Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0745

    2000/745/EG: Besluit van de Commissie van 29 november 2000 waarbij verbintenissen worden aanvaard die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en de antisubsidieprocedure met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3603)

    PB L 301 van 30.11.2000, p. 88–89 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2014; opgeheven door 32014D0109

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/745/oj

    32000D0745

    2000/745/EG: Besluit van de Commissie van 29 november 2000 waarbij verbintenissen worden aanvaard die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en de antisubsidieprocedure met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3603)

    Publicatieblad Nr. L 301 van 30/11/2000 blz. 0088 - 0089


    Besluit van de Commissie

    van 29 november 2000

    waarbij verbintenissen worden aanvaard die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en de antisubsidieprocedure met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3603)

    (2000/745/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen dumping met invoer uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenchap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(2), (hierna "de basisverordening antidumping" genoemd), inzonderheid op de artikelen 8 en 9,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn(3), (de "basisverordening antisubsidie" genoemd), inzonderheid op de artikelen 13 en 15,

    Na overleg met het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. PROCEDURE

    (1) Bij Verordening (EG) nr. 1742/2000(4) stelde de Commissie een voorlopig antidumpingrecht in op de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand.

    (2) Bij Verordening (EG) nr. 1741/2000(5) stelde de Commissie een voorlopig compenserend recht in op de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Maleisië, Taiwan en Thailand.

    (3) Na de goedkeuring van de voorlopige antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen zette de Commissie het onderzoek naar dumping, subsidiëring, schade en het belang van de Gemeenschap voort. De definitieve bevindingen en conclusies van deze onderzoeken zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 2604/2000(6) van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van PET uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en in Verordening (EG) nr. 2603/2000(7) tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van PET uit India, Maleisië en Thailand.

    (4) De onderzoeken bevestigden de voorlopige bevindingen in verband met schadelijke dumping bij de invoer uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en in verband met de schadelijke subsidiëring bij de invoer uit India, Maleisië en Thailand.

    B. VERBINTENISSEN

    (5) Na de goedkeuring van de voorlopige antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen boden twee Indiase exporteurs/producenten, die aan beide onderzoeken medewerkten, verbintenissen aan (in de zin van artikel 8, lid 1, van de basisverordening antidumping en artikel 13, lid 1, van de basisverordening antisubsidie). Bovendien boden twee Indonesische exporteurs/producenten in het kader van het antidumpingonderzoek verbintenissen aan. In deze verbintenissen verplichten de exporteurs/producenten in kwestie zich ertoe niet onder bepaalde minimumprijzen aan hun niet-verbonden afnemers te verkopen.

    (6) De Commissie oordeelt dat de verbintenissen die werden aangeboden door de Indiase ondernemingen, Pearl Engineering Polymers Limited en Reliance Industries Limited, aanvaard kunnen worden aangezien zij de schadelijke gevolgen van de dumping en subsidiëring opheffen. De Commissie is ook van mening dat de verbintenis die werd aangeboden door de Indonesische onderneming P.T. Polypet Karyapersada, aanvaard kan worden aangezien zij de schadelijke gevolgen van de dumping opheft. Bovendien hebben de ondernemingen er zich toe verplicht de Commissie regelmatige en gedetailleerde verslagen ter beschikking te stellen die een doeltreffende controle mogelijk zullen maken. De medewerking van deze ondernemingen tijdens het onderzoek, de structuur en de verkoopsorganisatie van deze ondernemingen alsmede de specifieke kenmerken van het onderzochte product zijn voorts van dien aard dat de Commissie van mening is dat het risico dat de verbintenissen niet worden nageleefd, beperkt zal zijn.

    (7) Een tweede Indonesische onderneming bood eveneens een verbintenis aan. Deze onderneming verstrekte evenwel onjuiste en misleidende inlichtingen over bepaalde aspecten van het antidumpingonderzoek waardoor de juistheid en de betrouwbaarheid van de in het kader van de medewerking verstrekte gegevens in het gedrang kwamen (zie overweging 13 van Verordening (EG) nr. 2604/2000). De Commissie was er bijgevolg niet van overtuigd dat een verbintenis van deze onderneming doeltreffend gecontroleerd kon worden en het aanbod werd derhalve van de hand gewezen.

    (8) Om te waarborgen dat de verbintenissen ook werkelijk nageleefd en gecontroleerd worden, wordt de vrijstelling van het recht, bij verzoeken in het kader van deze verbintenissen om goederen in het vrije verkeer te brengen, afhankelijk gemaakt van de overlegging aan de douanediensten van de betrokken lidstaat van geldige "verbintenisfacturen". Dergelijke "verbintenisfacturen" moeten opgesteld zijn door de exporteurs/producenten wier verbintenissen werden aanvaard en dienen de gegevens te bevatten die zijn opgenomen in de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 2604/2000, alsmede Verordening (EG) nr. 2603/2000. Indien een dergelijke factuur niet wordt overgelegd of niet overeenkomt met de producten die bij de douane worden aangeboden, wordt het geldende recht toegepast om te waarborgen dat de verbintenis doeltreffend wordt nageleefd.

    (9) Indien een verbintenis niet wordt nageleefd dan wel wordt ingetrokken of indien er redenen zijn om aan te nemen dat de verbintenis niet werd nageleefd, kan een voorlopig of definitief recht worden ingesteld ingevolge artikel 8, lid 9, en artikel 10 van de basisverordening antidumping of ingevolge artikel 13, lid 9, en artikel 10 van de basisverordening antisubsidie,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    De verbintenissen die werden aangeboden door de onderstaande exporteurs/producenten, in het kader van de antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand en in het kader van de antisubsidieprocedure met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, Indonesië, Maleisië, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand worden aanvaard.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Dit besluit is verbindend in al zijn onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 november 2000.

    Voor de Commissie

    Pascal Lamy

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

    (2) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

    (3) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1.

    (4) PB L 199 van 5.8.2000, blz. 48.

    (5) PB L 199 van 5.8.2000, blz. 6.

    (6) Zie bladzijde 21 van dit Publicatieblad.

    (7) Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

    Top