EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0752

2005/752/EG: Besluit van de Commissie van 24 oktober 2005 tot oprichting van een groep deskundigen inzake elektronische handel

PB L 282 van 26.10.2005, p. 20–21 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 327M van 5.12.2008, p. 474–477 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/752/oj

26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/20


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2005

tot oprichting van een groep deskundigen inzake elektronische handel

(2005/752/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het kader van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) (1) werden de lidstaten verzocht een of meer nationale contactpunten aan te wijzen om de samenwerking met de andere lidstaten te verbeteren (artikel 19, lid 2, van de richtlijn).

(2)

Vervolgens werd in hoofdstuk 7 van het eerste verslag over de toepassing van Richtlijn 2000/31/EG inzake elektronische handel (COM(2003) 702 definitief van 21 november 2003) aangegeven dat de Commissie nu „specifiek inspanningen zal leveren om ervoor te zorgen dat de administratieve samenwerking in de praktijk functioneert en er voortdurend informatie wordt uitgewisseld tussen de Commissie en de lidstaten en tussen de lidstaten onderling”.

(3)

Bovendien is het nuttig de lidstaten de mogelijkheid te bieden om problemen bij de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel en nieuwe vraagstukken op het gebied van elektronische handel te bespreken. Het is ook belangrijk de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie aan te moedigen en te vergemakkelijken. De groep deskundigen zal dus voorzien in een nuttig forum voor de uitwisseling van meningen over de praktische tenuitvoerlegging en toepassing van de richtlijn, met inbegrip van informatie over door consumenten en brancheorganisaties opgestelde gedragscodes, gedragscodes over onlinereclame door gereglementeerde beroepen, de nationale jurisprudentie, vooral met betrekking tot aansprakelijkheidsbepalingen, alsmede nieuwe ontwikkelingen als vermeld in artikel 21 van de richtlijn, zoals de aansprakelijkheid van de aanbieders van hyperlinks en zoekinstrumenten en de procedures voor kennisgeving en verwijdering. Voorts zal de gelegenheid worden geboden om te discussiëren over de mogelijke opzet van de latere beoordelingsverslagen over de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming”) (2) wordt een netwerk opgericht van overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de economische belangen van de consumenten, worden hun onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden gedeeltelijk geharmoniseerd en wordt voorzien in regelingen voor wederzijdse bijstand tussen de instanties. De bepalingen van Richtlijn 2000/31/EG ter bescherming van de economische belangen van de consument vallen binnen de werkingssfeer van de verordening. Het is wenselijk dat het voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 opgerichte comité de groep deskundigen inzake elektronische handel regelmatig informeert over zijn werkzaamheden die voor de groep van belang kunnen zijn,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een groep deskundigen inzake elektronische handel (hierna „de groep” genoemd) opgericht.

Artikel 2

Opdracht

De Commissie kan de groep raadplegen over alle aangelegenheden betreffende de richtlijn inzake elektronische handel. Dit betreft onder andere de volgende gebieden:

administratieve samenwerking in het kader van de procedure van artikel 3, leden 4, 5 en 6, om een gegeven aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij een beperking van de vrijheid van dienstverlening op te leggen;

informatie over gedragscodes die op communautair niveau zijn opgesteld door brancheorganisaties, beroepsverenigingen of -organisaties en consumentenverenigingen en die bijdragen aan de goede toepassing van de artikelen 5 tot en met 15 van de richtlijn (artikel 16 van de richtlijn);

gedragscodes over onlinereclame door gereglementeerde beroepen (artikel 8 van de richtlijn);

de nationale jurisprudentie, vooral met betrekking tot aansprakelijkheidsbepalingen, met inbegrip van beslissingen die in het kader van buitengerechtelijke geschillenregeling zijn genomen (artikel 17 en artikel 19, lid 5, van de richtlijn);

gebieden die momenteel buiten het toepassingsgebied van het aansprakelijkheidsgedeelte van de richtlijn vallen, maar die in artikel 21 worden vermeld, zoals procedures voor kennisgeving en verwijdering, hyperlinks en zoekmachines;

de opzet van de latere beoordelingsverslagen over de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel (artikel 21 van de richtlijn).

De voorzitter van de groep kan voorstellen dat de Commissie de groep raadpleegt over daarmee samenhangende kwesties.

Aangelegenheden in verband met administratieve samenwerking die ook binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 2006/2004 vallen wat de bepalingen van Richtlijn 2000/31/EG ter bescherming van de belangen van de consument betreft, moeten ook worden behandeld door het voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 opgerichte comité. Dit comité brengt de groep deskundigen hiervan regelmatig op de hoogte.

Artikel 3

Samenstelling — Benoeming

1.   De leden van de groep moeten nationale contactpunten zijn die krachtens artikel 19, lid 2, van de richtlijn inzake elektronische handel zijn aangewezen (één lid per lidstaat), en vertegenwoordigers van de Commissie.

2.   De groep bestaat uit evenveel leden als de Europese Gemeenschap lidstaten telt, alsmede vertegenwoordigers van de Commissie.

3.   De leden blijven aan tot ze worden vervangen of tot hun mandaat afloopt.

4.   De leden die niet langer in staat zijn om op efficiënte wijze bij te dragen aan de werkzaamheden van de groep, die aftreden of die de in artikel 3, lid 1, of in artikel 287 van het Verdrag beschreven voorwaarden niet in acht nemen, kunnen voor de resterende duur van hun mandaat door een plaatsvervangend lid worden vervangen.

Artikel 4

Werking

De groep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

In samenspraak met de Commissie kan de groep werkgroepen instellen om specifieke onderwerpen te bestuderen op basis van een mandaat. De werkgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is uitgevoerd.

De Commissie kan deskundigen en waarnemers met specifieke kennis uitnodigen om aan de werkzaamheden van de groep en/of de werkgroepen deel te nemen.

De tijdens de werkzaamheden van de groep of de subgroepen verkregen informatie mag niet worden verspreid indien de Commissie deze vertrouwelijk acht.

De groep deskundigen inzake elektronische handel stelt haar reglement van orde vast op basis van een door de Commissie goedgekeurd model (bijlage III bij SEC(2005) 1004).

Artikel 5

Vergaderingen

De groep en de werkgroepen vergaderen gewoonlijk in de kantoren van de Commissie op de wijze en volgens het tijdschema die door de Commissie worden bepaald.

Het secretariaat van de groep wordt verzorgd door de Commissie. Belangstellende personeelsleden van de Commissie mogen de vergaderingen van de groep en de werkgroepen bijwonen en deelnemen aan de besprekingen.

Conclusies, samenvattingen, deelconclusies of werkdocumenten in verband met de werkzaamheden van de groep of de werkgroepen mogen door de Commissie via internet worden gepubliceerd in de oorspronkelijke taal van het document in kwestie.

Artikel 6

Vergaderkosten

Reis- en verblijfkosten die door de leden, waarnemers en deskundigen in het kader van de werkzaamheden van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de bij deze instelling geldende bepalingen. Deze personen ontvangen geen bezoldiging.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2005.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.


Top