EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R0245

Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie van 5 februari 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep

PB L 35 van 6.2.2001, p. 18–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/06/2008; opgeheven door 32008R0507

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/245/oj

32001R0245

Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie van 5 februari 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep

Publicatieblad Nr. L 035 van 06/02/2001 blz. 0018 - 0027


Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie

van 5 februari 2001

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep(1), en met name op artikel 9,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro(2), en met name op artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 zijn onder meer maatregelen voor de interne markt in de sector vezelvlas en -hennep vastgesteld die voorzien in de toekenning van steun aan de erkende eerste verwerkers van vlas- en hennepstro of aan de landbouwers die het stro voor eigen rekening laten verwerken, voor welke maatregelen uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld.

(2) Bepaald dienen te worden enerzijds de voorwaarden voor erkenning van de eerste verwerkers, en anderzijds de verplichtingen van de landbouwers die het stro voor eigen rekening laten verwerken. Tevens moet nader worden aangegeven welke essentiële gegevens dienen te worden vermeld in het aankoop-verkoopcontract voor het stro, de verwerkingsverbintenis en het contract voor loonverwerking als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1673/2000.

(3) Sommige eerste verwerkers van vlasstro produceren hoofdzakelijk lange vlasvezels, maar als bijproduct ook korte vlasvezels met een hoog percentage onzuiverheden en scheven. Omdat zij niet over geschikte apparatuur voor de schoning van dit bijproduct beschikken, laten zij een loonschoning van de korte vezels uitvoeren door een ander bedrijf. Onder de bovenbedoelde omstandigheden dient de loonschoning te worden beschouwd als een verrichting van de erkende eerste verwerker die de korte vlasvezels produceert. Bijgevolg moeten de voorwaarden worden vastgesteld waaraan de betrokken bedrijven moeten voldoen, vooral met het oog op de controles.

(4) Om te waarborgen dat de betrokken producten voor de steun in aanmerking komen, is het noodzakelijk dat de met vezelvlas of -hennep beteelde oppervlakten waarvan het verwerkte stro afkomstig is, kunnen worden geïdentificeerd met behulp van het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1593/2000(4). Daartoe dient een verband te worden gelegd tussen het voor de verwerkingssteun in aanmerking komende stro en de oppervlakten waarvoor voor het betrokken verkoopseizoen de steunaanvraag "oppervlakten" als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2721/2000(6), is ingediend.

(5) Om een goed administratief beheer mogelijk te maken en zich tegelijk aan de specifieke omstandigheden op de vlas- en hennepmarkten aan te passen, is het wenselijk de periode te omschrijven waarin het stro van vezelvlas en -hennep mag worden verwerkt en in voorkomend geval in de handel mag worden gebracht.

(6) Voor het geval dat de lidstaat besluit de steun toe te kennen voor korte vlasvezels of hennepvezels met een hoger percentage onzuiverheden en scheven dan 7,5 %, dient te worden gepreciseerd op welke wijze de berekening moet worden uitgevoerd om de geproduceerde hoeveelheid te verlagen tot een overeenkomstige hoeveelheid met slechts 7,5 % onzuiverheden en scheven.

(7) Om de goede werking van het stabilisatiemechanisme te vergemakkelijken dient te worden bepaald dat de hoeveelheden vezels waarvoor de verwerkingssteun voor een verkoopseizoen kan worden toegekend, worden beperkt tot de uitkomst van de vermenigvuldiging van het aantal onder een contract of verwerkingsverbintenis vallende hectaren met een hoeveelheid per hectare. Deze hoeveelheid per hectare moet door de lidstaat worden bepaald op basis van de vastgestelde gegarandeerde nationale hoeveelheden en de beteelde hectaren.

(8) Gezien de veranderingen in omvang die de gegarandeerde nationale hoeveelheden kunnen ondergaan als gevolg van de flexibiliteit waarin artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1673/2000 voorziet, dienen de nadere regels te worden aangegeven om die gegarandeerde nationale hoeveelheden voor elk verkoopseizoen te kunnen vaststellen, zulks echter met inachtneming van de aanpassingen die eventueel nodig zullen zijn om een passende verdeling van de gegarandeerde nationale hoeveelheden over de begunstigden van de verwerkingssteun mogelijk te maken.

(9) De verwerkingssteun kan slechts worden toegekend als een van de contracten of de verbintenis als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1673/2000 is gesloten of aangegaan. Voorts moeten de overdrachten tussen gegarandeerde nationale hoeveelheden en de hoeveelheden per hectare tijdig door de lidstaat worden vastgesteld op basis van de onder een contract of verbintenis vallende oppervlakten. Voorgeschreven dient te worden dat de betrokkenen de relevante gegevens over deze contracten of verbintenissen aan het begin van de verwerkingsactiviteiten aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat moeten verstrekken. Om enige flexibiliteit voor de betrokken handel mogelijk te maken, dienen beperkte mogelijkheden voor het overdragen van de contracten tussen erkende eerste verwerkers te worden geboden.

(10) Om een goed beheer van de steunregeling mogelijk te maken, dient te worden aangegeven welke gegevens de betrokkenen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat moeten verstrekken en welke gegevens de lidstaten op hun beurt aan de Commissie moeten meedelen.

(11) Voor het beheer van een regeling waarbij het gaat om steun die wordt toegekend op basis van de gedurende een periode van 22 maanden geproduceerde hoeveelheden vezels, is het dienstig te bepalen dat aan het begin van de verwerkingsactiviteiten voor een verkoopseizoen een steunaanvraag moet worden ingediend voor de vezels die zullen worden verkregen en waarvan de hoeveelheden vervolgens periodiek zullen worden meegedeeld.

(12) Wegens de mogelijke aanpassingen van de gegarandeerde nationale hoeveelheden en van de hoeveelheden per hectare zullen de totale hoeveelheden vezels waarvoor de steun kan worden toegekend, pas na afloop van de verwerkingsactiviteiten bekend zijn. Daarom moet worden bepaald dat aan de erkende eerste verwerkers voorschotten op de steun kunnen worden uitgekeerd op basis van de hoeveelheden vezels die periodiek worden verkregen. Om te garanderen dat bij geconstateerde onregelmatigheden de verschuldigde bedragen worden betaald, dient de uitkering van die voorschotten afhankelijk te worden gesteld van het stellen van een zekerheid. Die zekerheden moeten in overeenstemming zijn met sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1932/1999(8).

(13) De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde aanvullende steun wordt slechts toegekend voor de oppervlakten waarvan de stroproductie in aanmerking is genomen voor steun bij de verwerking tot lange vlasvezels. Het is derhalve dienstig een minimumopbrengst aan lange vezels per onder een contract of verbintenis vallende hectare vast te stellen om te kunnen aangeven in welke gevallen aan die voorwaarde is voldaan.

(14) Een systeem van administratrieve controles en controles ter plaatse is onmisbaar om de regelmatigheid van de verrichtingen te waarborgen. Gepreciseerd dient te worden welke essentiële elementen moeten worden geverifieerd, en ook dient het minimumaantal controles ter plaatse dat per verkoopseizoen moet worden verricht, te worden vastgesteld.

(15) Bepaald dient te worden welke consequenties eventueel geconstateerde onregelmatigheden zullen hebben. Deze consequenties moeten voldoende afschrikkingseffect sorteren om elk onwettig gebruik van de communautaire steun te voorkomen, en moeten tegelijk aan het proportionaliteitsbeginsel voldoen.

(16) Opdat het tijdstip waarop de vezels worden verkregen, dicht genoeg zal liggen bij het ontstaansfeit dat de voor de voorschotten en de verwerkingssteun te gebruiken wisselkoers bepaalt, moet dit ontstaansfeit plaatsvinden op de laatste dag van elk van de perioden waarvoor de verkregen hoeveelheden vezels moeten worden meegedeeld.

(17) Om een harmonische overgang naar de nieuwe regeling te vergemakkelijken, zijn voor het verkoopseizoen 2001/2002 overgangsbepalingen nodig met betrekking tot de verlening van de erkenning aan eerste verwerkers. Met name is het ter voorkoming van misbruik nodig dat de bevoegde autoriteiten op de hoogte zijn van de precieze hoeveelheden die bij het van toepassing worden van de nieuwe steunregeling in voorraad zijn, zodat in een specifieke mededeling hierover door de betrokkenen dient te worden voorzien.

(18) Bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 is met ingang van het verkoopseizoen 2001/2002 een nieuwe gemeenschappelijke marktordening in de sector vezelvlas en -hennep ingesteld en zijn met ingang van 1 juli 2001 de verordeningen van de Raad betreffende de tot en met het verkoopseizoen 2000/2001 voor deze sector geldende gemeenschappelijke marktordening ingetrokken. Bijgevolg dienen met ingang van het verkoopseizoen 2001/2002 te worden ingetrokken Verordening (EEG) nr. 1215/71 van de Commissie van 10 juni 1971 houdende nadere regelen met betrekking tot de kaderbepalingen voor verkoopcontracten voor strovlas en hennepstro(9), Verordening (EEG) nr. 1523/71 van de Commissie van 16 juli 1971 met betrekking tot het verstrekken van mededelingen tussen de lidstaten en de Commissie in de sector vlas en hennep(10), Verordening (EEG) nr. 1524/71 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen inzake de steun voor de particuliere opslag van vlas- en hennepvezels(11), Verordening (EEG) nr. 1164/89 van de Commissie van 28 april 1989 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep(12), Verordening (EEG) nr. 1784/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten voor de steun voor vezelvlas(13) en Verordening (EG) nr. 452/1999 van de Commissie van 1 maart 1999 tot vaststelling van de voor de toekenning van productiesteun voor vezelvlas en hennep in acht te nemen minimumopbrengst(14).

(19) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening bevat uitvoeringsbepalingen voor de bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 vastgestelde gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

In deze verordening:

- wordt verstaan onder "met een verwerker gelijkgestelde teler": een landbouwer die overeenkomstig artikel 2, lid 1, derde alinea, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 met een erkende eerste verwerker een contract voor loonverwerking heeft gesloten ter verkrijging van vezels uit stro waarvan hij de eigenaar is;

- worden de volgende drie typen vezels onderscheiden:

a) "lange vlasvezels": door een volledige scheiding van de vezels en de houtige bestanddelen van de stengel verkregen vlasvezels die bij het verlaten van de zwingelinrichting bestaan uit technische vezels met een gemiddelde lengte van ten minste 50 cm die evenwijdig liggen in een bundel, laag of lint;

b) "korte vlasvezels": andere vlasvezels dan de onder a) bedoelde vezels, die zijn verkregen door een op zijn minst gedeeltelijke scheiding van de vezels en de houtige bestanddelen van de stengel;

c) "hennepvezels": hennepvezels die zijn verkregen door een op zijn minst gedeeltelijke scheiding van de vezels en de houtige bestanddelen van de stengel.

Artikel 3

Erkenning van eerste verwerkers

1. Om te worden erkend moet een eerste verwerker bij de bevoegde autoriteit een aanvraag indienen waarin ten minste zijn opgenomen:

a) een beschrijving van de onderneming en van het volledige scala van de producten die er door verwerking van vlas- en hennepstro worden verkregen;

b) een beschrijving van de verwerkingsinstallaties en -machines met vermelding van de locatie ervan en van de technische specificaties betreffende:

- het energieverbruik ervan en de maximumhoeveelheden vlas- en hennepstro die per uur en per jaar kunnen worden verwerkt,

- de maximumhoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels die per uur en per jaar kunnen worden verkregen,

- de indicatieve hoeveelheden vlas- en hennepstro die nodig zijn om 100 kg van elk van de onder a) bedoelde producten te produceren;

c) een beschrijving van de opslaginrichtingen met vermelding van de locatie en de opslagcapaciteit in tonnen stro en vezels van vlas of hennep.

Eerste verwerkers die voor het verkoopseizoen 2000/2001 zijn erkend op grond van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 619/71 van de Raad(15), kunnen door de lidstaat worden vrijgesteld van het verstrekken van de reeds beschikbare gegevens op voorwaarde dat de betrokken eerste verwerker verklaart dat die gegevens ongewijzigd zijn.

2. In de erkenningsaanvraag is een verbintenis opgenomen om vanaf de datum van indiening van de aanvraag:

- te zullen zorgen voor een gescheiden bewaring, per verkoopseizoen waarin de oogst van het betrokken stro wordt afgezet en per lidstaat waar dit stro is geoogst, van de voorraden vlasstro, hennepstro, lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels die corresponderen:

a) met het totaal van de aankoop-verkoopcontracten en verwerkingsverbintenissen,

b) met elk van de contracten voor loonverwerking die met met een verwerker gelijkgestelde telers zijn gesloten,

c) met het totaal van de andere leveranciers en, in voorkomend geval, met de partijen vezels die worden verkregen uit stro dat bij het onder a) bedoelde stro is ingedeeld, maar die niet voor een steunaanvraag zijn bestemd;

- te zullen zorgen voor een dagelijkse bijwerking van een regelmatig met de financiële boekhouding in verband gebrachte voorraadboekhouding en een documentatie die in overeenstemming zijn met het bepaalde in lid 4, alsmede de door de lidstaat met het oog op de controles voorgeschreven bewijsstukken te zullen bewaren;

- de bevoegde autoriteit in kennis te zullen stellen van elke verandering van de in lid 1 bedoelde gegevens;

- medewerking te zullen verlenen aan elke controle die in het kader van de toepassing van de bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 vastgestelde steunregeling wordt verricht.

3. Na controle ter plaatse om na te gaan of de in lid 1 bedoelde gegevens in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, verleent de bevoegde autoriteit de eerste verwerker een erkenning voor de typen vezels die kunnen worden geproduceerd onder de voorwaarden om voor de steun in aanmerking te komen, en kent zij hem een erkenningsnummer toe.

De erkenning wordt verleend binnen twee maanden na de maand waarin de aanvraag is ingediend.

In geval van een wijziging van een of meer van de in lid 1 bedoelde gegevens gaat de bevoegde autoriteit, zo nodig na controle ter plaatse, in de maand na die waarin kennis van de verandering is gegeven, over tot bevestiging of aanpassing van de erkenning. Aanpassing van de typen vezels waarvoor de erkenning wordt verleend, kan evenwel eerst met ingang van het volgende verkoopseizoen plaatsvinden.

4. In het kader van de erkenning van een eerste verwerker voor lange vlasvezels en tegelijk voor korte vlasvezels kan de lidstaat, indien hij de omstandigheden voor controle bevredigend acht, op de in dit lid bepaalde voorwaarden toestemming verlenen voor loonschorsing van de korte vlasvezels om het in artikel 2, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde maximum aan onzuiverheden en scheven in acht te nemen.

In dit geval maakt de eerste verwerker in zijn in lid 1 bedoelde aanvraag om erkenning zijn voornemen om van het bepaalde in dit lid gebruik te maken kenbaar.

De toestemming kan slechts worden verleend voor een enkele schoner van korte vlasvezels per erkende eerste verwerker en per verkoopseizoen.

Voor elk verkoopseizoen legt de erkende eerste verwerker vóór 1 februari aan de bevoegde autoriteit een contract voor loonschorsing over waarin ten minste zijn opgenomen:

a) de datum waarop het contract is gesloten, en het verkoopseizoen waarop de oogst van het stro waaruit de vezels worden verkregen, betrekking heeft;

b) het erkenningsnummer van de eerste verwerker en, wat de schoner van korte vlasvezels betreft, naam, firmanaam, adres en locatie van de installaties;

c) de vermelding dat de schoner van korte vlasvezels zich ertoe verbindt:

i) te zullen zorgen voor een gescheiden bewaring, per contract voor loonschorsing, van de voorraden geschoonde en niet-geschoonde korte vlasvezels;

ii) een dagelijkse voorraadboekhouding te zullen bijhouden waarin, afzonderlijk voor elk contract voor loonschorsing, aantekening wordt gehouden van de binnengekomen hoeveelheden niet-geschoonde korte vlasvezels en de verkregen hoeveelheden geschoonde korte vlasvezels, alsmede van de respectieve hoeveelheden in voorraad;

iii) de door de lidstaat met het oog op de controles voorgeschreven bewijsstukken te zullen bewaren en medewerking te zullen verlenen aan elke controle die in het kader van de toepassing van deze verordening wordt verricht.

De in de vorige alinea, onder c), bedoelde verbintenis van de schoner wordt beschouwd als een verbintenis van de eerste verwerker in het kader van zijn erkenning.

5. De voorraadboekhouding van de erkende eerste verwerkers bevat per dag en voor elk van de categorieën stro en elk van de typen vezels waarvan de voorraden gescheiden worden bewaard, een opgave van:

a) de hoeveelheden die in de onderneming zijn binnengekomen voor elk van de contracten of verbintenissen als bedoeld in artikel 5 en in voorkomend geval elk van de andere leveranciers;

b) de verwerkte hoeveelheden stro en de verkregen hoeveelheden vezels;

c) een schatting van en een verklaring voor de verliezen en de vernietigde hoeveelheden;

d) de hoeveelheden die de onderneming hebben verlaten, uitgesplitst naar ontvanger;

e) de stand van de voorraden per opslaginrichting.

Voor het stro en de vezels die de onderneming zijn binnengekomen of hebben verlaten en die niet onder een contract of verbintenis als bedoeld in artikel 5 vallen, moet de erkende eerste verwerker voor elke partij beschikken over een leverings- of overnameattest van de betrokken leverancier of ontvanger dan wel over welk ander gelijkwaardig document dan ook dat door de lidstaat wordt aanvaard. De erkende eerste verwerker bewaart voor elk van de betrokken leveranciers en ontvangers informatie die hun naam, firmanaam en adres bevat.

Artikel 4

Verplichtingen van een met een verwerker gelijkgestelde teler

Een met een verwerker gelijkgestelde teler moet:

a) beschikken over een contract voor loonverwerking dat met een erkende eerste verwerker is gesloten voor lange vlasvezels, korte vlasvezels en/of hennepvezels;

b) een register bijhouden waarin vanaf het begin van het betrokken verkoopseizoen voor elke betrokken dag worden opgetekend:

- voor elk contract voor loonverwerking, de verkregen hoeveelheden stro van vezelvlas of -hennep en die welke zijn geleverd,

- de verkregen hoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en/of hennepvezels,

- de verkochte of overgedragen hoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en/of hennepvezels, met vermelding van de naam en het adres van de ontvanger;

c) de door de lidstaat met het oog op de controles voorgeschreven bewijsstukken bewaren; en

d) zich ertoe verbinden medewerking te zullen verlenen aan elke controle die in het kader van de toepassing van deze steunregeling wordt verricht.

Artikel 5

Contracten

1. Het aankoop-verkoopcontract voor het stro, de verwerkingsverbintenis en het contract voor loonverwerking als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bevatten ten minste de volgende gegevens:

a) de datum waarop het contract is gesloten of de verbintenis is aangegaan, en het verkoopseizoen waarop de oogst betrekking heeft;

b) het erkenningsnummer van de eerste verwerker, het identificatienummer van de landbouwer in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3508/92 en naam en adres van de eerste verwerker en van de landbouwer;

c) de identificatie van het betrokken perceel of de betrokken percelen landbouwgrond volgens het identificatiesysteem voor de percelen landbouwgrond in het kader van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem;

d) de betrokken oppervlakten met vezelvlas, respectievelijk vezelhennep.

2. Vóór 1 januari van het betrokken verkoopseizoen kan het aankoop-verkoopcontract voor het stro of het contract voor loonverwerking aan een andere erkende eerste verwerker dan die welke oorspronkelijk het contract heeft gesloten, worden overgedragen door middel van de ondertekende goedkeuring van de landbouwer en van de overdragende en de overnemende erkende eerste verwerker.

Na 1 januari van het betrokken verkoopseizoen kan de in de eerste alinea bedoelde overdracht van de contracten slechts plaatsvinden indien zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die naar behoren worden aangetoond, en nadat de lidstaat er toestemming voor heeft verleend.

Artikel 6

Door de betrokkenen te verstrekken gegevens

1. De erkende eerste verwerkers en de met een verwerker gelijkgestelde telers dienen vóór de door de lidstaat vastgestelde datum en uiterlijk op 20 september na het begin van het betrokken verkoopseizoen het volgende bij de bevoegde autoriteit in:

- de lijst voor dat verkoopseizoen, afzonderlijk voor vlas en voor hennep, van de aankoop-verkoopcontracten, verwerkingsverbintenissen en contracten voor loonverwerking als bedoeld in artikel 5, in welke lijst voor elk daarvan het identificatienummer van de landbouwer in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de desbetreffende percelen zijn vermeld, en

- een aangifte van de totale oppervlakten vlas en de totale oppervlakten hennep waarop de aankoop-verkoopcontracten, de verwerkingsverbintenissen en de contracten voor loonverwerking betrekking hebben.

De lidstaat kan evenwel in plaats van de in de eerste alinea, eerste streepje, bedoelde lijst een kopie van elk van de betrokken documenten verlangen.

In het geval dat bepaalde contracten of verwerkingsverbintenissen betrekking hebben op oppervlakten in een andere lidstaat dan die waar de eerste verwerker is erkend, worden voor de desbetreffende oppervlakten de in de eerste alinea bedoelde gegevens door de belanghebbende tevens meegedeeld aan de lidstaat waar de oogst heeft plaatsgevonden.

2. Voor de eerste periode van zes maanden van het verkoopseizoen en vervolgens per periode van vier maanden doen de erkende eerste verwerkers en de met een verwerker gelijkgestelde telers vóór het einde van de daaropvolgende maand voor elk van de categorieën waarvan de voorraden gescheiden worden bewaard, aan de bevoegde autoriteit aangifte van:

a) de geproduceerde hoeveelheden vezels waarvoor de steun wordt aangevraagd;

b) de geproduceerde hoeveelheden andere vezels;

c) de gecumuleerde totale hoeveelheid in de onderneming binnengebracht stro;

d) de stand van de voorraden;

e) in voorkomend geval, een overeenkomstig lid 1, eerste streepje, opgestelde lijst van de aankoop-verkoopcontracten voor het stro die overeenkomstig artikel 5, lid 2, eerste alinea, zijn overgedragen, met vermelding van de naam van de overnemer en van de overdrager.

Voor elk van de betrokken perioden legt een met een verwerker gelijkgestelde teler samen met de in de vorige alinea bedoelde aangifte het bewijsmateriaal over waaruit blijkt dat de vezels waarvoor de steun wordt aangevraagd, in de handel zijn gebracht. Dit bewijsmateriaal wordt door de lidstaat bepaald en omvat op zijn minst kopieën van de verkoopfacturen voor de vlas- en hennepvezels alsmede een certificaat van de erkende eerste verwerker die het stro heeft verwerkt, waarin de verkregen hoeveelheden en typen vezels worden bevestigd.

In het geval dat de aanvoerverrichtingen, uitslagverrichtingen en verwerkingen voor een verkoopseizoen definitief zijn beëindigd, kunnen de erkende eerste verwerker en de met een verwerker gelijkgestelde teler de in dit lid bedoelde serie aangiften onderbreken na de lidstaat daarvan in kennis te hebben gesteld.

3. Vóór 1 mei volgende op het betrokken verkoopseizoen delen de erkende eerste verwerkers de bevoegde autoriteit de belangrijkste gebruiksdoeleinden mee waarvoor de verkregen vezels en andere producten zijn bestemd.

Artikel 7

Recht op de steun

1. Voor de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde steun voor de verwerking van vlas- en hennepstro komen uitsluitend vlas- of hennepvezels in aanmerking die:

- afkomstig zijn van stro dat valt onder een aankoop-verkoopcontract, een verwerkingsverbintenis of een contract voor loonverwerking zoals bedoeld in artikel 5 voor met vezelvlas of -hennep beteelde percelen waarvoor voor het betrokken verkoopseizoen een steunaanvraag "oppervlakten" als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3887/92 is ingediend, en

- vóór 1 mei volgende op het einde van het betrokken verkoopseizoen door een erkende eerste verwerker zijn verkregen en, in het geval van een met een verwerker gelijkgestelde teler, vóór de genoemde datum in de handel zijn gebracht.

2. In het geval dat de lidstaat overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 besluit de steun toe te kennen voor korte vlasvezels of hennepvezels die maximaal een bepaald percentage onzuiverheden en scheven bevatten dat hoger is dan 7,5 %, wordt de hoeveelheid "Q" waarvoor de steun wordt toegekend berekend volgens de formule

>PIC FILE= "L_2001035NL.002301.EPS">

waarin "P" overeenkomt met de verkregen hoeveelheid in aanmerking komende vezels die een percentage onzuiverheden en scheven bevat dat niet hoger is dan het toegestane percentage "x".

Artikel 8

Gegarandeerde nationale hoeveelheden

1. Vóór 16 november wordt voor het lopende verkoopseizoen de in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde verdeling van 5000 ton korte vlasvezels en hennepvezels in gegarandeerde nationale hoeveelheden uitgevoerd op basis van de volgende gegevens die de betrokken lidstaten vóór 16 oktober aan de Commissie meedelen:

- de oppervlakten die vallen onder een aankoop-verkoopcontract, een verwerkingsverbintenis of een contract voor loonverwerking dat of die overeenkomstig artikel 6 is meegedeeld, en

- een schatting van de opbrengsten aan stro en vezels van vlas en hennep.

2. Ten behoeve van de vaststelling van de nationale hoeveelheden waarvoor de bedragen aan verwerkingssteun voor een verkoopseizoen kunnen worden toegekend, bepalen de lidstaten vóór 1 januari van het betrokken verkoopseizoen de overdrachten van gegarandeerde nationale hoeveelheden overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1673/2000.

Met het oog op de toepassing van lid 4 kan de lidstaat de overgedragen hoeveelheden evenwel vóór 1 augustus volgende op de bij artikel 7, lid 1, tweede streepje, vastgestelde uiterste datum aanpassen.

3. Met het oog op de toepassing van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 wordt de hoeveelheid lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels waarvoor voor een verkoopseizoen de verwerkingssteun kan worden toegekend aan een erkende eerste verwerker of aan een met een verwerker gelijkgestelde teler, beperkt tot het aantal hectaren van de onder een aankoop-verkoopcontract of verwerkingsverbintenis dan wel een contract voor loonverwerking vallende percelen, vermenigvuldigd met een vast te stellen hoeveelheid per hectare.

De lidstaat stelt vóór 1 januari van het lopende verkoopseizoen voor zijn hele grondgebied en voor elk van de betrokken drie typen vezels de in de eerste alinea bedoelde hoeveelheid per hectare vast.

4. In het geval dat voor bepaalde erkende eerste verwerkers of bepaalde met een verwerker gelijkgestelde telers de voor de steun in aanmerking komende hoeveelheden vezels kleiner zijn dan de limieten die op grond van lid 3 voor hen gelden, kan de lidstaat, na alle in artikel 6, lid 2, onder a), bedoelde aangiften voor het betrokken verkoopseizoen te hebben ontvangen, de in lid 3 bedoelde hoeveelheden per hectare zo verhogen dat de beschikbare hoeveelheden worden herverdeeld over de overige erkende eerste verwerkers of met een verwerker gelijkgestelde telers wier voor de steun in aanmerking komende hoeveelheden hun eigen limieten overschrijden.

5. De Commissie maakt de overeenkomstig artikel 15 door de lidstaten meegedeelde gegevens over de in lid 2 bedoelde hoeveelheden en de in de leden 3 en 4 bedoelde hoeveelheden per hectare bekend in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 9

Steunaanvraag

1. Om de steun voor de verwerking van het stro te ontvangen dient een erkende eerste verwerker bij de bevoegde autoriteit een steunaanvraag in voor de lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels die vóór de bij artikel 7, lid 1, tweede streepje, vastgestelde uiterste datum zullen worden geproduceerd uit stro van het betrokken verkoopseizoen. De aanvraag wordt uiterlijk op de in artikel 6, lid 1, bedoelde datum ingediend.

In het geval dat de verkregen vezels gedeeltelijk afkomstig zullen zijn van stro dat is geproduceerd in een andere lidstaat dan die waar de eerste verwerker is erkend, wordt de steunaanvraag ingediend bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het stro is geoogst, en wordt een kopie ervan toegezonden aan de lidstaat waar de eerste verwerker is erkend.

2. Om de steun voor de verwerking van het stro te ontvangen dient een met een verwerker gelijkgestelde teler bij de bevoegde autoriteit een steunaanvraag in voor de lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels die vóór de bij artikel 7, lid 1, tweede streepje, vastgestelde uiterste datum uit stro van het betrokken verkoopseizoen zullen worden geproduceerd en in de handel zullen worden gebracht. De aanvraag wordt uiterlijk op de in artikel 6, lid 1, bedoelde datum ingediend.

3. De steunaanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:

- naam, adres en handtekening van de aanvrager alsmede, naar gelang van het geval, het erkenningsnummer van de eerste verwerker of het identificatienummer van de met een verwerker gelijkgestelde teler in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem,

- de vermelding dat voor de hoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels waarvoor de steun wordt aangevraagd, de in artikel 6, lid 2, onder a), bedoelde aangiften zullen worden gedaan.

Voor de toekenning van de steun maken de in artikel 6, lid 2, onder a), bedoelde aangiften een integrerend deel van de steunaanvraag uit.

Artikel 10

Steunvoorschot

1. In het geval dat de in artikel 6, lid 2, onder a), bedoelde aangifte van de geproduceerde vezels vergezeld gaat van een verzoek om een voorschot, wordt het voorschot aan de erkende eerste verwerker uitgekeerd vóór het einde van de maand volgende op die waarin de aangifte is ingediend, voorzover overeenkomstig artikel 9 een steunaanvraag is ingediend. Onverminderd de in artikel 8, lid 3, bedoelde limiet, is het voorschot gelijk aan 80 % van de steun voor de aangegeven hoeveelheden vezels.

2. Het voorschot wordt slechts uitbetaald indien in het kader van de in artikel 13 bedoelde controles geen enkele onregelmatigheid van de aanvrager voor het betrokken verkoopseizoen is geconstateerd en een zekerheid is gesteld die gelijk is aan 110 % van het voorschotbedrag.

De zekerheid wordt vrijgegeven:

- voor 75 % zes maanden na de uitkering van het voorschot en

- volledig tussen de eerste en de tiende dag na die waarop de steun is toegekend.

Evenwel wordt

- in geval van loonschoning van de korte vlasvezels, de desbetreffende zekerheid tussen de eerste en de tiende dag na die waarop de steun is toegekend, vrijgegeven naar gelang van de hoeveelheden waarvoor de lidstaat de verwerkingssteun heeft toegekend;

- in het geval dat onregelmatigheden zijn geconstateerd, het totaalbedrag van de zekerheden die voor de betrokken erkende eerste verwerker voor het betrokken verkoopseizoen beschikbaar zijn, tussen de eerste en de tiende dag na die waarop de steun is toegekend, vrijgegeven naar gelang van de totale hoeveelheden waarvoor de lidstaat de verwerkingssteun heeft toegekend.

3. Artikel 3 en de titels II, III en VI van Verordening (EEG) nr. 2220/85 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde zekerheden.

Artikel 11

Aanvullende steun

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde aanvullende steun wordt aan de erkende eerste verwerker die Lange vlasvezels produceert, toegekend voor de oppervlakten die in de in de bijlage bij die verordening genoemde gebieden liggen en vallen onder de overeenkomstig artikel 6, lid 1, meegedeelde aankoop-verkoopcontracten en verbintenissen.

De oppervlakte waarvoor de aanvullende steun wordt toegekend, wordt evenwel beperkt tot een maximum dat gelijk is aan de hoeveelheid lange vlasvezels waarvoor aan de voorwaarden voor het recht op de verwerkingssteun is voldaan en die uit hoofde van het betrokken verkoopseizoen zijn verkregen, gedeeld door een opbrengst van 680 kg lange vlasvezels per hectare.

Artikel 12

Betaling van de steun

1. De verwerkingssteun en, in voorkomend geval, de aanvullende steun worden toegekend nadat alle voorgeschreven controles zijn verricht en voor het betrokken verkoopseizoen de definitieve in aanmerking komende hoeveelheden vezels zijn bepaald.

2. De verwerkingssteun en, in voorkomend geval, de aanvullende steun worden vóór 1 augustus volgende op de bij artikel 7, lid 1, tweede streepje, vastgestelde uiterste datum uitgekeerd door de lidstaat op het grondgebied waarvan het vlas- of hennepstro is geoogst.

Artikel 13

Controles

1. De controles worden zo verricht dat de inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de steun wordt gewaarborgd, en omvatten met name:

- verificatie van de nakoming van de voorwaarden voor erkenning van de eerste verwerkers en van de verplichtingen van de met een verwerker gelijkgestelde telers,

- vergelijking van de gegevens over de percelen landbouwgrond die in de aankoop-verkoopcontracten, de verwerkingsverbintenissen en de contracten voor loonverwerking zijn vermeld, met die welke uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1251/1999 zijn geconstateerd,

- verificatie van het bewijsmateriaal voor de hoeveelheden waarvoor de erkende eerste verwerkers en de met een verwerker gelijkgestelde telers de steun aanvragen.

De controles die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat bij een erkende eerste verwerker worden verricht, hebben betrekking op de verwerking van al het in de Gemeenschap geproduceerde stro van vezelvlas of -hennep.

2. De verificaties ter plaatse voor de in lid 1 bedoelde controledoeleinden worden door de bevoegde autoriteit, met name op basis van een risicoanalyse, zo bepaald dat voor elk verkoopseizoen ten minste 75 % van de erkende eerste verwerkers en 10 % van de met een verwerker gelijkgestelde telers worden gecontroleerd. Het aantal controles ter plaatse in een lidstaat mag echter in geen geval kleiner zijn dan de uitkomst van de deling door 750 van de totale oppervlakte vlas en hennep in hectaren in die lidstaat.

De verificaties ter plaatse betreffen eveneens alle schoners van korte vlasvezels die contracten voor loonschoning met erkende eerste verwerkers hebben gesloten.

3. De controles ter plaatse omvatten met name een onderzoek van:

- de installaties, de voorraden en de verkregen vezels,

- de voorraad- en financiële boekhoudingen,

- het energieverbruik van de verschillende productiemiddelen en de documenten betreffende de ingeschakelde arbeidskrachten, en

- alle voor de controle nuttige handelsdocumenten.

In geval van twijfel betreffende de vraag of de vezels voor de steun in aanmerking komen, en met name betreffende het gehalte aan onzuiverheden van de korte vlasvezels of de hennepvezels, wordt uit de aan twijfel onderhevige partijen een representatief monster genomen en worden de betrokken kenmerken nauwkeurig bepaald. In voorkomend geval bepaalt de lidstaat aan de hand van de situatie welke betrokken hoeveelheden van alle hoeveelheden waarvoor de steun is aangevraagd, niet voor de steun in aanmerking komen.

In het in artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde geval deelt de lidstaat die de controle verricht, de resultaten van die controle onverwijld mee aan de lidstaat die de steun moet uitkeren.

Artikel 14

Sancties

1. Indien bij de controle blijkt dat de in de erkenningsaanvraag aangegane verbintenissen niet worden nageleefd, wordt de erkenning onverwijld ingetrokken en kan aan de eerste verwerker wiens erkenning is ingetrokken, in afwijking van artikel 3, lid 3, niet vóór het tweede verkoopseizoen dat begint na de datum van de controle of van de constatering dat die verbintenissen niet worden nageleefd, een nieuwe erkenning worden verleend.

2. Is opzettelijk of door grove nalatigheid een onjuiste aangifte gedaan of zijn door de eerste verwerker aankoop-verkoopcontracten voor het stro gesloten of verwerkingsverbintenissen aangegaan voor een aantal hectaren dat onder normale omstandigheden een beduidend grotere productie zou opleveren dan die welke volgens de in zijn erkenning vermelde technische specificaties kan worden verwerkt, dan wordt de erkende eerste verwerker of de met een verwerker gelijkgestelde teler voor het betrokken verkoopseizoen en voor het daaropvolgende verkoopseizoen uitgesloten van toepassing van de regeling inzake verwerkingssteun en, in voorkomend geval, van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde regeling inzake aanvullende steun.

3. Wanneer voor één van de in artikel 6, lid 2, bedoelde perioden wordt geconstateerd dat de hoeveelheden Iange vlasvezels, korte vlasvezels of hennepvezels waarvoor de steun wordt aangevraagd, groter zijn dan de aan de voorwaarden voor het recht op de steun beantwoordende hoeveelheden die daadwerkelijk zijn verkregen, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, lid 3, de steun die voor elk type vezels kan worden toegekend, berekend op basis van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking komen voor het betrokken verkoopseizoen, verminderd met tweemaal het geconstateerde verschil.

4. Behoudens overmacht worden bij te late indiening van de in artikel 9 bedoelde steunaanvraag of te late verstrekking of aangifte van de in artikel 6 bedoelde gegevens de aangevraagde steunbedragen waarop de belanghebbende bij tijdige indiening, verstrekking of aangifte recht zou hebben gehad, verlaagd met 1 % per werkdag vertraging. In geval van een vertraging van meer dan 25 dagen kunnen de steunaanvraag en de in artikel 6, lid 1, bedoelde gegevens niet in behandeling worden genomen.

5. In voorkomend geval wordt de in artikel 11 bedoelde aanvullende steun verlaagd met hetzelfde percentage als de procentuele vermindering van het totaalbedrag van de voor het betrokken verkoopseizoen toegekende verwerkingssteun.

Artikel 15

Mededelingen

1. In de tweede maand volgende op het einde van elk van de in artikel 6, lid 2, eerste alinea, bedoelde perioden delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee:

a) de totale hoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels, in voorkomend geval aangepast overeenkomstig artikel 7, lid 2, waarvoor uit hoofde van de betrokken periode een steunaanvraag is ingediend,

b) de per maand verkochte hoeveelheden en de corresponderende prijzen die op de belangrijkste markten in het productiestadium konden worden geconstateerd voor de voor de markt meest representatieve kwaliteiten vezels van oorsprong uit de Gemeenschap,

c) de samenvattende staat van de uit stro van oorsprong uit de Gemeenschap verkregen hoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels die aan het einde van de betrokken periode waren opgeslagen, uitgesplitst naar verkoopseizoen.

2. Uiterlijk op 31 januari delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee voor het lopende verkoopseizoen:

a) de overdrachten van gegarandeerde nationale hoeveelheden overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 en de uit die overdrachten voortvloeiende gegarandeerde nationale hoeveelheden,

b) een overzicht van de oppervlakten vezelvlas en -hennep waarvoor contracten of verbintenissen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 zijn gesloten of aangedaan,

c) de overeenkomstig artikel 8, lid 3, vastgestelde hoeveelheden per hectare,

d) de geschatte productie van stro en vezels van vlas en hennep,

e) het aantal erkende verwerkende ondernemingen en de totale verwerkingscapaciteit voor de onderscheiden typen vezels voor het lopende verkoopseizoen,

f) in voorkomend geval, het aantal loonschoners van korte vlasvezels.

3. Uiterlijk op 30 september van elk jaar delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee met betrekking tot het voorlaatste verkoopseizoen:

a) een overzicht van de totale hoeveelheden lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels waarvoor de steun is aangevraagd en waarvoor respectievelijk:

1. het recht op de in artikel 2, lid l, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde verwerkingssteun in toegekend,

2. het recht op de verwerkingssteun niet is erkend, onder vermelding van de hoeveelheden die van de steun zijn uitgesloten wegens overschrijding van de uit artikel 8 voortvloeiende gegarandeerde nationale hoeveelheden,

3. de in artikel 10 bedoelde zekerheid is verbeurdverklaard;

b) de door de erkende eerste verwerkers en de met een verwerker gelijkgestelde telers verkregen totale hoeveelheden korte vlasvezels of hennepvezels die niet in aanmerking kwamen wegens een hoger percentage onzuiverheden dan het in artikel 2, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde maximum;

c) een overzicht van het in gebied I, respectievelijk gebied II als omschreven in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 gelegen aantal hectaren waarvoor de in artikel 4 van die verordening bedoelde aanvullende steun is toegekend;

d) in voorkomend geval, de gegarandeerde nationale hoeveelheden en de hoeveelheden per hectare die zijn voortgevloeid uit de in artikel 8, lid 2, tweede alinea, en artikel 8, lid 4, bedoelde aanpassingen;

e) de aantallen sancties als bedoeld in artikel 14, leden 1 tot en met 3, waartoe is besloten, en de in onderzoek zijnde sancties;

f) in voorkomend geval, een verslag over de toepassing van artikel 3, lid 4, en over de betrokken controles en hoeveelheden.

4. Indien de lidstaat overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder b), tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 besluit de steun toe te kennen voor korte vlasvezels of hennepvezels met een hoger percentage onzuiverheden en scheven dan 7,5 %, stelt hij de Commissie uiterlijk op 31 januari van het lopende verkoopseizoen daarvan in kennis met vermelding van de betrokken traditionele afzet.

In dit geval voegt de lidstaat aan de in lid 1, onder a), bedoelde gegevens de uitsplitsing toe van de niet-aangepaste werkelijke hoeveelheden korte vlasvezels en hennepvezels met een hoger percentage onzuiverheden en scheven dan 7,5 waarvoor de steun is aangevraagd.

Artikel 16

Ontstaansfeit

Voor elk van de in artikel 6, lid 2, bedoelde perioden vindt het ontstaansfeit dat de voor de omrekening van het voorschot en de verwerkingssteun voor de betrokken hoeveelheid te gebruiken wisselkoers van de euro bepaalt, plaats op de laatste dag van die periode.

Artikel 17

Overgangsmaatregelen

1. De in dit artikel bedoelde overgangsmaatregelen zijn van toepassing voor het verkoopseizoen 2001/2002.

2. De lidstaat kan de eerste verwerkers een erkenning in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 verlenen voor de vlas- of hennepvezels die kunnen worden geproduceerd onder de voorwaarden om voor de steun in aanmerking te komen, indien:

- deze eerste verwerkers in het verkoopseizoen 2000/2001 zijn erkend op grond van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 619/71,

- in de verkoopseizoenen 1999/2000 en 2000/2001 met betrekking tot hen geen enkele onregelmatigheid is geconstateerd en

- zij vóór 30 juni 2001 een erkenningsaanvraag hebben ingediend die aan het bepaalde in artikel 3 voldoet.

3. Om van de bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 vastgestelde steunregeling gebruik te kunnen maken moeten de erkende eerste verwerkers en de met een verwerker gelijkgestelde telers uiterlijk op 31 juli 2001 aangifte doen van de op 30 juni 2001 in hun bezit zijnde voorraden vlasstro, hennepstro, lange vlasvezels, korte vlasvezels en hennepvezels die afkomstig zijn van de oogsten vóór het verkoopseizoen 2001/2002.

Artikel 18

Intrekking van verordeningen

De Verordeningen (EEG) nr. 1215/71, (EEG) nr. 1523/71, (EEG) nr. 1524/71, (EEG) nr. 1164/89, (EEG) nr. 1784/93 en (EG) nr. 452/1999 worden met ingang van 1 juli 2001 ingetrokken.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2001/2002.

Verordening (EEG) nr. 1164/89 blijft van toepassing voor de verkoopseizoenen 1998/1999, 1999/2000 en 2000/2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 februari 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16.

(2) PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1.

(3) PB L 355 van 5.12.1992, blz. 1.

(4) PB L 182 van 21.7.2000, blz. 4.

(5) PB L 391 van 31.12.1992, blz. 36.

(6) PB L 314 van 14.12.2000, blz. 8.

(7) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.

(8) PB L 240 van 10.9.1999, blz. 11.

(9) PB L 127 van 11.6.1971, blz. 22.

(10) PB L 160 van 17.7.1971, blz. 14.

(11) PB L 160 van 17.7.1971, blz. 16.

(12) PB L 121 van 29.4.1989, blz. 4.

(13) PB L 163 van 6.7.1993, blz. 7.

(14) PB L 54 van 2.3.1999, blz. 11.

(15) PB L 72 van 26.3.1971, blz. 2.

Top