Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006E0624

    Gemeenschappelijk Standpunt 2006/624/GBVB van de Raad van 15 september 2006 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

    PB L 253 van 16.9.2006, p. 34–35 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 76M van 16.3.2007, p. 329–330 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/05/2008; stilzwijgende opheffing door 32008E0369

    ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2006/624/oj

    16.9.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 253/34


    GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2006/624/GBVB VAN DE RAAD

    van 15 september 2006

    tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Na de aanneming van Resolutie 1596 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 18 april 2005 („UNSCR 1596 (2005)”) heeft de Raad op 13 juni 2005 Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB (1) vastgesteld betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo.

    (2)

    De Raad heeft op 29 november 2005 Besluit 2005/846/GBVB (2) aangenomen tot uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB, waarbij in de bijlage van dat gemeenschappelijk standpunt de lijst van personen werd opgenomen die vallen onder de door UNSCR 1596 (2005) opgelegde maatregelen.

    (3)

    De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 21 december 2005 Resolutie 1649 (2005) („UNSCR 1649 (2005)”) aangenomen tot uitbreiding van de bij UNSCR 1596 (2005) opgelegde maatregelen tot politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren en tot politieke en militaire leiders van Congolese milities die steun van buiten de Democratische Republiek Congo ontvangen en met name van milities die in Ituri actief zijn en de ontwapening, demobilisatie en herintegratie van hun strijders belemmeren.

    (4)

    De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 31 juli 2006 Resolutie 1698 (2006) („UNSCR 1698 (2006)”) aangenomen tot uitbreiding van de bij UNSCR 1596 (2005) opgelegde maatregelen tot politieke en militaire leiders die, in strijd met het vigerende internationale recht, kinderen recruteren of gebruiken in gewapende conflicten en tot personen die ernstige schendingen van het internationale recht begaan, waarbij kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, worden gedood en verminkt, en het slachtoffer zijn van seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing.

    (5)

    Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)

    De communautaire maatregelen die van toepassing zijn op de in dit gemeenschappelijk standpunt bedoelde personen staan in Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad van 18 juli 2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo (3),

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 3 van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB wordt vervangen door de volgende tekst:

    „Artikel 3

    Overeenkomstig UNSCR 1596 (2005), UNSCR 1649 (2005) en UNSCR 1698 (2006) moeten beperkende maatregelen worden ingesteld tegen de volgende door het Sanctiecomité aangeduide personen:

    personen die inbreuk maken op het wapenembargo;

    politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en de ontwapening en de vrijwillige repatriering of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren;

    politieke en militaire leiders van Congolese milities die steun van buiten de Democratische Republiek Congo ontvangen en met name van milities die in Ituri actief zijn en de ontwapening, demobilisatie en herintegratie van hun strijders belemmeren;

    politieke en militaire leiders die in strijd met het vigerende internationale recht kinderen recruteren of gebruiken in gewapende conflicten;

    personen die ernstige schendingen van het internationale recht begaan waarbij kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, worden gedood en verminkt, en het slachtoffer zijn van seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing.

    De namen van de betrokken personen worden vermeld in de bijlage bij dit gemeenschappelijk standpunt.”.

    Artikel 2

    Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

    Artikel 3

    Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 15 september 2006.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    E. TUOMIOJA


    (1)  PB L 152 van 15.6.2005, blz. 22.

    (2)  PB L 314 van 30.11.2005, blz. 35.

    (3)  PB L 193 van 23.7.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 84/2006 van de Commissie (PB L 14 van 19.1.2006, blz. 14).


    Top