Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0548

2006/548/EG,Euratom: Besluit van de Commissie van 2 augustus 2006 tot wijziging van Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom

PB L 215 van 5.8.2006, p. 38–43 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 118M van 8.5.2007, p. 1055–1060 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/03/2015; afgeschaft en vervangen door 32015D0444

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/548/oj

5.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 215/38


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 2 augustus 2006

tot wijziging van Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom

(2006/548/EG, Euratom)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 218, lid 2,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 131,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de veiligheidsvoorschriften van de Commissie, als uiteengezet in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (1), neemt het voor beveiliging bevoegde Commissielid passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de behandeling van gerubriceerde EU-gegevens de veiligheidsvoorschriften van de Commissie worden nageleefd, zowel in de Commissie, als onder andere door externe contractanten van de Commissie.

(2)

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de veiligheidsvoorschriften van de Commissie moeten de lidstaten en de krachtens of op basis van de Verdragen opgerichte andere instellingen, instanties, bureaus en agentschappen worden gemachtigd gerubriceerde EU-gegevens te ontvangen, mits zij ervoor zorgen dat in hun diensten en locaties, bijvoorbeeld voor externe contractanten van de lidstaten, voorschriften gelden die volstrekt gelijkwaardig zijn.

(3)

De veiligheidsvoorschriften van de Commissie bevatten geen instructies voor de toepassing van de grondbeginselen en minimumnormen wanneer de Commissie uit hoofde van een opdracht of subsidieovereenkomst bij externe entiteiten opdrachten plaatst voor taken die betrekking hebben op gerubriceerde EU-gegevens of voor taken die dergelijke gegevens noodzakelijk maken en/of bevatten.

(4)

Derhalve moeten specifieke gemeenschappelijke minimumnormen die voor die gevallen gelden, worden opgenomen in de veiligheidsvoorschriften van de Commissie en de daaraan gehechte veiligheidsregels.

(5)

Die gemeenschappelijke minimumnormen moeten ook gelden voor de lidstaten, zodat maatregelen overeenkomstig de nationale regelingen worden genomen wanneer zij uit hoofde van een opdracht of subsidieovereenkomst bij in artikel 2, lid 2, van de veiligheidsvoorschriften van de Commissie bedoelde externe entiteiten opdrachten plaatsen voor taken die betrekking hebben op gerubriceerde EU-gegevens of voor taken die dergelijke gegevens noodzakelijk maken en/of bevatten.

(6)

Deze gemeenschappelijke minimumnormen zijn van toepassing onverminderd andere relevante besluiten, met name Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (2), Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie (4) tot vaststelling van haar uitvoeringsvoorschriften, en met name de bilaterale en multilaterale overeenkomsten die worden bedoeld in de artikelen 106 en 107 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002,

BESLUIT:

Artikel 1

De veiligheidsvoorschriften die in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom zijn opgenomen, worden als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer een opdracht of subsidieovereenkomst tussen de Commissie en een externe contractant of begunstigde de verwerking van gerubriceerde EU-gegevens in de locaties van de contractant of de begunstigde inhoudt, moeten de maatregelen die de externe contractant of begunstigde neemt om te waarborgen dat bij behandeling van gerubriceerde EU-gegevens de in artikel 1 bedoelde voorschriften worden nageleefd, een integrerend deel zijn van de opdracht of subsidieovereenkomst.”.

2)

De veiligheidsregels die in de bijlage bij de veiligheidsvoorschriften van de Commissie zijn opgenomen, worden als volgt gewijzigd:

a)

in afdeling 5.1 van deel I wordt de volgende zin toegevoegd:

„Die minimumnormen zijn ook van toepassing wanneer de Commissie uit hoofde van een opdracht of subsidieovereenkomst bij industriële of andere entiteiten opdrachten plaatst voor taken die betrekking hebben op gerubriceerde EU-gegevens of voor taken die dergelijke gegevens noodzakelijk maken en/of bevatten: deze gemeenschappelijke minimumnormen zijn opgenomen in afdeling 27 van deel II.”.

b)

in deel II wordt de tekst in de bijlage bij dit besluit toegevoegd als afdeling 27;

c)

in aanhangsel 6 worden de volgende afkortingen toegevoegd:

„DSA

:

Aangewezen veiligheidsinstantie (Designated Security Authority)

FSC

:

Veiligheidsmachtiging voor een vestiging (Facility Security Clearance)

FSO

:

Veiligheidsfunctionaris voor een vestiging (Facility Security Officer)

PSC

:

Veiligheidsmachtiging voor het personeel (Personnel Security Clearance)

SAL

:

Memorandum over de beveiligingsaspecten (Security Aspects Letter)

SCG

:

Gids voor beveiligingsrubricering (Security Classification Guide)”

.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2006.

Voor de Commissie

Siim KALLAS

Vice-voorzitter


(1)  PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2006/70/EG, Euratom (PB L 34 van 7.2.2006, blz. 32).

(2)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2083/2005 van de Commissie (PB L 333 van 20.12.2005, blz. 28)

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1261/2005 (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).


BIJLAGE

„27.   GEMEENSCHAPPELIJKE MINIMUMNORMEN VOOR INDUSTRIËLE VEILIGHEID

27.1.   Inleiding

Deze afdeling behandelt de beveiligingsaspecten van industriële activiteiten die specifiek verband houden met de onderhandelingen over en het plaatsen van opdrachten of gunnen van subsidieovereenkomsten voor taken die betrekking hebben op gerubriceerde EU-gegevens of voor taken die dergelijke gegevens noodzakelijk maken en/of bevatten, alsmede de uitvoering daarvan door industriële of andere entiteiten, met inbegrip van de vrijgave van en toegang tot gerubriceerde EU-gegevens tijdens procedures voor het plaatsen van een overheidsopdracht en de oproep tot het indienen van voorstellen (aanbestedingstermijn en aan het sluiten van een overeenkomst voorafgaande onderhandelingen).

27.2.   Definities

Voor de toepassing van deze gemeenschappelijke minimumnormen wordt verstaan onder:

a)

„gerubriceerde opdracht”: een opdracht of subsidieovereenkomst voor de levering van goederen, de uitvoering van werken, de beschikbaarstelling van gebouwen of verrichting van diensten waarvan de uitvoering toegang tot of opstelling van gerubriceerde EU-gegevens vereist of behelst;

b)

„gerubriceerde onderaanneming”: een overeenkomst tussen een contractant of begunstigde van een subsidie en een andere contractant (onderaannemer) voor de levering van goederen, de uitvoering van werken, de beschikbaarstelling van gebouwen of verrichting van diensten waarvan de uitvoering toegang tot of opstelling van gerubriceerde EU-gegevens vereist of behelst;

c)

„contractant”: een bedrijf of juridische entiteit, in rechte bekwaam om overeenkomsten te sluiten of de begunstigde te zijn van een subsidie;

d)

„aangewezen veiligheidsinstantie”: een autoriteit onder het gezag van de nationale veiligheidsinstantie van een EU-lidstaat die tot taak heeft industriële of andere entiteiten te informeren over alle aspecten van het nationaal beleid inzake industriële veiligheid en leiding en bijstand te verlenen bij de uitvoering ervan. De nationale veiligheidsinstantie kan de rol van aangewezen veiligheidsinstantie op zich nemen;

e)

„veiligheidsmachtiging voor een vestiging”: een administratieve beslissing van een nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie waaruit blijkt dat de vestiging vanuit veiligheidsoogpunt afdoende bescherming biedt voor de beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens met een bepaalde rubriceringsgraad, en dat alle personeelsleden die toegang tot gerubriceerde EU-gegevens moeten hebben, een passend veiligheidsonderzoek hebben ondergaan en informatie hebben ontvangen over de noodzakelijke beveiligingseisen met betrekking tot de toegang tot en bescherming van gerubriceerde EU-gegevens;

f)

„industriële of andere entiteit”: een contractant of onderaannemer die betrokken is bij de levering van goederen, de uitvoering van werkzaamheden of verrichting van diensten; het kan hierbij gaan om entiteiten die actief zijn op het gebied van industrie, handel, diensten, wetenschappen, onderzoek, onderwijs of ontwikkeling;

g)

„industriële veiligheid”: de toepassing van beschermingsmaatregelen en -procedures om verlies of compromittering te voorkomen, op te sporen of te herstellen van gerubriceerde EU-gegevens die vóór of tijdens onderhandelingen over overeenkomsten door een contractant of onderaannemer worden verwerkt, en in het kader van gerubriceerde opdrachten;

h)

„nationale veiligheidsinstantie”: de overheidsinstantie van een EU-lidstaat die de eindverantwoordelijkheid draagt voor de bescherming van gerubriceerde EU-gegevens in die lidstaat;

i)

„algehele rubriceringsgraad van een opdracht”: de vaststelling van de rubriceringsgraad van de gehele opdracht of subsidieovereenkomst, gebaseerd op de rubricering van de informatie die en/of het materiaal dat in een bepaald onderdeel van de gehele opdracht of subsidieovereenkomst wordt of dient te worden opgesteld, vrijgegeven of geraadpleegd. De algehele rubriceringsgraad van een opdracht mag niet lager zijn dan de hoogste rubricering van een onderdeel ervan, maar kan hoger zijn ten gevolge van de samenvoeging;

j)

„memorandum over de beveiligingsaspecten”: een geheel van bijzondere, door de aanbestedende instantie uitgevaardigde, contractvoorwaarden die een integrerend deel vormen van een gerubriceerde opdracht die de toegang tot of opstelling van gerubriceerde EU-gegevens behelst, en waarin de beveiligingseisen of de onderdelen van de opdracht die beveiligd moeten worden, worden genoemd;

k)

„gids voor beveiligingsrubricering”: een document waarin wordt bepaald welke onderdelen van een programma, opdracht of subsidieovereenkomst gerubriceerd zijn en wat de toepasselijke rubriceringsgraden zijn. De gids voor beveiligingsrubricering kan gedurende de looptijd van het programma, de opdracht of de subsidieovereenkomst worden uitgebreid en gegevens kunnen geherrubriceerd worden of een lagere rubricering krijgen. De gids voor beveiligingsrubricering is een onderdeel van het memorandum over de beveiligingsaspecten.

27.3.   Organisatie

a)

De Commissie kan bij industriële of andere in een lidstaat ingeschreven entiteiten gerubriceerde opdrachten plaatsen voor taken die betrekking hebben op gerubriceerde EU-gegevens of voor taken die dergelijke gegevens noodzakelijk maken en/of bevatten.

b)

Wanneer de Commissie gerubriceerde opdrachten plaatst, zorgt zij ervoor dat aan alle eisen die uit deze minimumnormen voortvloeien, wordt voldaan.

c)

De Commissie werkt nauw samen met de nationale veiligheidsinstantie(s) om deze minimumnormen toe te passen op het gebied van de industriële veiligheid. De nationale veiligheidsinstanties kunnen deze taken overdragen aan een of meer aangewezen veiligheidsinstanties.

d)

De eindverantwoordelijkheid voor de bescherming van gerubriceerde EU-gegevens in industriële of andere entiteiten berust bij het bestuur van die entiteiten.

e)

Iedere gerubriceerde opdracht of onderaanneming die binnen het toepassingsgebied van deze minimumnormen valt, wordt door de Commissie en/of de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie, naargelang het geval, onmiddellijk gemeld aan de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie van de lidstaat waar de contractant of onderaannemer is ingeschreven.

27.4.   Besluiten betreffende gerubriceerde opdrachten en subsidieovereenkomsten

a)

Bij de beveiligingsrubricering van gerubriceerde opdrachten of subsidieovereenkomsten wordt rekening gehouden met de volgende beginselen:

de Commissie bepaalt, naargelang het geval, welke aspecten van de gerubriceerde opdracht bescherming behoeven en stelt op grond hiervan de rubriceringsgraad vast. Daarbij moet zij rekening houden met de oorspronkelijke rubriceringsgraad die door de opsteller is toegekend aan de gegevens die vóór het plaatsen van de gerubriceerde opdracht gegenereerd zijn,

de algehele rubriceringsgraad van de opdracht mag niet lager zijn dan de hoogste rubricering van een onderdeel ervan,

gerubriceerde EU-gegevens die op grond van contractuele activiteiten zijn gegenereerd, worden gerubriceerd overeenkomstig de gids voor beveiligingsrubricering,

in voorkomend geval is het de taak van de Commissie de algehele rubriceringsgraad van de opdracht of de rubriceringsgraad van één van de onderdelen ervan, in overleg met de opsteller, te wijzigen en alle betrokkenen daarvan op de hoogte te stellen,

gerubriceerde gegevens die aan de contractant of onderaannemer worden vrijgegeven of die op grond van de contractuele activiteiten worden gegenereerd, mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan die welke in de gerubriceerde opdracht zijn omschreven en mogen niet aan derden worden vrijgegeven zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de opsteller.

b)

De Commissie en de nationale veiligheidsinstanties/aangewezen veiligheidsinstanties van de lidstaten zorgen ervoor dat contractanten en onderaannemers bij wie een gerubriceerde opdracht wordt geplaatst die verband houdt met als CONFIDENTIEL UE of hoger gerubriceerde gegevens, alle dienstige maatregelen nemen ter bescherming van de gerubriceerde EU-gegevens die aan hen worden vrijgegeven of door hen worden gegenereerd bij de uitvoering van de gerubriceerde opdracht, in overeenstemming met hun nationale wetten en voorschriften. Niet-naleving van de beveiligingsvoorschriften kan tot beëindiging van de gerubriceerde opdracht leiden.

c)

Alle industriële of andere entiteiten die betrokken zijn bij gerubriceerde opdrachten die inhouden dat als CONFIDENTIEL UE of hoger gerubriceerde gegevens worden geraadpleegd, moeten over een nationale veiligheidsmachtiging voor een vestiging beschikken. De veiligheidsmachtiging voor een vestiging wordt verleend door de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie van de lidstaat om te bevestigen dat de vestiging de adequate beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens in de betreffende rubriceringsgraad kan verlenen en waarborgen.

d)

Wanneer een gerubriceerde opdracht wordt geplaatst, is de veiligheidsfunctionaris voor de vestiging, die is benoemd door het management van de contractant of onderaannemer, verantwoordelijk voor het aanvragen van een veiligheidsmachtiging voor het personeel van de in die lidstaat geregistreerde industriële of andere entiteit dat gezien zijn taken in het kader van een gerubriceerde opdracht toegang moet hebben tot als CONFIDENTIEL UE of hoger gerubriceerde EU-gegevens; die veiligheidsmachtiging wordt door de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie van de betreffende lidstaat verleend overeenkomstig de nationale voorschriften.

e)

Gerubriceerde opdrachten moeten een memorandum over de beveiligingsaspecten omvatten, als gedefinieerd in afdeling 27.2, onder j). Het memorandum over de beveiligingsaspecten moet een gids voor beveiligingsrubricering omvatten.

f)

Vóór het begin van een onderhandelingsprocedure over een gerubriceerde opdracht neemt de Commissie contact op met de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie van de lidstaat waar de betrokken industriële of andere entiteiten geregistreerd zijn, om bevestigd te krijgen dat deze houder zijn van een geldige veiligheidsmachtiging voor een vestiging; deze moet dezelfde rubriceringsgraad hebben als de opdracht.

g)

De aanbestedende instantie mag geen gerubriceerde opdracht plaatsen bij een geselecteerde inschrijver voordat deze een geldige veiligheidsmachtiging voor een vestiging heeft ontvangen.

h)

Behoudens andersluidende bepaling in de nationale wetgeving en voorschriften van de lidstaten, is een veiligheidsmachtiging voor een vestiging niet vereist voor opdrachten die betrekking hebben op als RESTREINT UE gerubriceerde gegevens.

i)

Aanbestedingen voor gerubriceerde opdrachten moeten de bepaling omvatten dat inschrijvers die geen offerte indienen of die niet worden geselecteerd, alle documenten binnen een bepaalde termijn moeten terugzenden.

j)

Het kan in bepaalde gevallen nodig zijn dat een contractant op diverse niveaus met onderaannemers onderhandelt over gerubriceerde onderaanneming. Het is de verantwoordelijkheid van de contractant ervoor te zorgen dat alle onderaannemingsactiviteiten plaatsvinden overeenkomstig de gemeenschappelijke minimumnormen die in deze afdeling zijn vervat. De contractant mag evenwel geen gerubriceerde EU-gegevens of gerubriceerd EU-materiaal doorgeven aan een onderaannemer zonder schriftelijke toestemming van de verstrekker ervan.

k)

De voorwaarden waaronder een contractant een beroep kan doen op onderaannemers moeten worden omschreven in de aanbesteding of oproep tot het indienen van inschrijvingen en in de gerubriceerde opdracht. Entiteiten die geregistreerd zijn in landen die geen lidstaat van de EU zijn, mogen niet als onderaannemer worden ingeschakeld zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de Commissie.

l)

Tijdens de gehele looptijd van de gerubriceerde opdracht ziet de Commissie, samen met nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie, toe op de naleving van alle beveiligingsbepalingen. Beveiligingsincidenten moeten, overeenkomstig de bepalingen van deel II, afdeling 24, van deze veiligheidsvoorschriften, worden gemeld. De wijziging of intrekking van een veiligheidsmachtiging voor een vestiging moet onmiddellijk worden gemeld aan de Commissie en aan alle nationale veiligheidsinstanties/aangewezen veiligheidsinstanties die van het bestaan ervan in kennis waren gesteld.

m)

De Commissie en/of de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie, naargelang het geval, meldt de beëindiging van een gerubriceerde opdracht of gerubriceerde onderaanneming onmiddellijk bij de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie van de lidstaat waar de contractant of onderaannemer is geregistreerd.

n)

Contractanten en onderaannemers dienen de in deze afdeling opgenomen gemeenschappelijke minimumnormen in acht te blijven nemen en de vertrouwelijkheid van gerubriceerde gegevens te blijven verzekeren, ook na beëindiging of voltooiing van de gerubriceerde opdracht of de gerubriceerde onderaanneming.

o)

Specifieke bepalingen over de verwijdering van gerubriceerde gegevens na beëindiging van de gerubriceerde opdracht worden opgenomen in het memorandum over de beveiligingsaspecten of andere relevante bepalingen waarin de beveiligingseisen worden vastgesteld.

p)

De in deze afdeling genoemde verplichtingen en voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing op de procedures waarbij subsidies bij besluit worden toegekend en met name op de begunstigden van die subsidies. In het besluit tot toekenning van de subsidie worden alle verplichtingen van de begunstigden opgesomd.

27.5.   Bezoeken

Bezoeken van personeelsleden van de Commissie aan industriële of andere entiteiten in de lidstaten die gerubriceerde EU-opdrachten uitvoeren, moeten met de bevoegde nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie worden overeengekomen. Bezoeken van werknemers van industriële of andere entiteiten in het kader van een gerubriceerde EU-opdracht moeten worden overeengekomen tussen de betrokken nationale veiligheidsinstanties/aangewezen veiligheidsinstanties. De nationale veiligheidsinstanties/aangewezen veiligheidsinstanties die betrokken zijn bij een gerubriceerde EU-opdracht, kunnen evenwel een procedure overeenkomen waarmee bezoeken van werknemers van industriële of andere entiteiten rechtstreeks kunnen worden geregeld.

27.6.   Overdracht en vervoer van gerubriceerde EU-gegevens

a)

Op de overdracht van gerubriceerde EU-gegevens zijn de bepalingen van deel II, afdeling 21, van deze veiligheidsvoorschriften van toepassing. Ter aanvulling van die bepalingen gelden de bestaande procedures die van toepassing zijn tussen de lidstaten.

b)

Het internationaal vervoer van gerubriceerd EU-materiaal dat betrekking heeft op gerubriceerde opdrachten, geschiedt in overeenstemming met de nationale procedures van de lidstaten. De volgende beginselen worden toegepast bij de beoordeling van de regelingen voor de beveiliging van internationaal vervoer:

de beveiliging wordt in alle fasen van het vervoer en onder alle omstandigheden gewaarborgd, van het punt van oorsprong tot de eindbestemming,

de mate van bescherming die aan een zending wordt verleend, wordt bepaald door de hoogste rubriceringsgraad van het materiaal dat zij bevat,

in voorkomend geval wordt een veiligheidsmachtiging voor een vestiging aangevraagd voor de bedrijven die het vervoer verzorgen. In dat geval moeten de personeelsleden die de zending behandelen, in overeenstemming met de in deze afdeling vervatte gemeenschappelijke minimumnormen, een veiligheidsonderzoek ondergaan,

de reizen geschieden zoveel mogelijk zonder onderbreking en worden zo snel uitgevoerd als de omstandigheden toelaten,

waar mogelijk leiden de routes alleen door EU-lidstaten. Routes door niet-EU-lidstaten mogen alleen worden gevolgd met de toestemming van de nationale veiligheidsinstantie/aangewezen veiligheidsinstantie van de staat van de verzender en de staat van de geadresseerde,

vóór iedere verplaatsing van gerubriceerd EU-materiaal stelt de verzender een vervoerplan op, dat moet worden goedgekeurd door de betrokken nationale veiligheidsinstanties/aangewezen veiligheidsinstanties.”


Top