Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R0371

    Verordening (EG) nr. 371/2007 van de Commissie van 2 april 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 950/2006 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer en de raffinage van suikerproducten in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten

    PB L 92 van 3.4.2007, p. 6–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB L 348M van 24.12.2008, p. 1023–1027 (MT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2009; stilzwijgende opheffing door 32009R0891

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/371/oj

    3.4.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 92/6


    VERORDENING (EG) Nr. 371/2007 VAN DE COMMISSIE

    van 2 april 2007

    houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 950/2006 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer en de raffinage van suikerproducten in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 40, lid 1, onder e), iii),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Krachtens artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2) mogen aanvragers van invoercertificaten ten aanzien van een invoertariefcontingentsperiode niet meer dan één invoercertificaataanvraag voor hetzelfde contingentvolgnummer indienen. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1301/2006 is van toepassing, onverminderd de aanvullende voorwaarden of afwijkingen die eventueel in de sectorale verordeningen zijn vastgesteld. Om ervoor te zorgen dat de communautaire markt vlot wordt voorzien, moeten vooral de in Verordening (EG) nr. 950/2006 van de Commissie (3) bedoelde termijnen voor de indiening van invoercertificaataanvragen worden gehandhaafd, en moet op dit punt dus worden afgeweken van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006.

    (2)

    De ervaring die is opgedaan tijdens de eerste maanden van de toepassing van Verordening (EG) nr. 950/2006, toont aan dat de in die verordening vastgestelde gemeenschappelijke beheersbepalingen moeten worden verbeterd.

    (3)

    In artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 950/2006 is bepaald dat wanneer de suiker niet in het vrije verkeer wordt gebracht in de lidstaat die het invoercertificaat heeft afgegeven, het oorspronkelijke invoercertificaat wordt bewaard door de lidstaat waar het product in het vrije verkeer wordt gebracht. Om de marktdeelnemers de kans te geven de in het kader van het invoercertificaat resterende hoeveelheden te gebruiken en om het vrijgeven van de voor het invoercertificaat gestelde zekerheid te vergemakkelijken, moet worden bepaald dat de laatstgenoemde lidstaat slechts een kopie van het invoercertificaat dient te bewaren.

    (4)

    Samen met de in artikel 8, onder b), i), van Verordening (EG) nr. 950/2006 bedoelde gegevens moeten tevens de in de vorm van witte suiker ingevoerde hoeveelheden aan de Commissie worden meegedeeld.

    (5)

    Overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 950/2006 mag elke voltijdraffinaderij van de Gemeenschap in de periode van 30 juni tot het einde van het verkoopseizoen in elke lidstaat invoercertificaataanvragen indienen binnen de grenzen van de naar lidstaat uitgesplitste hoeveelheden waarvoor invoercertificaten voor voor raffinage bestemde suiker mogen worden afgegeven. In dergelijke gevallen dient te worden afgezien van de verplichting van artikel 4, lid 2, tweede alinea, van die verordening, op grond waarvan de aanvrager zijn certificaataanvraag moet indienen bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij in het kader van de btw-regeling is geregistreerd.

    (6)

    Indien de voor raffinage ingevoerde suiker niet binnen de in artikel 4, lid 4, onder b), van Verordening (EG) nr. 950/2006 vastgestelde termijn is geraffineerd, moet enkel de titularis van het invoercertificaat een bedrag van 500 EUR/t betalen voor de niet-geraffineerde hoeveelheden suiker. Daarom moet de voor de erkende suikerproducenten geldende, in artikel 11, lid 3, onder a), opgenomen sanctie ten belope van hetzelfde bedrag worden geschrapt.

    (7)

    Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1894/2006 van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Brazilië betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Gemeenschap en houdende wijziging en aanvulling van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (4) heeft de Gemeenschap zich ertoe verbonden een tariefcontingent van 10 124 t voor raffinage bestemde ruwe rietsuiker uit Brazilië in te voeren tegen een douanerecht van 98 EUR/t.

    (8)

    Dit contingent dient overeenkomstig Verordening (EG) nr. 950/2006 te worden geopend en beheerd als „suiker CXL-concessies”. Aangezien de tariefcontingenten voor „suiker CXL-concessies” op grond van artikel 24 van die verordening per verkoopseizoen worden geopend, moet het jaarlijkse tariefcontingent voor voor raffinage bestemde ruwe rietsuiker van oorsprong uit Brazilië worden aangepast aangezien het verkoopseizoen 2006/2007 vijftien maanden telt.

    (9)

    Verordening (EG) nr. 950/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 950/2006 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In artikel 4, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door:

    „2.   Onverminderd het bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 worden de invoercertificaataanvragen elke week ingediend, van maandag tot en met vrijdag vanaf de in lid 5 van dit artikel bedoelde datum tot de in artikel 5, lid 3, tweede alinea, bedoelde opschorting van de afgifte van de certificaten.”.

    2)

    Artikel 7, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.   Indien de suiker niet in het vrije verkeer wordt gebracht in de lidstaat die het invoercertificaat heeft afgegeven, bewaart de lidstaat waar het product in het vrije verkeer wordt gebracht, een kopie van het invoercertificaat en, in voorkomend geval, het overeenkomstig de artikelen 22 en 23 ingevulde aanvullende document en zendt deze lidstaat een kopie ervan aan de lidstaat die het invoercertificaat heeft afgegeven. In dergelijke gevallen bewaart de titularis van het invoercertificaat het origineel.”.

    3)

    In artikel 8 wordt punt b) vervangen door:

    „b)

    vóór 1 maart en met betrekking tot het voorgaande verkoopseizoen of, naargelang van het geval, met betrekking tot de vorige leveringsperiode:

    i)

    de totale hoeveelheid die werkelijk is ingevoerd:

    in de vorm van voor raffinage bestemde suiker, uitgedrukt in gewicht tel quel en in wittesuikerequivalent,

    in de vorm van niet voor raffinage bestemde suiker, uitgedrukt in gewicht tel quel en in wittesuikerequivalent,

    in de vorm van witte suiker;

    ii)

    de hoeveelheid suiker, uitgedrukt in gewicht tel quel en in wittesuikerequivalent, die werkelijk is geraffineerd.”.

    4)

    Aan artikel 10, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Met betrekking tot in het kader van de eerste alinea, onder b), ingediende aanvragen mag de aanvrager in afwijking van artikel 4, lid 2, tweede alinea, zijn certificaataanvraag indienen bij de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar hij niet is geregistreerd in het kader van de btw-regeling. In dat geval legt de aanvrager zijn in artikel 7, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie (5) bedoelde erkenning als voltijdraffinaderij over.

    5)

    Artikel 11, lid 3, wordt vervangen door:

    „3.   Elke erkende suikerproducent betaalt vóór 1 juni na het betrokken verkoopseizoen een bedrag dat overeenstemt met 500 EUR/t voor de hoeveelheden suiker waarvoor hij niet ten genoegen van de lidstaat kan aantonen dat de in lid 2, onder c), bedoelde suiker geen niet voor raffinage bestemd ingevoerde suiker is, of, indien het wel voor raffinage bestemde suiker betreft, dat de suiker vanwege uitzonderlijke technische omstandigheden of overmacht niet is geraffineerd.”.

    6)

    Artikel 24, leden 1 en 2, wordt vervangen door:

    „1.   Voor elk verkoopseizoen worden tariefcontingenten geopend voor in totaal 106 925 t voor raffinage bestemde ruwe rietsuiker van GN-code 1701 11 10, die als suiker CXL-concessies wordt ingevoerd tegen een recht van 98 EUR/t.

    Voor het verkoopseizoen 2006/2007 bedraagt de hoeveelheid ruwe rietsuiker echter 144 388 t.

    2.   De in lid 1 bedoelde hoeveelheden worden als volgt verdeeld naar land van oorsprong:

    Cuba

    58 969 t,

    Brazilië

    34 054 t,

    Australië

    9 925 t,

    andere derde landen

    3 977 t.

    Voor het verkoopseizoen 2006/2007 ziet de verdeling naar land van oorsprong er echter als volgt uit:

    Cuba

    73 711 t,

    Brazilië

    47 630 t,

    Australië

    17 369 t,

    andere derde landen

    5 678 t.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 2 april 2007.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

    (2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

    (3)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).

    (4)  PB L 397 van 30.12.2006, blz. 1.

    (5)  PB L 178 van 1.5.2006, blz. 39.”.


    Top