EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0581

2006/581/EG: Besluit van de Commissie van 7 augustus 2006 tot oprichting van een deskundigengroep inzake de beleidsbehoeften op het gebied van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens

PB L 234 van 29.8.2006, p. 29–32 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 118M van 8.5.2007, p. 1267–1270 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/02/2012; opgeheven door 32012D0215(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/581/oj

29.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 234/29


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 augustus 2006

tot oprichting van een deskundigengroep inzake de beleidsbehoeften op het gebied van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens

(2006/581/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie hebben de Europese Unie en de lidstaten tot taak ervoor te zorgen dat de Unie door middel van nauwere samenwerking de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid verschaft door het voorkomen en bestrijden van al dan niet georganiseerde criminaliteit.

(2)

Om de ontwikkeling te ondersteunen van geharmoniseerde en vergelijkbare EU-statistieken over criminaliteit en strafrecht, die zoals uit het actieplan ter uitvoering van het Haags Programma (1) blijkt van essentieel belang zijn voor de ontwikkeling en monitoring van de communautaire wetgeving en het communautaire beleid, zal de Commissie mogelijk een beroep moeten doen op de expertise van vertegenwoordigers van de lidstaten en van deskundigen die bijeenkomen in het kader van een adviesorgaan.

(3)

Voor de productie van communautaire statistieken gelden de bepalingen van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (2), en de werkzaamheden voor het opstellen van communautaire statistieken worden verricht overeenkomstig het communautair statistisch programma en de jaarprogramma’s in het kader daarvan (3), met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in de Praktijkcode Europese statistieken, die het Comité Statistisch Programma op 24 februari 2005 heeft goedgekeurd en die is gevoegd bij de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad en de aanbeveling van de Commissie van 25 mei 2005 (4) over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties.

(4)

De deskundigengroep bestaat uit personen die gekwalificeerd zijn om de beleidsbehoeften te onderzoeken en om advies te verstrekken over het effectieve gebruik van indicatoren en gegevens op het gebied van criminaliteit en strafrecht.

(5)

Er moeten voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de deskundigengroep worden vastgesteld, onverminderd de veiligheidsvoorschriften van de Commissie zoals vastgesteld in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (5).

(6)

Persoonsgegevens over de leden van de deskundigengroep moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6).

(7)

Derhalve dient de deskundigengroep inzake de beleidsbehoeften op het gebied van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens te worden opgericht, waarvan het mandaat en de structuur nader moeten worden omschreven.

(8)

De oprichting van deze deskundigengroep leidt niet tot de intrekking van enig ander besluit.

(9)

De leden van deze deskundigengroep worden benoemd voor een aanvankelijke ambtstermijn van twee jaar, waarna de Commissie de wenselijkheid van een verlenging van haar mandaat zal onderzoeken,

BESLUIT:

Artikel 1

De Commissie richt de deskundigengroep inzake de beleidsbehoeften op het gebied van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens op (hierna „de deskundigengroep” genoemd).

Artikel 2

Taak

De deskundigengroep heeft tot taak:

de Commissie bij te staan bij de totstandbrenging van samenwerking tussen de lidstaten en andere betrokken organisaties en organen met het oog op de tenuitvoerlegging van het EU-plan voor de ontwikkeling van een algemene en coherente EU-strategie voor het meten van de omvang van de criminaliteit en het strafrecht (7);

de Commissie bij te staan bij het bepalen van de beleidsbehoeften op het gebied van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens op EU-niveau;

de Commissie bij te staan bij het bepalen van de behoeften op het gebied van de ontwikkeling van gemeenschappelijke indicatoren en instrumenten ter meting van de omvang van criminaliteit en strafrecht;

de Commissie bij te staan bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke indicatoren en andere noodzakelijke gegevens;

de Commissie advies te verstrekken over de relevante onderzoeks- en ontwikkelingsbehoeften of resultaten, waarmee rekening dient te worden gehouden bij de tenuitvoerlegging van het bovengenoemde EU-plan;

de Commissie advies te verstrekken over de samenwerking met vertegenwoordigers van de particuliere en de academische sector of van andere relevante sectoren teneinde bij de tenuitvoerlegging van het bovengenoemde EU-plan rekening te houden met relevante kennis en ervaring.

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan de deskundigengroep raadplegen over om het even welke aangelegenheid in verband met de meting van de omvang van criminaliteit en strafrecht, en met name over het bepalen van de beleidsbehoeften met betrekking tot de ontwikkeling van statistieken over criminaliteit en strafrecht.

Artikel 4

Samenstelling — Benoeming van de leden

1.   De deskundigengroep telt ten hoogste vijftig leden en bestaat voor ten minste 40 % uit vrouwen en voor ten minste 40 % uit mannen, die worden gekozen uit:

a)

op het gebied van justitie en binnenlandse zaken actieve nationale overheidsinstanties van de EU-lidstaten, de toetredende staten en de kandidaat-lidstaten;

b)

organen en netwerken van de Europese Unie die relevante ervaring en deskundigheid hebben op het gebied van de analyse of ontwikkeling van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens voor beleidsdoeleinden, zoals het Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP), het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD), Eurojust, de Task Force van Europese hoofden van politie, de Europese politiedienst (Europol), het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex), het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (EUMC) en de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE);

c)

internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties die relevante ervaring en deskundigheid hebben op het gebied van de analyse of ontwikkeling van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens voor beleidsdoeleinden. Het gaat daarbij om: de Raad van Europa, de European Sourcebook Group, het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF), het Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding van de Verenigde Naties (UNODC), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO);

d)

personen die ervaring hebben met academisch of particulier onderzoek op het gebied van de analyse of meting van criminaliteit en strafrecht in de EU-lidstaten (ook zij kunnen lid worden van de deskundigengroep).

2.   Het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie benoemt de leden van de deskundigengroep uit degenen die ervaring hebben op de in de artikel 2 en artikel 4, lid 1, vermelde gebieden. De onder artikel 4, lid 1, onder a), b) en c), vallende leden worden aangewezen door de desbetreffende instanties en organisaties, en de onder artikel 4, lid 1, onder d), vallende leden worden benoemd uit degenen die op een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling hebben gereageerd.

Elke lidstaat, toetredende staat en kandidaat-lidstaat wijst twee personen (één man en één vrouw) aan, van wie de Commissie er één als lid benoemt. Onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld voor de gewone leden wordt een gelijk aantal plaatsvervangende leden benoemd. Plaatsvervangende leden nemen van rechtswege de plaats van gewone leden in wanneer deze afwezig zijn.

3.   De onder artikel 4, lid 1, onder a), b) en c), vallende leden worden benoemd als vertegenwoordiger van een overheidsinstantie of een niet-gouvernementele organisatie. De onder artikel 4, lid 1, onder d), vallende leden worden op persoonlijke titel benoemd en verstrekken de Commissie advies onafhankelijk van invloeden van buitenaf.

4.   De leden van de deskundigengroep blijven in functie tot zij worden vervangen of tot hun ambtstermijn afloopt.

5.   Leden die geen doeltreffende bijdrage tot de werkzaamheden van de deskundigengroep meer kunnen leveren, die hun ontslag indienen of die de verplichtingen van het eerste of tweede lid van dit artikel of van artikel 287 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap niet nakomen, kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen.

6.   De op persoonlijke titel benoemde leden (lid 3 hierboven) tekenen elk jaar een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden in het algemeen belang te handelen, alsmede een verklaring waaruit blijkt dat zij geen belangen hebben die afbreuk kunnen doen aan hun objectiviteit.

7.   De namen van de op persoonlijke titel benoemde leden worden gepubliceerd op de internetsite van het DG Justitie, vrijheid en veiligheid alsook in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C. De verzameling, verwerking en publicatie van de namen van de leden vinden plaats overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Werkwijze

1.   De Commissie levert de voorzitter van de deskundigengroep.

2.   De Commissie coördineert de activiteiten van de deskundigengroep met de activiteiten van de werkgroep statistieken over criminaliteit en strafrecht, die door Eurostat zal worden opgericht in het kader van het communautair statistisch programma om de nationale statistische instanties te vertegenwoordigen. De Commissie zorgt voor de samenhang tussen de werkzaamheden van beide groepen en tracht zo mogelijk gezamenlijke vergaderingen of vergaderingen die op dezelfde dag plaatsvinden te organiseren.

3.   De Commissie coördineert de relevante aspecten van de activiteiten van de deskundigengroep met de andere verwante activiteiten van de Commissie.

4.   Met instemming van de Commissie kunnen subgroepen van ten hoogste vijftien leden worden opgericht om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de deskundigengroep opgesteld mandaat; deze subgroepen worden ontbonden zodra hun opdracht is uitgevoerd.

5.   Indien zulks nuttig en/of nodig is, kan de vertegenwoordiger van de Commissie deskundigen of waarnemers (ook uit derde landen) met een bijzondere kwalificatie op het gebied van een geagendeerd onderwerp uitnodigen om aan de werkzaamheden van de deskundigengroep of subgroepen deel te nemen.

6.   De bij de werkzaamheden van de deskundigengroep of subgroep verkregen informatie wordt niet openbaar gemaakt wanneer de Commissie deze als vertrouwelijk aanmerkt.

7.   Op uitnodiging van de Commissie vergaderen de deskundigengroep en haar subgroepen normaliter in de kantoren van de Commissie op de wijze en volgens het tijdschema die door de Commissie worden bepaald. Het secretariaat van de deskundigengroep wordt verzorgd door de Commissie. Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen de vergaderingen van de deskundigengroep en haar subgroepen bijwonen.

8.   De deskundigengroep stelt haar reglement van orde vast op basis van het door de Commissie vastgestelde standaardreglement van orde (8).

9.   De Commissie mag onder andere op internet samenvattingen, conclusies, deelconclusies of werkdocumenten van de deskundigengroep publiceren in de oorspronkelijke taal van het betrokken document.

Artikel 6

Vergaderkosten

Alle reis- en eventuele verblijfkosten die door de leden, deskundigen en waarnemers in het kader van de werkzaamheden van de deskundigengroep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de interne regels voor de vergoeding van kosten van externe deskundigen.

De leden, deskundigen en waarnemers ontvangen geen bezoldiging.

Vergaderkosten worden vergoed binnen de mogelijkheden van de jaarlijkse begroting die door de verantwoordelijke diensten van de Commissie aan de deskundigengroep is toegewezen.

Artikel 7

Toepassing

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2006.

Voor de Commissie

Franco FRATTINI

Vicevoorzitter


(1)  PB C 198 van 12.8.2005, blz. 1. Actieplan van de Raad en de Commissie ter uitvoering van het Haags Programma voor de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie.

(2)  PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.

(3)  Het communautair statistisch programma 2003-2007, vastgesteld bij Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

(4)  COM(2005) 217 def. en aanbeveling van de Commissie over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties.

(5)  PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(7)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité, waarover momenteel overleg tussen de diensten van de Commissie plaatsvindt.

(8)  SEC(2005) 1004, bijlage III.


Top