EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0668

Verordening (EG) nr. 668/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van een aantal bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van dierlijke bijproducten uit derde landen (Voor de EER relevante tekst)

PB L 112 van 19.4.2004, p. 1–87 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/03/2011; stilzwijgende opheffing door 32009R1069

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/668/oj

32004R0668

Verordening (EG) nr. 668/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van een aantal bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van dierlijke bijproducten uit derde landen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 112 van 19/04/2004 blz. 0001 - 0087


Verordening (EG) nr. 668/2004 van de Commissie

van 10 maart 2004

tot wijziging van een aantal bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van dierlijke bijproducten uit derde landen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 808/2003 van de Commissie(2), en met name op artikel 28, tweede alinea, artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 1774/2002 bepaalt dat bepaalde verwerkte producten die als voedermiddelen gebruikt kunnen worden, voeder voor gezelschapsdieren, hondenkluiven en technische producten in de Gemeenschap ingevoerd mogen worden mits zij aan de desbetreffende eisen van die verordening voldoen.

(2) Naar aanleiding van het advies van de Wetenschappelijke Stuurgroep van 10 en 11 mei 2001 over de veiligheid van collageen moeten specifieke hygiëne-eisen worden vastgesteld voor het verwerken en in de handel brengen van collageen dat als voedermiddel gebruikt kan worden. Bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002, die de specifieke hygiëne-eisen vermeldt voor het verwerken en het in de handel brengen van verwerkte dierlijke eiwitten en andere verwerkte producten die als voedermiddel gebruikt kunnen worden, moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3) Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 vermeldt de eisen voor het in de handel brengen van voeder voor gezelschapsdieren, hondenkluiven en technische producten. Deze bijlage moet worden gewijzigd om een aantal technische wijzigingen aan te brengen, om de eisen van artikel 28 van die verordening voor het in de handel brengen van bijproducten bestemd voor voeder van gezelschapsdieren afkomstig van dieren die met bepaalde stoffen behandeld zijn, op te nemen en om de eisen voor de invoer van vetderivaten en bepaalde verwerkte producten die bij de productie van voeder voor gezelschapsdieren gebruikt worden, namelijk "smaakgevende ingewanden", te verduidelijken. Bijlage VIII moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4) Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 omvat modellen van gezondheidscertificaten voor het invoeren van bepaalde dierlijke bijproducten en daarvan afgeleide producten uit derde landen. Deze bijlage moet worden gewijzigd om extra modellen van invoercertificaten toe te voegen en een aantal technische wijzigingen in de bestaande modellen aan te brengen, waaronder overwegingen in verband met diergezondheid. Bijlage X moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5) Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 omvat lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn. Om de communautaire wetgeving zo duidelijk mogelijk te maken, moeten deze lijsten spoedig worden geconsolideerd en gecombineerd met de lijsten van landen waaruit de lidstaten producten van verscheidene diersoorten mogen invoeren die reeds bij de communautaire wetgeving inzake volksgezondheid en diergezondheid zijn vastgesteld. Ondertussen moeten de verwijzingen in bijlage XI naar deze lijsten reeds worden verduidelijkt en geactualiseerd. Bijlage XI moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1774/2002

De bijlagen I, VII, VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 maart 2004.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1.

(2) PB L 117 van 13.5.2003, blz. 1.

BIJLAGE

De bijlagen I, VII, VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gewijzigd:

1. Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a) Definitie nummer 40 wordt vervangen door:

"bedrijf voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren: een bedrijf waar voeder voor gezelschapsdieren, hondenkluiven of smaakgevende ingewanden worden geproduceerd en waar bepaalde dierlijke bijproducten worden gebruikt bij de productie van dergelijk voer of dergelijke kluiven of smaakgevende ingewanden;"

b) De volgende definitie nummer 64 wordt toegevoegd:

"'smaakgevende ingewanden': een vloeibaar of gedehydrateerd verwerkt product van dierlijke oorsprong dat wordt gebruikt om de smaak van voeder voor gezelschapsdieren te verbeteren."

2. Bijlage VII wordt als volgt gewijzigd:

a) Hoofdstuk II wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt C, 9, d), wordt vervangen door:

"d) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 1 van bijlage X."

b) Hoofdstuk III wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt C, 3, a), wordt vervangen door:

"a) ze afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel V of deel VI van bijlage XI, naar gelang van het geval;"

ii) Punt C, 3, d), wordt vervangen door:

"d) ze vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 4 (B) van bijlage X."

c) Hoofdstuk IV wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt B, 2, e), wordt vervangen door:

"e) het vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 10 (A) van bijlage X."

ii) Punt C, 3, d), wordt vervangen door:

"d) vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 9 van bijlage X."

d) Hoofdstuk VI wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt C, 4, d), wordt vervangen door:

"d) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 11 of hoofdstuk 12 van bijlage X, naar gelang van het geval."

e) Hoofdstuk VII wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt B, 3, d), wordt vervangen door:

"d) vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 12 van bijlage X."

f) Hoofdstuk VIII wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt A, 1, b), wordt vervangen door:

"b) het materiaal gedurende 30 minuten continu met stoom wordt gekookt bij 145 °C en 4 bar;"

ii) Punt B, 2, d), wordt vervangen door:

"d) vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 12 van bijlage X."

g) De volgende hoofdstukken IX en X worden toegevoegd:

"HOOFDSTUK IX Specifieke eisen voor collageen

Naast de in hoofdstuk I genoemde eisen gelden de volgende bepalingen:

A. Verwerkingsnormen

1. Collageen moet worden vervaardigd volgens een procédé waarbij onverwerkt categorie 3-materiaal wordt gewassen, de pH met een zuur of base wordt bijgesteld en het materiaal één of meer keren gespoeld en vervolgens gefiltreerd en geëxtrudeerd wordt. Na deze behandeling mag het collageen eventueel worden gedroogd.

2. Het gebruik van andere conserveermiddelen dan krachtens de communautaire wetgeving zijn toegestaan, is verboden.

3. Collageen moet onder bevredigende hygiënische omstandigheden worden voorzien van een onmiddellijke verpakking, worden verpakt, opgeslagen en vervoerd. Met name geldt het volgende:

a) Er moet een ruimte zijn voor de opslag van materiaal voor onmiddellijke verpakking en ander verpakkingsmateriaal;

b) het aanbrengen van de onmiddellijke verpakking en de verpakking moet plaatsvinden in een ruimte of op een plaats die voor dat doel bestemd is, en

c) op de onmiddellijke verpakkingen en de verpakkingen van collageen moet vermeld staan 'Collageen geschikt voor diervoeding'.

B. Invoer

4. De lidstaten moeten de invoer van collageen toestaan als dit:

a) afkomstig is uit een derde land dat voorkomt op een communautaire lijst in deel XI van bijlage XI;

b) afkomstig is van een bedrijf dat voorkomt op de in artikel 29, lid 4, bedoelde lijst;

c) overeenkomstig deze verordening is vervaardigd, en

d) vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 11 van bijlage X."

"HOOFDSTUK X Specifieke eisen voor eiproducten

Naast de in hoofdstuk I genoemde eisen gelden de volgende bepalingen:

A. Verwerkingsnormen

1. Eiproducten moeten:

a) met één van de verwerkingsmethoden 1 tot en met 5 of 7 zijn behandeld, of

b) zijn behandeld volgens een methode en parameters die ervoor zorgen dat het product voldoet aan de microbiologische normen van hoofdstuk I, punt 10, of

c) zijn behandeld overeenkomstig hoofdstuk V van de bijlage bij Richtlijn 89/437/EEG van de Raad van 20 juni 1989 inzake hygiëne- en gezondheidsvraagstukken bij de bereiding en het in de handel brengen van eiproducten(1).

B. Invoer

2. De lidstaten moeten de invoer van eiproducten toestaan als deze:

a) afkomstig zijn uit een derde land dat voorkomt op een communautaire lijst in deel XVI van bijlage XI;

b) afkomstig zijn van een bedrijf dat voorkomt op de in artikel 29, lid 4, bedoelde lijst;

c) overeenkomstig deze verordening zijn vervaardigd, en

d) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 15 van bijlage X."

3. Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:

a) Hoofdstuk IV wordt vervangen door:

"HOOFDSTUK IV Eisen voor bloed en bloedproducten voor technisch of farmaceutisch gebruik, in-vitrodiagnostica en laboratoriumreagentia, met uitzondering van serum van paardachtigen

A. Invoer

1. Voor de invoer van bloed gelden de eisen van hoofdstuk XI.

2. De lidstaten moeten de invoer van bloedproducten toestaan als deze:

a) afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel VI van bijlage XI;

b) afkomstig zijn van een bedrijf dat door de bevoegde autoriteit van het derde land is erkend en voldoet aan de bijzondere eisen van deze verordening, en

c) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 4 (C) van bijlage X.

3. De lidstaten moeten de invoer van bloedproducten toestaan als deze afkomstig zijn uit derde landen of delen van derde landen waar:

hetzij:

a) indien het gaat om bloedproducten van herkauwers:

i) de dieren en producten afkomstig zijn uit een gebied waar in de laatste twaalf maanden geen enkel geval van mond- en klauwzeer, vesiculaire stomatitis, runderpest, 'peste des petits ruminants', Rift Valley Fever, paardenpest of bluetongue(2) is gemeld, waar ten minste in de laatste twaalf maanden tegen geen van deze ziekten is ingeënt bij voor de ziekte vatbare soorten en waaruit overeenkomstig de communautaire wetgeving herkauwers van de genoemde soorten mogen worden ingevoerd. Het bloed waarmee deze producten zijn vervaardigd, moet zijn verzameld:

- in overeenkomstig de communautaire wetgeving erkende slachthuizen;

- van levende dieren in overeenkomstig de communautaire wetgeving erkende inrichtingen, of

- in slachthuizen die door de bevoegde autoriteit van het derde land zijn erkend en onder toezicht staan van die autoriteit. In dat geval moeten het adres en het erkenningsnummer van het slachthuis aan de Commissie en aan de lidstaten worden meegedeeld of op het certificaat worden vermeld,

of

ii) de producten één van de volgende behandelingen hebben ondergaan om de afwezigheid van ziekteverwekkers van de onder i) genoemde herkauwersziekten te garanderen:

- warmtebehandeling bij een temperatuur van 65 °C gedurende ten minste drie uur, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

- bestraling met een straling van 2,5 megarad of met gammastralen, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

- wijziging van de pH-waarde in pH 5 gedurende twee uur, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

- warmtebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste 90 °C, gevolgd door een test op de doeltreffendheid, of

- een andere behandeling vastgesteld volgens de procedure van artikel 33, lid 2.

iii) In afwijking van punt ii) mag een lidstaat de invoer van bloed en bloedproducten voor technisch of farmaceutisch gebruik, in-vitrodiagnostica en laboratoriumreagentia uit landen waar bluetongue-seropositieve dieren aanwezig zijn, toestaan mits het erkende technische bedrijf van eindbestemming zich in dezelfde lidstaat bevindt. De zending moet rechtstreeks naar dat bedrijf gaan en er moeten de nodige voorzorgen worden genomen om risico's van verspreiding van ziekten onder dieren of mensen te voorkomen, onder andere door afval en ongebruikt of overtollig materiaal veilig te verwijderen;

hetzij

b) indien het gaat om bloedproducten van dieren van de taxa Proboscidae en Artiodactyla of kruisingen daarvan, met uitzondering van herkauwers:

i) de dieren en producten afkomstig zijn uit een gebied waar in de laatste twaalf maanden bij voor de ziekte vatbare soorten geen enkel geval van mond- en klauwzeer, vesiculaire varkensziekte, paardenpest, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest, runderpest, 'peste des petits ruminants', de ziekte van Newcastle of aviaire influenza is gemeld en waar ten minste in de laatste twaalf maanden tegen geen van deze ziekten is ingeënt,

of

ii) de producten één van de volgende behandelingen hebben ondergaan om de afwezigheid van ziekteverwekkers van de onder i) genoemde ziekten te garanderen:

- warmtebehandeling bij een temperatuur van 65 °C gedurende ten minste drie uur, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

- bestraling met een straling van 2,5 megarad of met gammastralen, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

- warmtebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste 90 °C, gevolgd door een test op de doeltreffendheid, of

- een andere behandeling vastgesteld volgens de procedure van artikel 33, lid 2.

4. De bijzondere eisen voor de invoer van in-vitrodiagnostica en laboratoriumreagentia kunnen zo nodig worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 33, lid 2."

b) Hoofdstuk V wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt B, 2, a), wordt vervangen door:

"a) het afkomstig is van paardachtigen die geboren en opgegroeid zijn in een derde land dat voorkomt op de lijst in deel XIII van bijlage XI;"

ii) Punt B, 2, d), wordt vervangen door:

"d) het vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 4 (A) van bijlage X."

c) Hoofdstuk VI wordt als volgt gewijzigd:

i) Punt C, 5, b), wordt vervangen door:

"b) ze afkomstig zijn uit een derde land of, in geval van regionalisatie overeenkomstig de communautaire wetgeving, uit een deel van een derde land dat voorkomt op de lijst in deel XIV, onder A, van bijlage XI en dat:

i) ten minste de laatste twaalf maanden vóór de verzending vrij was van de volgende ziekten:

- klassieke varkenspest,

- Afrikaanse varkenspest en

- runderpest, en

ii) de laatste twaalf maanden vóór de verzending vrij was van mond- en klauwzeer en waar in de laatste twaalf maanden vóór de verzending niet tegen mond- en klauwzeer is ingeënt;"

ii) Punt C, 6, c), wordt vervangen door:

"c) ze afkomstig zijn van:

i) een derde land of, in geval van regionalisatie overeenkomstig de communautaire wetgeving, een deel van een derde land dat voorkomt op de lijst in deel XIV, onder B, van bijlage XI en overeenkomstig punt 2 zijn behandeld, of

ii) dieren afkomstig uit andere derde landen of delen van derde landen, en overeenkomstig punt 2, onder c) of d), zijn behandeld, of

iii) herkauwers, overeenkomstig punt 2 zijn behandeld en afkomstig zijn uit een derde land of, in geval van regionalisatie overeenkomstig de communautaire wetgeving, uit een deel van een derde land dat voorkomt op de lijst in deel XIV, onder C, van bijlage XI. In dit geval wordt het onder b) bedoelde certificaat vervangen door een attest volgens het model in hoofdstuk 5 (C) van bijlage X, waarin wordt verklaard of bewezen dat aan deze eisen is voldaan;"

d) Hoofdstuk VII wordt als volgt gewijzigd:

i) Het volgende punt B, 5, c), wordt toegevoegd:

"c) ze afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel XV, onder A, van bijlage XI."

ii) Punt B, 6, a), wordt vervangen door:

"a) die voorkomen op de lijst in deel XV, onder B of C, van bijlage XI, naar gelang van het geval, en"

e) Hoofdstuk VIII wordt als volgt gewijzigd:

i) Het volgende punt B, 3, c), wordt toegevoegd:

"c) afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel VIII van bijlage XI."

f) Hoofdstuk IX wordt vervangen door:

"HOOFDSTUK IX Eisen voor producten van de bijenteelt

A. Grondstoffen

1. Producten van de bijenteelt die uitsluitend voor gebruik in de bijenteelt bestemd zijn:

a) mogen niet komen uit een gebied waarvoor een verbod geldt in verband met een uitbraak van:

i) Amerikaans vuilbroed (Paenibacillus larvae larvae), tenzij de bevoegde autoriteit het risico verwaarloosbaar heeft bevonden, een specifieke vergunning voor alleen die lidstaat heeft verleend en de nodige maatregelen heeft genomen om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan;

ii) acariose (Acarapis woodi (Rennie)), tenzij het gebied van bestemming aanvullende garanties heeft gekregen op grond van artikel 14, lid 2, van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad(3);

iii) kleine bijenkastkever (Aethina tumida), of

iv) Tropilaelaps spp. (Tropilaelaps spp), en

b) moeten voldoen aan de eisen van artikel 8, onder a), van Richtlijn 92/65/EEG.

B. Invoer

2. Aangezien de kleine bijenkastkever en Tropilaelaps spp. in de Gemeenschap niet voorkomen, moeten voor de invoer van producten van de bijenteelt de volgende extra vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld.

3. De lidstaten moeten de invoer van producten van de bijenteelt die voor gebruik in de bijenteelt bestemd zijn, toestaan als deze:

a) afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel XII van bijlage XI;

b) i) nieuw zijn, nog niet gebruikt zijn en niet met bijen of gebruikte producten van de bijenteelt in contact gekomen zijn, of

ii) gedurende ten minste 24 uur aan een temperatuur van - 12 °C of lager blootgesteld zijn, of,

iii) in het geval van was, als het materiaal vóór de uitvoer geraffineerd of gesmolten is;

c) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 13 van bijlage X."

g) Hoofdstuk X wordt als volgt gewijzigd:

i) Het volgende punt 1, d), wordt toegevoegd:

"d) de producten afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel XVII van bijlage XI."

ii) In lid 2, onder a), iv), komt het vierde streepje te luiden als volgt:

"- vóór het drogen zijn verast tot een kerntemperatuur van ten minste 800 °C gedurende één uur, of"

iii) Punt 2, b), wordt vervangen door:

"b) een verklaring van de importeur volgens het model in hoofdstuk 16 van bijlage X, die in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat waar de zending de Gemeenschap binnenkomt, en ten minste één van de officiële talen van de lidstaat van bestemming moet zijn opgesteld."

iv) Punt 4 wordt vervangen door:

"4. Na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde grenscontrole moeten de goederen, in overeenstemming met de eisen van artikel 8, lid 4, van die richtlijn, onmiddellijk naar het technische bedrijf worden vervoerd."

h) Hoofdstuk XI wordt vervangen door:

"HOOFDSTUK XI Dierlijke bijproducten voor de productie van diervoeder, waaronder voeder voor gezelschapsdieren, en farmaceutische en andere technische producten

De lidstaten moeten de invoer van dierlijke bijproducten bestemd voor de productie van diervoeder, waaronder voeder voor gezelschapsdieren, farmaceutische producten en andere technische producten, toestaan als deze:

1. afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijsten in deel VI en deel VII, onder A, B en C, van bijlage XI;

2. uitsluitend bestaan uit dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a) tot en met j), en/of, indien ze voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren bestemd zijn, uit materiaal afkomstig van dieren die zijn behandeld zoals bedoeld in artikel 28, tweede alinea.

Dierlijke bijproducten die als voeder voor pelsdieren worden gebruikt, mogen echter uitsluitend bestaan uit dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a) en b), en dierlijke bijproducten die in rauw voeder voor gezelschapsdieren worden gebruikt, mogen uitsluitend bestaan uit dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a);

3. op het bedrijf van herkomst zijn diepgevroren of overeenkomstig de communautaire wetgeving op een dergelijke wijze zijn bewaard dat ze van de verzending tot de levering aan het bedrijf van herkomst niet kunnen bederven;

4. zijn gehanteerd met de nodige voorzorgen om besmetting met ziekteverwekkers te voorkomen;

5. in een nieuwe, lekvrije verpakking zijn verpakt;

6. vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 8 (A) of hoofdstuk 3 (D) van bijlage X.

7. na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde grenscontroles, in overeenstemming met de eisen van artikel 8, lid 4, van die richtlijn, rechtstreeks worden vervoerd naar:

a) een bedrijf voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren of een technisch bedrijf dat gegarandeerd heeft dat de dierlijke bijproducten uitsluitend voor de productie van - zo nodig door de bevoegde autoriteit gespecificeerd(e) - voeder voor gezelschapsdieren of technische producten zullen worden gebruikt en het bedrijf niet onbehandeld zullen verlaten, of

b) een intermediair bedrijf, of

c) gemachtigde en geregistreerde gebruikers of verzamelcentra die gegarandeerd hebben dat de dierlijke bijproducten uitsluitend voor een - zo nodig door de bevoegde autoriteit gespecificeerd - toegestaan doel zullen worden gebruikt,

en

8.1. in het geval van grondstoffen voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren afkomstig van dieren die zijn behandeld met bepaalde krachtens Richtlijn 96/22/EG verboden stoffen, zoals bedoeld artikel 28, tweede alinea, van deze richtlijn:

a) alvorens ze de Gemeenschap binnenkomen, in het derde land worden gemerkt met een kruis van vloeibare houtskool of actieve kool op elke buitenzijde van elk diepgevroren blok, op een dergelijke wijze dat de markering ten minste 70 % van de diagonale lengte van de zijkant van het diepgevroren blok bestrijkt en ten minste 10 cm breed is;

b) indien ze niet diepgevroren zijn, alvorens ze de Gemeenschap binnenkomen, in het derde land met vloeibare houtskool worden bespoten of met houtskoolpoeder worden gemerkt, op een dergelijke wijze dat de houtskool duidelijk zichtbaar is op het materiaal;

c) rechtstreeks worden vervoerd naar:

i) het bedrijf voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren van bestemming, overeenkomstig punt 7, onder a),

of

ii) een intermediair bedrijf, overeenkomstig punt 7, onder b), en van daaruit rechtstreeks naar het onder i) bedoelde bedrijf voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren, mits in dit intermediaire bedrijf:

- alleen materiaal zoals bedoeld in dit punt 8.1 wordt gehanteerd, of

- alleen materiaal bestemd voor één bedrijf voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren zoals bedoeld onder i), wordt gehanteerd,

en

d) de onder a) en b) bedoelde markering mag alleen in het bedrijf voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren van bestemming en alleen onmiddellijk vóór het gebruik van het materiaal voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren worden verwijderd.

8.2. Indien een zending bestaat uit zowel grondstoffen die zijn behandeld zoals bedoeld in punt 8.1, als andere, niet behandelde grondstoffen, moeten alle grondstoffen in de zending overeenkomstig punt 8.1, onder a) en b), worden gemerkt.

8.3. De in punt 8.1, onder a) en b), en punt 8.2 bedoelde markering moet zichtbaar blijven van de verzending tot de levering aan het bedrijf voor de productie van voeder van gezelschapsdieren van bestemming."

i) Hoofdstuk XII wordt vervangen door:

"HOOFDSTUK XII Gesmolten vet afkomstig van categorie 2-materiaal voor oleochemische doeleinden

A. Verwerkingsnormen

1. Gesmolten vet afkomstig van categorie 2-materiaal moet zijn vervaardigd volgens de methoden 1 tot en met 5 zoals bedoeld in bijlage V, hoofdstuk III.

2. Gesmolten vet van herkauwers moet zo worden gezuiverd dat het maximumgehalte aan resterende onoplosbare onzuiverheden niet meer dan 0,15 gewichtsprocent bedraagt.

B. Invoer van gesmolten vet

3. De lidstaten moeten de invoer van gesmolten vet afkomstig van categorie 2-materiaal dat bestemd is om te worden verwerkt volgens een methode die ten minste aan de normen van één van de in bijlage VI, hoofdstuk III, beschreven procédés voldoet, toestaan als het:

a) afkomstig is uit een derde land dat voorkomt op een communautaire lijst in deel IV van bijlage XI;

b) overeenkomstig deze verordening is vervaardigd, en

c) vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 10 (B) van bijlage X.

4. Het gesmolten vet moet rechtstreeks vanuit het land van herkomst over land en/of over zee worden vervoerd naar een inspectiepost aan de grens in de Gemeenschap.

5. Na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde controles moet het gesmolten vet, in overeenstemming met de eisen van artikel 8, lid 4, van die richtlijn, onmiddellijk naar een categorie 2-oleochemisch bedrijf worden vervoerd om tot vetderivaten te worden verwerkt.

6. In het in punt 3 bedoelde gezondheidscertificaat moet worden verklaard dat:

i) het gesmolten vet alleen zal worden gebruikt voor verdere verwerking volgens een methode die ten minste aan de normen van één van de in bijlage VI, hoofdstuk III, beschreven procédés voldoet, en

ii) de daaruit verkregen vetderivaten alleen zullen worden gebruikt in biologische meststoffen of bodemverbeteraars of voor ander technisch gebruik dan in cosmetische, farmaceutische en medische producten.

7. Het in punt 3 bedoelde gezondheidscertificaat moet worden voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de inspectiepost aan de grens waar de goederen het grondgebied van de Gemeenschap binnenkomen; daarna moet een kopie de zending tot het bedrijf van bestemming vergezellen.

8. Na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde controles moet het gesmolten vet, in overeenstemming met artikel 8, lid 4, van die richtlijn, rechtstreeks naar het bedrijf van bestemming worden vervoerd."

j) De volgende hoofdstukken XIII en XIV worden toegevoegd:

"HOOFDSTUK XIII Vetderivaten

A. Verwerkingsnormen

1. Indien gesmolten vet afkomstig van categorie 2-materiaal voor de vervaardiging van vetderivaten wordt gebruikt, moet een methode worden gebruikt die ten minste aan de normen van één van de in bijlage VI, hoofdstuk III, beschreven procédés voldoet.

B. Invoer

2. De lidstaten moeten de invoer van vetderivaten toestaan als elke zending van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 14 (A) of 14 (B) van bijlage X vergezeld gaat.

3. In het in punt 2 bedoelde gezondheidscertificaat moet worden verklaard:

a) of het vet afkomstig is van categorie 2- of 3-materiaal;

b) in het geval van vetderivaten afkomstig van categorie 2-materiaal, dat de producten:

i) zijn vervaardigd volgens een methode die ten minste voldoet aan de normen van één van de in bijlage VI, hoofdstuk III, beschreven procédés, en

ii) alleen zullen worden gebruikt in biologische meststoffen of bodemverbeteraars of voor ander technisch gebruik dan in cosmetische, farmaceutische en medische producten.

4. Het in punt 2 bedoelde gezondheidscertificaat moet worden voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de inspectiepost aan de grens waar de goederen het grondgebied van de Gemeenschap binnenkomen; daarna moet een kopie de zending tot het bedrijf van bestemming vergezellen.

5. Na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde controles moeten de vetderivaten, in overeenstemming met artikel 8, lid 4, van die richtlijn, rechtstreeks naar de bedrijven van bestemming worden vervoerd.

HOOFDSTUK XIV Specifieke eisen voor smaakgevende ingewanden voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren

Naast de in hoofdstuk I genoemde erkenningseisen gelden de volgende bepalingen:

A. Grondstoffen

1. Voor de vervaardiging van vloeibare of gedehydrateerde verwerkte producten van dierlijke oorsprong die worden gebruikt om de smaak van voeder voor gezelschapsdieren te verbeteren, mogen alleen in artikel 6, lid 1, onder a) tot en met j), vermelde dierlijke bijproducten worden gebruikt.

B. Verwerkingsnormen

2. De smaakgevende ingewanden moeten zijn behandeld volgens een methode en parameters die ervoor zorgen dat het product voldoet aan de microbiologische normen van bijlage VIII, hoofdstuk II, punt 6. Na de behandeling moeten de nodige voorzorgen worden genomen om ervoor te zorgen dat het product niet aan verontreiniging wordt blootgesteld.

3. Het eindproduct moet:

a) worden verpakt in een nieuwe of gesteriliseerde verpakking; of

b) in bulk worden vervoerd in containers of andere vervoermiddelen die vóór gebruik grondig zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit erkend ontsmettingsmiddel.

C. Invoer

4. De lidstaten moeten de invoer van smaakgevende ingewanden toestaan als deze:

a) afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel VII, onder C, van bijlage XI;

b) afkomstig zijn van bedrijven voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren die door de bevoegde autoriteit van het derde land zijn erkend en voldoen aan de bijzondere eisen van artikel 18;

c) overeenkomstig deze verordening zijn vervaardigd, en

d) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 3 (E) van bijlage X."

4. Bijlage X wordt vervangen door:

"Bijlage X

MODELLEN VAN GEZONDHEIDSCERTIFICATEN VOOR DE INVOER VAN BEPAALDE DIERLIJKE BIJPRODUCTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN UIT DERDE LANDEN

Noten

a) Het land van uitvoer stelt een veterinair certificaat op volgens het model voor de betrokken dierlijke bijproducten in deze bijlage X. Op het certificaat worden, in de in het model aangegeven volgorde, de verklaringen opgenomen die voor alle derde landen vereist zijn en, in voorkomend geval, ook de aanvullende garanties die voor het derde land van uitvoer of een deel daarvan vereist zijn.

b) Het originele exemplaar van elk certificaat bestaat uit één dubbelzijdig blad of heeft een zodanige vorm dat alle bladzijden een ondeelbaar geheel vormen.

c) Het wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de EU-lidstaat waar de controle in de grensinspectiepost wordt uitgevoerd, en van de EU-lidstaat van bestemming. Deze lidstaten kunnen evenwel toestaan dat in plaats van de eigen taal een andere communautaire taal wordt gebruikt, zo nodig vergezeld van een officiële vertaling.

d) Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat en moeten op elke bladzijde de handtekening en het stempel van de certificerende officiële dierenarts worden aangebracht.

e) Wanneer het certificaat, inclusief de onder d) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan genummerd - (bladzijdenummer) van (totaal aantal bladzijden) - en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het codenummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

f) Het originele exemplaar van het certificaat moet door een officiële dierenarts worden ingevuld en ondertekend. De bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer zien er daarbij op toe dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG van de Raad (PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28).

g) De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor de stempels, met uitzondering van reliëfstempels en watermerken.

h) Het originele exemplaar van het certificaat vergezelt de zending tot in de EU-grensinspectiepost.

HOOFDSTUK 1

>PIC FILE= "L_2004112NL.001201.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.001301.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.001401.TIF">

HOOFDSTUK 2 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.001501.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.001601.TIF">

HOOFDSTUK 2 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.001701.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.001801.TIF">

HOOFDSTUK 2 (C)

>PIC FILE= "L_2004112NL.001901.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.002001.TIF">

HOOFDSTUK 3 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.002101.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.002201.TIF">

HOOFDSTUK 3 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.002301.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.002401.TIF">

HOOFDSTUK 3 (C)

>PIC FILE= "L_2004112NL.002501.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.002601.TIF">

HOOFDSTUK 3 (D)

>PIC FILE= "L_2004112NL.002701.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.002801.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.002901.TIF">

HOOFDSTUK 3 (E)

>PIC FILE= "L_2004112NL.003001.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.003101.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.003201.TIF">

HOOFDSTUK 4 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.003301.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.003401.TIF">

HOOFDSTUK 4 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.003501.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.003601.TIF">

HOOFDSTUK 4 (C)

>PIC FILE= "L_2004112NL.003701.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.003801.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.003901.TIF">

HOOFDSTUK 5 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.004001.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.004101.TIF">

HOOFDSTUK 5 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.004201.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.004301.TIF">

HOOFDSTUK 5 (C)

>PIC FILE= "L_2004112NL.004401.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.004501.TIF">

HOOFDSTUK 6 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.004601.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.004701.TIF">

HOOFDSTUK 6 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.004801.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.004901.TIF">

HOOFDSTUK 7 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.005001.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.005101.TIF">

HOOFDSTUK 7 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.005201.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.005301.TIF">

HOOFDSTUK 8 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.005401.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.005501.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.005601.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.005701.TIF">

HOOFDSTUK 8 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.005801.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.005901.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.006001.TIF">

HOOFDSTUK 9

>PIC FILE= "L_2004112NL.006101.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.006201.TIF">

HOOFDSTUK 10 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.006301.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.006401.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.006501.TIF">

HOOFDSTUK 10 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.006601.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.006701.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.006801.TIF">

HOOFDSTUK 11

>PIC FILE= "L_2004112NL.006901.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.007001.TIF">

HOOFDSTUK 12

>PIC FILE= "L_2004112NL.007101.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.007201.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.007301.TIF">

HOOFDSTUK 13

>PIC FILE= "L_2004112NL.007401.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.007501.TIF">

HOOFDSTUK 14 (A)

>PIC FILE= "L_2004112NL.007601.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.007701.TIF">

HOOFDSTUK 14 (B)

>PIC FILE= "L_2004112NL.007801.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.007901.TIF">

HOOFDSTUK 15

>PIC FILE= "L_2004112NL.008001.TIF">

>PIC FILE= "L_2004112NL.008101.TIF">

HOOFDSTUK 16

>PIC FILE= "L_2004112NL.008201.TIF">"

5. Bijlage XI wordt vervangen door:

"Bijlage XI

Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten die niet bestemd zijn voor menselijke consumptie

Aan invoer van de betrokken producten uit een derde land is de noodzakelijke maar op zichzelf ontoereikende voorwaarde verbonden dat dat land in één van onderstaande lijsten is opgenomen. Bij invoer moet tevens worden voldaan aan de voorschriften inzake diergezondheid en volksgezondheid.

DEEL I Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van melk en producten op basis van melk (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 2 (A), 2 (B) en 2 (C))

Derde landen die opgenomen zijn in kolom B of kolom C van de bijlage bij Beschikking 95/340/EG van de Commissie(1).

DEEL II Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van verwerkte dierlijke eiwitten (met uitzondering van vismeel) (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 1)

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad(2).

DEEL III Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van vismeel en visolie (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 1 en 9)

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 97/296/EG van de Commissie(3).

DEEL IV Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van gesmolten vet (met uitzondering van visolie) (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 10 (A) en 10 (B))

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG.

DEEL V Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van bloedproducten voor voedermiddelen (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 4 (B))

A. Bloedproducten van hoefdieren

Derde landen of delen van derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel I van de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG en waaruit invoer toegestaan is van alle categorieën vers vlees van de betrokken soorten.

B. Bloedproducten van andere diersoorten

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG.

DEEL VI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van bloedproducten (met uitzondering van die van paardachtigen) voor technisch gebruik, met inbegrip van farmaceutische producten (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 4 (C) en 8 (B))

A. Bloedproducten:

1. Bloedproducten van hoefdieren

Derde landen of delen van derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel I van de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG en waaruit invoer toegestaan is van alle categorieën vers vlees van de betrokken soorten.

2. Bloedproducten van andere diersoorten

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG.

B. Grondstoffen (met uitzondering van bloedproducten) voor farmaceutisch gebruik

Derde landen of delen van derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, in de bijlage bij Beschikking 94/85/EG van de Commissie(4) of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG van de Commissie(5), alsook de volgende landen:

- (JP) Japan,

- (PH) de Filipijnen,

- (TW) Taiwan.

C. Grondstoffen voor technisch gebruik, met uitzondering van farmaceutisch gebruik

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG en waaruit de invoer van deze categorie vers vlees van de betrokken soorten toegestaan is, in de bijlage bij Beschikking 94/85/EG of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG.

DEEL VII A Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten voor de vervaardiging van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 3 (B) en 8 (A))

A. Dierlijke bijproducten van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, met inbegrip van vee en wilde dieren

Derde landen of delen van derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG en waaruit de invoer van deze categorie vers vlees van de betrokken soorten toegestaan is, alsook de volgende landen wat betreft de volgende bijproducten:

- dierlijke bijproducten uit Bulgarije (BG), Letland (LV), Roemenië (RO), [Slovenië (SI), ] wat betreft materiaal van varkens;

- landen of delen van landen in Zuid-Amerika en zuidelijk Afrika waar gerijpt en ontbeend vlees van de betrokken soorten toegestaan is, wat betreft gerijpt en ontbeend vlees (met inbegrip van diafragma's) en/of gerijpte opgemaakte slachtafvallen van runderen, schapen, geiten en (vrij of gekweekt) wild.

B. Grondstoffen van pluimvee, met inbegrip van loopvogels

Derde landen of delen van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vers vlees van pluimvee en die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij Beschikking 94/984/EG van de Commissie(6) en/of in bijlage I bij Beschikking 2000/609/EG van de Commissie(7).

C. Grondstoffen van vis

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 97/296/EG.

D. Grondstoffen van andere diersoorten, met inbegrip van vederwild, andere wilde landzoogdieren en leporidae

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG, waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vers vlees van dezelfde soorten.

DEEL VII B Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van rauw voeder voor gezelschapsdieren voor rechtstreekse verkoop of dat als voeder voor pelsdieren wordt gebruikt, bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 3 (D))

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, in bijlage I bij Beschikking 94/984/EG of in bijlage I bij Beschikking 2000/609/EG, waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vers vlees van dezelfde soorten en waar alleen vlees met been is toegestaan.

In het geval van materiaal van vis, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 97/296/EG.

DEEL VII C Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van smaakgevende ingewanden voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren, bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 3 (E))

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, in bijlage I bij Beschikking 94/984/EG of in bijlage I bij Beschikking 2000/609/EG, waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vers vlees van dezelfde soorten en waar alleen vlees met been is toegestaan.

In het geval van smaakgevende ingewanden van vis, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 97/296/EG.

DEEL VIII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van varkenshaar (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 7 (A) en 7 (B))

A. Voor onbehandeld varkenshaar, derde landen of delen van derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG en die de laatste twaalf maanden vrij waren van Afrikaanse varkenspest.

B. Voor behandeld varkenshaar, derde landen of delen van derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG en die de laatste twaalf maanden al dan niet vrij waren van Afrikaanse varkenspest.

DEEL IX Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van mest voor bodemverbetering

A. Verwerkte producten uit mest

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG.

B. Verwerkte mest van paardachtigen

Derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel I van de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG voor levende paardachtigen.

C. Niet-verwerkte mest van pluimvee

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij Beschikking 94/984/EG.

DEEL X Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 3 (A), 3 (B) en 3 (C))

Derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, alsmede de volgende landen:

"(LK) Sri Lanka(8)

(JP) Japan(9)

(TW) Taiwan(10)."

DEEL XI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van gelatine, gehydrolyseerde eiwitten, collageen, dicalciumfosfaat en tricalciumfosfaat (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 11 en 12)

Derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, alsmede de volgende landen:

"(KR) Republiek Korea(11),

(MY) Maleisië(12),

(PK) Pakistan(13),

(TW) Taiwan(14)."

DEEL XII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van producten van de bijenteelt (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 13)

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG.

DEEL XIII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van serum van paardachtigen (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 4 (A))

Derde landen of delen van derde landen die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG van de Commissie(15) en waaruit de invoer van paarden voor de slacht is toegestaan.

DEEL XIV Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van huiden van hoefdieren (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 5 (A), 5 (B) en 5 (C))

A. Voor verse of gekoelde huiden van hoefdieren, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vers vlees van dezelfde soorten.

B. Voor behandelde huiden van hoefdieren, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG.

C. Voor behandelde huiden van herkauwers, bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap, die vóór de invoer gedurende 21 dagen apart gehouden zijn of gedurende 21 dagen zonder onderbreking zijn vervoerd, alle derde landen.

DEEL XV Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van jachttrofeeën (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 6 (A) en 6 (B))

A. Voor behandelde jachttrofeeën van vogels en hoefdieren die uitsluitend uit beenderen, horens, hoeven, klauwen, geweien, tanden of huiden bestaan, alle derde landen.

B. Voor jachttrofeeën van vogels die uit onbehandelde volledige anatomische delen bestaan, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 94/85/EG, waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan, alsmede de volgende landen:

"(GL) Groenland,

(TN) Tunesië."

C. Voor jachttrofeeën van hoefdieren die uit onbehandelde volledige anatomische delen bestaan, derde landen die zijn aangekruist in de kolommen voor vers vlees van hoefdieren in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, met de eventuele beperkingen die zijn vastgesteld in de kolom met speciale opmerkingen over vers vlees.

DEEL XVI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van niet voor menselijke consumptie bestemde eiproducten die als voedermiddel kunnen worden gebruikt (gezondheidscertificaat in hoofdstuk 15)

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG en derde landen of delen van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vers vlees van pluimvee en die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij Beschikking 94/984/EG en in bijlage I bij Beschikking 2000/609/EG.

DEEL XVII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van beenderen en producten uit beenderen (met uitzondering van beendermeel), hoorn en producten uit hoorn (met uitzondering van hoornmeel) en hoeven en producten uit hoeven (met uitzondering van meel van hoeven), niet bestemd voor gebruik als voedermateriaal, organische meststof of bodemverbeteraar (verklaring in hoofdstuk 16)

Alle derde landen.

(1) PB L 200 van 24.8.1995, blz. 38.

(2) PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15.

(3) PB L 196 van 24.7.1997, blz. 82.

(4) PB L 44 van 17.2.1994, blz. 31.

(5) PB L 251 van 6.10.2000, blz. 1.

(6) PB L 378 van 31.12.1994, blz. 11.

(7) PB L 258 van 12.10.2000, blz. 49.

(8) Alleen van huiden en vellen van hoefdieren gemaakte hondenkluiven.

(9) Alleen verwerkt voer voor siervissen.

(10) Alleen verwerkt voer voor siervissen.

(11) Alleen gelatine.

(12) Alleen gelatine.

(13) Alleen gelatine.

(14) Alleen gelatine.

(15) PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1."

(1) PB L 212 van 22.7.1989, blz. 87.

(2) Dit omvat ook landen met seropositieve herkauwers.

(3) Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

Top