Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R1537

    Verordening (EG) nr. 1537/1999 van de Commissie van 13 juli 1999 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Laos wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

    PB L 178 van 14.7.1999, p. 26–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/07/2000

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/1537/oj

    31999R1537

    Verordening (EG) nr. 1537/1999 van de Commissie van 13 juli 1999 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Laos wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

    Publicatieblad Nr. L 178 van 14/07/1999 blz. 0026 - 0033


    VERORDENING (EG) Nr. 1537/1999 VAN DE COMMISSIE

    van 13 juli 1999

    houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Laos wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 955/1999 van het Europees Parlement en de Raad(2), inzonderheid op artikel 249,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 502/1999(4), inzonderheid op artikel 76,

    (1) Overwegende dat de Gemeenschap, bij Verordening (EG) nr. 2820/98 van de Raad van 21 december 1998 houdende toepassing, voor de periode van 1 juli 1999 tot en met 31 december 2001, van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties(5), dergelijke preferenties aan Laos heeft gegeven; dat deze Verordening tevens tot 30 juni 1999 de geldigheidsduur heeft verlengd van Verordening (EG) nr. 3281/94 van de Raad van 19 december 1994 betreffende een vierjarenschema van algemene tariefpreferenties (1995 tot en met 1998) voor bepaalde industrieproducten van oorsprong uit de ontwikkelingslanden(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 602/98(7), die dergelijke preferenties ook aan Laos heeft gegeven;

    (2) Overwegende dat bij de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 de voorwaarden zijn vastgesteld waaraan producten moeten voldoen om bij toepassing van het schema van algemene tariefpreferenties als producten van oorsprong te worden beschouwd; dat in artikel 76 die verordening evenwel is bepaald dat ten behoeve van de minst ontwikkelde landen die voor het schema van algemene tariefpreferenties in aanmerking komen, van deze voorwaarden kan worden afgeweken indien deze daartoe een aanvraag bij de Gemeenschap indienen;

    (3) Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1713/97 van de Commissie(8) Laos voor de periode van 1 augustus 1997 tot en met 31 december 1998 een dergelijke afwijking heeft bekomen voor bepaalde textielproducten;

    (4) Overwegende dat de regering van Laos heeft verzocht om de geldigheidsduur van deze afwijking te verlengen;

    (5) Overwegende dat de door Laos ingediende aanvraag aan artikel 76 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voldoet; dat het opleggen van voorwaarden inzake hoeveelheden (op jaarbasis), uitgaande van zowel de absorptiecapaciteit van de Gemeenschap voor dergelijke producten uit Laos als de uitvoercapaciteit van dit land en de geconstateerde handelsstromen, van dien aard is dat de overeenkomstige bedrijfstakken in de Gemeenschap geen schade zullen ondervinden; dat deze afwijking evenwel dient te worden aangepast aan de economische behoeften en aan de nieuwe regels van oorsprong met betrekking tot de algemene tariefpreferenties zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 46/1999 van de Commissie(9);

    (6) Overwegende dat het, ter bevordering van de regionale samenwerking tussen begunstigde landen, dienstig is te bepalen dat de materialen die in Laos in het kader van deze afwijking worden gebruikt, van oorsprong dienen te zijn uit landen die lid zijn van de Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking (Saarc) of van de Lomé-Overeenkomst;

    (7) Overwegende dat, om een transparant en efficiënt beheer van deze maatregelen te waarborgen, het aangewezen is om de relevante bepalingen toe te passen die inzake het beheer van tariefcontingenten zijn neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1427/97(10);

    (8) Overwegende dat dient te worden bepaald dat hoeveelheden tussen productcategorieën kunnen worden overgedragen volgens de voorwaarden en binnen de grenzen die voor Bangladesh in bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen(11), laatstelijke gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1072/1999 van de Commissie(12), zijn aangegeven;

    (9) Overwegende dat, om haar volle uitwerking te hebben, een dergelijke afwijking voor een afdoende periode dient te worden toegestaan;

    (10) Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité douanewetboek,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. In afwijking van de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden de in de bijlage van de onderhavige verordening vermelde producten die in Laos zijn vervaardigd van in dat land ingevoerde weefsels of garens van oorsprong uit landen die lid zijn van de Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking (Saarc) of van de Lomé-Overeenkomst, op de hierna vermelde voorwaarden als van oorsprong uit Laos beschouwd.

    2. Voor de toepassing van lid 1 worden als producten van oorsprong uit de Saarc-landen beschouwd de producten die aldaar verkregen zijn overeenkomstig de regels van oorsprong in artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, respectievelijk als producten van oorsprong uit de begunstigde landen van de Lomé-Overeenkomst, de producten die in die landen verkregen zijn overeenkomstig de regels van oorsprong in protocol nr. 1 van de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst(13).

    3. De bevoegde autoriteiten van Laos verbinden zich ertoe alle nodige maatregelen te treffen om de bepalingen van lid 2 te doen naleven.

    Artikel 2

    De in artikel 1 vervatte afwijking is van 15 juli 1999 tot en met 14 juli 2000 van toepassing op de producten die voor de in de bijlage naast elk product vermelde hoeveelheid per jaar uit Laos in de Gemeenschap worden ingevoerd.

    Artikel 3

    De in artikel 2 bedoelde hoeveelheden worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 308 bis tot en met 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

    Artikel 4

    Tussen productcategorieën kunnen hoeveelheden worden overgedragen overeenkomstig de voorwaarden en binnen de grenzen die voor Bangladesh zijn aangegeven in bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93.

    Artikel 5

    De ingevolge deze verordening afgegeven certificaten van oorsprong, formulier A, dienen in vak nr. 4 van de volgende aantekening te zijn voorzien: "Afwijking - Verordening (EG) nr. 1537/1999."

    Artikel 6

    In geval van twijfel kunnen de lidstaten om een kopie van het document verzoeken dat de oorsprong van de materialen staaft die in Laos in het kader van deze afwijking zijn gebruikt. Dit verzoek kan gebeuren hetzij bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen die voor de bepalingen in de onderhavige verordening in aanmerking komen, hetzij in het kader van de in artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voorziene administratieve samenwerking.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 juli 1999.

    Voor de Commissie

    Mario MONTI

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

    (2) PB L 119 van 7.5.1999, blz. 1.

    (3) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

    (4) PB L 65 van 12.3.1999, blz. 1.

    (5) PB L 357 van 30.12.1998, blz. 1.

    (6) PB L 348 van 31.12.1994, blz. 1.

    (7) PB L 80 van 18.3.1998, blz. 1.

    (8) PB L 242 van 4.9.1997, blz. 1.

    (9) PB L 10 van 15.1.1999, blz. 1.

    (10) PB L 196 van 24.7.1997, blz. 31.

    (11) PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1.

    (12) PB L 134 van 28.5.1999, blz. 1.

    (13) PB L 229 van 17.8.1991, blz. 1.

    BIJLAGE

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top