Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1417

    Verordening (EG) nr. 1417/2004 van de Commissie van 29 juli 2004 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

    PB L 258 van 5.8.2004, p. 8–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 183M van 5.7.2006, p. 61–62 (MT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2004

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1417/oj

    5.8.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 258/8


    VERORDENING (EG) Nr. 1417/2004 VAN DE COMMISSIE

    van 29 juli 2004

    betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling (1), inzonderheid op artikel 11, lid 1, onder b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 2040/2002 van de Commissie van 15 november 2002 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië (2) verstrijkt op 17 mei 2004.

    (2)

    Uit het toezicht op de invoer van bepaalde Syrische textielproducten gedurende de afgelopen achttien maanden is gebleken dat de stijging van de invoer in de Gemeenschap in 2000 van zeer laaggeprijsde katoengarens (categorie 1) van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië (hierna „Syrië” genoemd), die tot een toename van de invoer van vrijwel nul in 1996 tot 10 % van de communautaire invoer in 2000 had geleid, zich stabiliseerde in de eerste jaren nadat de invoer onder toezicht was gesteld. In 2003 deed zich echter opnieuw een stijging voor: de invoer over 2003 steeg ten opzichte van 2002 met 39,8 % in volume en met 26,1 % in waarde. Volgens de laatste gegevens over 2004 zet die trend zich door, aangezien de invoer in januari 2004 in volume verdubbelde ten opzichte van dezelfde maand in 2003.

    (3)

    Uit onderzoek van de Commissie in 2001 en 2002 bleek dat de stijging van de Syrische productiecapaciteit en, gelijktijdig daarmee, van de Syrische export naar de Gemeenschap, verband hield met een toename van de productiecapaciteit voor katoengarens in Syrië. Deze is vrijwel exclusief exportgeoriënteerd en voornamelijk gericht op de markt van de Gemeenschap. Het lijkt erop dat de verdere stijging van de capaciteit, die zich sindsdien lijkt te hebben voorgedaan, de oorzaak is van de toename van de Syrische export naar de Gemeenschap in 2003.

    (4)

    Aan de eerdere stabiliteit van het volume van de Syrische export lijkt daarmee een einde te zijn gekomen, en de export is toegenomen. De gemiddelde prijzen van de Syrische export naar de Gemeenschap nemen verder af, waarmee deze tot de laagste invoerprijzen in de Gemeenschap behoren.

    (5)

    De resultaten van het tot dusver verrichte onderzoek wijzen in de richting van een verdere daling van de prijzen en daarmee van een nieuwe toename van de export naar de Gemeenschap. Dit is het gevolg van de totstandbrenging medio 2002 door Syrië van nieuwe capaciteit voor de productie van katoengarens. Voor alle grote leveranciers van katoengarens aan de Gemeenschap geldt dat hun invoer onderworpen is aan contingenten of invoervergunningen, met uitzondering van Egypte, sinds 1 januari 2004, en douane-uniepartner Turkije.

    (6)

    Bijgevolg dient op de invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) van oorsprong uit Syrië nauwgezet toezicht te blijven worden uitgeoefend. De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 956/2001 van de Commissie (3) ingestelde toezichtregeling dient derhalve te worden verlengd. Dienovereenkomstig zal de invoer van katoengarens die vanuit Syrië worden verzonden en in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, bij binnenkomst in de Gemeenschap aan toezicht worden onderworpen en zal een invoerdocument moeten worden overgelegd overeenkomstig de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 517/94 gestelde voorwaarden.

    (7)

    De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) die van oorsprong zijn uit de Arabische Republiek Syrië en in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, wordt onder voorafgaand toezicht van de Gemeenschap gesteld.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van kracht tot en met 31 december 2004.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 juli 2004.

    Voor de Commissie

    Pascal LAMY

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2309/2003 van de Commissie (PB L 342 van 30.12.2003, blz. 21).

    (2)  PB L 313 van 16.11.2002, blz. 24.

    (3)  PB L 134 van 17.5.2001, blz. 31.


    Top