steunpeil

(EUR/%vol/hl) (8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Minimale producentenprijs

(EUR/%vol/hl) (8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddelde communautaire steun (9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11-

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 19

Steunpeil

(EUR/%vol/hl) (8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddelde communautaire steun (9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Uiterste datum voor de mededeling: voor ramingen: voor het eerst: 30 juni 2008 en vervolgens telkens 1 maart en 30 juni; voor de uitvoering: telkens 1 maart (voor het eerst in 2010).

(3)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door de in deze bijlage aangegeven betrokken oppervlakte.

(4)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal projecten.

(5)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal fondsen.

(6)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal producenten.

(7)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal bedrijven.

(8)  Nadere gegevens hierover worden in de bijlagen I en V vermeld.

(9)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal hectoliter.


BIJLAGE VIII

Mededeling (1) over de maatregel tot bevordering van de afzet overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 479/2008

Lidstaat:

Ramingen/uitvoering (2):

Datum van de mededeling (3):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:


Begunstigden

Subsidiabele maatregel (artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008)

Omschrijving (4)

Beoogde markt

Periode

Subsidiabele uitgaven

(EUR)

Hoogte van de bijdrage van de Gemeenschap

(EUR)

In voorkomend geval, hoogte van andere overheidssteun (EUR)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

(2)  Schrappen wat niet past.

(3)  Uiterste datum voor de mededeling: voor ramingen: voor het eerst 30 juni 2008 en dan telkens 1 maart en 30 juni; voor de uitvoering: telkens 1 maart (voor het eerst in 2010).

(4)  Onder meer of de afzetbevorderingsmaatregel samen met één of meer andere lidstaten wordt georganiseerd.

BIJLAGE VIII bis

Jaarlijks verslag over controles ter plaatse op de herstructurering en de omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 479/2008

Lidstaat (1):

Begrotingsjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

In hun totaliteit goedgekeurde herstructurerings- en omschakelingsacties

Herstructureringsacties in verband met vroegere rooiing (2)

Controle vóór het rooien (3)

Controle na herstructurering/omschakeling

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard (ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard (ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd

(EUR)

Sancties (4)

Administratieve controles

Controles ter plaatse

Aantal aanvragen

Oppervlakte

(ha)

Aantal

Reeds vroeger gerooide oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte (ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: elk jaar 1 december en voor het eerst 1 december 2009.


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Gedeeltelijk vervat in de kolommen 2 en 3.

(3)  Indien van toepassing.

(4)  Indien van toepassing.

BIJLAGE VIII ter

Jaarlijks verslag over controles ter plaatse op groen oogsten overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 479/2008

Lidstaat (1):

Begrotingsjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

Door de lidstaat goedgekeurde aanvragen

Controles ter plaatse

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard (ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard

(ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd (EUR)

Sancties (2)

Aantal aanvragen

Oppervlakte: (ha)

Aantal aanvragen

Gecontroleerde oppervlakte (ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: elk jaar 1 december en voor het eerst 1 december 2009.


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Indien van toepassing.


BIJLAGE IX

Document V I 1, als bedoeld in artikel 43, lid 1

Image

Image


BIJLAGE X

Document V I 2, als bedoeld in artikel 44, lid 1

Image

Image


BIJLAGE XI

Technische voorschriften betreffende de documenten V I 1 et V I 2, als bedoeld in de artikelen 43 en 44

A.   Het drukken van de formulieren

1.

Het formaat van de formulieren moet ongeveer 210 × 297 mm zijn.

2.

De formulieren worden gedrukt in een van de officiële talen van de Gemeenschap; voor de formulieren V I 2 wordt de taal vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het formulier wordt geviseerd.

B.   Het invullen van de formulieren

De formulieren moeten worden ingevuld in de taal waarin deze zijn gedrukt.

Elk formulier moet worden voorzien van een volgnummer dat is toegekend:

voor de formulieren V I 1, door de officiële instantie die het gedeelte „attest” ondertekent;

voor de formulieren V I 2, door het douanekantoor dat deze viseert.

1.

Exporteur:

naam en volledig adres in het betrokken derde land.

2.

Geadresseerde:

naam en volledig adres in de Gemeenschap.

4.

Wijze van en bijzonderheden betreffende het vervoer:

vermeld alleen het middel voor vervoer naar de haven van invoer in de EG;

vermeld wijze van vervoer (schip, vliegtuig enz.); vermeld de naam van het schip, enz.

6.

(5 voor V I 2) Omschrijving van het ingevoerde product:

verkoopbenaming (bijv. als vermeld op het etiket, zoals naam van de producent of het wijnbouwgebied, merknaam enz.),

naam van het land van oorsprong (bijv. „Chile”),

de geografische aanduiding, voor zover de wijn voor een dergelijke aanduiding in aanmerking komt,

effectief alcoholvolumegehalte,

kleur van het product („rood”, „rosé” of „wit”),

code van de gecombineerde nomenclatuur.


BIJLAGE XII

Lijst van de in artikel 43, lid 2, en in artikel 45 bedoelde landen

Australië.


BIJLAGE XIII

Tabel 1

Sancties die de lidstaten opleggen krachtens artikel 85, lid 3, artikel 86, lid 4, en artikel 87, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008

Lidstaat:

Wijnoogstjaar of periode:

Datum van de mededeling:


Gebied

Sanctie opgelegd in het betrokken wijnoogstjaar (1)

krachtens nationale regelgeving (als bedoeld in artikel 85, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008)

op grond van artikel 85, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 (sanctie op te leggen vanaf 31.12.2008)

op grond van artikel 86, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 (sanctie op te leggen vanaf 1.1.2010)

op grond van artikel 87, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008

EUR

betrokken oppervlakte

(ha)

EUR

Betrokken oppervlakte

(ha)

EUR

betrokken oppervlakte

(ha)

EUR

betrokken oppervlakte

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart.

Mededeling als bedoeld in artikel 58, lid 1, van deze verordening.

Tabel 2

Eerste mededeling over oppervlakten waarop na 31 augustus 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Lidstaat:

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte waarop na 31 augustus 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

geconstateerd tussen 1.9.1998 en 31.7.2008

(ha)

gerooid tussen 1.9.1998 en 31.7.2008 (ha)

(1)

(2)

(3)

1

 

 

2

 

 

3

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 85, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 58, lid 2, van de onderhavige verordening.

Tabel 3

Jaarlijkse mededeling over oppervlakten waarop na 31 augustus 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Lidstaat:

Wijnoogstjaar of periode:

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte waarop na 31 augustus 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Geconstateerd in het betrokken wijnoogstjaar (2) (ha)

Gerooid in het betrokken wijnoogstjaar (2) (ha)

Oppervlakte waarvan de productie wordt gedistilleerd (ha)

Hoeveelheid wijn die in het betrokken wijnoogstjaar is gedistilleerd (2) (hl)

Oppervlakte die groen geoogst is (ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart.

Mededeling als bedoeld in artikel 85, lid 4, en artikel 87, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 58, lid 2, van de onderhavige verordening.

Tabel 4

Eerste mededeling over oppervlakten waarop vóór 1 september 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Lidstaat:

Wijnoogstjaar: 2007/2008

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte waarop vóór 1.9.1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Regularisatie aangevraagd tussen 1.8.2007 en 31.7.2008 (ha)

Geregulariseerd tussen 1.8.2007 en 31.7.2008 op grond van artikel 2, 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 (ha)

Regularisatie op grond van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 door de lidstaten geweigerd tussen 1.8.2007 en 31.7.2008 (ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

1

 

 

 

2

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 86, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 58, lid 2, van de onderhavige verordening.

Tabel 5

Mededeling over een nieuwe regularisatie krachtens artikel 86, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 van oppervlakten waarop vóór 1 september 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Lidstaat:

Periode: 1.8.2008 tot en met 31.12.2008

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte waarop vóór 1.9.1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Geregulariseerd tussen 1.8.2008 en 31.12.2008

(ha)

Vergoeding betaald tussen 1.8.2008 en 31.12.2008 (EUR)

Voor de berekening van de vergoeding gebruikte gemiddelde waarde van het aanplantrecht

(EUR/ha)

Oppervlakte waarvan de productie is gedistilleerd (ha)

Hoeveelheid wijn die tussen 1.8.2008 en 31.12.2008 is gedistilleerd (hl)

Oppervlakte die groen geoogst is

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 86, lid 5, en artikel 87, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 58, lid 2, van de onderhavige verordening.

Tabel 6

Mededeling over een nieuwe regularisatie krachtens artikel 86, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 van oppervlakten waarop vóór 1 september 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Lidstaat:

Periode: 1.1.2009 tot en met 31.12.2009

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte waarop vóór 1.9.1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Geregulariseerd tussen 1.1.2009 en 31.12.2009

(ha)

Vergoeding betaald tussen 1.1.2009 en 31.12.2009 (EUR)

Voor de berekening van de vergoeding gebruikte gemiddelde waarde van het aanplantrecht

(EUR/ha)

Oppervlakte waarvan de productie is gedistilleerd (ha)

Hoeveelheid wijn die tussen 1.1.2009 en 31.12.2009 is gedistilleerd (hl)

Oppervlakte die groen geoogst is

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart 2010.

Mededeling als bedoeld in artikel 86, lid 5, en artikel 87, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 58, lid 2, van de onderhavige verordening.

Tabel 7

Jaarlijkse mededeling over oppervlakten waarop vóór 1 september 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Lidstaat:

Wijnoogstjaar of periode:

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte waarop vóór 1.9.1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder overeenkomstig aanplantrecht

Niet geregulariseerd per 31.12.2009 (ha)

Gerooid in het betrokken wijnoogstjaar (3) (artikel 86, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008) (ha)

Oppervlakte waarvan de productie is gedistilleerd (ha)

Hoeveelheid wijn die in het betrokken wijnoogstjaar is gedistilleerd (3) (hl)

Oppervlakte die groen geoogst is (ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart, vanaf 2011.

Mededeling als bedoeld in artikel 86, lid 5, en artikel 87, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 58, lid 2, van de onderhavige verordening.

Tabel 8

Oppervlakte waarvoor nieuwe aanplantrechten zijn toegekend

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

Oppervlakte (ha)

Onteigening

Ruilverkaveling

Experimenten

Kweken van entstokken

Verbruik door het wijnbouwersgezin

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart, vanaf 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 61 van deze verordening.

Tabel 9

Toevoeging en onttrekking van aanplantrechten aan de reserves

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

Aan de reserve toegewezen aanplantrechten

Uit de reserve toegekende aanplantrechten

Betrokken oppervlakte

(ha)

Voor de aanplantrechten betaald bedrag (EUR)

Betrokken oppervlakte

(ha)

Voor de aanplantrechten betaald bedrag (EUR)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

1

 

 

 

 

2

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart, vanaf 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 65, lid 5, van deze verordening.

Tabel 10

In aanmerking komende rooipremieaanvragen

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:

Criteria als bedoeld in artikel 102, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008:


Gebied

 

Opbrengstniveau (hl/ha)

≤ 20

> 20 en ≤ 30

> 30 en ≤ 40

> 40 en ≤ 50

> 50 en ≤ 90

> 90 en ≤ 130

> 130 en ≤ 160

> 160

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

1

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

2

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 15 oktober van elk jaar (in 2008, 2009 en 2010).

Mededeling als bedoeld in artikel 102, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 71, lid 2, en artikel 73, lid 1, van de onderhavige verordening.

Tabel 11

Aanvaarde rooipremieaanvragen

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

 

Opbrengstniveau (hl/ha)

≤ 20

> 20 en ≤ 30

> 30 en ≤ 40

> 40 en ≤ 50

> 50 en ≤ 90

> 90 en ≤ 130

> 130 en ≤ 160

> 160

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

1

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

2

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart van elk jaar (in 2009, 2010 en 2011).

Mededeling als bedoeld in artikel 102, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 73, lid 1, van de onderhavige verordening.

Tabel 12

Oppervlakten die in het voorgaande jaar met een premie zijn gerooid

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:

Hoe is prioriteit gegeven aan de producenten in niet-subsidiabele gebieden of op grond van artikel 104, lid 9, als niet-subsidiabel aangemerkte gebieden:


Gebied

 

Opbrengstniveau (hl/ha)

≤ 20

> 20 en ≤ 30

> 30 en ≤ 40

> 40 en ≤ 50

> 50 en ≤ 90

> 90 en ≤ 130

> 130 en ≤ 160

> 160

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

1

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

2

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

premie

EU-begroting (EUR)

 

 

 

 

 

 

 

 

nationale middelen

EUR

 

 

 

 

 

 

 

 

EUR/ha

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 december van elk jaar (in 2009, 2010 en 2011).

Mededeling als bedoeld in artikel 102, lid 6, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 68, lid 2, en artikel 73, lid 1, van de onderhavige verordening.

Tabel 13

Jaarlijks controleverslag over het rooien

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

Aantal producenten van wie de rooipremieaanvraag is aanvaard

Controle vóór het rooien

Controle na het rooien

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard (ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard (ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd (EUR)

Administratieve controles

Controles ter plaatse

Controles ter plaatse

Controles via teledetectie

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte (ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte (ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte (ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte (ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 december van elk jaar (in 2009, 2010 en 2011).

Mededeling als bedoeld in artikel 73, lid 5, van deze verordening.

Tabel 14

Inventaris van de wijnbouwoppervlakten

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


Gebied

Werkelijk met wijnstokken beplante oppervlakte (ha)

Wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (4)

Wijn met een beschermde geografische aanduiding (4)

Subtotaal voor wijnen met een BOB/BGA (4)

Wijnen zonder oorsprongsbenaming / geografische aanduiding (4)

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart, vanaf 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 109 van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 74 van de onderhavige verordening.

Tabel 15

Inventaris van de aanplantrechten

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


 

Oppervlakte (ha)

Wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (5)

Wijn met een beschermde geografische aanduiding (5)

Subtotaal voor wijnen met een BOB/BGA (5)

Wijnen zonder oorsprongsbenaming / geografische aanduiding (5)

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

Werkelijk met wijnstokken beplante oppervlakte

 

 

 

 

 

Aan producenten toegekende, maar nog niet gebruikte aanplantrechten

 

 

 

 

 

Herbeplantingsrechten waarover de producenten beschikken

 

 

 

 

 

In de reserve aanwezige bestaande aanplantrechten

 

 

 

 

 

Totaal wijnbouwpotentieel

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart, vanaf 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 109 van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 74 van de onderhavige verordening.

Tabel 16

Inventaris van de belangrijkste wijndruivenrassen

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


Ras

Werkelijk met wijnstokken beplante oppervlakte (ha)

Aandeel (%)

(1)

(2)

(3)

1

 

 

2

 

 

3

 

 

 

 

andere

 

 

Totaal

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart, vanaf 2009.

Mededeling als bedoeld in artikel 109 van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 74 van de onderhavige verordening.


(1)  Voor de eerste mededeling, die tegen 1 maart 2009 moet plaatsvinden, hebben de gegevens betrekking op de periode tussen 1.8.2008 en 31.12.2008; voor alle volgende mededelingen hebben ze betrekking op het wijnoogstjaar dat aan de mededeling voorafgaat.

(2)  Voor de eerste mededeling, die tegen 1 maart 2009 moet plaatsvinden, hebben de gegevens betrekking op de periode tussen 1.8.2008 en 31.12.2008; voor alle volgende mededelingen hebben ze betrekking op het wijnoogstjaar dat aan de mededeling voorafgaat.

(3)  Voor de eerste mededeling, die tegen 1 maart 2011 moet plaatsvinden, hebben de gegevens betrekking op de periode tussen 1.1.2010 en 31.7.2010; voor alle volgende mededelingen hebben ze betrekking op het wijnoogstjaar dat aan de mededeling voorafgaat.

(4)  Voor de eerste mededeling, die tegen 1 maart 2009 moet plaatsvinden, luiden de koppen van deze kolommen als volgt: v.q.p.r.d. / tafelwijn met geografische aanduiding / subtotaal voor v.q.p.r.d. en tafelwijn met geografische aanduiding / tafelwijn (zonder geografische aanduiding). Lidstaten die momenteel geen onderscheid kunnen maken tussen de oppervlakten met wijnstokken voor de productie van tafelwijn met geografsiche aanduiding en die voor de productie van tafelwijn zonder geografische aanduiding, kunnen in hun eerste mededeling één enkel cijfer opgeven voor alle tafelwijnen voor het wijnoogstjaar 2007/2008 en uiterlijk op 31 december 2009 een geactualiseerde tabel opsturen waarin deze twee categorieën tafelwijn worden onderscheiden.

(5)  Voor de eerste mededeling, die tegen 1 maart 2009 moet plaatsvinden, luiden de koppen van deze kolommen als volgt: v.q.p.r.d. / tafelwijn met geografische aanduiding / subtotaal voor v.q.p.r.d. en tafelwijn met geografische aanduiding / tafelwijn (zonder geografische aanduiding). Lidstaten die momenteel geen onderscheid kunnen maken tussen de oppervlakten met wijnstokken voor de productie van tafelwijn met geografsiche aanduiding en die voor de productie van tafelwijn zonder geografische aanduiding, kunnen in hun eerste mededeling één enkel cijfer opgeven voor alle tafelwijnen voor het wijnoogstjaar 2007/2008 en uiterlijk op 31 december 2009 een geactualiseerde tabel opsturen waarin deze twee categorieën tafelwijn worden onderscheiden.


BIJLAGE XIV

Oppervlakten die op grond van artikel 104, leden 4 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 479/2008 niet voor de rooiregeling in aanmerking worden genomen

Lidstaat:

Wijnoogstjaar:

Datum van de mededeling:


 

Naam van het niet in aanmerking genomen gebied

Indicatieve grootte van het betrokken gebied (ha)

Motivering

(1)

(2)

(3)

(4)

Berggebieden

1

 

 

2

 

 

 

 

Gebieden met steile hellingen

1

 

 

2

 

 

 

 

Oppervlakten met milieuproblemen

1

 

 

2

 

 

 

 

Eilanden in de Egeïsche Zee en Griekse Ionische Eilanden

1

 

 

2

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 augustus van elk jaar (in 2008, 2009 en 2010).

Mededeling als bedoeld in artikel 104, lid 8, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en in artikel 68, lid 2, van de onderhavige verordening.


BIJLAGE XV

Hoogte van de in artikel 98 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde premie

Historische opbrengst per hectare (hl)

Premie (EUR/ha)

In 2008/2009 goedgekeurde aanvragen

In 2009/2010 goedgekeurde aanvragen

In 2010/2011 goedgekeurde aanvragen

(1)

(2)

(3)

(4)

≤20

1 740

1 595

1 450

>20 en ≤30

4 080

3 740

3 400

>30 en ≤40

5 040

4 620

4 200

>40 en ≤50

5 520

5 060

4 600

>50 en ≤90

7 560

6 930

6 300

>90 en ≤130

10 320

9 460

8 600

>130 en ≤160

13 320

12 210

11 100

>160

14 760

13 530

12 300


BIJLAGE XVI

Voorschriften voor het nemen van monsters verse druiven en voor de verwerking daarvan tot wijn die bestemd is voor de in artikel 88, lid 1, bedoelde isotopenanalyse

I.   HET NEMEN VAN DRUIVENMONSTERS

A.

Elk monster bestaat uit ten minste 10 kg rijpe druiven van eenzelfde wijnstokras. Ze worden verzameld zoals ze worden aangetroffen. De monsters worden genomen in de periode waarin het betrokken perceel wordt geoogst. De ingezamelde druiven moeten representatief zijn voor het hele perceel. Het monster verse druiven of de daaruit geperste most mag worden ingevroren voor later gebruik. Slechts indien het zuurstof-18-gehalte van het water van de most moet worden gemeten, dient na de persing van het hele druivenmonster een apart aliquot van de most te worden genomen en bewaard.

B.

Bij de monsterneming wordt een signalementskaart opgesteld. Deze kaart bestaat uit een deel I dat betrekking heeft op het nemen van het druivenmonster en een deel II dat betrekking heeft op de vinificatie. Deze kaart wordt bij het monster bewaard en vergezelt dit bij ieder transport. Elke behandeling van het monster wordt erop vermeld. De signalementskaart inzake de monsterneming wordt opgesteld conform deel I van de vragenlijst in bijlage XVIII.

II.   VINIFICATIE

A.

De vinificatie wordt door de bevoegde instantie of een door haar daartoe gemachtigde dienst uitgevoerd in omstandigheden die zoveel mogelijk overeenkomen met die welke gebruikelijk zijn in het productiegebied waarvoor het monster representatief is. De vinificatie moet leiden tot de volledige omzetting van suiker in alcohol, d.w.z. dat het eindproduct minder dan 2 g suiker per liter mag bevatten. In bepaalde gevallen, bijv. met het oog op een betere representativiteit, mogen evenwel grotere hoeveelheden suiker in het eindproduct worden toegestaan. Zodra de wijn is geklaard en door middel van SO2 is gestabiliseerd, wordt hij gebotteld in flessen van 75 cl en geëtiketteerd.

B.

De signalementskaart inzake de vinificatie wordt opgesteld conform deel II van de vragenlijst in bijlage XVIII.


BIJLAGE XVII

Aantal monsters dat de lidstaten elk jaar voor de databank met analysegegevens moeten nemen overeenkomstig artikel 88, lid 3

30 in Bulgarije,

20 in Tsjechië,

200 in Duitsland,

50 in Griekenland,

200 in Spanje,

400 in Frankrijk,

400 in Italië,

10 in Cyprus,

4 in Luxemburg,

50 in Hongarije,

4 in Malta,

50 in Oostenrijk,

50 in Portugal,

70 in Roemenië,

20 in Slovenië,

15 in Slowakije,

4 in het Verenigd Koninkrijk.


BIJLAGE XVIII

Vragenlijst over het nemen van druivenmonsters en de vinificatie daarvan voor isotopenanalyse als bedoeld in artikel 88, lid 5

De analysemethoden en de eenheden voor de weergave van de resultaten zijn aangegeven in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 479/2008 (er mag tevens gebruik worden gemaakt van analysemethoden of eenheden waarvan de gelijkwaardigheid kan worden aangetoond door de bij de analyse betrokken laboratoria)

DEEL I

1.   Algemene gegevens

1.1.

Nummer van het monster:

1.2.

Naam en functie van de functionaris of de gemachtigde die het monster heeft genomen:

1.3.

Naam en adres van de voor de monsterneming verantwoordelijke bevoegde instantie:

1.4.

Naam en adres van de bevoegde instantie die verantwoordelijk is voor de vinificatie en de verzending van het monster, indien verschillend van de in punt 1.3 genoemde instantie:

2.   Algemene beschrijving van het monster

2.1.

Herkomst (land, regio):

2.2.

Oogstjaar:

2.3.

Wijnstokras:

2.4.

Kleur van het druiven:

3.   Beschrijving van de wijngaard

3.1.

Naam en adres van de exploitant van het perceel:

3.2.

Ligging van het perceel

gemeente:

gehucht:

kadastrale omschrijving:

breedtegraad, lengtegraad:

3.3.

Grondsoort (bijv. kalkhoudend, lemig, kalkhoudend-lemig, zandig):

3.4.

Ligging (bijv. op heuvel, in de vlakte, expositie):

3.5.

Aantal wijnstokken per hectare:

3.6.

Ouderdom van de wijngaard (bij benadering: minder dan 10 jaar, tussen 10 en 25 jaar, ouder dan 25 jaar):

3.7.

Hoogteligging:

3.8.

Leivorm en snoeiwijze:

3.9.

Wijncategorie die gewoonlijk uit deze druiven wordt vervaardigd (zie de definities in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008):

4.   Gegevens over de oogst en de most

4.1.

Op basis van het geoogste perceel geschatte opbrengst per hectare (kg/ha):

4.2.

Gezondheidstoestand van de druiven (bijv. gezond, rot), waarbij wordt gespecificeerd of de druiven op het moment van de monsterneming droog of nat waren:

4.3.

Datum van de monsterneming:

5.   Weersomstandigheden vóór de oogst

5.1.

Neerslag in de tien dagen vóór de oogst: ja/neen. Indien ja, verstrek aanvullende gegevens als die beschikbaar zijn:

6.   Geïrrigeerde wijngaarden

Als de wijngaarden geïrrigeerd zijn: datum waarop voor het laatst water is gegeven:

(Stempel van de voor de monsterneming verantwoordelijke bevoegde instantie, en naam, functie en handtekening van de functionaris die het monster heeft genomen)

DEEL II

1.   Microvinificatie

1.1.

Gewicht van het druivenmonster in kg:

1.2.

Wijze van persen:

1.3.

Verkregen hoeveelheid most:

1.4.

Gegevens over de most:

door refractometrie verkregen suikerconcentratie, uitgedrukt in gram per liter:

totaal zuur, uitgedrukt in gram wijnsteenzuur per liter (facultatief):

1.5.

Behandeling van de most (bijv. bezinking, centrifugatie):

1.6.

Inoculatie met gist (gebruikte gistvariëteit). Geef aan of er spontane gisting is geweest:

1.7.

Temperatuur tijdens de gisting:

1.8.

Manier waarop het eindpunt van de gisting is bepaald:

1.9.

Behandeling van de wijn (bijv. afhevelen):

1.10.

Toevoeging van zwaveldioxide, uitgedrukt in mg per liter:

1.11.

Analyse van de verkregen wijn

effectief alcoholgehalte, uitgedrukt in volumepercent,

totaal droge stof:

reducerende suikers, uitgedrukt in gram invertsuiker per liter:

2.   Chronologisch overzicht van de vinificatie van het monster

Datum van:

monsterneming: (zelfde datum als oogstdatum, deel I – 4.3)

persing:

begin van de gisting:

einde van de gisting:

botteling:

Datum waarop deel II is opgesteld:

(Stempel van de bevoegde instantie die de vinificatie heeft uitgevoerd en handtekening van de bevoegde functionaris van die instantie)


BIJLAGE XIX

ANALYSEVERSLAG

met de in de GCO-isotopendatabank in te voeren resultaten van de in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde isotopenanalyse van monsters van wijn en wijnbouwproducten

I.   ALGEMENE GEGEVENS

1.

Land:

2.

Nummer van het monster:

3.

Jaar:

4.

Wijnstokras:

5.

Wijncategorie:

6.

Regio/district:

7.

Naam, adres, telefoon, fax en e-mail van het voor de resultaten verantwoordelijke laboratorium:

8.

Monster voor een controleanalyse in het GCO: ja/neen

II.   METHODEN EN RESULTATEN

1.   Wijn (overgenomen uit bijlage XVIII)

1.1.

Alcoholvolumegehalte: % vol

1.2.

Totaal droge stof: g/l

1.3.

Reducerende suikers: g/l

1.4.

Totaal zuur, uitgedrukt in wijnsteenzuur: g/l

1.5.

Totaal zwaveldioxidegehalte: mg/l

2.   Wijndistillatie voor SNIF-NMR-analyse

2.1.

Beschrijving van de distillatieappatuur:

2.2.

Volume gedistilleerde wijn/gewicht van het distillaat:

3.   Analyse van het distillaat

3.1.

Alcoholgehalte van het distillaat: % (m/m):

4.   Resultaten van de bepaling van de isotopenverhoudingen van deuterium van ethanol, gemeten door middel van NMR

4.1.

(D/H)I = ppm

4.2.

(D/H)II = ppm

4.3.

„R” =

5.   NMR-parameters

Geobserveerde frequentie:

6.   Resultaat van de bepaling van de isotopenverhouding 18O/16O van wijn

δ 18O [‰] = ‰ V. SMOW — SLAP

7.   Resultaat van de bepaling van de isotopenverhouding 18O/16O van most (in voorkomend geval)

δ 18O [‰] = ‰ V. SMOW — SLAP

8.   Resultaat van de bepaling van de isotopenverhouding 13C/12C van ethanol van wijn

δ 13C [‰] = ‰ V-PDB.


BIJLAGE XX

Monsterneming in het kader van de samenwerking tussen de controle-instanties als bedoeld in artikel 92

1.

Bij de bemonstering van wijn, druivenmost of een ander vloeibaar wijnbouwproduct in het kader van de samenwerking tussen de controle-instanties zorgt de bevoegde instantie ervoor dat de monsters:

representatief zijn voor de hele partij als het producten betreft die in recipiënten met een inhoud van ten hoogste 60 liter zijn verpakt en samen als één enkele partij zijn opgeslagen,

representatief zijn voor de inhoud van de recipiënt waaruit het monster wordt genomen als het producten betreft die zijn verpakt in recipiënten met een nominale inhoud van meer dan 60 liter.

2.

Monsters van het betrokken product worden genomen door overgieten in ten minste vijf zuivere recipiënten met een nominale inhoud van ten minste 75 cl. Voor de in punt 1, eerste streepje, bedoelde producten kunnen de monsters ook worden genomen door ten minste vijf recipiënten met een nominaal volume van ten minste 75 cl uit de te onderzoeken partij te nemen.

Als wijndistillaat voor onderzoek door middel van deuteriumkernspinresonantie wordt verstuurd, volstaan voor de monsters recipiënten met een nominaal volume van 25 cl of bij versturing van één officieel laboratorium naar een ander zelfs 5 cl.

De monsters worden genomen, eventueel gesloten, en verzegeld in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het bedrijf waar de bemonstering gebeurt of van een vertegenwoordiger van de vervoerder, als de bemonstering tijdens het vervoer gebeurt. Als geen vertegenwoordiger aanwezig is, wordt daarvan melding gemaakt in het in punt 4 bedoelde rapport.

Elk monster moet voorzien zijn van een eenmalige sluiting die chemisch inert is.

3.

Op elk monster wordt een etiket aangebracht als bepaald in deel A van bijlage XXI.

Als de recipiënt te klein is, wordt in plaats van het voorgeschreven etiket een onuitwisbaar nummer op de recipiënt aangebracht en worden de vereiste gegevens op een aparte steekkaart vermeld.

De vertegenwoordiger van het bedrijf waar de monsters worden genomen of, eventueel, de vertegenwoordiger van de vervoerder wordt verzocht het etiket of, eventueel, de steekkaart van zijn handtekening te voorzien.

4.

De voor de monsterneming gevolmachtigde functionaris van de bevoegde instantie stelt een schriftelijk verslag op waarin hij alle gegevens vermeldt die hij voor de beoordeling van de monsters van belang acht. Hij maakt daarin eventueel ook melding van de verklaringen van de vertegenwoordiger van de vervoerder of van het bedrijf waar de monsters zijn genomen en verzoekt de vertegenwoordiger zijn handtekening te plaatsen. Hij noteert voorts de hoeveelheid product waaruit het monster is getrokken. In dit verslag wordt vermeld of de hierboven en in punt 3, derde alinea, bedoelde handtekeningen zijn geweigerd.

5.

Bij elke monsterneming wordt telkens één monster als controlemonster bewaard op het bedrijf waar de monsterneming is uitgevoerd en een ander bij de instantie waaronder de functionaris die het monster heeft genomen, ressorteert. Drie monsters worden naar het officiële laboratorium gezonden waar het analytisch of organoleptisch onderzoek plaatsvindt. Eén van deze monsters wordt geanalyseerd. Een ander wordt als controlemonster bewaard. De controlemonsters worden ten minste drie jaar na de monsterneming bewaard.

6.

Op de buitenverpakking van de partijen monsters wordt een rood etiket aangebracht volgens het model in bijlage XXI, deel B. Het etiket is 50 bij 25 mm groot.

Bij verzending van de monsters plaatst de bevoegde instantie van de verzendende lidstaat haar stempel voor de helft op de buitenverpakking en voor de helft op het rode etiket.


BIJLAGE XXI

A.   Etiket met de beschrijving van het monster, als bedoeld in bijlage XX, punt 3

1.

Op het etiket te vermelden gegevens:

a)

naam, adres, met inbegrip van de lidstaat, telefoon, fax en e-mail van de bevoegde instantie in opdracht waarvan het monster is genomen;

b)

volgnummer van het monster;

c)

datum van de monsterneming:

d)

naam van de tot monsterneming gemachtigde functionaris van de bevoegde instantie;

e)

naam, adres, telefoon, fax en e-mail van het bedrijf waar het monster is genomen;

f)

aanduiding van de recipiënt waaruit het monster is genomen (bijv. nummer van de recipiënt, nummer van de partij flessen, enz.);

g)

omschrijving van het product met opgave van het productiegebied, het oogstjaar, het effectieve of potentiële alcoholgehalte en, zo mogelijk, het wijnstokras;

h)

de vermelding: „Het controlemonster mag alleen worden onderzocht door een laboratorium dat gemachtigd is controleanalyses uit te voeren. Het verbreken van de verzegeling kan worden beboet.”.

2.

Opmerkingen:

3.

Minimumgroottte: 100 mm × 100 mm.

B.   Model van het in bijlage XX, punt 6, bedoelde rode etiket

EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 555/2008 analytisch en organoleptisch te onderzoeken producten


BIJLAGE XXII

Concordantietabel als bedoeld in artikel 103, lid 2

1.   Verordening (EG) nr. 1227/2000

Verordening (EG) nr. 1227/2000

Deze verordening

Artikel 3

Artikelen 60 en 61

Artikel 4, lid 1

Artikel 62

Artikel 4, leden 2 tot en met 7

Artikel 63

Artikel 4, lid 8

Artikel 64

Artikel 5, lid 1

Artikel 65, lid 1

Artikel 5, lid 3

Artikel 64

Artikel 5, lid 4

Artikel 65, lid 2

Artikel 5, lid 5

Artikel 65, lid 3

Artikel 5, lid 6

Artikel 65, lid 4

Artikel 8, lid 1

Artikel 70, lid 1


2.   Verordening (EG) nr. 1623/2000

Verordening (EG) nr. 1623/2000

Deze verordening

Artikel 12

Artikel 32

Artikel 13

Artikel 33

Artikel 14 bis, lid 1

Artikel 34

Artikel 46, lid 2

Artikel 21, lid 3

Artikel 50, lid 2

Artikel 22


3.   Verordening (EG) nr. 2729/2000

Verordening (EG) nr. 2729/2000

Deze verordening

Artikel 2, lid 3

Artikel 76, onder d)

Artikel 2, lid 4

Artikel 76, onder e)

Artikel 3, lid 1

Artikel 82, lid 1

Artikel 3, lid 2

Artikel 82, lid 2

Artikel 4

Artikel 83

Artikel 5

Artikel 81

Artikel 7

Artikel 84

Artikel 8

Artikel 85

Artikel 9

Artikel 86

Artikel 10

Artikel 87

Artikel 11

Artikel 88

Artikel 12

Artikel 89

Artikel 13

Artikel 90

Artikel 14

Artikel 91

Artikel 15

Artikel 92

Artikel 16

Artikel 93

Artikel 17

Artikel 94

Artikel 19

Artikel 95


4.   Verordening (EG) nr. 883/2001

Verordening (EG) nr. 883/2001

Deze verordening

Artikel 14, lid 1

Artikel 39, lid 1

Artikel 20

Artikel 40

Artikel 21

Artikel 41

Artikel 22

Artikel 42

Artikel 24

Artikel 43

Artikel 25

Artikel 44

Artikel 26

Artikel 45

Artikel 27, lid 1

Artikel 46

Artikel 28

Artikel 47

Artikel 29

Artikel 48

Artikel 30

Artikel 49

Artikel 31, lid 2

Artikel 51

Artikel 32

Artikel 50

Artikel 34 bis

Artikel 52


Top