Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R2700

    Verordening (EG) nr. 2700/98 van de Commissie van 17 december 1998 betreffende de definities van kenmerken voor de structurele bedrijfsstatistieken (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 344 van 18.12.1998, p. 49–80 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/04/2009; opgeheven door 32009R0250

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/2700/oj

    31998R2700

    Verordening (EG) nr. 2700/98 van de Commissie van 17 december 1998 betreffende de definities van kenmerken voor de structurele bedrijfsstatistieken (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 344 van 18/12/1998 blz. 0049 - 0080


    VERORDENING (EG) Nr. 2700/98 VAN DE COMMISSIE van 17 december 1998 betreffende de definities van kenmerken voor de structurele bedrijfsstatistieken (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (1), inzonderheid op artikel 12, onder iii),

    Overwegende dat bij Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 een gemeenschappelijk kader voor de opstelling van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap is vastgesteld;

    Overwegende dat het noodzakelijk is definities voor de kenmerken van de structurele bedrijfsstatistieken vast te stellen;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité statistisch programma,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De in artikel 4 van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 bedoelde kenmerken worden gedefinieerd in de bijlage van deze verordening.

    2. In de definities wordt in de verwijzingen naar de bedrijfsrekeningen gebruik gemaakt van de rubrieken van artikel 9 (balans), 23 (winst- en verliesrekening) of 43 (toelichting op de rekeningen) van Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad (2).

    Artikel 2

    1. De lidstaten passen deze definities toe voor de gegevens betreffende het referentiejaar 1999 en de daarop volgende jaren.

    2. De lidstaten passen deze definities ook toe op gegevens betreffende de referentiejaren 1995, 1996, 1997 en 1998 wanneer dit in overeenstemming is met de bestaande nationale praktijk.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 december 1998.

    Voor de Commissie

    Yves-Thibault de SILGUY

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1.

    (2) PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11.

    BIJLAGE

    DEFINITIE VAN KENMERKEN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Een telling van het aantal tot de betrokken populatie behorende ondernemingen in het bedrijfsregister, gecorrigeerd voor fouten en met name fouten in het steekproefkader. Slapende eenheden blijven buiten beschouwing. Deze statistiek moet alle eenheden omvatten die gedurende ten minste een deel van de referentieperiode actief zijn geweest.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Een telling van het aantal geboorten van tot de betrokken populatie behorende ondernemingen in het bedrijfsregister, gecorrigeerd voor fouten. Een geboorte heeft betrekking op het ontstaan van een combinatie van productiefactoren, voorzover er geen andere ondernemingen bij de gebeurtenis zijn betrokken. Tot de geboorten behoren geen toevoegingen aan de populatie als gevolg van fusies, op- of afsplitsingen dan wel herstructureringen van ondernemingen. Toevoegingen aan een subpopulatie die uitsluitend het gevolg zijn van een verandering van activiteit, blijven eveneens buiten beschouwing.

    Verband met andere variabelen

    Deel van Aantal ondernemingen (11 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Een telling van het aantal sterften van tot de betrokken populatie behorende ondernemingen in het bedrijfsregister, gecorrigeerd voor fouten. Een sterfte betreft de ontbinding van een combinatie van productiefactoren, voorzover er geen andere ondernemingen bij de gebeurtenis zijn betrokken. Tot de sterften behoren geen verwijderingen uit de populatie als gevolg van fusies, op- of afsplitsingen dan wel herstructureringen van ondernemingen. Verwijderingen uit een subpopulatie die uitsluitend het gevolg zijn van een verandering van activiteit, blijven eveneens buiten beschouwing.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Een telling van het aantal tot de betrokken populatie behorende lokale eenheden in het bedrijfsregister, gecorrigeerd voor fouten, en met name fouten in het steekproefkader. Lokale eenheden moeten ook in aanmerking worden genomen indien zij geen betaalde werknemers hebben. Deze statistiek moet alle eenheden omvatten die gedurende ten minste een deel van de referentieperiode actief zijn geweest.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Een telling van het aantal tot de betrokken populatie behorende eenheden van economische activiteit in het bedrijfsregister, gecorrigeerd voor fouten, en met name fouten in het steekproefkader, dan wel een schatting indien dergelijke eenheden niet worden geregistreerd. Deze statistiek moet alle eenheden omvatten die gedurende ten minste een deel van de referentieperiode actief zijn geweest.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De omzet omvat alle door de waargenomen eenheid gedurende de referentieperiode in rekening gebrachte bedragen, die overeenkomen met de verkoop van goederen en diensten aan derden.

    De omzet omvat alle belastingen op de door de eenheid in rekening gebrachte goederen of diensten, met uitzondering van de BTW die door de eenheid aan haar klanten in rekening wordt gebracht, en andere soortgelijke aftrekbare belastingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de omzet.

    Bovendien omvat de omzet alle andere kosten (vervoer, verpakking enz.) die aan de klant worden doorberekend, ook al worden ze apart in rekening gebracht. Kortingen, rabatten en disconto's moeten in mindering worden gebracht, alsmede de waarde van teruggekomen verpakkingsmateriaal.

    Inkomen dat als overige bedrijfsopbrengsten, financieel inkomen of buitengewone baten in de bedrijfsrekeningen voorkomt, wordt niet tot de omzet gerekend, evenmin als exploitatiesubsidies die van de overheid of van de instellingen van de Europese Unie zijn ontvangen.

    Voor de klassen 66.01 en 66.03 van de NACE Rev.1 luidt de titel van dit kenmerk "Geboekte brutopremies".

    Opmerking: De indirecte belastingen kunnen in drie groepen worden ingedeeld.

    a) BTW en andere aftrekbare belastingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet bij de omzet in aanmerking worden genomen. Deze belastingen worden op de verschillende momenten van levering door ondernemingen geïnd en komen volledig ten laste van de eindgebruiker.

    b) Alle andere productgebonden belastingen die hetzij 1. aan de omzet gekoppeld, maar niet aftrekbaar zijn, hetzij 2. productgebonden belastingen zijn, maar niet aan de omzet gekoppeld zijn. Dit betreft belastingen op invoer en belastingen op productie, uitvoer, verkoop, overdracht, lease of de levering van goederen en diensten, dan wel in verband met het gebruik van de goederen en diensten voor eigen verbruik of investeringen.

    c) Niet-productgebonden belastingen op productie. Dit zijn verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die door de overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd in verband met de productie of de invoer van goederen en diensten, het in dienst hebben van arbeidskrachten en de eigendom of het gebruik van grond, gebouwen of andere activa die in het productieproces worden aangewend, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte goederen en diensten.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet, zoals die hierboven voor statistische doeleinden is gedefinieerd, omvat in de rekeningen de netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    - De omzet wordt gebruikt voor de berekening van de Productiewaarde (12 12 0) en andere aggregaten en saldi.

    - De omzet kan worden ingedeeld naar activiteit: Omzet uit a) hoofdactiviteit, b) industriële activiteiten, c) handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop, d) intermediatie (tussenpersonen) en e) dienstenactiviteiten (18 11 0 tot en met 18 15 0).

    - De omzet kan worden ingedeeld naar type product: Specificatie van de omzet naar product (18 21 0).

    - De omzet kan worden ingedeeld naar type klant: Percentage van de omzet naar a) detailhandel (25 11 1), b) professionele gebruikers (25 11 2), c) eindverbruikers (25 11 3).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De productiewaarde meet de werkelijk door de eenheid geproduceerde hoeveelheid op basis van de verkopen, de veranderingen in voorraden en de wederverkoop van goederen en diensten.

    De productiewaarde wordt gedefinieerd als de omzet, plus of minus de veranderingen in voorraden gereed product, onderhanden werk en goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop, minus de aankopen van goederen en diensten voor wederverkoop, plus de geactiveerde productie, plus andere bedrijfsinkomsten (m.u.v. subsidies). Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de productiewaarde buiten beschouwing. Tot de aankopen van goederen en diensten voor wederverkoop behoren aankopen van diensten die zijn gekocht om in de oorspronkelijke staat aan derden te worden doorverkocht.

    Er zijn speciale berekeningsmethoden nodig voor de klassen 66.01 en 66.03 van de NACE Rev.1.

    Opmerking: De geactiveerde productie omvat de productie in eigen beheer van alle goederen die door de producent als investeringen worden aangehouden, zowel materiële vaste activa (gebouwen enz.) als immateriële activa (ontwikkeling van software enz.). Bij de geactiveerde productie gaat het om niet-verkochte producten die worden gewaardeerd tegen de productiekosten. Deze kapitaalgoederen moeten ook bij de investeringen in aanmerking worden genomen.

    Opmerking: Overige bedrijfsopbrengsten is een rubriek van de bedrijfsrekeningen. De inhoud ervan kan van sector tot sector en in de loop der tijd variëren en kan derhalve niet nauwkeurig worden gedefinieerd voor statistische doeleinden.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De componenten van Productiewaarde zijn begrepen in de volgende rubrieken van de rekeningen:

    - Netto-omzet

    - deel van Overige bedrijfsopbrengsten - met uitzondering van subsidies

    - Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking

    - deel van Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen met betrekking tot de aankopen en de wijziging in voorraden goederen voor wederverkoop

    - Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf.

    Verband met andere variabelen

    De productiewaarde is gebaseerd op

    Omzet (12 11 0)

    +/- Voorraadwijziging van eindproducten en onderhanden werken in de eenheid (13 21 3)

    +/- Voorraadwijziging van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijk staat (13 21 1)

    - Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0)

    + Geactiveerde productie

    + Overige bedrijfsopbrengsten (m.u.v. subsidies).

    - De productiewaarde wordt gebruikt voor de berekening van de Toegevoegde waarde tegen factorkosten (12 15 0) en andere aggregaten en saldi.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De brutowinst op voor wederverkoop bestemde goederen komt overeen met de opbrengst van aankoop en wederverkoop zonder verdere verwerking. De brutowinst wordt berekend aan de hand van de omzet en de aankoop een voorraadwijziging van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Inbegrepen in de omzet en de aankoop en voorraadwijziging van goederen en diensten voor wederverkoop, zijn de verkoop, aankoop en voorraadswijziging van diensten die zijn ingekocht om in de oorspronkelijke staat aan derden te worden doorverkocht.

    De brutowinst op voor wederverkoop bestemde goederen wordt ook brutohandelsmarge genoemd.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Deze cijfers komen niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maken deel uit van de Netto-omzet en de Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen.

    Verband met andere variabelen

    De brutowinst op voor wederverkoop bestemde goederen is gebaseerd op

    Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0)

    - Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0)

    +/- Voorraadwijziging van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 21 1).

    - De brutowinst op voor wederverkoop bestemde goederen maakt deel uit van de Productiewaarde (12 12 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De toegevoegde waarde tegen basisprijzen wordt berekend als de productiewaarde plus de productgebonden subsidies minus de aankopen van goederen en diensten (m.u.v. die welke zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat), plus of minus de voorraadwijziging van grondstoffen en hulpstoffen minus de overige productgebonden belastingen die gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet aftrekbaar zijn. Het gaat om de door de verschillende factorinputs toegevoegde waarde in de exploitatie van de betrokken eenheid.

    Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de toegevoegde waarde buiten beschouwing.

    De toegevoegde waarde tegen basisprijzen wordt "bruto" berekend omdat correcties op de waarde (zoals afschrijvingen) niet worden afgetrokken.

    Opmerking: Exploitatiesubsidies kunnen in twee groepen worden ingedeeld.

    a) Productgebonden subsidies zijn subsidies die per eenheid van een goed of een dienst worden uitgekeerd. De subsidie kan een bepaald bedrag per kwantitatieve eenheid van een goed of dienst zijn, of worden berekend als een bepaald percentage van de prijs per eenheid. Een productgebonden subsidie wordt gewoonlijk uitgekeerd wanneer het product wordt gemaakt, verkocht of ingevoerd, maar eventueel ook onder andere omstandigheden zoals wanneer een goed wordt overgedragen, geleasd, afgeleverd of voor eigen verbruik of investeringen wordt gebruikt.

    b) Niet-productgebonden subsidies zijn subsidies die aan een eenheid worden uitgekeerd, maar niet gekoppeld zijn aan de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte goederen. Hiertoe behoren met name subsidies op de loonsom of het aantal werknemers, milieu- en rentesubsidies.

    Investeringssubsidies worden niet in aanmerking genomen.

    Er zijn speciale berekeningsmethoden nodig voor de klassen 66.01 en 66.03 van de NACE Rev.1.

    Opmerking: De indirecte belastingen kunnen in drie groepen worden ingedeeld.

    a) BTW en andere aftrekbare belastingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet bij de omzet in aanmerking worden genomen. Deze belastingen worden op de verschillende momenten van levering door ondernemingen geïnd en komen volledig ten laste van de eindgebruiker.

    b) Alle andere productgebonden belastingen die hetzij 1. aan de omzet gekoppeld, maar niet aftrekbaar zijn, hetzij 2. productgebonden belastingen zijn, maar niet aan de omzet gekoppeld zijn. Dit betreft belastingen op invoer en belastingen op productie, uitvoer, verkoop, overdracht, lease of de levering van goederen en diensten, dan wel in verband met het gebruik van de goederen en diensten voor eigen verbruik of investeringen.

    c) Niet-productgebonden belastingen op productie. Dit zijn verplichte betalingen om niet, in geld of in natura die door de overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd in verband met de productie of de invoer van goederen en diensten, het in dienst hebben van arbeidskrachten en de eigendom of het gebruik van grond, gebouwen of andere activa die in het productieproces worden aangewend, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte goederen en diensten.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De toegevoegde waarde tegen basisprijzen kan worden berekend aan de hand van de volgende rubrieken van de rekeningen:

    - Netto-omzet

    - Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking

    - Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf

    - Kosten van grondstoffen en hulpstoffen

    - Overige externe kosten

    - deel van Overige bedrijfskosten - met uitzondering van niet-productgebonden belastingen

    - deel van Overige bedrijfsopbrengsten - met uitzondering van niet-productgebonden subsidies.

    Verband met andere variabelen

    De toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gebaseerd op

    Omzet (12 11 0)

    - Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    +/- Voorraadwijziging van goederen en diensten (13 21 0)

    + Geactiveerde productie

    + Overige bedrijfsopbrengsten (m.u.v. niet-productgebonden subsidies)

    - Overige productgebonden belastingen die gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet aftrekbaar zijn.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De toegevoegde waarde tegen factorkosten betreft het bruto-inkomen uit bedrijfsactiviteiten na correctie voor exploitatiesubsidies en indirecte belastingen.

    De toegevoegde waarde tegen factorkosten kan worden berekend als de omzet plus de geactiveerde productie, plus de overige bedrijfsopbrengsten, plus of minus de voorraadwijziging, minus de aankopen van goederen en diensten, minus de overige productgebonden belastingen die gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet aftrekbaar zijn, minus de niet-productgebonden belastingen. Ook kan de toegevoegde waarde tegen factorkosten worden berekend door bij het bruto-exploitatieoverschot de personeelskosten op te tellen.

    Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de toegevoegde waarde buiten beschouwing.

    De toegevoegde waarde tegen basisprijzen wordt "bruto" berekend omdat correcties op de waarde (zoals afschrijvingen) niet worden afgetrokken.

    Opmerking: De indirecte belastingen kunnen in drie groepen worden ingedeeld.

    a) BTW en andere aftrekbare belastingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet bij de omzet in aanmerking worden genomen. Deze belastingen worden op de verschillende momenten van levering door ondernemingen geïnd en komen volledig ten laste van de eindgebruiker.

    b) Alle andere productgebonden belastingen die hetzij 1. aan de omzet gekoppeld, maar niet aftrekbaar zijn, hetzij 2. productgebonden belastingen zijn, maar niet aan de omzet gekoppeld zijn. Dit betreft belastingen op invoer en belastingen op productie, uitvoer, verkoop, overdracht, lease of de levering van goederen en diensten, dan wel in verband met het gebruik van de goederen en diensten voor eigen verbruik of investeringen.

    c) Niet-productgebonden belastingen op productie. Dit zijn verplichte betalingen om niet, in geld of in natura die door de overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd in verband met de productie of de invoer van goederen en diensten, het in dienst hebben van arbeidskrachten en de eigendom of het gebruik van grond, gebouwen of andere activa die in het productieproces worden aangewend, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte goederen en diensten.

    Er zijn speciale berekeningsmethoden nodig voor de klassen 66.01 en 66.03 van de NACE Rev.1.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De toegevoegde waarde tegen factorkosten kan rechtstreeks worden berekend aan de hand van de volgende rubrieken van de rekeningen:

    - Netto-omzet

    - Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking

    - Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf

    - Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

    - Overige externe kosten

    - Overige bedrijfskosten

    - Overige bedrijfsopbrengsten.

    Verband met andere variabelen

    De toegevoegde waarde tegen factorkosten is gebaseerd op

    Omzet (12 11 0)

    +/- Voorraadwijziging van goederen en diensten (13 21 0)

    + Geactiveerde productie

    + Overige bedrijfsopbrengsten

    - Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    - Overige productgebonden belastingen die gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet aftrekbaar zijn

    - Niet-productgebonden belastingen

    - De toegevoegde waarde tegen factorkosten wordt gebruikt voor de berekening van het bruto-exploitatieoverschot (12 17 0) en andere aggregaten en saldi.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het bruto-exploitatieoverschot is het overschot dat voortvloeit uit de bedrijfsactiviteiten na betaling van de input van arbeid. Het kan worden berekend door van de toegevoegde waarde tegen factorkosten de personeelskosten af te trekken. Het gaat om het saldo dat voor de eenheid beschikbaar is om de verschaffers van eigen middelen en leningen te belonen, belasting te betalen en uiteindelijk alle of een gedeelte van de investeringen te financieren.

    Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor het bruto-exploitatieoverschot buiten beschouwing.

    Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor het bruto-exploitatieoverschot buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het bruto-exploitatieoverschot kan worden berekend aan de hand van de volgende rubrieken van de rekeningen:

    - Netto-omzet

    - Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking

    - Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf

    - Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

    - Overige externe kosten

    - Overige bedrijfskosten

    - Overige bedrijfsopbrengsten

    - Personeelskosten

    Verband met andere variabelen

    Het bruto-exploitatieoverschot is gebaseerd op

    Toegevoegde waarde tegen factorkosten (12 15 0)

    - Personeelskosten (13 31 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De aankoop van goederen en diensten omvat de waarde van alle goederen en diensten die gedurende de verslagperiode zijn ingekocht voor wederverkoop of voor verbruik in het productieproces, met uitzondering van kapitaalgoederen, waarvan het verbruik wordt geregistreerd als verbruik voor vaste activa. De gekochte goederen en diensten kunnen zonder, dan wel na verdere verwerking worden doorverkocht, volledig in het productieproces worden gebruikt of worden opgeslagen.

    Tot deze aankopen behoren ook materiaal dat rechtstreeks in de geproduceerde goederen wordt verwerkt (grondstoffen, halffabrikaten, componenten) en niet tot de kapitaalgoederen behorende kleine gereedschappen en uitrusting. Verder is inbegrepen de waarde van hulpstoffen (smeermiddelen, water, verpakkingsmateriaal, materiaal voor onderhoud en reparatie, kantoorartikelen) en van energieproducten. Ook de aankoop van materiaal voor de productie van kapitaalgoederen door de eenheid valt onder deze variabele.

    Diensten waarvoor tijdens de referentieperiode is betaald, zijn ook inbegrepen of deze nu van industriële of van niet-industriële aard zijn. Onder deze rubriek vallen ook betalingen voor al het werk dat door derden ten behoeve van de eenheid is uitgevoerd, met inbegrip van lopende reparaties en onderhoud, installatiewerkzaamheden en technische studies. Bedragen die zijn betaald voor de installatie van kapitaalgoederen en de waarde van geactiveerde goederen vallen er evenwel niet onder.

    Ook inbegrepen zijn betalingen voor niet-industriële diensten, zoals honoraria voor juridisch adviseurs en accountants, octrooi- en licentiebedragen (indien deze niet tot de vaste activa behoren), verzekeringspremies, kosten van vergaderingen van aandeelhouders en bestuursorganen, contributies voor bedrijfs- en beroepsverenigingen, uitgaven voor post, telefoon, elektronische communicatie, telegraaf en fax, vervoer van goederen en personeel, advertentiekosten, commissies (indien deze niet zijn begrepen in de lonen), huur, bankkosten (behalve rentebetalingen) en alle andere zakelijke diensten die door derden worden verricht. Inbegrepen zijn diensten die door de eenheid zijn getransformeerd en geactiveerd.

    Uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de totale aankoop van goederen en diensten buiten beschouwing.

    De aankoop van goederen en diensten wordt gewaardeerd tegen de aankoopprijs zonder aftrekbare BTW en andere aftrekbare belastingen die direct gekoppeld zijn aan de omzet.

    Alle andere productgebonden belastingen worden dus niet van de waarde van de gekochte goederen en diensten afgetrokken. Voor de waardering van deze aankopen is de behandeling van niet-productgebonden belastingen niet relevant.

    Er zijn speciale berekeningsmethoden nodig voor de klassen 66.01 en 66.03 van de NACE Rev.1.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De aankopen van goederen en diensten kunnen worden berekend op basis van de volgende rubrieken van de rekeningen:

    - Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen (voordat rekening is gehouden met wijzigingen in voorraden goederen en diensten)

    - Overige externe kosten (voordat rekening is gehouden met wijzigingen in voorraden goederen en diensten)

    - deel van Overige bedrijfskosten - Het hier inbegrepen gedeelte betreft betalingen voor goederen en diensten die niet onder de twee hierboven genoemde rubrieken vallen (Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen en Overige externe kosten). Het hier niet inbegrepen gedeelte betreft de betaling van niet-productgebonden belastingen.

    Verband met andere variabelen

    De totale aankopen van goederen en diensten wordt gebruikt voor de berekening van de Toegevoegde waarde tegen factorkosten (12 15 0) en van andere aggregaten en saldi.

    Veel onder de totale aankoop van goederen en diensten begrepen posten worden afzonderlijk geregistreerd:

    - Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0)

    - Bedrijfskosten met betrekking tot gebouwen en apparatuur (13 41 0), Verkoopkosten (13 42 0), Overige bedrijfskosten (13 43 0). Deze drie variabelen geven in combinatie met variabele 13 12 0 een uitvoerige indeling van de totale aankopen van goederen en diensten voor groot- en detailhandelsondernemingen.

    - Betalingen voor uitzendkrachten (13 13 1)

    - Betalingen voor langetermijnhuur en operationele leasing van goederen (13 41 1)

    - Aankoop van energieproducten (20 11 0 en 20 21 0 tot en met 20 31 0)

    - Percentage van de aankoop bij groothandelaars en via inkoopverenigingen (25 21 1) en Percentage van de aankoop bij producenten (25 21 2)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Bij de aankoop voor wederverkoop gaat het om de aankoop van goederen voor de wederverkoop aan derden zonder verdere verwerking. Inbegrepen is de aankoop van diensten bij bedrijven die tegen betaling diensten verlenen, d.w.z. bedrijven waarvan de omzet niet alleen bestaat uit het honorarium dat ze als tussenpersoon voor een dienstentransactie in rekening brengen (zoals bij makelaars), maar ook het bedrag dat met de dienst zelf gemoeid is, zoals de aankoop van vervoerprestaties door reisagenten. De waarde van goederen en diensten die op commissiebasis aan derden worden verkocht, blijft buiten beschouwing aangezien deze goederen niet door de commissionair worden gekocht of verkocht.

    Wanneer hier sprake is van diensten voor wederverkoop, gaat het om de output van dienstverlenende activiteiten, rechten op het gebruik van vooraf vastgestelde diensten of fysieke ondersteuning van diensten. De aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat, wordt gewaardeerd tegen de aankoopprijs zonder aftrekbare BTW en andere aftrekbare belastingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de omzet. Alle andere productgebonden belastingen worden derhalve bij de waardering van de aankoop van goederen en diensten niet afgetrokken.

    Voor de waardering van deze aankopen is de behandeling van niet-productgebonden belastingen niet relevant.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat, wordt in de bedrijfsrekeningen niet altijd afzonderlijk vermeld, maar maakt deel uit van:

    - Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

    - Overige externe kosten

    - Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    De aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat, wordt gebruikt voor de berekening van de Brutowinst op voor wederverkoop bestemde goederen (12 13 0), de Productiewaarde (12 12 0) en andere aggregaten en saldi.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Dit cijfer omvat betalingen aan uitzendbureaus en dergelijke organisaties voor de levering van personeel. Alleen betalingen voor de levering van personeel die geen verband houdt met de levering van een specifieke industriële of niet-industriële dienst is inbegrepen.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De betalingen voor uitzendkrachten komen niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor maar maken deel uit van de Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De voorraadwijziging (positief of negatief) is het verschil tussen de waarde van de voorraden aan het eind en die aan het begin van de referentieperiode. De voorraadwijziging kan worden gemeten door de waarde van de onttrekkingen aan de voorraden en de waarde van de lopende verliezen aan goederen in voorraad af te trekken van de waarde van de toevoegingen aan de voorraad. Voorraden worden geregistreerd tegen aankoopprijzen zonder BTW indien ze van een andere eenheid zijn gekocht, en anders tegen de productiekosten.

    De voorraden (en dus de voorraadwijziging) kunnen als volgt worden ingedeeld:

    - voorraden eindproducten,

    - voorraden onderhanden werk,

    - voorraden goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat,

    - voorraden grondstoffen en hulpstoffen.

    De voorraden eindproducten en onderhanden werk zijn inbegrepen wanneer ze door de eenheid zijn geproduceerd en nog niet zijn verkocht. Hiertoe behoort ook onderhanden werk dat aan de eenheid behoort, maar dat in het bezit is van derden. Producten die in het bezit van de eenheid zijn, maar die aan derden behoren, zijn daarentegen uitgesloten.

    Inbegrepen zijn de voorraden goederen en diensten die uitsluitend zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat. Uitgesloten zijn voorraden goederen en diensten die op commissiebasis aan derden worden geleverd. Producten die door dienstverlenende bedrijven voor wederverkoop zijn ingekocht en opgeslagen, kunnen zowel goederen (industrie-uitrusting in het geval van contracten inzake de oplevering van bedrijfsklare installaties of gebouwen in het geval van bouwprojecten enz.) als diensten (rechten op het gebruik van advertentieruimte, vervoer, accommodatie enz.) omvatten.

    Bij de opslag van diensten gaat het om de output van dienstverlenende activiteiten, rechten op het gebruik van vooraf vastgestelde diensten of fysieke ondersteuning van diensten.

    Voorts zijn inbegrepen voorraden grondstoffen en hulpstoffen, halffabrikaten, componenten energie, niet tot de vaste activa behorende kleine gereedschappen en diensten die de eenheid behoren.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De voorraadwijziging van goederen en diensten kan worden berekend aan de hand van de volgende rubrieken van de rekeningen:

    - Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking

    - Deel van de Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

    - Deel van de Overige externe kosten.

    - Deel van de Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    - De voorraadwijziging van goederen en diensten wordt gebruikt voor de berekening van de Toegevoegde waarde tegen basisprijzen (12 14 0) en andere aggregaten en saldi.

    - De voorraadwijziging van goederen en diensten kan worden ingedeeld naar aard van de voorraden: a) Voorraadwijziging van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 21 1), b) Voorraadwijziging van eindproducten en onderhanden werk in de eenheid (13 21 3) en c) Voorraadwijziging van grondstoffen en hulpstoffen.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Deze variabele wordt gedefinieerd als de voorraadwijziging tegen aankoopprijzen zonder BTW tussen het eind en het begin van de referentieperiode. De voorraadwijziging kan worden gemeten door de waarde van de onttrekkingen aan de voorraden en de waarde van lopende verliezen aan goederen in voorraad af te trekken van de waarde van de toevoegingen aan de voorraad producten die voor wederverkoop zijn ingekocht.

    Inbegrepen zijn de voorraden goederen en diensten die uitsluitend zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat. Uitgesloten zijn voorraden goederen en diensten die op commissiebasis aan derden worden geleverd.

    Producten die door dienstverlenende bedrijven voor wederverkoop zijn ingekocht en opgeslagen, kunnen zowel goederen (industrie-uitrusting in het geval van contracten inzake de oplevering van bedrijfsklare installaties of gebouwen in het geval van bouwprojecten enz.) als diensten (rechten op het gebruik van advertentieruimte, vervoer, accommodatie enz.) omvatten.

    Bij de opslag van diensten gaat het om de output van dienstverlenende activiteiten, rechten op het gebruik van vooraf vastgestelde diensten of fysieke ondersteuning van diensten.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De voorraadwijziging van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat, wordt in de bedrijfsrekening niet afzonderlijk vermeld, maar maakt deel uit van Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    - Voorraadwijziging van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat, wordt gebruikt voor de berekening van de Brutowinst op voor wederverkoop bestemde goederen (12 13 9), de Productiewaarde (12 12 0) en andere aggregaten en saldi.

    - Deel van de Voorraadwijziging van goederen en diensten (13 21 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Deze variabele wordt gedefinieerd als de wijziging in de waarde van de voorraden eindproducten en onderhanden werk, die door de eenheid zijn geproduceerd en nog niet zijn verkocht, tussen de eerste en de laatste dag van de referentieperiode.

    Hiertoe behoort ook onderhanden werk dat aan de eenheid behoort, maar dat in het bezit is van derden. Producten die in het bezit van de eenheid zijn, maar die aan derden behoren, zijn daarentegen uitgesloten.

    Voorraden worden gewaardeerd tegen productiekosten voordat waardecorrecties worden aangebracht (zoals afschrijving).

    Verband met bedrijfsrekeningen

    De voorraadwijziging van eindproducten en onderhanden werk in de eenheid wordt in de bedrijfsrekeningen geregistreerd als de rubriek Wijziging in voorraad gereed product en goederen in bewerking.

    Verband met andere variabelen

    - De voorraadwijziging van eindproducten en onderhanden werk in de eenheid wordt gebruikt voor de berekening van de Productiewaarde (12 12 0) en andere aggregaten en saldi.

    - Deel van de Voorraadwijziging van goederen en diensten (13 21 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De personeelskosten worden gedefinieerd als de totale beloning, in geld of in natura, die door de werkgever aan de werknemer (vaste en tijdelijke werknemers, alsmede thuiswerkers) wordt betaald voor werk dat de werknemer gedurende de referentieperiode heeft verricht. Ook omvatten de personeelskosten de belastingen en sociale premies t.l.v. werknemers die door de eenheid worden ingehouden, en de verplichte en vrijwillige sociale premies t.l.v. werkgevers.

    De personeelskosten bestaan uit:

    - lonen

    - wettelijke-socialezekerheidskosten van de werkgever.

    De totale gedurende de referentieperiode betaalde beloning is inbegrepen, ongeacht of deze is betaald op basis van de werktijd, de output of stukloon, en of de betaling regelmatig plaatsvindt of niet. Inbegrepen zijn alle fooien, arbeidsplaatsgebonden toeslagen, productiviteitspremies, gratificaties, dertiendemaandbetalingen (en dergelijke vaste bonussen), betalingen aan werknemers in verband met ontslag, huisvesting, vervoer of kosten van levensonderhoud, gezinstoelagen, commissies, presentiegelden, toeslagen voor overwerk of nachtdienst enz., alsmede belastingen, sociale premies en andere bedragen die de werknemers verschuldigd zijn en door de werkgevers aan de bron worden ingehouden.

    Inbegrepen zijn voorts de wettelijke-socialezekerheidskosten van de werkgever, waartoe behoren de sociale premies t.l.v. werkgevers voor regelingen op het gebied van pensioen, ziekte, moederschap, invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen en beroepsziekten, gezinstoelagen en andere regelingen. De kosten hiervan zijn inbegrepen, ongeacht of het gaat om regelingen die zijn ingevoerd krachtens de wet, op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst, een individueel arbeidscontract of op vrijwillige basis.

    Betalingen voor uitzendkrachten zijn niet in de personeelskosten begrepen.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De personeelskosten kunnen rechtstreeks worden berekend op basis van de volgende rubrieken van de rekeningen:

    Personeelskosten; dit is de som van de rubrieken Lonen en salarissen en Sociale lasten.

    Verband met andere variabelen

    De personeelskosten zijn gebaseerd op

    Lonen (13 32 0)

    + Wettelijke-socialezekerheidskosten (13 33 0).

    De personeelskosten worden gebruikt voor de berekening van het Bruto-exploitatieoverschot (12 17 0) en andere aggregaten en saldi.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Lonen wordt gedefinieerd als "de totale beloning in geld of in natura die moet worden betaald aan iedereen die op de loonlijst voorkomt (m.i.v. thuiswerkers) voor werk dat hij of zij tijdens de verslagperiode heeft gedaan", ongeacht of de betrokkene wordt betaald op basis van de werktijd, de output of stuklonen en of de betaling regelmatig plaatsvindt of niet.

    De lonen omvatten de waarde van alle sociale premies, loonbelasting enz., die door de werknemer moeten worden betaald, ook al worden ze in werkelijkheid ingehouden door de werkgever en ten behoeve van de werknemer rechtstreeks afgedragen aan socialeverzekeringsinstellingen, belastingautoriteiten enz. De sociale premies t.l.v. werkgevers vallen niet onder de lonen.

    Tot de lonen behoren: alle fooien, bonussen, gratificaties, dertiendemaandbetalingen, toeslagen voor zwaar werk, betalingen in verband met huisvesting, vervoer of kosten van levensonderhoud, gezinstoelagen, fooien, commissies, presentiegelden enz., ontvangen door werknemers, alsmede belastingen, sociale premies en andere bedragen die door werknemers moeten worden betaald, maar door de werkgever aan de bron worden ingehouden. Door de werkgever doorbetaald loon bij ziekte, beroepsongeval, zwangerschapsverlof of arbeidstijdverkorting wordt hier of onder de wettelijke-socialezekerheidskosten geregistreerd, afhankelijk van de boekhoudpraktijken van de eenheid.

    De lonen omvatten geen betalingen voor uitzendkrachten.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De lonen worden in de bedrijfsrekeningen geregistreerd in de rubriek Lonen en salarissen.

    Verband met andere variabelen

    De lonen worden gebruikt voor de berekening van de Personeelskosten (13 31 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De wetttelijke-socialezekerheidskosten van werkgevers komen overeen met een bedrag dat gelijk is aan de waarde van de sociale premies t.l.v. werkgevers om ervoor te zorgen dat hun werknemers recht hebben op sociale uitkeringen.

    De wettelijke-socialezekerheidskosten voor de werkgevers omvatten de sociale premies t.l.v. werkgevers voor regelingen op het gebied van pensioenen, ziekte, moederschap, invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, gezinstoelagen en andere regelingen.

    Hieronder vallen de kosten voor alle werknemers, inclusief thuiswerkers en leerlingen.

    Inbegrepen zijn de kosten voor alle regelingen, of het nu gaat om wettelijke regelingen, bij cao of individueel arbeidscontract overeengekomen regelingen of vrijwillige regelingen. Door de werkgever doorbetaald loon bij ziekte, beroepsongeval, zwangerschapsverlof of arbeidstijdverkorting wordt hier of onder lonen geregistreerd, afhankelijk van de boekhoudpraktijken van de eenheid.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De wettelijke-socialezekerheidskosten worden in de rekeningen geregistreerd onder Sociale lasten.

    Verband met andere variabelen

    De wettelijke-socialezekerheidskosten worden gebruikt voor de berekening van de Personeelskosten (13 31 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De bedrijfskosten met betrekking tot gebouwen en apparatuur bestaan uit:

    - kosten met betrekking tot gebouwen, waaronder

    - huur en uitgaven voor energie (verwarming en elektriciteit) en onderhoud en reparatie van gebouwen,

    - betalingen in verband met operationele leasing.

    - uitgaven met betrekking tot apparatuur, waaronder

    - uitgaven voor onderhoud en reparatie van alle machines (m.i.v. computers en voertuigen) en huurkosten

    - betalingen in verband met operationele leasing van machines.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De bedrijfskosten met betrekking tot gebouwen en apparatuur staan niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen, maar maken deel uit van de Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0).

    Voor de handel (Sectie G van de NACE Rev. 1) zijn de andere delen van de totale aankoop van goederen en diensten: Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0), Verkoopkosten (13 42 0) en Overige bedrijfskosten (13 43 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De betalingen voor langetermijnhuur betreffen alle kosten van het huren van materiële goederen voor een periode langer dan een jaar.

    Bij operationele leasing worden niet praktisch alle risico's en beloningen in verband met het wettelijk eigendom aan de lessee overgedragen. Wel verwerft de lessee het recht een duurzaam goed te gebruiken gedurende een bepaalde periode, die lang of kort kan zijn, maar niet vooraf hoeft te zijn vastgesteld. Wanneer de leasingperiode afloopt, verwacht de lessor zijn goed terug in min of meer dezelfde staat als waarin hij het verhuurd had, afgezien van normale slijtage. De leasingperiode bestrijkt dus niet de gehele of een heel groot deel van de economische levensduur van het goed. Betalingen voor operationele leasing van goederen hebben betrekking op de kosten van het gebruik van materiële goederen die door middel van een leasecontract ter beschikking van de eenheid zijn gesteld.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Betalingen voor langetermijnhuur en operationele leasing van goederen komen niet afzonderlijk in de bedrijfsrekening voor, maar maken deel uit van de Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    Deel van de Bedrijfskosten met betrekking tot gebouwen en apparatuur (13 41 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De verkoopkosten, die deel uitmaken van de Aankopen van goederen en diensten, bestaan uit advertentie-uitgaven, vervoerkosten, reiskosten, kosten van hotelaccommodatie, uitgaven voor ontspanning en andere uitgaven in verband met de verkoop van goederen (inclusief betalingen voor uitzendkrachten).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Verkoopkosten staan niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen, maar maken deel uit van Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankopen van goederen en diensten (13 11 0)

    Voor de handel (Sectie G van de NACE Rev. 1), zijn de andere leden van de totale aankoop van goederen en diensten: Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0), Bedrijfskosten met betrekking tot gebouwen en apparatuur (13 430) en Overige bedrijfskosten (13 43 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Tot de Overige bedrijfskosten behoren onder meer uitgaven voor boekhouding, consultants, kantoorbenodigdheden, aanwerving, verzekeringspremies, kosten van collectief vervoer van het personeel, kosten van bankdiensten (m.u.v. rentebetalingen), uitgaven voor post en telecommunicatie (telefoon, telex).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Verkoopkosten komen niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maken deel uit van Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van Totale aankopen van goederen en diensten (13 11 0)

    Voor de handel (Sectie G van de NACE Rev. 1), zijn de andere delen van de totale aankoop van goederen en diensten: Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0), Bedrijfskosten met betrekking tot gebouwen en apparatuur (13 43 0) en Verkoopkosten (13 42 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Investeringen in alle materiële goederen gedurende de referentieperiode. Inbegrepen zijn nieuwe en bestaande materiële kapitaalgoederen, of deze nu bij derden zijn gekocht of voor eigen gebruik zijn geproduceerd (d.w.z. geactiveerde productie van materiële kapitaalgoederen), met een nuttige levensduur van meer dan één jaar, met inbegrip van niet-geproduceerde materiële goederen zoals grond. De drempel voor de nuttige levensduur van in aanmerking komende goederen kan worden verhoogd indien in de boekhouding van de vennootschap een langere verwachte nuttige levensduur dan één jaar als drempel wordt gehanteerd.

    Alle investeringen worden bruto gewaardeerd (d.w.z. voor waardecorrecties en voor aftrek van inkomsten uit verkoop). Gekochte goederen worden gewaardeerd tegen de aankoopprijs, d.w.z. inclusief vervoer- en installatiekosten, honoraria, belastingen en andere kosten in verband met de eigendomsoverdracht. Zelf geproduceerde materiële goederen worden gewaardeerd tegen de productiekosten. Goederen die worden verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames en op- of afsplitsingen), blijven buiten beschouwing. Aankopen van kleine gereedschappen die niet tot de vaste activa behoren, zijn in de lopende uitgaven begrepen.

    Inbegrepen zijn voorts alle toevoegingen, veranderingen, verbeteringen en renovaties die de nuttige levensduur verlengen of het productief vermogen van de kapitaalgoederen doen toenemen.

    Lopende onderhoudskosten blijven buiten beschouwing, evenals de waarde van en de lopende uitgaven voor kapitaalgoederen die worden gebruikt op grond van huur- en leasecontracten. Ook investeringen in immateriële goederen en financiële activa blijven buiten beschouwing.

    Wanneer de facturering, levering, betaling en het eerste gebruik van investeringen in verschillende referentieperiodes plaatsvindt, moet worden gestreefd naar de volgende registratiemethode:

    a) investeringen worden geregistreerd wanneer de eigendom wordt overgedragen aan de eenheid die de goederen denkt te gebruiken. Geactiveerde productie wordt geregistreerd wanneer deze wordt geproduceerd. Voor investeringen die in identificeerbare etappes plaatsvinden, geldt dat iedere deelinvestering moet worden geregistreerd in de referentieperiode waarin deze wordt gedaan.

    In de praktijk is dit niet altijd mogelijk; gezien de regels voor bedrijfsboekhoudingen is wellicht een van de volgende benaderingen van deze methode nodig:

    a) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden geleverd,

    b) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in het productieproces worden ingezet,

    c) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in rekening worden gebracht,

    d) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden betaald.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Investeringen staan niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa, alsmede waardecorrecties voor deze vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen.

    Materiële goederen worden in de bedrijfsrekeningen opgenomen onder Vaste activa- materiële vaste activa.

    Verband met andere variabelen

    De bruto-investeringen in materiële goederen zijn gebaseerd op

    Bruto-investeringen in grond (15 12 0)

    + Bruto-investeringen in bestaande bouwwerken (15 13 0)

    + Bruto-investeringen in de bouw en verbouwing van gebouwen (15 14 0)

    + Bruto-investeringen in machines en werktuigen (15 15 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Behalve grond vallen onder deze variabele ondergrondse minerale reserves, bossen en binnenwateren. Indien de grond wordt gekocht met bestaande gebouwen en de waarde van beide componenten niet scheidbaar is, wordt het totaal onder deze rubriek geregistreerd indien geschat wordt dat de waarde van de grond groter is dan de waarde van de bestaande gebouwen. Indien daarentegen de bestaande gebouwen meer waard worden geacht dan de grond, wordt het totaal geregistreerd onder de bruto-investeringen in bestaande bouwwerken (15 13 0). Inbegrepen hier is ook grond die enkel verbeterd is door egalisering, het leggen van leidingen of de aanleg van paden of wegen. Grond die wordt verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames en op- of afsplitsingen) blijft buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Investeringen staan niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa, alsmede waardecorrecties voor deze vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen.

    Grond komt niet afzonderlijk voor in de lijst van materiële activa die in de bedrijfsrekening is opgenomen onder Vaste activa - Materiële vaste activa - Terreinen en gebouwen. Het gedeelte betreffende gebouwen blijft hier buiten beschouwing. Het gedeelte van Vooruitbetalingen en materiële vaste activa in aanbouw betreffende grond moet hier worden opgenomen.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Bruto-investeringen in materiële goederen (15 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De investeringen omvatten de kosten van bestaande bouwwerken wanneer deze gedurende de referentieperiode zijn verworven. Indien grond is gekocht met bestaande gebouwen en de waarde van beide componenten niet scheidbaar is, wordt het totaal onder deze rubriek geregistreerd indien geschat wordt dat de waarde van de bestaande gebouwen groter is dan die van de waarde van de grond. Indien daarentegen de grond meer waard wordt geacht dan de bestaande gebouwen, wordt het totaal geregistreerd onder de Bruto-investeringen in grond (15 12 0). Aankopen van nieuwe gebouwen die nooit zijn gebruikt, blijven buiten beschouwing. Bestaande bouwwerken die worden verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames, op- of afsplitsingen), blijven buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Investeringen staan niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa, alsmede waardecorrecties voor deze vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen.

    Bruto-investeringen in bestaande bouwwerken komen niet apart voor in de lijst van materiële activa die in de bedrijfsrekening is opgenomen onder Vaste activa - Materiële vaste activa - Terreinen en gebouwen. Het gedeelte betreffende grond en de bouw en verbouwing van bouwwerken blijft hier buiten beschouwing. Het gedeelte van de Vooruitbetalingen en materiële vaste activa in aanbouw betreffende bestaande bouwwerken moet hier worden opgenomen.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Bruto-investeringen in materiële goederen (15 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Deze variabele bestrijkt de uitgaven tijdens de referentieperiode voor de bouw of verbouwing van gebouwen. Ook aankopen van nieuwe gebouwen die nooit zijn gebruikt, vallen hieronder. Verder behoren hiertoe toevoegingen, veranderingen, verbeteringen en renovaties die de nuttige levensduur verlengen of het productief vermogen van de gebouwen doen toenemen.

    Inbegrepen zijn permanente installaties zoals watervoorziening, centrale verwarming, air conditioning, verplichting enz., alsmede uitgaven voor de aanleg van aardoliebronnen, operationele mijnen, pijpleidingen, hoogspanningsleidingen, gasleidingen, spoorlijnen, haveninstallaties, wegen, bruggen, viaducten, rioleringen en andere verbeteringen van terreinen. Lopende onderhoudskosten blijven buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Investeringen staan niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa, alsmede waardecorrecties voor deze vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen.

    Bruto-investeringen in de bouw en verbouwing van gebouwen komen niet afzonderlijk voor in de lijst van materiële activa die in de bedrijfsrekeningen is opgenomen onder Vaste activa - Materiële vaste activa - Terreinen en gebouwen. Het gedeelte betreffende grond en bestaande bouwwerken blijft hier buiten beschouwing. Het gedeelte van de Vooruitbetalingen en materiële vaste activa in aanbouw betreffende de bouw en verbouwing van gebouwen moet hier worden opgenomen.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Deel van de Bruto-investeringen in materiële goederen (15 11 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Deze variabele bestrijkt machines (kantoormachines enz.), speciale voertuigen voor gebruik binnen de onderneming, andere machines en werktuigen, alle voertuigen en boten die buiten het bedrijfsterrein worden gebruikt, d.w.z. auto's, bedrijfswagens en vrachtwagens, alsmede speciale voertuigen van alle soorten, boten, spoorwegwagons enz., die gedurende de referentieperiode nieuw of tweedehands zijn aangeschaft. Machines en werktuigen die worden verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames, op- of afsplitsingen), blijven buiten beschouwing. Inbegrepen zijn voorts alle toevoegingen, veranderingen, verbeteringen of renovaties die de nuttige levensduur verlengen of het productief vermogen van de kapitaalgoederen verhogen. Lopende onderhoudskosten blijven buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Investeringen staan niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa, alsmede waardecorrecties voor deze vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen.

    Bruto-investeringen in machines en werktuigen staan in de lijst van materiële activa in de bedrijfsrekeningen onder Vaste activa - Materiële vaste activa - Technische installaties en machines en Andere installaties, technische en administratieve uitrusting. Het gedeelte van de Vooruitbetalingen en materiële vaste activa in aanbouw betreffende machines en werktuigen moet hier worden opgenomen.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Bruto-investeringen in materiële goederen (15 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De verkoop van materiële investeringsgoederen omvat de waarde van bestaande materiële kapitaalgoederen die aan derden worden verkocht, en wordt gewaardeerd tegen de werkelijk ontvangen prijs (zonder BTW) - niet tegen de boekwaarde - na aftrek van de kosten van eigendomsoverdracht die ten laste van de verkoper komen. Waardecorrecties en andere onttrekkingen aan de vaste activa dan door verkoop blijven buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De verkoop van investeringsgoederen staat niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen.

    Materiële investeringsgoederen heeft betrekking op activa die in de bdrijfsrekeningen worden genoemd onder Vaste activa - Materiële vaste activa.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Bij financiële leasing krijgt de lessee het recht een duurzaam goed te gebruiken in ruil voor de betaling van huur gedurende een vooraf bepaalde, langere tijd. Indien alle risico's en beloningen van de eigendom de facto, maar niet de jure van de lessor worden overgedragen aan de lessee, gaat het om financiële leasing. Bij financiële leasing bestrijkt de leaseperiode de gehele of het grootste deel van de economische levensduur van het duurzame goed. Aan het eind van deze periode heeft de lessee vaak de keuze het goed tegen een symbolische prijs te kopen. De lessor heeft uitsluitend een financiële rol.

    De waarde die moet worden opgetekend, komt overeen met de marktwaarde van het goed indien het zou zijn gekocht. In beginsel wordt de waarde in het contract genoemd en anders kan deze worden geschat aan de hand van het gedeelte van de afbetalingen dat betrekking heeft op de terugbetaling van het kapitaal. Het deel van de afbetalingen dat betrekking heeft op rentebetalingen, blijft buiten beschouwing.

    Deze waarde moet worden opgetekend op het tijdstip dat de goederen aan de lessee worden geleverd.

    Jaarlijkse betalingen voor activa die in het kader van financiële leasing worden gebruikt, blijven buiten beschouwing. Ook blijft de waarde van goederen die krachtens niet-financiële leasing worden gebruikt, buiten beschouwing.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Opmerking: De vierde richtlijn verwijst niet naar de waarde van materiële goederen die door financiële leasing worden verkregen. In sommige lidstaten kunnen deze goederen echter volgens de boekhoudregels op de balans worden geactiveerd.

    Verband met andere variabelen

    Opmerking: De waarde van materiële goederen die door financiële leasing worden verkregen, is niet begrepen in de Bruto-investeringen in materiële goederen (15 11 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aantal werkzame personen wordt gedefinieerd als het totale aantal personen dat in de waargenomen eenheid werkt (inclusief meewerkende eigenaren, regelmatig in de eenheid meewerkende partners en niet-betaalde meewerkende gezinsleden), alsmede personen die buiten de eenheid werken, maar er wel toe behoren en erdoor worden betaald (bv. vertegenwoordigers, bezorgers, reparatie- en onderhoudsteams). Hieronder vallen ook personen die gedurende een korte periode afwezig zijn (wegens ziekte, betaalde vakantie, speciaal verlof enz.) en stakers, maar niet degenen die voor onbepaalde tijd afwezig zijn. Wel inbegrepen zijn deeltijdwerkers die krachtens de wetgeving van het betrokken land als zodanig worden beschouwd en op de loonlijst staan, alsmede seizoenarbeiders, leerlingen en thuiswerkers op de loonlijst.

    Tot de werkzame personen behoren geen arbeidskrachten die door andere ondernemingen aan de eenheid zijn uitgeleend, personen die voor andere ondernemingen reparatie- en onderhoudswerk in de waargenomen eenheid verrichten en dienstplichtigen.

    Onder niet-betaalde medewerkende gezinsleden worden verstaan personen die in het huishouden van de eigenaar van de eenheid wonen en die regelmatig werk voor de eenheid verrichten zonder dat ze een arbeidscontract hebben of een vast bedrag krijgen voor het werk dat ze verrichten. Hieronder vallen alleen personen die niet als hoofdberoep in een andere eenheid werken en daar op de loonlijst staan.

    Opmerking: Om de vergelijkbaarheid van de gegevens te controleren, moet worden aangegeven of deze rubriek ook vrijwilligers omvat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het aantal werkzame personen staat als personeelsbestand in de toelichting op de rekeningen van het bedrijf (artikel 43, lid 1, onder 9).

    Verband met andere variabelen

    Het aantal werkzame personen kan worden ingedeeld in Aantal werknemers (16 13 0) en niet-betaalde werkzame personen.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aantal werknemers wordt gedefinieerd als de personen die voor een werkgever werken, een arbeidscontract hebben en een beloning ontvangen in de vorm van loon, provisie, fooien, stukloon of beloning in natura.

    Er is sprake van een arbeidsverhouding als er een door beide partijen vrijwillig aangegane formele of informele overeenkomst is, waarin wordt bepaald dat de betrokkene voor de onderneming werkt in ruil voor een beloning in geld of in natura.

    Een werknemer geldt als loontrekker van een eenheid wanneer hij of zij loon van die eenheid ontvangt, ongeacht de plaats waar het werk wordt uitgevoerd (binnen of buiten de productie-eenheid). Iemand die voor een uitzendbureau werkt, wordt geacht werknemer van het uitzendbureau te zijn en niet van de eenheid waar hij of zij werkt (de klant van het uitzendbureau).

    Als werknemer gelden met name ook:

    - eigenaren die voor hun werk worden betaald;

    - studenten die zich er formeel toe hebben verplicht om in ruil voor loon en/of onderwijs mee te werken aan het productieproces van een onderneming;

    - werknemers die zijn aangetrokken met een contract dat speciaal is ontworpen om de aanstelling van werklozen te stimuleren;

    - thuiswerkers indien er sprake is van een expliciete afspraak dat het thuiswerk wordt betaald op basis van het werk dat de betrokkene heeft verricht, en zij op de loonlijst staan.

    Het aantal werknemers omvat deeltijdwerkers, seizoenwerkers, stakers of personen die korte tijd op vakantie zijn, maar niet degenen die voor lange tijd verlof hebben opgenomen.

    Vrijwilligers vallen niet onder de werknemers.

    Het aantal werknemers wordt op dezelfde manier berekend als het aantal werkzame personen, namelijk als het aantal banen; het wordt gemeten als jaargemiddelde.

    Verband met andere variabelen

    Deel van het Aantal werkzame personen (16 11 0)

    Veel categorieën werknemers worden afzonderlijk geïdentificeerd:

    - Aantal werknemers in deeltijd (16 13 1)

    - Aantal leerlingen (16 13 2)

    - Aantal thuiswerkers (16 13 5)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Dit is een afdeling van het aantal werknemers, berekend aan de hand van het aantal gewerkte uren per week waarvoor ze worden betaald; dit aantal uren wordt gerelateerd aan de lengte van wat in de lidstaat of in de sector van de eenheid of in de eenheid zelf als een volledige werkweek wordt beschouwd.

    Deeltijdwerkers zijn personen van wie het gebruikelijke aantal arbeidsuren minder gedraagt dan de normale arbeidsduur. Deze definitie omvat alle vormen van deeltijdwerk (halve dagen, een, twee of drie dagen per week enz.). Het aantal kan worden vastgesteld op nationaal of regionaal niveau, voor de bedrijfstak of voor de eenheid.

    Het aantal werknemers kan worden ingedeeld naar het aantal uren dat zij per week werken. Dit aantal uren wordt gerelateerd aan de lengte van wat in de lidstaat, de regio, de bedrijfstak of de eenheid als een normale volledige werkweek wordt beschouwd.

    Opgemerkt zij dat terwijl de categorie werknemers met een volledige dagtaak vrij homogeen is, dit bij de werknemers in deeltijd helemaal niet het geval is, aangezien hun werktijd kan uiteenlopen van minder dan 20 % tot meer dan 80 % van de normale arbeidsduur in de eenheid waar zij werken.

    Het is onmogelijk een nauwkeurig onderscheid te maken tussen voltijd- en deeltijdwerk omdat de praktijk op dit gebied van lidstaat tot lidstaat en van bedrijfstak tot bedrijfstak uiteenloopt.

    Deeltijdwerkers (duur van het werk minder dan de norm) mogen niet worden verward met onregelmatige of seizoenwerkers, die misschien wel een volledige dagtaak hebben, maar slechts voor een vaste korte periode, bv. tijdelijke werknemers, film crews enz.

    Verband met andere variabelen

    Deel van het Aantal werknemers (16 13 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Alle werknemers die niet volledig aan het productieproces van de eenheid meewerken omdat ze werken onder een leerlingencontract of omdat ze een beroepsopleiding volgen en dit hun productiviteit aanzienlijk beïnvloedt, vallen onder deze variabele.

    Verband met andere variabelen

    Deel van het Aantal werknemers (16 13 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Thuiswerkers vormen een onderafdeling van de werkzame personen in de waargenomen eenheid. Zij oefenen hun beroepsactiviteit thuis uit. Alleen thuiswerkers die op de loonlijst van de waargenomen eenheid staan, vallen in deze rubriek.

    Verband met andere variabelen

    Deel van het Aantal werknemers (16 13 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aantal werknemers omgerekend in voltijdequivalenten

    De cijfers voor het aantal personen dat korter werkt dan de standaardarbeidstijd voor een werknemer die het gehele jaar voltijd werkt, moeten worden omgerekend in voltijdequivalenten, waarbij wordt uitgegaan van de arbeidstijd van een werknemer in de eenheid die het gehele jaar voltijd werkt.

    Inbegrepen in deze categorie zijn mensen die minder dan een normale werkdag werken, minder dan een normaal aantal arbeidsdagen in de week werken of minder dan het normale aantal weken/maanden van het jaar werken. De omrekening vindt plaats op basis van het aantal uren, dagen, weken of maanden dat is gewerkt.

    Verband met andere variabelen

    Het Aantal door werknemers gewerkte uren (16 15 0) en het Aantal werknemers in deeltijd (16 13 1) kunnen worden gebruikt voor de omrekening van het Aantal werknemers (16 13 0) in voltijdequivalenten.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aantal door werknemers gewerkte uren komt overeen met het geaggregeerde aantal uren dat gedurende de referentieperiode werkelijk voor de output van de waargenomen eenheid is gewerkt.

    Bij deze variabele blijven uren die niet werkelijk zijn gewerkt, maar wel zijn betaald, zoals bij vakantie en afwezigheid wegens ziekte, buiten beschouwing. Evenmin wordt rekening gehouden met lunchpauzes en het woon-werkverkeer.

    Het gaat om de uren die gedurende de normale werktijd werkelijk zijn gewerkt, de uren die buiten de normale werktijd nog gewerkt zijn, de tijd die op de werkplek is besteed aan werkzaamheden als werkvoorbereiding en de tijd die overeenkomt met korte rustperiodes op de werkplek.

    Indien het aantal werkelijk gewerkte uren niet precies bekend is, kan dit worden geschat op basis van het theoretische aantal gewerkte uren en het gemiddelde absentiecijfer (ziekte, zwangerschap enz.).

    Verband met andere variabelen

    Het aantal door werknemers gewerkte uren kan worden gebruikt voor de omrekening van het Aantal werknemers (16 13 0) in het Aantal werknemers in voltijdequivalenten (16 14 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Dit is het totale aantal detailhandelwinkels dat door de onderneming wordt geëxploiteerd, of zij deze nu in eigendom heeft of huurt. Winkels worden gedefinieerd als vaste verkooppunten waar de klanten binnenkomen om hun aankopen te doen. Detailhandelwinkels worden ingedeeld in de groepen 52.1-52.5 van de NACE Rev.1.

    Verband met andere variabelen

    Deel van het Aantal lokale eenheden (11 21 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Aan het totale aantal detailhandelwinkels wordt een indeling naar verkoopruimte toegevoegd.

    Hiervoor worden de volgende klassen gebruikt:

    - minder dan 120²

    - 120-399 m²

    - 1 000-2 499 m²

    - 2 500-4 999 m²

    - 5 000-9 999 m²

    - 10 000 m² en meer.

    Verband met andere variabelen

    Dit is een onderverdeling van het Aantal detailhandelwinkels (17 32 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    De verkoopruimte is de geschatte vloeroppervlakte van het gedeelte van de bedrijfsruimte dat is bestemd voor de verkoop en voor uitstalling, m.a.w.:

    - de totale ruimte waartoe de klanten toegang hebben, met inbegrip van paskamers;

    - toonbanken en etalages;

    - de ruimte achter de toonbanken die wordt gebruikt door het winkelpersoneel.

    De verkoopruimte omvat geen kantoren, opslag- en voorbereidingsruimten, ateliers, trappen, garderobes en andere ruimten met voorzieningen.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Dit kenmerk bestrijkt het totale aantal vaste marktverkooppunten en/of permanente marktkramen dat wordt geëxploiteerd door een onderneming, of zij deze nu in eigendom heeft of huurt. Anders dan bij winkels komen de klanten de verkoopruimte of de kramen doorgaans niet binnen om hun aankopen te doen. Vaste marktverkooppunten en/of -kramen worden ingedeeld in klasse 52.62 van de NACE Rev.1.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat wordt behaald met activiteiten die worden ingedeeld bij de secties A tot en met F van de NACE Rev.1.

    Hieronder valt niet de omzet die wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat zijn ingekocht.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit industriële activiteiten komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat wordt behaald met de hoofdactiviteit van de eenheid. Wat de hoofdactiviteit van de eenheid is, wordt bepaald overeenkomstig de voorschriften in Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden van waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap (1).

    Inbegrepen is de omzet uit de verkoop van goederen en diensten die van onderaannemers afkomstig zijn, maar niet die welke wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit de hoofdactiviteit op het niveau van de NACE Rev.1 met vier cijfers komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is van activiteiten die worden ingedeeld bij de secties C tot en met F van de NACE Rev.1.

    Inbegrepen is de omzet uit de verkoop van goederen en diensten die van onderaannemers afkomstig zijn, maar niet die welke wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit industriële activiteiten komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    Deel van de Omzet uit landbouw, bosbouw, visserij en industriële activiteiten (18 10 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is van activiteiten die worden ingedeeld bij de secties C tot en met E van de NACE Rev.1.

    Inbegrepen is de omzet uit de verkoop van goederen en diensten die van onderaannemers afkomstig zijn, maar niet die welke wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit industriële activiteiten, met uitzondering van de bouwnijverheid, komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar markt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    Deel van de Omzet uit landbouw, bosbouw, visserij en industriële activiteiten (18 10 0)

    Deel van de Omzet uit industriële activiteiten (18 12 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is van activiteiten die worden ingedeeld bij sectie F van de NACE Rev.1.

    Inbegrepen is de omzet uit de verkoop van goederen en diensten die van onderaannemers afkomstig zijn, maar niet die welke wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die zijn ingekocht door wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit de bouwnijverheid komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    Deel van de Omzet uit landbouw, bosbouw, visserij en industriële activiteiten (18 10 0)

    Deel van de Omzet uit industriële activiteiten (18 12 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is van handelsactiviteiten van de eenheid met betrekking tot aankoop en wederverkoop. Dit komt overeen met de verkoop van goederen die door de eenheid in eigen naam en in eigen beheer zijn ingekocht en die zijn doorverkocht in dezelfde staat als waarin ze waren gekocht, dan wel na de in de handel gebruikelijke etikettering en verpakking.

    Wederverkoop van dit type kan worden ingedeeld in:

    - wederverkoop aan andere handelaren, professionele gebruikers enz. (groothandelsverkoop);

    - wederverkoop aan huishoudens en kleine gebruikers (detailhandelsverkoop).

    Deze activiteiten worden ingedeeld in sectie G van de NACE Rev.1 (m.u.v. onderhoud en reparatie en handelsbemiddeling, groepen 50.2, 50.4, 51.1 en 52.7).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet afkomstig uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is uit handelsbemiddeling door de eenheid. Dit betreft commissies op aan- en verkopen in naam van en ten behoeve van derden, en dergelijke activiteiten.

    Deze activiteiten worden ingedeeld in groep 51.1 van de NACE Rev.1.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit intermediatie komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Inkomsten uit alle verleende diensten (bank- en verzekeringsdiensten, zakelijke en persoonlijke diensten).

    Deze variabele omvat de omzet uit dienstenactiviteiten die als hoofd- of als nevenactiviteit worden verricht. Soms worden dienstenactiviteiten verricht door industrie-eenheden. Deze activiteiten zijn ingedeeld in de secties H tot en met K en M tot en met O van de NACE Rev. 1, alsook in sectie G, groepen 50.2, 50.4 en 52.7 (onderhoud en reparatie).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit dienstenactiviteiten komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is uit de handelsactiviteiten van de eenheid met betrekking tot aankoop, wederverkoop en intermediatie. Dit komt overeen met de verkoop van goederen die door de eenheid in eigen naam en in eigen beheer zijn ingekocht en die zijn doorverkocht in dezelfde staat als waarin ze waren gekocht, dan wel na de in de handel gebruikelijke etikettering en verpakking, alsmede commissies op aan- en verkopen in naam van en ten behoeve van derden, en dergelijke activiteiten.

    De wederverkoop kan worden ingedeeld in:

    - wederverkoop aan andere handelaren, professionele gebruikers enz. (groothandelsverkoop);

    - wederverkoop aan huishoudens en kleine gebruikers (detailhandelsverkoop).

    Deze activiteiten worden ingedeeld in sectie G van de NACE Rev.1 (m.u.v. de groepen 50.2, 50.4 en 52.7).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop, verkoop en intermediatie komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is van activiteiten die worden ingedeeld in sectie F van de NACE Rev.1 en betrekking hebben op bouwwerken die in de classificatie van bouwwerken zijn ingedeeld als gebouwen.

    Inbegrepen is de omzet uit de verkoop van goederen en diensten die van onderaannemers afkomstig zijn, maar niet die welke wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit burgerlijke en utiliteitsbouw komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekenignen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    - Deel van de Omzet uit landbouw, bosbouw, visserij en industriële activiteiten (18 10 0)

    - Deel van de Omzet uit industriële activiteiten (18 12 0)

    - Deel van de Omzet uit bouwnijverheid (18 12 2)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het gedeelte van de omzet dat afkomstig is van activiteiten die worden ingedeeld in sectie F van de NACE Rev.1 en betrekking hebben op bouwwerken die in de classificatie van bouwwerken zijn ingedeeld als civieltechnische werken.

    Inbegrepen is de omzet uit de verkoop van goederen en diensten die van ondernemers afkomstig zijn, maar niet die welke wordt behaald met de wederverkoop van goederen en diensten die zijn ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De omzet uit grond-, weg- en waterbouw komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    - Deel van de Omzet uit landbouw, bosbouw, visserij en industriële activiteiten (18 10 0)

    - Deel van de Omzet uit industriële activiteiten (18 12 0)

    - Deel van de Omzet uit bouwnijverheid (18 12 2)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Aankopen van energieproducten gedurende de referentieperiode moeten alleen in deze variabele worden opgenomen indien de energieproducten als brandstof worden gebruikt. Hieronder vallen geen energieproducten die als grondstof of voor de wederverkoop zonder verwerking zijn gekocht. Alleen de waarde van de aankoop moet worden opgegeven.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De aankoop van energieproducten komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankopen van goederen en diensten (13 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    - Aankoop van steenkool

    - Aankoop van cokes

    - Aankoop van steenkoolbriketten

    - Aankoop van gasolie

    - Aankoop van zware stookolie

    - Aankoop van andere aardolieproducten

    - Aankoop van aardgas

    - Aankoop van gasderivaten

    - Aankoop van duurzame energiebronnen

    - Aankoop van warmte

    - Aankoop van elektriciteit.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De aankoop van de energieproducten komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Aankoop van energieproducten (20 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Investeringsuitgaven in het kader van maatregelen en activiteiten met als hoofdoel de voorkoming, vermindering en bestrijding van verontreiniging en iedere andere verslechtering van het milieu.

    Hieronder vallen geen maatregelen en activiteiten die weliswaar een positief effect op het milieu hebben, maar die niet onder milieubescherming vallen. Er vallen dus geen activiteiten onder die weliswaar het milieu ten goede komen, maar die vooral ten doel hebben tegemoet te komen aan technische behoeften of de interne gezondheids- en veiligheidsvereisten van de onderneming. Deze beperking heeft meestal betrekking op de in klasse 37.00 ingedeelde recycling. Voor deze bedrijfstak verzamelde gegevens mogen niet worden toegevoegd aan andere NACE-rubrieken (zie de classificatie van milieubeschermende maatregelen UNECE/Eurostat DOC/CES/822).

    End-of-pipe-apparatuur betreft aanvullende technische installaties voor gebruik in het kader van de milieubescherming. Deze installaties werken onafhankelijk van de productieapparatuur of zijn hieraan als identificeerbare onderdelen toegevoegd. Ze behandelen reeds ontstane vervuiling, voorkomen emissie of verspreiding van schadelijke stoffen of stellen de mate van verontreiniging vast (controle). De investeringen worden berekend aan de hand van de aankooprijs of de bouwkosten van de installatie, met inbegrip van de ontwerp- en installatiekosten. Ook valt hieronder de aankoop van grond die voor de installatie nodig is. Daarentegen blijven uitgaven die hoofdzakelijk zijn gedaan voor de gezondheid en veiligheid op de werkplek buiten beschouwing.

    Deze investeringen hebben betrekking op activiteiten als vermindering, voorkoming of behandeling van afval en afvalwater, voorkoming, bestrijding of vermindering van emissies in de lucht, behandeling en verwijdering van verontreinigde grond of verontreinigd grondwater, voorkoming of vermindering van lawaai en trillingen, behoud van ecologische eenheden en landschappen en toezicht op de kwaliteit van de verschillende milieucompartimenten en het afval.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Investeringen staan niet op de balans. Wel worden toevoegingen en onttrekkingen aan en overdrachten van vaste activa, alsmede waardecorrecties voor deze vaste activa op de balans of in de toelichting op de rekeningen opgenomen. Investeringen in apparatuur en installaties ter voorkoming van verontreiniging en toebehoren ter bestrijding van verontreiniging zijn weliswaar inbegrepen, maar komen niet afzonderlijk voor in de lijst van materiële activa die in de bedrijfsrekeningen is opgenomen onder Vaste activa - Materiële vaste activa. Het Advisory Accounting Forum heeft voorgesteld deze informatie openbaar te maken.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Bruto-investeringen in materiële goederen (15 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Onderzoek en experimentele ontwikkeling omvat creatief werk dat systematisch wordt ondernomen ter vergroting van de hoeveelheid kennis, inclusief kennis van de mens, cultuur en maatschappij, en het gebruik van deze kennis om nieuwe toepassingen te ontwikkelen.

    Bij de uitgaven binnenshuis gaat het om alle uitgaven voor O& O (onderzoek en ontwikkeling) dat binnen de eenheid wordt uitgevoerd, ongeacht de herkomst van de middelen.

    O& O-uitgaven moeten worden onderscheiden van uitgaven voor een groot aantal verwante activiteiten, zoals:

    - uitgaven voor onderwijs en opleiding

    - uitgaven voor andere wetenschappelijke en technologische activiteiten (bv. informatie, tests en standaardisatie, haalbaarheidsstudies, enz.)

    - uitgaven voor andere industriële activiteiten (bv. industriële innovatie n.e.g.)

    - uitgaven voor zuiver financiële activiteiten (waaronder administratieve en andere indirect ondersteunende activiteiten).

    De uitgaven binnenshuis worden gewaardeerd tegen de productiekosten en omvatten alle bedrijfskosten, met inbegrip van arbeidskosten en kapitaaluitgaven.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    De O& O-uitgaven kunnen naar gelang van de nationale wetgeving op drie plaatsen worden opgetekend: bij de mutaties in immateriële activa, de mutaties in materiële activa of de bedrijfskosten.

    Indien de uitgaven krachtens de nationale wetgeving geheel of gedeeltelijk kunnen worden geactiveerd, zijn ze begrepen in de mutaties in immateriële activa, die in de bedrijfsrekeningen zijn opgenomen onder Vaste activa - Immateriële vaste activa - Kosten van onderzoek en ontwikkeling.

    Indien de uitgaven krachtens de nationale wetgeving slechts gedeeltelijk of in het geheel niet kunnen worden geactiveerd, maken de lopende uitgaven deel uit van de Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten, Personeelskosten en Overige bedrijfskosten en de kapitaaluitgaven van de mutaties in materiële activa, die in de bedrijfsrekeningen zijn opgenomen onder Vaste activa - Materiële vaste activa.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Onderzoek en experimentele ontwikkeling omvat creatief werk dat systematisch wordt ondernomen ter vergroting van de hoeveelheid kennis, inclusief kennis van de mens, cultuur en maatschappij, en het gebruik van deze kennis om nieuwe toepassingen te ontwikkelen.

    Alle personen die rechtstreeks werken voor O& O (onderzoek & ontwikkeling) moeten worden geteld, evenals personen die rechtstreeks diensten verlenen, zoals managers en administratief personeel die voor O& O werkzaam zijn. Personen die indirect diensten verlenen zoals kantine- en bewakingspersoneel, vallen hier niet onder, ook al zijn hun lonen als overheadkosten in de meting van de uitgaven begrepen.

    O& O-personeel moet worden onderscheiden van personeel voor een groot aantal verwante activiteiten, zoals:

    - personeel werkzaam voor onderzoek en opleiding

    - personeel werkzaam voor andere wetenschappelijke en technologische activiteiten (bv. informatie, tests en standaardisatie, haalbaarheidsstudies enz.)

    - personeel werkzaam voor andere industriële activiteiten (bv. industriële innovatie n.e.g.)

    - personeel dat administratieve en andere indirect ondersteunende activiteiten verricht.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het totale aantal O& O-werknemers komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van het aantal werkzame personen dat als personeelsbestand is opgenomen in de toelichting op de bedrijfsrekeningen (artikel 43, lid 1, onder 9).

    Verband met andere variabelen

    Deel van het Aantal werkzame personen (16 11 0)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie (voor de nijverheid - Secties C tot en met E van de NACE Rev.1)

    Betalingen aan onderaannemers zijn betalingen van de eenheid aan derden voor industriële goederen en diensten die worden geleverd in het kader van een toeleveringsrelatie die als volgt wordt gedefinieerd:

    Twee ondernemingen hebben een toeleveringsrelatie wanneer tegelijkertijd aan de voorwaarden A en B wordt voldaan:

    A. de hoofdaannemer neemt als klant van de toeleverancier deel aan het ontwerp van het product en geeft alle of een deel van de technische specificaties aan de onderaannemer (of toeleverancier) en/of verschaft deze het materiaal dat moet worden verwerkt;

    B. de hoofdaannemer verkoopt het door de onderaannemer vervaardigde product, hetzij als zodanig, hetzij als onderdeel van een complexer product en is verantwoordelijk voor de service met betrekking tot het product.

    Opmerking: Bepaling van kleur, grootte of catalogusnummer alleen is nog geen technische specificatie. De vervaardiging van een product op maat hoeft nog niet te betekenen dat er sprake is van een toeleveringsrelatie.

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Betalingen aan onderaannemers komen niet altijd afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar kunnen ook onder de Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten vallen.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankopen van goederen en diensten (13 11 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aandeel van de omzet van de groothandel (afdeling 51 van de NACE Rev.1) dat naar de detailhandel gaat. Dit aandeel komt overeen met het traditionele schema: producent . groothandel . detailhandel . consument. Het aandeel moet worden berekend op basis van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het percentage van de omzet naar de detailhandel komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van Omzet (12 11 0)

    Deel van Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0)

    Opmerking: Deze variabele geeft samen met (25 11 2): professionele gebruikers en (25 11 3) eindverbruikers een volledige indeling van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aandeel van de omzet van de groothandel (afdeling 51 van de NACE Rev.1) dat naar professionele gebruikers (bedrijven, instellingen, overheidsinstanties enz.) en andere groothandelaars gaat. De verkoop aan de detailhandel en eindverbruikers blijft buiten beschouwing. Bij de groothandel kan het gaan om een uitgebreid distributienetwerk bestaande uit diverse groothandelaars voordat het product bij de eindverbruiker aankomt.

    Het aandeel moet worden berekend op basis van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het percentage van de omzet naar professionele gebruikers komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    Deel van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0)

    Opmerking: Deze variabele geeft samen met (25 11 1) detailhandel en (25 11 3) eindverbruikers een volledige indeling van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Het aandeel van de omzet van de groothandel (afdeling 51 van de NACE Rev.1) dat naar de eindverbruikers gaat. Hierbij gaat het om een nevenactiviteit van de groothandelaar, die optreedt als detailhandelaar.

    Het aandeel moet worden berekend op basis van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het percentage van de omzet naar eindverbruikers komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Netto-omzet.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Omzet (12 11 0)

    Deel van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0)

    Opmerking: Deze variabele geeft samen met (25 11 1) detailhandel en (25 11 2) professionele gebruikers een volledige indeling van de Omzet uit handelsactiviteiten met betrekking tot aankoop en wederverkoop (18 13 0).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Niet alleen beschrijft dit kenmerk het bevoorradingsnetwerk van de detailhandel, maar ook kan de detailhandelaar hiermee bij benadering het aandeel van de rechtstreekse aankopen bij de groothandel en via inkoopverenigingen bepalen.

    Het aandeel moet worden berekend op basis van de Aankoop van goederen en diensten ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0)

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het percentage van de aankoop bij groothandelaars en via inkoopverenigingen komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Kosten van grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    Deel van Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0)

    Het aandeel van de aankopen bij groothandelaars en via inkoopverenigingen (25 11 1) en bij producenten (25 21 2) hoeft niet overeen te komen met de totale aankoop voor wederverkoop (13 12 0). De eerste twee variabelen omvatten bijvoorbeeld geen aankopen bij de detailhandel en aankopen van gebruikte goederen bij professionele of particuliere gebruikers.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Definitie

    Dit kenmerk beschrijft evenals 25 21 1 het bevoorradingsnetwerk van de detailhandel. De detailhandelaar kan hiermee bij benadering het aandeel van de rechtstreekse aankopen bij de producenten bepalen.

    Het aandeel moet worden berekend op basis van de Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0).

    Verband met de bedrijfsrekeningen

    Het percentage van de aankoop bij producenten komt niet afzonderlijk in de bedrijfsrekeningen voor, maar maakt deel uit van de Kosten van grondstoffen en hulpstoffen, Overige externe kosten en Overige bedrijfskosten.

    Verband met andere variabelen

    Deel van de Totale aankoop van goederen en diensten (13 11 0)

    Deel van de Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat (13 12 0).

    Het aandeel van de aankopen bij groothandelaarss en via inkoopverenigingen (25 21 1) en bij producenten (25 21 2) hoeft niet overeen te komen met de totale aankoop voor wederverkoop (13 12 0). De eerste twee variabelen omvatten bijvoorbeeld geen aankopen bij de detailhandel en aankopen van gebruikte goederen bij professionele of particuliere gebruikers.

    (1) PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1.

    Top