Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R1265

    Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie van 27 juni 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft

    PB L 178 van 30.6.2001, p. 63–72 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2006; opgeheven door 32006R0967

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/1265/oj

    32001R1265

    Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie van 27 juni 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft

    Publicatieblad Nr. L 178 van 30/06/2001 blz. 0063 - 0072


    Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie

    van 27 juni 2001

    houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), en met name op artikel 7, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat een productierestitutie kan worden verleend voor onder die verordening vallende suiker, isoglucose in ongewijzigde staat en suikerstroop, alsmede voor chemisch zuivere fructose (levulose) van GN-code 1702 50 00, als tussenproduct, die bij de vervaardiging van bepaalde producten van de chemische industrie worden gebruikt.

    (2) Voor isoglucose in ongewijzigde staat dient te worden voorzien in een analoge behandeling.

    (3) Wanneer bepaalde tussenproducten enerzijds in de Gemeenschap rechtstreeks zijn verkregen uit een basisproduct, met uitsluiting van producten waarvoor andere regelingen inzake productierestitutie gelden, en, anderzijds, worden gebruikt voor de vervaardiging van chemische producten die in bijlage I bij deze verordening zijn opgenomen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om voor deze tussenproducten een productierestitutie te verlenen. Deze mogelijkheid moet ook gelden als het gebruik ervan plaatsvindt in een andere lidstaat dan die waar deze producten zijn vervaardigd. Daarom moet enerzijds worden bepaald dat de productierestitutie wordt toegekend voor het basisproduct dat heeft gediend voor de vervaardiging van de hoeveelheid tussenproduct die is gebruikt zoals hierboven vermeld, en, anderzijds, dat die restitutie wordt bepaald door voor het rendement dezelfde coëfficiënten aan te houden als voor de berekening van de restitutie bij uitvoer van diezelfde tussenproducten.

    (4) Om de regeling inzake de productierestituties te kunnen toepassen voor de tussenproducten, moeten deze producten worden gedefinieerd en moet een passend controlesysteem worden opgezet. Deze controle verloopt via voorafgaande erkenning en is zowel op het stadium van de vervaardiging van het tussenproduct als op het stadium van de verwerking daarvan in een chemisch eindproduct gericht, zodat kan worden gegarandeerd dat het basisproduct, zoals gedefinieerd, uiteindelijk effectief wordt gebruikt voor de vervaardiging van het betrokken, in bijlage I bij deze verordening opgenomen chemische product, en kan worden voorkomen dat de productierestitutie tweemaal wordt betaald.

    (5) Suiker is meer inzonderheid, evenals zetmeelhoudende producten, een basisproduct dat door de chemische industrie kan worden gebruikt voor de vervaardiging van gelijksoortige producten. Derhalve moet met name worden gezorgd voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebruik van deze basisproducten. Daartoe moet worden voorzien in de toepassing van een productierestitutieregeling waarbij rekening wordt gehouden met zowel de suikerprijs op de communautaire markt als de ontwikkeling van de suikerprijzen op de wereldmarkt.

    (6) De regeling die van toepassing is op producten van de sector suiker die gebruikt worden voor de vervaardiging van chemische producten heeft tot doel, enerzijds, de ontwikkeling van het gebruik van de producten van de sector suiker door de chemische industrie en, anderzijds, de ontwikkeling van de biotechnologie op basis van deze basisproducten te bevorderen door de prijs van deze producten dichter bij de wereldmarktprijzen voor suiker te brengen. Deze regeling voorziet daartoe in een geleidelijke toepassing van het beginsel van vaststelling van de productierestituties aan de hand van de wereldmarktprijs en de communautaire prijs voor suiker, uitgaande van een bij de wereldmarktprijs op te tellen forfaitair bedrag van 6,45 EUR per 100 kg. Dit forfaitaire bedrag komt overeen met de aanvoerkosten bij uitvoer van suiker uit de Gemeenschap en bevat een forfaitair element om te voorkomen dat deze suiker onder de zeer sterk fluctuerende wereldmarktprijs wordt verkocht. Uit de ervaring die is opgedaan met de genoemde regeling is gebleken dat ervoor moet worden gezorgd dat, enerzijds, de chemische industrie in de Gemeenschap die producten van de sector suiker verwerkt, kan werken onder voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van de industrie die suiker van de wereldmarkt betrekt en, anderzijds, de industrie in de Gemeenschap die producten van de sector suiker produceert nog meer afzetmogelijkheden buiten de levensmiddelensector krijgt. Te dien einde moet de regeling worden gehandhaafd, met dien verstande dat als uitgangspunten alleen de werelmarkt en de communautaire markt voor suiker gelden.

    (7) In de chemische industrie gebruikte ruwe suiker en stropen met een overeenkomstig artikel 1, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1443/82 van de Commissie van 8 juni 1982 houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 392/94(3), geconstateerde vrij hoge zuiverheid moeten eveneens in aanmerking kunnen komen voor deze productierestituties. Voor deze basisproducten moet derhalve worden uitgegaan van de productierestitutie voor witte suiker, aangepast aan de hand van het rendement of het sacharosegehalte van deze producten, naar gelang van het geval. Voor isoglucose moet voor de toekenning van de productierestituties worden geëist dat aan dezelfde voorwaarden vooraf wordt voldaan als voor de toekenning van de restituties bij uitvoer van dat product.

    (8) De productierestitutie moet maandelijks worden vastgesteld, waarbij met name nader te bepalen referentieperiodes moeten worden aangehouden en prijsnoteringen moeten worden bijgehouden om de suikerprijs op de wereldmarkt te bepalen. Aangezien de restituties elke maand worden vastgesteld, moeten referentieperiodes van ongeveer één maand worden aangehouden.

    (9) Aangezien voor de afzet van de suikeroverschotten op de markten van derde landen bijna uitsluitend met openbare inschrijvingen wordt gewerkt, moet, voor de berekening van de wereldmarktprijs voor suiker die als uitgangspunt dient voor de vaststelling van de productierestitutie, het gewogen gemiddelde van de gedurende de betrokken referentieperiode volgens deze inschrijvingsprocedure vastgestelde uitvoerrestituties worden aangehouden.

    (10) Om misbruik te voorkomen, moet worden bepaald dat de productierestitutie slechts kan worden toegekend wanneer andere vormen van gebruik door controlemaatregelen zijn uitgesloten. Deze controle is slechts mogelijk als de productierestitutie alleen aan de verwerkende onderneming en op haar verzoek wordt verleend. In bepaalde gevallen kan de doeltreffendheid van de controlemaatregelen worden vergroot, wanneer zij met een erkenning worden gecombineerd. Aan de lidstaat op het grondgebied waarvan de verwerking plaatsheeft, moet derhalve de mogelijkheid worden gelaten om erkenning verplicht te stellen voor de verwerkende ondernemingen.

    (11) De productierestitutie kan niet worden toegekend indien precieze gegevens ontbreken. De gegadigden moeten de restitutie derhalve vooraf schriftelijk aanvragen en daarbij bepaalde gegevens verstrekken.

    (12) Aangezien de basisproducten van de sector suiker gemakkelijk kunnen worden vervangen door basisproducten van de sectoren granen en rijst, moeten ongerechtvaardigde verschillen in behandeling worden voorkomen. Het verdient derhalve aanbeveling voor suiker bepalingen vast te stellen die vergelijkbaar zijn met die van Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de toepassingsbepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1766/92 en (EEG) nr. 1418/76 van de Raad wat de regelingen inzake de productierestituties in de sector granen respectievelijk rijst betreft(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 87/1999(5). Op grond van die bepalingen mag de zekerheid worden vrijgegeven naar rata van de hoeveelheden waarvoor de verwerking van het basisproduct tijdens de geldigheidsduur van het productierestitutiedocument heeft plaatsgehad.

    (13) Voor bewijs- en controledoeleinden moet een restitutiedocument worden ingesteld met een geldigheidsduur die de handel in staat stelt langetermijnregelingen te treffen en waarin de essentiële gegevens inzake de vaststelling van de productierestitutie worden vermeld. Om te garanderen dat de betrokken suiker de bestemming krijgt waarvoor het restitutiedocument is afgegeven, moet worden bepaald dat dit document slechts ten opzichte van de aanvrager en eerst na verwerking van het betrokken basisproduct gevolgen kan hebben.

    (14) Enerzijds kan de productierestitutie pas na de verwerking definitief worden betaald, maar anderzijds mag deze, gezien het belang dat de handel heeft bij een zo snel mogelijke betaling, niet te lang na de verwerking worden betaald.

    (15) De geldigheidsduur van de productierestitutiedocumenten kan maximaal zes maanden vaststelling van productierestituties bestrijken. Op dergelijke documenten moet de productierestitutie worden vermeld die geldt op de dag van ontvangst van de aanvraag. Tussen de dag van ontvangst van de aanvraag voor het restitutiedocument en de dag waarop het betrokken basisproduct wordt verwerkt kan zich derhalve een wijziging van de voor de gebieden zonder tekort vastgestelde interventieprijs voor suiker voordoen. Aangezien de productierestitutie wordt vastgesteld aan de hand van de communautaire suikerprijs en de ontwikkeling van de suikerprijs op de wereldmarkt, moet een regel worden vastgesteld voor de aanpassing van die restitutie om rekening te houden met wijzigingen van de in euro vastgestelde interventieprijzen voor suiker tussen de dag van ontvangst van de aanvraag voor het document en de dag van verwerking van het betrokken basisproduct.

    (16) Om de voorgeschreven controles op het gebruik van de basisproducten te kunnen uitvoeren, moet in elke lidstaat een bevoegde instantie worden aangewezen die over alle nodige gegevens beschikt. Om de bezwaren die verbonden zijn aan eventuele vertraging in de betaling van de restitutie te ondervangen, is het wenselijk de mogelijkheid te bieden om de titularis van het document een voorschot te geven zodra de controle effectief is geworden, en, omgekeerd de verplichting op te leggen om een adequate zekerheid te stellen, zodat de lidstaat een garantie heeft wanneer de verwerking van het basisproduct niet onder de in het restitutiedocument gestelde voorwaarden heeft plaatsgevonden. Om echter rekening te houden met gevallen van overmacht waardoor de titularis van het document zijn verplichtingen niet kan nakomen, moet worden voorgeschreven dat de lidstaat in dergelijke gevallen passende maatregelen treft.

    (17) De ervaring die is opgedaan met de tenuitvoerlegging van de nieuwe regeling inzake productierestituties sinds 1 juli 1986, en meer in het bijzonder sinds de wijziging van die regeling op 1 juli 1990, leert dat ervoor moet worden gezorgd dat de genoemde regeling doeltreffender wordt toegepast, met name in het stadium van de aanvraag voor een productierestitutiedocument. Hiertoe moet ook de tolerantie ten aanzien van de minimumhoeveelheid door de betrokkene te produceren eindproduct worden verruimd, om ten aanzien van de belangrijkste verplichting van de betrokkene, de verwerking van het basisproduct of het tussenproduct, rekening te houden met de technische omstandigheden waaronder de verwerking plaatsvindt, met name in het geval van gistingsprocessen waarbij de opbrengst sterk varieert naar gelang van de reacties van micro-organismen. Ook is het dienstig om ten aanzien van de maximale hoeveelheid basisproduct die de verwerker mag gebruiken, in gevallen waarin het verwerkingsproces slecht is verlopen en hij zich genoodzaakt ziet meer basisproduct te gebruiken dan oorspronkelijk gepland, een tolerantie vast te stellen, zonder dat een speciaal dossier hoeft te worden opgesteld om de aldus verwerkte extra hoeveelheid voor de regeling in aanmerking te laten komen.

    (18) De in deze verordening vastgestelde uitvoeringsbepalingen vervangen die van Verordening (EEG) nr. 1729/78 van de Commissie van 24 juli 1978 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de restitutie bij de productie voor suiker die in de chemische industrie wordt gebruikt(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1148/98(7), die derhalve moet worden ingetrokken.

    (19) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder "basisproducten" het volgende verstaan:

    a) de in artikel 1, lid 1, onder a) en f), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde producten; en

    b) de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde suikerstropen van de GN-codes ex 1702 60 95 en ex 1702 90 99, met een zuiverheid van ten minste 85 %,

    die worden gebruikt voor de vervaardiging van de in bijlage I bij deze verordening genoemde producten van de chemische industrie.

    2. De in bijlage II vermelde tussenproducten die, enerzijds, in de Gemeenschap rechtstreeks uit de genoemde basisproducten worden verkregen, met uitsluiting van elk product dat onder een andere regeling inzake productierestituties valt en die, anderzijds, worden gebruikt voor de vervaardiging van de in bijlage I vermelde chemische producten, worden gelijkgesteld met basisproducten.

    3. Chemisch zuivere fructose (levulose) van GN-code 1702 50 00 wordt, als tussenproduct, beschouwd als een van de basisproducten indien het, enerzijds, in de Gemeenschap rechtstreeks wordt vervaardigd uit de genoemde basisproducten, met uitsluiting van ieder product waarop een andere regeling inzake productierestituties van toepassing is, en, anderzijds, wordt gebruikt om in een van de in bijlage I vermelde chemische producten te worden verwerkt.

    Artikel 2

    1. De productierestitutie wordt verleend door de lidstaat op het grondgebied waarvan de verwerking van de basisproducten plaatsvindt.

    2. De lidstaat mag de restitutie slechts verlenen indien door een douanecontrole of door een administratieve controle die gelijkwaardige garanties biedt, de zekerheid wordt verschaft dat de basisproducten worden gebruikt overeenkomstig de bestemming die is aangegeven in de in artikel 3 bedoelde aanvraag.

    Artikel 3

    1. De productierestitutie wordt slechts verleend aan verwerkende ondernemingen die garanderen dat de in artikel 2, lid 2, bedoelde controle te allen tijde kan worden verricht en die een aanvraag hebben ingediend waarin is aangegeven voor de vervaardiging van welk chemisch product het basisproduct zal worden gebruikt.

    2. De betrokken lidstaat kan de toekenning van de restitutie aan de verwerkende ondernemingen als bedoeld in lid 1 afhankelijk stellen van voorafgaande erkenning.

    Artikel 4

    Het bedrag van de productierestitutie per 100 kg witte suiker wordt vastgesteld op basis van zowel de wereldmarktprijs voor witte suiker, vermeerderd met een forfaitair bedrag van 6,45 EUR per 100 kg witte suiker, als de prijs van communautaire suiker.

    Daartoe wordt verstaan onder:

    a) wereldmarktprijs voor suiker: de prijs van communautaire suiker, verminderd met het gemiddelde van de uitvoerrestituties die tijdens de betrokken in artikel 9, lid 2, bedoelde referentieperiode zijn geconstateerd voor witte suiker, na een aftrek van een forfaitair bedrag van 6,45 EUR per 100 kg;

    b) communautaire suikerprijs: de interventieprijs voor witte suiker.

    Artikel 5

    Het bedrag van de verleende productierestitutie per 100 kg ruwe suiker is gelijk aan een honderdste van het bedrag van de restitutie dat van toepassing is bij gebruik van witte suiker, vermenigvuldigd met het rendement van de gebruikte ruwe suiker, welk rendement wordt bepaald overeenkomstig punt II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

    Artikel 6

    De productierestitutie die wordt verleend per 100 kg sacharosestroop is gelijk aan een honderdste van de restitutie die van toepassing is bij gebruik van witte suiker, vermenigvuldigd met:

    a) het sacharosegehalte van de gebruikte stroop, wanneer de zuiverheid hiervan niet lager dan 98 % is; of

    b) het gehalte van winbare suiker uit de gebruikte stroop, geconstateerd overeenkomstig artikel 1, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1443/82, wanneer de zuiverheid ervan ten minste 85 % is, maar minder dan 98 %.

    Artikel 7

    De productierestitutie die wordt verleend per 100 kg droge stof van het in artikel 1, lid 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde basisproduct is gelijk aan de productierestitutie die van toepassing is bij gebruik van witte suiker.

    De productierestitutie wordt alleen toegekend indien het product:

    a) is verkregen door isomerisatie van glucose;

    b) in droge toestand ten minste 41 gewichtspercenten fructose bevat; en

    c) in droge toestand in totaal ten hoogste 8,5 gewichtspercenten polysachariden en oligosachariden, inclusief di- of trisachariden, bevat.

    Artikel 8

    Het bedrag van de toegekende productierestitutie per 100 kg gebruikte levulose, uitgedrukt in droge stof, is gelijk aan de productierestitutie die op de dag van ontvangst van de aanvraag voor het productierestitutiedocument van toepassing is voor 100 kg witte suiker.

    Artikel 9

    1. De productierestitutie voor witte suiker wordt maandelijks vastgesteld voor een periode die op de eerste van iedere maand begint.

    2. Voor de in lid 1 bedoelde vaststelling wordt met de in artikel 4, onder a), bedoelde referentieperiode voor de constatering van de uitvoerrestituties voor witte suiker als uitgangspunt voor de bepaling van de wereldmarktprijs voor suiker de periode bedoeld die begint op de zestiende dag van de voorlaatste maand voorafgaande aan elk van de in lid 1 bedoelde data en die eindigt op de vijftiende dag van de onmiddellijk aan de betrokken datum voorafgaande maand.

    3. Wat de wereldmarktprijs voor suiker betreft, is het in artikel 4, onder a), bedoelde gemiddelde het gewogen gemiddelde van de uitvoerrestituties voor witte suiker die in de betrokken in lid 2 bedoelde referentieperiode bij openbare inschrijving zijn vastgesteld.

    4. De productierestitutie voor 100 kg witte suiker in elk van de in lid 1 bedoelde maanden is gelijk aan het verschil tussen de prijs voor communautaire suiker die geldt gedurende het kwartaal waarvoor de restitutie wordt vastgesteld en de voor de betrokken referentieperiode vastgestelde prijs voor suiker op de wereldmarkt.

    5. Als de communautaire suikerprijs en de wereldmarktprijs voor suiker gedurende de in lid 1 bedoelde periode in belangrijke mate veranderen, kan de overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 berekende restitutie worden gewijzigd om rekening te houden met deze veranderingen.

    Artikel 10

    1. De aanvraag voor het productierestitutiedocument wordt schriftelijk ingediend bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het basisproduct moet worden verwerkt.

    In de aanvraag worden vermeld:

    a) de naam of firmanaam en het adres van de verwerker;

    b) de aard en de hoeveelheid van het te verwerken basisproduct, uitgedrukt in witte suiker of, wanneer het isoglucose betreft, in droge stof;

    c) de tariefpost en de omschrijving van het chemische product waarvoor het basisproduct moet worden gebruikt;

    d) de plaats van verwerking.

    2. Wanneer de door de verwerker ingediende aanvraag voor het restitutiedocument betrekking heeft op een tussenproduct:

    a) worden in de aanvraag, behalve de in lid 1 genoemde gegevens, ook vermeld:

    - de aard en de hoeveelheid van het voor het verkrijgen van het tussenproduct gebruikte basisproduct,

    - de naam of firmanaam en het adres van de fabrikant van het tussenproduct,

    - de plaats van vervaardiging van het tussenproduct; en

    b) moet de aanvraag, onverminderd lid 3, tweede alinea, vergezeld gaan van:

    - een door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat op het grondgebied waarvan dit tussenproduct is vervaardigd op verzoek aan de fabrikant van het tussenproduct afgegeven origineel document waarin wordt verklaard dat dit product rechtstreeks en uitsluitend is verkregen uit een basisproduct, of

    - een verklaring van de verwerker waarbij hij zich ertoe verbindt om vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het aangevraagde restitutiedocument, het in het eerste streepje bedoelde document over te leggen.

    Het in de eerste alinea, onder b), vermelde document moet ten minste vermelden:

    a) de aard en de hoeveelheid van het basisproduct dat gebruikt is om het betrokken tussenproduct te verkrijgen;

    b) de aard en de hoeveelheid van het betrokken tussenproduct;

    c) de naam of firmanaam en het adres van de fabrikant van het tussenproduct;

    d) de plaats waar het tussenproduct is vervaardigd.

    Voor de afgifte van het in de eerste alinea, onder b), bedoelde document mag de lidstaat nog andere dan de in lid 1, tweede alinea, bedoelde voorwaarden vaststellen.

    3. Voor de toepassing van lid 2 wordt:

    a) het in genoemd lid 2, eerste alinea, onder b), bedoelde document slechts afgegeven als de fabrikant van het tussenproduct vooraf is erkend door de lidstaat op het grondgebied waarvan dit product moet worden vervaardigd;

    b) de productierestitutie slechts toegekend als de verwerker vooraf is erkend door de lidstaat op het grondgebied waarvan de verwerker het tussenproduct in een chemisch product als bedoeld in bijlage I moet verwerken.

    De in de tweede alinea bedoelde erkenningen worden door de betrokken lidstaat verleend indien de betrokkene de lidstaat alle faciliteiten verleent om de noodzakelijke controles mogelijk te maken.

    4. De lidstaten kunnen aanvullende gegevens verlangen.

    Artikel 11

    1. Tegelijk met de aanvraag voor een restitutiedocument moet een zekerheid worden gesteld als voorwaarde voor de afgifte van het in artikel 12 bedoelde restitutiedocument.

    2. De zekerheid bedraagt 3,78 EUR per 100 kg suiker, uitgedrukt in witte suiker, of, wanneer het isoglucose betreft, per 100 kg droge stof.

    Wanneer het een tussenproduct betreft, is de zekerheid per 100 kg product gelijk aan het in de eerste alinea bedoelde bedrag, vermenigvuldigd met de in bijlage II vastgestelde coëfficiënt voor het betrokken tussenproduct, nadat deze coëfficiënt, naar gelang van het geval, volgens het drogestofgehalte is aangepast door analoge toepassing van de in bijlage II bepaalde met de coëfficiënt corresponderende formule.

    3. Voor de vrijgave van de in lid 2 bedoelde zekerheid is de primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie(8):

    a) indien het om een tussenproduct gaat, de afgifte, door de verwerker, van het in artikel 10, lid 2, eerste alinea, onder b), bedoelde document en de verwerking van de in de aanvraag vermelde hoeveelheid tussenproduct in een chemisch product als bedoeld in bijlage I gedurende de geldigheidsduur van het betrokken restitutiedocument; of

    b) in alle andere gevallen, de verwerking van de in de aanvraag vermelde hoeveelheid basisproduct in een chemisch product als bedoeld in bijlage I gedurende de geldigheidsduur van het betrokken restitutiedocument.

    Wanneer de betrokkene gedurende de geldigheidsduur van het restitutiedocument evenwel ten minste 90 % van de in de aanvraag vermelde hoeveelheid basisproduct of tussenproduct heeft verwerkt, wordt hij geacht aan de in de eerste alinea, onder a) of b), genoemde primaire eis te hebben voldaan.

    4. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 geldt voor de vrijgave van de zekerheid de overmachtsclausule en het bepaalde in titel V van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

    Artikel 12

    1. De lidstaten geven een restitutiedocument af na ontvangst van de aanvraag.

    2. Als restitutiedocument gebruiken de lidstaten eigen formulieren die, onverminderd de eisen op grond van andere door de instellingen van de Gemeenschap vastgestelde verordeningen, richtlijnen, beschikkingen of besluiten, ten minste de in lid 3 genoemde gegevens bevatten.

    Wanneer het in lid 1 bedoelde document betrekking heeft op een tussenproduct moeten in het document naast de in lid 3, onder a), b), d), e) en f), genoemde vermeldingen ook de in de aanvraag voor het document, als bedoeld in artikel 10, lid 2, vervatte bijzonderheden worden vermeld.

    3. Het restitutiedocument vermeldt:

    a) de naam en het adres van de titularis van het document;

    b) de dag waarop de aanvraag is ontvangen;

    c) de aard en de hoeveelheid van het te verwerken basisproduct, uitgedrukt in witte suiker, of, wanneer het isoglucose betreft, in droge stof;

    d) de beoogde bestemming van het basisproduct;

    e) de productierestitutie voor witte suiker die geldt op de dag van ontvangst van de aanvraag;

    f) de laatste dag van geldigheid van het document;

    g) de plaats van verwerking.

    Artikel 13

    Voor de toepassing van artikel 10, lid 1, tweede alinea, en van artikel 12, lid 3:

    a) worden als eenzelfde basisproduct beschouwd:

    i) witte suiker van GN-code 1701 99 10; gearomatiseerde suiker of suiker met toegevoegde kleurstoffen van GN-code 1701 91 00; suiker met andere toevoegingen van GN-code 1701 99 90 en sacharosestroop met een zuiverheid van 85 % of meer van de GN-codes 1702 60 95 en 1702 90 99,

    ii) alle ruwe suiker van de GN-codes 1701 11 en 1701 12,

    iii) alle isoglucose van de GN-codes ex 1702 40 10, 1702 60 10 en 1702 90 30,

    iv) de in artikel 2 bedoelde tussenproducten;

    b) mag de vermelding betreffende de bestemming van het basisproduct, op verzoek van en in overleg met de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat, uitsluitend betrekking hebben op het hoofdstuk van de gecombineerde nomenclatuur waartoe het te vervaardigen chemische product of de te vervaardigen chemische producten behoren.

    Artikel 14

    1. Het afgegeven restitutiedocument geeft recht op betaling van de in het document vermelde restitutie:

    a) als het om een tussenproduct gaat, wanneer het in artikel 10, lid 2, eerste alinea, onder b), bedoelde document wordt ingediend binnen de voorgeschreven termijn en na verwerking van dit tussenproduct onder de in het restitutiedocument gestelde voorwaarden;

    b) in alle andere gevallen, na verwerking van het basisproduct onder de in het restitutiedocument gestelde voorwaarden.

    Wanneer de verwerkte hoeveelheid basisproduct of tussenproduct groter is dan de in het restitutiedocument vermelde hoeveelheid, wordt de betrokken extra hoeveelheid, mits deze binnen een limiet van 5 % blijft, als overeenkomstig dit document verwerkt beschouwd, waarbij een recht op betaling van productierestitutie ontstaat over de daarin aangegeven hoeveelheid.

    2. De uit het document voortvloeiende rechten zijn niet overdraagbaar.

    Artikel 15

    Het restitutiedocument is geldig vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag tot en met de vijfde maand volgende op de maand waarin de aanvraag voor productierestitutie is ontvangen.

    Artikel 16

    1. Als zich in de loop van de periode tussen de dag van ontvangst van de aanvraag voor een restitutiedocument en de dag van de verwerking van het basisproduct een wijziging van de in euro uitgedrukte interventieprijs voor witte suiker voor de gebieden zonder tekort voordoet, wordt de betrokken productierestitutie aangepast voor de hoeveelheden basisproduct die na deze wijziging zijn verwerkt.

    2. Voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde aanpassing, moet de bevoegde autoriteit van de lidstaat die het betrokken restitutiedocument afgeeft, op dit document bij afgifte de volgende vermelding aanbrengen: "overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1260/2001 aan te passen voor de hoeveelheden die vanaf de datum van toepassing van de betrokken nieuwe interventieprijs worden verwerkt".

    De aanpassing vindt plaats bij de betaling van de betrokken productierestitutie.

    3. Wanneer het basisproduct witte suiker is, wordt de in lid 1 bedoelde aanpassing verricht door, naar gelang van het geval, de productierestitutie te verhogen of te verlagen met het verschil, uitgedrukt in euro per 100 kg suiker, tussen de interventieprijs voor witte suiker voor de gebieden zonder tekort die geldt op de dag van de ontvangst van de aanvraag voor het document, en de interventieprijs voor witte suiker die geldt op de dag waarop het betrokken basisproduct wordt verwerkt.

    4. Wanneer het basisproduct ruwe suiker van standaardkwaliteit is, wordt de in lid 1 bedoelde aanpassing verricht door, naar gelang van het geval, de productierestitutie te verhogen of te verlagen met het verschil, uitgedrukt in euro per 100 kg suiker, tussen de interventieprijs voor ruwe suiker die geldt op de dag van de ontvangst van de aanvraag voor het document, en de interventieprijs voor ruwe suiker die geldt op de dag waarop het betrokken basisproduct wordt verwerkt.

    5. Indien het rendement van ruwe suiker afwijkt van dat van de definitie van de standaardkwaliteit als bedoeld in punt II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1260/2001, wordt het overeenkomstig lid 4 aangepaste bedrag van de restitutie voor de betaling nogmaals aangepast, door toepassing van het bepaalde in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie(9).

    6. Wanneer het basisproduct sacharosestroop is, wordt de aanpassing vastgesteld overeenkomstig lid 4 en artikel 6.

    7. Wanneer het basisproduct isoglucose is, wordt de aanpassing vastgesteld overeenkomstig lid 4 en wordt zij per 100 kg droge stof van het betrokken product toegepast.

    Artikel 17

    1. De lidstaten wijzen de bevoegde instanties voor de uitvoering van de controle op de verwerking van de basisproducten aan.

    2. De titularis van het restitutiedocument deelt de in lid 1 bedoelde instanties voor controledoeleinden bijtijds de volgende gegevens mee:

    a) zijn naam en adres;

    b) de aard en de hoeveelheid van het te verwerken basisproduct;

    c) de plaats waar de betrokken basisproducten zich op het moment van de mededeling bevinden.

    De lidstaten kunnen aanvullende gegevens verlangen.

    Artikel 18

    Wanneer de basisproducten onder controle staan, mogen de lidstaten de titularis van het restitutiedocument een bedrag van maximaal 80 % van de in het resitutiedocument aangegeven productierestitutie voorschieten.

    Artikel 19

    1. Wanneer de lidstaten een voorschot geven, dienen zij te eisen dat een zekerheid of een als gelijkwaardig erkende garantie wordt gesteld die de terugbetaling van het voorschot, vermeerderd met 5 %, dekt.

    2. De zekerheid wordt vrijgegeven wanneer de verwerking heeft plaatsgevonden onder de in het restitutiedocument vastgestelde voorwaarden, of wanneer het voorschot, vermeerderd met 5 %, is terugbetaald.

    3. Onverminderd het bepaalde in lid 4, wordt het in lid 1 bedoelde terug te betalen bedrag geïnd naar rata van de hoeveelheden basisproduct die niet onder de in het restitutiedocument gestelde voorwaarden zijn verwerkt.

    In dat geval wordt, als het voorschot niet wordt terugbetaald, de zekerheid verbeurd naar rata van het terug te vorderen bedrag.

    4. Wanneer de verwerking als gevolg van omstandigheden die als overmacht moeten worden aangemerkt, niet kan plaatsvinden onder de in het restitutiedocument vastgestelde voorwaarden, en wanneer er een verzoek voorligt om deze omstandigheden in aanmerking te nemen, stelt de betrokken lidstaat de maatregelen vast die hij in verband met de aangevoerde omstandigheid nodig acht.

    Artikel 20

    Nadat de betrokkene de bevoegde instantie heeft meegedeeld voor de vervaardiging van welk chemisch product het basisproduct is gebruikt, wordt de productierestitutie of, wanneer reeds een voorschot is gegeven, het verschil tussen het voorgeschoten bedrag en de productierestitutie, betaald:

    a) nadat is vastgesteld dat de basisproducten onder de in het restitutiedocument gestelde voorwaarden zijn verwerkt;

    b) uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op die waarin is vastgesteld dat de verwerking heeft plaatsgevonden.

    Artikel 21

    De productierestitutie wordt betaald voor de verwerkte hoeveelheid basisproduct of tussenproduct, doch maximaal het in artikel 14, lid 1, tweede alinea, vastgestelde maximum.

    Het bedrag van de per 100 kg verwerkt tussenproduct toegekende productierestitutie is gelijk aan de productierestitutie voor 100 kg witte suiker op de dag van ontvangst van de aanvraag, vermenigvuldigd met de in bijlage II vastgestelde coëfficiënt voor het betrokken tussenproduct, nadat deze coëfficiënt in voorkomend geval aan de hand van het drogestofgehalte is aangepast door toepassing van de in bijlage II bepaalde met de coëfficiënt corresponderende formule.

    Artikel 22

    Verordening (EEG) nr. 1729/78 wordt ingetrokken.

    Verordening (EEG) nr. 1729/78 blijft evenwel van toepassing op de verwerking waarvoor een productierestitutieaanvraag is ingediend vóór de datum van toepassing van deze verordening.

    Artikel 23

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2001.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 27 juni 2001.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

    (2) PB L 158 van 9.6.1982, blz. 17.

    (3) PB L 53 van 24.2.1994, blz. 7.

    (4) PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112.

    (5) PB L 9 van 15.1.1999, blz. 8.

    (6) PB L 201 van 25.7.1978, blz. 26.

    (7) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 38.

    (8) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.

    (9) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16.

    BIJLAGE I

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top