EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0686

2001/686/EG: Beschikking van de Commissie van 22 augustus 2001 tot instelling van milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor personal computers (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2584)

PB L 242 van 12.9.2001, p. 4–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/04/2005; opgeheven door 32005D0341

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/686/oj

32001D0686

2001/686/EG: Beschikking van de Commissie van 22 augustus 2001 tot instelling van milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor personal computers (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2584)

Publicatieblad Nr. L 242 van 12/09/2001 blz. 0004 - 0010


Beschikking van de Commissie

van 22 augustus 2001

tot instelling van milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor personal computers

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2584)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/686/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren(1), en met name op de artikelen 3, 4 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 bepaalt dat de milieukeur kan worden toegekend aan een product waarvan de eigenschappen werkelijk kunnen bijdragen tot verbeteringen van essentiële milieuaspecten.

(2) Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 bepaalt dat per productgroep specifieke criteria voor de milieukeur worden vastgesteld.

(3) Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 bepaalt dat de herziening van de milieukeurcriteria en van de eisen inzake beoordeling en toezicht op de naleving van de criteria tijdig vóór het eind van de geldigheidsperiode van de voor iedere productgroep gespecificeerde criteria moet plaatsvinden en moet uitmonden in een voorstel tot verlenging, intrekking of herziening.

(4) De Commissie heeft bij Beschikking 1999/205/EG(2) milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor personal computers ingesteld, waarvan de geldigheid krachtens artikel 3 van die beschikking op 28 februari 2002 verstrijkt.

(5) Het is aangewezen de definitie van de productgroep en de bij Beschikking 1999/205/EG ingestelde milieucriteria te herzien om rekening te houden met de ontwikkelingen die zich op de markt hebben voorgedaan.

(6) Het is aangewezen een nieuwe beschikking van de Commissie te geven tot instelling van specifieke milieucriteria voor deze productgroep, die gedurende een periode van drie jaar geldig blijven.

(7) Het is aangewezen dat gedurende een beperkte periode van niet meer dan twaalf maanden zowel de bij deze beschikking ingestelde nieuwe criteria als de eerder bij Beschikking 1999/205/EG ingestelde criteria gelijktijdig van toepassing zijn, teneinde de bedrijven die vóór de vaststelling van deze nieuwe beschikking voor hun producten de milieukeur hadden verkregen, voldoende tijd te gunnen om die producten met de nieuwe criteria in overeenstemming te brengen.

(8) De in deze beschikking vervatte maatregelen werden uitgewerkt en vastgesteld conform de procedures voor de vaststelling van criteria voor de milieukeur zoals neergelegd in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1980/2000.

(9) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 2

Voor de productgroep als gedefinieerd in artikel 1 wordt de milieuprestatie beoordeeld aan de hand van de in de bijlage opgenomen specifieke milieucriteria.

Artikel 3

De definitie van en de criteria voor de productgroep gelden voor drie jaar vanaf de datum waarop deze beschikking in werking treedt. Als vóór het einde van deze periode geen herziene milieucriteria zijn goedgekeurd, blijven de criteria geldig gedurende nog een jaar.

De periode dat de productgroepdefinitie en de criteria ingesteld bij Beschikking 1999/205/EG geldig blijven, wordt verlengd en verstrijkt twaalf maanden na de datum waarop deze beschikking in werking treedt.

Artikel 4

Het voor administratieve doeleinden aan de productgroep toegekende codenummer is "013".

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2001.

Voor de Commissie

Margot Wallström

Lid van de Commissie

(1) PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1.

(2) PB L 70 van 17.3.1999, blz. 46.

BIJLAGE

KADER

Om in aanmerking te komen voor de milieukeur moeten een personal computer, een systeemeenheid, een beeldscherm of een toetsenbord (hierna "het product" genoemd) vallen binnen de productgroep zoals gedefinieerd in artikel 1, en moeten zij voldoen aan de volgende criteria in deze bijlage (de milieukeur kan voor elk individueel onderdeel, behalve voor de muis, worden aangevraagd):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tests worden uitgevoerd op aanvraag zoals aangegeven in de criteria, en worden verricht door laboratoria die voldoen aan de algemene eisen geformuleerd in norm EN ISO 17025. Voorzover nodig mogen andere testmethoden worden gebruikt als deze door de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt als gelijkwaardig worden aanvaard. Voorzover geen tests worden vermeld, of vermeld wordt dat deze bij controle of toezicht worden gebruikt, dienen de bevoegde instanties eventueel af te gaan op door de aanvrager verstrekte verklaringen en documentatie en/of onafhankelijke controles.

Deze criteria zijn met name gericht op het bevorderen:

- van de vermindering van milieuschade of -risico's die gerelateerd zijn aan het gebruik van energie (opwarming van de aarde, verzuring, uitputting van niet-hernieuwbare energiebronnen), door vermindering van het energieverbruik;

- van de vermindering van milieuschade die gerelateerd is aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, door bevordering van de uitwisselbaarheid van onderdelen, en de recycleerbaarheid en onderhoudbaarheid van het product;

- van de vermindering van milieuschade of -risico's die gerelateerd zijn aan het gebruik van gevaarlijke stoffen, door vermindering van het gebruik van dergelijke stoffen.

De criteria bevorderen de implementatie van best practice (optimaal milieugebruik) en maken de consument milieubewuster. Verder is het merken van plastic onderdelen bevorderlijk voor de recyclering van het product.

De criteria zijn op niveaus vastgesteld die in de hand werken dat een milieukeur wordt toegekend aan personal computers die geringere milieueffecten hebben.

De bevoegde instanties wordt aanbevolen bij de beoordeling van aanvragen en het toezicht op de naleving van de criteria in deze bijlage rekening te houden met de implementatie van erkende milieubeheersystemen zoals EMAS of ISO14001 (let wel: de toepassing van dergelijke beheersystemen is niet verplicht).

MILIEUCRITERIA

1. ENERGIEBESPARING

Systeemeenheid

a) De systeemeenheid van de computer dient te voldoen aan de huidige eisen inzake opgenomen vermogen van Energy Star(1).

De aanvrager dient een rapport te verstrekken waarin bevestigd wordt dat het niveau van het opgenomen vermogen van de systeemeenheid van de personal computer is gemeten met gebruikmaking van de procedure in het huidige computerconvenant van Energy Star. In het rapport dient het gemeten opgenomen vermogen te worden aangegeven.

b) De computer dient de ACPI(2) S3 slaaptoestand (sleep state) (suspend to RAM) te ondersteunen om een minimumwaarde van het energieverbruik onder de 5 watt mogelijk te maken. De computer moet deze toestand kunnen verlaten als reactie op een commando van:

- een modem;

- een netwerkverbinding;

- of toetsenbord- of muisactiviteit.

De computer moet standaard na ten hoogste 30 minuten inactiviteit op de ACPI S3 slaaptoestand overschakelen. In het rapport dient het gemeten opgenomen vermogen te worden aangegeven. De fabrikant moet deze voorziening activeren, maar de gebruiker kan deze desactiveren.

De aanvrager dient een rapport te verstrekken waarin bevestigd wordt dat het niveau van het in de ACPI S3 toestand opgenomen vermogen gemeten is met gebruikmaking van de procedure in het huidige computerconvenant van Energy Star. In het rapport dient het gemeten in deze toestand opgenomen vermogen te worden aangegeven.

c) Het in de uittoestand (off-mode) opgenomen vermogen mag niet meer bedragen dan 2 watt. In deze context is de uittoestand de toestand die wordt geïnitieerd door het commando om de computer af te sluiten.

De aanvrager dient een rapport te verstrekken waarin bevestigd wordt dat het niveau van het in de uittoestand opgenomen vermogen is gemeten met gebruikmaking van de procedure in het huidige computerconvenant van Energy Star. In het rapport dient het gemeten in deze toestand opgenomen vermogen te worden aangegeven.

Monitor

a) De monitor mag in de eerste slaaptoestand (sleep mode) niet meer vermogen opnemen dan 10 watt(3). De computer moet standaard na ten hoogste 15 minuten inactiviteit op de eerste slaaptoestand overschakelen. De fabrikant moet deze voorziening activeren, maar de gebruiker kan deze desactiveren.

b) De monitor mag in de tweede slaaptoestand (deep-sleep mode) niet meer vermogen opnemen dan 5 watt(4). De computer moet standaard na ten hoogste 30 minuten inactiviteit op de tweede slaaptoestand overschakelen. De fabrikant moet deze voorziening activeren, maar de gebruiker kan deze desactiveren.

De aanvrager dient een rapport te verstrekken waarin bevestigd wordt dat het niveau van het in deze beide slaaptoestanden opgenomen vermogen is gemeten met gebruikmaking van de procedure in het huidige monitorconvenant van Energy Star. In het rapport dient het gemeten in deze beide toestanden opgenomen vermogen te worden aangegeven.

2. VERLENGING VAN DE LEVENSDUUR

Systeemeenheid

a) De fabrikant moet voor de systeemeenheid van de personal computer een werkingsduur van ten minste drie jaar garanderen. Deze garantie gaat in op de datum van levering aan de klant.

b) De computer moet zo zijn ontworpen dat het geheugen kan worden vervangen.

c) De computer moet zo zijn ontworpen dat de harde schijf en, indien beschikbaar, het CD-station of DVD-station kunnen worden vervangen.

d) Er moeten minstens twee connectoren aanwezig zijn om bijkomende randapparatuur zoals scanners en backup-apparaten rechtstreeks te kunnen aansluiten.

De aanvrager bevestigt in een verklaring dat het product aan deze eisen voldoet.

Monitor

De fabrikant moet voor de monitor van de personal computer een werkingsduur van ten minste drie jaar garanderen. Deze garantie gaat in op de datum van levering aan de klant.

De aanvrager bevestigt in een verklaring dat het product aan deze eisen voldoet.

3. KWIKGEHALTE VAN EEN LCD (LIQUID CRYSTAL DISPLAY)-MONITOR

De achtergrondverlichting van de LCD-monitor mag (gemiddeld) niet meer dan 3 mg kwik bevatten per lamp.

De aanvrager bevestigt in een verklaring dat het product aan deze eisen voldoet.

4. GELUID

Het "Declared Sound Power Level" (opgegeven geluidsvermogensniveau) van de systeemeenheid van de personal computer mag, overeenkomstig punt 3.2.5 van ISO 9296, niet meer bedragen dan:

- 48 dB(A) in de niet-actieve toestand (idle operating mode),

- 55 dB(A) bij het benaderen van een schijfstation.

De aanvrager dient een rapport te verstrekken waarin wordt bevestigd dat de geluidsemissieniveaus zijn gemeten in overeenstemming met ISO 7779 en ISO 9296. In het rapport dienen de gemeten geluidsemissieniveaus in zowel de niet-actieve toestand als bij het benaderen van het schijfstation te worden vermeld, en in overeenstemming te worden verklaard met punt 3.2.5 van ISO 9296.

5. ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES

De monitor van de personal computer dient te voldoen aan de huidige maximale blootstellingsniveaus die zijn vastgesteld in Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz-300 GHz(5).

De aanvrager dient een rapport te verstrekken waarin de voor het meten van de elektromagnetische emissieniveaus gebruikte methoden worden gespecificeerd. Uit het rapport moet blijken dat de monitor van de personal computer voldoet aan de huidige maximale blootstellingsniveaus die zijn vastgesteld in Aanbeveling 1999/519/EG.

6. TERUGNAME EN RECYCLERING

De fabrikant moet de kosteloze terugname voor opknappen of recycleren garanderen van het product en vervangen onderdelen, met uitzondering van door de gebruikers (bijvoorbeeld medische of nucleaire toepassingen) besmette componenten. Bovendien moet het product aan de volgende criteria beantwoorden:

a) Het moet door één gekwalificeerde persoon alleen kunnen worden gedemonteerd.

b) De fabrikant moet nagaan of het product demonteerbaar is en een demontagerapport leveren dat op verzoek voor derden beschikbaar wordt gesteld. In het rapport moet onder meer worden bevestigd dat:

- de verbindingen gemakkelijk te vinden en te bereiken zijn,

- de verbindingen zo gestandaardiseerd mogelijk zijn,

- de verbindingen met algemeen beschikbaar gereedschap toegankelijk zijn,

- de achtergrondverlichtingslampen van LCD-monitoren gemakkelijk scheidbaar zijn.

c) Niet-compatibele en gevaarlijke materialen moeten scheidbaar zijn.

d) 90 % van de plastic en metalen materialen in behuizing en chassis moet technisch recycleerbaar zijn.

e) Eventueel vereiste labels moeten gemakkelijk te verwijderen zijn of geïntegreerd zijn.

f) Plastic onderdelen:

- mogen geen doelbewust toegevoegd lood of cadmium bevatten,

- moeten bestaan uit één polymeer of compatibele polymeren, behalve de behuizing, die uit niet meer dan twee types scheidbaar polymeer dient te bestaan,

- mogen geen metalen inlegelementen bevatten die niet kunnen worden gescheiden.

g) Plastic onderdelen die zwaarder zijn dan 25 g:

-

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

- mogen geen vlamvertragende stoffen of preparaten bevatten die stoffen bevatten waarvoor een van de volgende risicozinnen geldt of kan gelden: R45 (Kan kanker veroorzaken), R46 (Kan erfelijke genetische schade veroorzaken), R50 (Zeer vergiftig voor in het water levende organismen), R51 (Vergiftig voor in het water levende organismen), R52 (Schadelijk voor in het water levende organismen), R53 (Kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken), R60 (Kan de vruchtbaarheid schaden) of R61 (Kan het ongeboren kind schaden), als omschreven in Richtlijn 67/548/EEG van de Raad(6), en de daaropvolgende wijzigingen ervan,

- moeten conform ISO 11469 van een duurzaam merkteken ter identificatie van het gebruikte materiaal zijn voorzien. Dit criterium geldt niet voor geëxtrudeerde plastic materialen en de lichtgeleider van vlakke beeldschermen.

h) Batterijen mogen maximaal 0,0001 gewichtsprocent kwik, 0,001 gewichtsprocent cadmium of 0,01 gewichtsprocent lood bevatten.

De aanvrager bevestigt in een verklaring dat het product aan deze eisen voldoet. De aanvrager verstrekt de bevoegde instantie die de aanvraag onderzoekt een afschrift van het demontagerapport.

7. GEBRUIKSAANWIJZING

Het product moet worden verkocht met relevante informatie voor de gebruiker, waarin adviezen worden gegeven over een milieuverantwoord gebruik ervan, en met name:

1. aanbevelingen voor het gebruik van de spaarstanden, inclusief de vermelding dat het desactiveren van deze voorzieningen tot een hoger energieverbruik kan leiden, waardoor de gebruikskosten kunnen toenemen;

2. de vermelding dat het energieverbruik tot nul kan worden verminderd als de computer van het lichtnet wordt losgekoppeld of de wandcontactdoos wordt uitgeschakeld;

3. informatie over de garantie en verkrijgbaarheid van onderdelen. Wanneer de gebruiker bepaalde onderdelen beter kan upgraden of vervangen, moet informatie over de te volgen procedures worden gegeven;

4. informatie over het feit dat het product zodanig is ontworpen dat de onderdelen opnieuw kunnen worden gebruikt of kunnen worden gerecycleerd en niet moeten worden weggegooid;

5. advies over de manier waarop de gebruiker van het terugnameaanbod van de fabrikant gebruik kan maken;

6. informatie dat het product de milieukeur van de Europese Unie heeft gekregen, met een korte verklaring wat dit inhoudt en de vermelding dat meer informatie over de milieukeur te vinden is op het websiteadres (http://europa.eu.int/ecolabel).

De aanvrager bevestigt in een verklaring dat het product aan deze eisen voldoet. De aanvrager verstrekt de bevoegde instantie die de aanvraag onderzoekt een afschrift van de gebruiksaanwijzing.

8. MILIEUVERKLARING

Het product moet vergezeld gaan van een milieuverklaring die beschikbaar is voor de gebruiker. Dit document moet in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van het technische verslag 70 "Product-related environmental attributes" van de ECMA (Europese vereniging van computerfabrikanten).

9. INFORMATIE OP DE MILIEUKEUR

Kader 2 van de milieukeur bevat de volgende tekst:

- laag energieverbruik,

- ontworpen om recyclering te vergemakkelijken.

(1) Zoals gedefinieerd door het Amerikaanse Environmental Protection Agency.

(2) Advanced Configuration and Power Interface (ACPI).

(3) Zoals gedefinieerd in de huidige definitie van Energy Star van de toestand "first low power" of "sleep".

(4) Zoals gedefinieerd in de huidige definitie van Energy Star van de toestand "second low power" of "deep sleep".

(5) PB L 199 van 30.7.1999, blz. 59.

(6) PB 196 van 16.8.1967, blz. 1.

Top