Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002R0765

    Verordening (EG) nr. 765/2002 van de Commissie van 3 mei 2002 betreffende het nemen van monsters en tot vaststelling van voorschriften voor de fysieke controle op delen van rundvlees zonder been waarvoor uitvoerrestituties worden verleend

    PB L 117 van 4.5.2002, p. 6–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/12/2023; opgeheven door 32023R2835

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/765/oj

    32002R0765

    Verordening (EG) nr. 765/2002 van de Commissie van 3 mei 2002 betreffende het nemen van monsters en tot vaststelling van voorschriften voor de fysieke controle op delen van rundvlees zonder been waarvoor uitvoerrestituties worden verleend

    Publicatieblad Nr. L 117 van 04/05/2002 blz. 0006 - 0009


    Verordening (EG) nr. 765/2002 van de Commissie

    van 3 mei 2002

    betreffende het nemen van monsters en tot vaststelling van voorschriften voor de fysieke controle op delen van rundvlees zonder been waarvoor uitvoerrestituties worden verleend

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 van de Commissie(2), en met name op artikel 33, lid 12,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 386/90 van de Raad van 12 februari 1990 inzake de controle bij de uitvoer van landbouwproducten die in aanmerking komen voor restituties of andere bedragen(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 163/94(4), en met name op artikel 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Op grond van artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kan het verschil tussen de wereldmarktprijzen en de communautaire prijzen voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde producten worden overbrugd met een restitutie bij de uitvoer. Voor landbouwproducten zijn de desbetreffende voorschriften vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2299/2001(6).

    (2) Overeenkomstig bijlage I, sector 5, van Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie van 17 december 1987 tot vaststelling van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 488/2002(8), wordt met name een restitutie verleend voor bepaalde delen zonder been, op voorwaarde dat ze een minimumgehalte aan mager rundvlees hebben en dat delen van volwassen mannelijke runderen afzonderlijk zijn verpakt.

    (3) Bij Verordening (EG) nr. 2221/95 van de Commissie(9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2655/1999(10), zijn voorschriften vastgesteld voor de fysieke controle bij de uitvoer van landbouwproducten waarvoor een restitutie verleend wordt. Voor rundvlees is een aantal specifieke voorschriften vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2457/97 van de Commissie van 10 december 1997 betreffende het nemen van monsters in het kader van een fysieke controle op delen van rundvlees zonder been waarvoor uitvoerrestituties worden verleend(11).

    (4) Wat de delen zonder been betreft, moet worden nagegaan of ze inderdaad afkomstig zijn van volwassen mannelijke runderen, moet met het oog op uniformiteit worden bepaald hoe deze controle moet worden uitgevoerd, en moeten de nodige sancties worden vastgesteld wanneer het voorschrift met betrekking tot de herkomst van het vlees niet in acht genomen wordt. Daarnaast moet Verordening (EG) nr. 2457/97 worden aangepast om rekening te houden met de wijzigingen in de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3846/87, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2556/2001(12).

    (5) Terwille van de duidelijkheid moet Verordening (EG) nr. 2457/97 derhalve ingetrokken en vervangen worden.

    (6) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Deze verordening geldt voor in artikel 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 386/90 bedoelde fysieke controles van de aard en de kenmerken van het product waarbij wordt nagegaan of:

    a) voldaan is aan de verplichting om elk deel zonder been van de volgende productcodes afzonderlijk te verpakken:

    - 0201 30 00 91/00,

    - 0201 30 00 91/20;

    b) de delen zonder been van de onderstaande productcodes afkomstig zijn van de volwassen mannelijke runderen:

    - 0201 30 00 91/00,

    - 0201 30 00 91/20;

    c) de minimumwaarde voor het gemiddelde gehalte aan mager vlees voor delen zonder been van de onderstaande productcodes in acht genomen is:

    - 0201 30 00 91/00,

    - 0201 30 00 91/20,

    - 0201 30 00 90/60,

    - 0202 30 90 92/00.

    2. De omschrijving van de in lid 1 bedoelde producten is die welke vermeld is in de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties in bijlage I, sector 5, van Verordening (EEG) nr. 3846/87.

    Artikel 2

    1. Het monster voor de fysieke controle bestaat uit twee volledige dozen die op twee verschillende plaatsen uit de partij worden genomen. De eerste doos is bestemd voor de controle-instanties, de tweede wordt als reserve onder douanetoezicht geplaatst.

    2. Onder partij wordt verstaan de hoeveelheid producten waarvoor één van de volgende aangiften wordt aanvaard:

    a) de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde aangifte;

    b) uitsluitend bij opslag, de in artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde aangifte, in het in dat lid bedoelde geval.

    Artikel 3

    Om te controleren of aan de in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde voorwaarden is voldaan, onderzoeken de douaneautoriteiten of alle deelstukken in de eerste doos van het in artikel 2 bedoelde monster afzonderlijk zijn verpakt en of elke verpakking slechts één deelstuk bevat. Wanneer dit niet het geval is, wordt de tweede doos op dezelfde wijze onderzocht.

    Wanneer in de beide dozen samen slechts één niet afzonderlijk verpakt deelstuk of slechts één verpakking met meer dan één deelstuk wordt aangetroffen en voorzover aan alle andere voorwaarden voor de toekenning van de restitutie is voldaan, wordt de partij conform geacht. Anders wordt een onregelmatigheid geconstateerd.

    Bij constatering van een onregelmatigheid wordt de voor de partij verschuldigde restitutie berekend op basis van een gecorrigeerd gewicht. Dit gecorrigeerde gewicht wordt verkregen door het aangegeven nettogewicht te verminderen met een percentage dat overeenkomt met het aandeel van het gewicht van de niet-conforme deelstukken in het totale nettogewicht van het monster.

    Artikel 4

    Om te controleren of aan de in artikel 1, lid 1, onder b), bedoelde voorwaarde betreffende de herkomst van het vlees is voldaan, worden als te analyseren monster een of twee willekeurige deelstukken uit de eerste doos van het in artikel 2 bedoelde monster genomen. Wanneer de analyse uitwijst dat het vlees niet afkomstig is van volwassen mannelijke runderen, wordt geen restitutie voor de partij toegekend.

    De analyse wordt uitgevoerd volgens de in de bijlage beschreven methode.

    Onverminderd aanvullende controles waartoe wordt besloten wanneer er een vermoeden van onregelmatigheid bestaat, wordt de controle aan de hand van een aselecte steekproef die alle uitvoertransacties bestrijkt, bij minstens een derde van de voor de fysieke controle uitgekozen transacties uitgevoerd.

    Artikel 5

    Om te controleren of aan de in artikel 1, lid 1, onder c), bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt de volledige inhoud van de eerste doos van het in artikel 2 bedoelde monster fijngehakt totdat een homogeen mengsel verkregen wordt. Indien het voorgeschreven gehalte aan mager vlees in dit mengsel niet wordt bereikt, wordt de inhoud van de tweede doos op dezelfde wijze onderzocht. Wanneer het gemiddelde van de twee dozen samen lager is dan het voorgeschreven gemiddelde gehalte aan mager vlees, wordt voor de partij geen restitutie toegekend.

    Artikel 6

    Overeenkomstig artikel 68 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad(13) en onverminderd artikel 78 van de genoemde verordening, worden de monsterneming en de in deze verordening voorgeschreven controles verricht bij de verificatie van de in artikel 2, lid 2, bedoelde aangiften die zijn aanvaard.

    Artikel 7

    Verordening (EG) nr. 2457/97 wordt ingetrokken.

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2002.

    Zij is van toepassing op transacties waarvoor een in artikel 2, lid 2, bedoelde aangifte op of na 1 juli 2002 wordt aanvaard.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 3 mei 2002.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1.

    (2) PB L 315 van 1.12.2001, blz. 29.

    (3) PB L 42 van 16.2.1990, blz. 6.

    (4) PB L 24 van 29.1.1994, blz. 2.

    (5) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

    (6) PB L 308 van 27.11.2001, blz. 19.

    (7) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1.

    (8) PB L 76 van 19.3.2002, blz. 11.

    (9) PB L 224 van 21.9.1995, blz. 13.

    (10) PB L 325 van 17.12.1999, blz. 12.

    (11) PB L 340 van 11.12.1997, blz. 29.

    (12) PB L 348 van 31.12.2001, blz. 1.

    (13) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

    BIJLAGE

    ANALYTISCH ONDERZOEK VAN DE OORSPRONG VAN VOLWASSEN MANNELIJKE RUNDEREN WAT BEPAALDE DELEN ZONDER BEEN BETREFT

    Methode voor de geslachtsbepaling bij rundvlees

    De te gebruiken methode is gebaseerd op de polymerasekettingreactie (PCR) en omvat monsterneming, extractie van DNA, PCR en gelelektroforese.

    1. Monsterneming en sub-monsterneming

    Het submonster wordt met een steriel(1) mes (een scalpel bijvoorbeeld) weggesneden uit een centraal deel (de binnenkant) van het verstrekte stuk vlees. Dit monster wordt vervolgens met een micromolen fijngemalen of in kleine stukken gesneden om extractie met een redelijke efficiëntie mogelijk te maken.

    De monsters moeten op een andere werkplek worden bereid dan waar de PCR wordt uitgevoerd. Het materiaal moet worden verwerkt in een omgeving die gemakkelijk kan worden gereinigd, bij voorkeur in een "clean bench", om te zorgen dat er geen kruisverontreiniging met andere monsters optreedt.

    Voor de bereiding van het vleesmonster moet een steriel(2) mes, scalpel of vergelijkbaar instrument worden gebruikt.

    2. Extractie en zuivering van DNA

    De extractie en de zuivering van DNA moeten worden uitgevoerd volgens gangbare procedures(3), met behulp van een kant-en-klare kit (op basis van het beginsel: ontsluiting van het vleesmonster in een lysisbuffer die oppervlakteactieve stoffen, detergenten en proteinase K bevat, opbrenging van het ontsloten monster op een DNA-bindende hars, verwijdering van andere verbindingen dan DNA door herhaaldelijk wassen en ten slotte elutie van het gezuiverde DNA in water of een buffer met een laag zoutgehalte) of door extractie van het DNA in een natriumhydroxideoplossing(4).

    Een controle met gelelektroforese of de extractie met succes is uitgevoerd, wordt aanbevolen maar is niet verplicht.

    Validering: voor elke charge te extraheren monsters moet er parallel één controle-extractie (d.w.z. zonder vlees) worden uitgevoerd om de integriteit van de gevolgde procedure aan te tonen.

    3. Polymerasekettingreactie (PCR)

    Principe: PCR is in principe een procedure die uit drie stappen bestaat (denaturatie, annealing en extension), die zo'n 25-40 keer moet worden herhaald (het aantal "cycli" van de methode). De reagentia (reactiebuffer, MgCl2, deoxynucleotiden, primers, hittestabiele DNA-polymerase en steriel water) worden overeenkomstig de ontwikkelde methode gemengd en dit levert de "mastermix" op. Voor de bereiding van de mastermix moeten specifieke pipetten worden gebruikt. Vervolgens wordt deze mastermix aan de DNA-template (het geëxtraheerde DNA) toegevoegd. De reactie wordt uitgevoerd in een thermocycler. Na afloop worden de PCR-producten geanalyseerd met behulp van gelelektroforese of bij 4 °C of - 20 °C bewaard.

    Met de aanbevolen(5) methode moet een sequentie van de template binnen de amelogeninelocus (homoloog gen) of binnen de ZFX/Y-regio (allelspecifieke PCR) worden geamplificeerd.

    Specifieke primers voor deze twee soorten methoden zijn:

    Amelogenine forward: 5'-CAGCCAAACCTCCCTCTGC-3'

    Amelogenine reverse: 5'-CCCGCTTGGTCTTGTCTGTTGC-3'

    (Ennis, S., and Gallagher, T.F. (1994) Anim.Genet. 25: 425-427)

    Amelogenine forward: 5'-AAATTCTCTCACAGTCCAAG-3'

    Amelogenine reverse: 5'-CAACAGGTAATTTTCCTTTAG -3'

    (Chen, C.M., Hu, C.L., Wang, C.H., Hung, C.M., Wu, H.K., Choo, K.B., and Cheng, W.T.K. (1999) Mol.Reprod.Dev. 54, 209-214)

    ZFX (allelspecifiek), forward: 5'-GACAGCTGAACAAGTGTTACTG-3'

    ZFX (allelspecifiek), reverse: 5'-AATGTCACACTTGAATCGCATC-3'

    ZFY (allelspecifiek), forward: 5'-GAAGGCCTTCGAATGTGATAAC -3'

    ZFY (allelspecifiek), reverse: 5'-CTGACAAAAGGTGGCGATTTCA -3'

    (Kirkpatrick, B.W., and Monson, R.L. (1993) J.Reprod.Fertil. 98: 335-340)

    ZFX forward: 5'-AGCTGAACAAGGGTTACTG -3'

    ZFY forward: 5'-CAAGCTTACCAGCAAGTCA-3'

    ZFX/Y reverse: 5'-CCAGTATGGATTCGCATGT-3'

    (Zinovieva, N., Palma, G., Müller, M., and Brem G. (1995) Theriogenology 43: 265).

    De PCR-mastermix moet in een "clean bench" worden bereid, die vervolgens met detergenten en UV-licht wordt gereinigd.

    - Ontwikkeling van de methode: Het kan nodig zijn gepubliceerde methoden enigszins aan te passen, bijvoorbeeld de exacte samenstelling van de mastermix (zoals de MgCl2-concentratie of de concentratie van de primer), de gebruikte hoeveelheid template-DNA of het temperatuurprogramma (de temperaturen of de wachttijd). Wanneer niet-specifieke amplificatieproducten verschijnen, moet de methode worden geoptimaliseerd (bijvoorbeeld door de annealingtemperatuur, de MgCl2-concentratie of de primerconcentratie aan te passen) om de nauwkeurigheid van de resultaten te waarborgen.

    - Valideringsaspecten: De bij routineanalyses toegepaste methode moet afdoende worden gevalideerd. In een monstercharge moeten de volgende controlebepalingen worden opgenomen: een extractiecontrole (zonder vlees), een negatieve PCR-controle en referentiemonsters (vlees van mannelijke en vrouwelijke runderen, maar ook een monster van ander vlees dan rundvlees). Bovendien moet de validatie opnieuw worden uitgevoerd bij een wijziging van essentiële bestanddelen van de procedure, zoals het DNA-polymerase (een andere leverancier of een ander product) of de primers (nieuwe charge).

    - Goede laboratoriumpraktijk: Het is essentieel dat deze in acht wordt genomen, bijvoorbeeld bij een afdoende reiniging en ontsmetting van de werkplek en de gebruikte instrumenten, de bepaling van de hoeveelheid primer en het gebruik van specifieke pipetten.

    4. Analyse van de amplificaten met behulp van gelelektroforese

    De verkregen PCR-fragmenten (amplificaten) worden geanalyseerd met behulp van gelelektroforese. Er wordt gebruikgemaakt van agarosegels die na de elektroforetische scheiding met ethidiumbromide worden gekleurd of polyacrylamidegels die met zilver worden gekleurd. Op de gel moet een geschikte molecuulgewichtsmarker worden gebruikt om de grootte van de verkregen amplificaten bij benadering te bepalen.

    5. Documentatie

    De verkregen resultaten moeten afdoende worden gedocumenteerd (foto van de gel, beschrijving van de resultaten, vastlegging van eventuele onverwachte resultaten).

    (1) niet met DNA verontreinigd.

    (2) niet met DNA verontreinigd.

    (3) Zoals beschreven in "Sambrook, J., Fritsch, E.F., and Maniatis, T. (eds): Molecular Cloning, Cold Spring Harbour Laboratory Press (1989)".

    (4) Zoals beschreven in "Elphinestone, J.G., Hennessey, J., Wilson, J.K., and Stead, D.E. (1996) Bulletin OEPP/EPPO 26", blz. 663-678.

    (5) Wanneer een andere dan de aanbevolen PCR-methode wordt gebruikt, moet deze door een officieel aangewezen referentielaboratorium worden goedgekeurd.

    Top