Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R1097

    Verordening (EG) nr. 1097/98 van de Raad van 25 mei 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen

    PB L 157 van 30.5.1998, p. 1–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/01/2010; stilzwijgende opheffing door 31993R3448

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1097/oj

    31998R1097

    Verordening (EG) nr. 1097/98 van de Raad van 25 mei 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen

    Publicatieblad Nr. L 157 van 30/05/1998 blz. 0001 - 0006


    VERORDENING (EG) Nr. 1097/98 VAN DE RAAD van 25 mei 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 113,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 3448/93 (3) de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen is vastgesteld;

    Overwegende dat de Gemeenschap naar aanleiding van de inwerkingtreding van de akkoorden die het resultaat zijn van de in het kader van de Uruguay-ronde gevoerde multilaterale besprekingen, een aantal overeenkomsten heeft gesloten (hierna "GATT-overeenkomsten" te noemen); dat enkele van deze overeenkomsten betrekking hebben op de landbouwsector, met name de Overeenkomst inzake de landbouw (hierna "Overeenkomst" te noemen); dat de Gemeenschap volgens de Overeenkomst geen variabele heffing bij invoer van landbouwproducten en geen variabele elementen meer toepast; dat bijgevolg een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 3448/93 duidelijkheidshalve aan deze situatie dient te worden aangepast; dat een aantal andere bepalingen overbodig is geworden;

    Overwegende dat in het kader van sommige preferentiële overeenkomsten verlagingen van de agrarische elementen worden toegekend in het kader van het handelsbeleid van de Gemeenschap; dat deze verlagingen worden vastgesteld ten opzichte van de agrarische elementen die gelden voor het niet-preferentiële handelsverkeer; dat derhalve voor de omrekening van deze verlaagde bedragen in nationale valuta dezelfde wisselkoers dient te worden gebruikt als voor de omrekening van niet-verlaagde bedragen;

    Overwegende dat in het kader van sommige preferentiële overeenkomsten concessies worden verleend binnen de grenzen van contingenten die zowel betrekking hebben op de bescherming op landbouwgebied als op de niet-agrarische bescherming, waarbij voor de niet-agrarische bescherming eventueel verlagingen gelden ingevolge deze overeenkomsten; dat voor het niet-agrarische gedeelte van de bescherming dezelfde beheersregels dienen te worden toegepast als voor het landbouwgedeelte;

    Overwegende dat, als gevolg van de wijzigingen die bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (4) in de verschillende verordeningen houdende gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten zijn aangebracht, alleen restituties voor bepaalde landbouwproducten die worden uitgevoerd in de vorm van niet onder bijlage II van het Verdrag vallende goederen kunnen worden toegekend op voorwaarde dat deze restituties in overeenstemming zijn met de verbintenissen die de Gemeenschap overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag is aangegaan; dat de voor de naleving van deze verbintenissen noodzakelijke bepalingen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 3448/93;

    Overwegende dat Verordening (EG) nr. 3448/93 dienovereenkomstig moet worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 3448/93 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in artikel 1:

    a) worden de leden 1 en 2 vervangen door:

    "1. Bij deze verordening wordt de handelsregeling vastgesteld die van toepassing is op bepaalde, in bijlage B bij genoemde goederen.

    2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    - "landbouwproducten": producten die onder bijlage II bij het Verdrag vallen;

    - "goederen": de in bijlage B genoemde producten die niet onder bijlage II bij het Verdrag vallen.";

    b) wordt het volgende lid ingevoegd:

    "2 bis. Voor de toepassing van bepaalde preferentiële overeenkomsten wordt verstaan onder:

    - "agrarisch element": het gedeelte van de belasting dat overeenkomt met de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief van de Gemeenschap die van toepassing zijn op de in bijlage A vermelde landbouwproducten of, in voorkomend geval, met de rechten die van toepassing zijn op landbouwproducten van oorsprong uit het betrokken land, voor de hoeveelheden van de betrokken landbouwproducten die geacht worden te zijn gebruikt, als bedoeld in artikel 13;

    - "niet-agrarisch element": het gedeelte van de belasting dat overeenkomt met het recht van het gemeenschappelijk douanetarief, verminderd met het in het eerste streepje omschreven agrarisch element;

    - "basisproducten": sommige landbouwproducten die onder bijlage A van deze verordening vallen of met die producten gelijkgesteld zijn, dan wel zijn verkregen door verwerking ervan, en waarvoor de desbetreffende in het gemeenschappelijk douanetarief gepubliceerde rechten worden gebruikt voor de vaststelling van het agrarisch element van de op de goederen geheven belasting.";

    2. hoofdstuk I van titel I wordt vervangen door:

    "HOOFDSTUK 1

    Invoer

    Afdeling I

    Handelsverkeer met derde landen

    Artikel 2

    1. Tenzij anders bepaald in deze verordening worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief toegepast op de in bijlage B bedoelde goederen.

    Voor de in tabel 1 van bijlage B bedoelde goederen bestaat de belasting uit een ad valorem-recht, "vast element" genaamd, en een in ECU vastgesteld specifiek bedrag, "agrarisch element" genaamd.

    Voor de in tabel 2 van bijlage B bedoelde goederen is het agrarisch element van de belasting een gedeelte van de belasting die van toepassing is bij invoer van die goederen.

    2. Behoudens het bepaalde in artikel 10 en artikel 10 bis is het verboden andere douanerechten of heffingen van gelijke werking op te leggen dan de in lid 1 bedoelde belasting.

    3. De algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de specifieke regels voor de toepassing daarvan gelden voor de indeling van de onder deze verordening vallende producten; de uit de toepassing van deze verordening resulterende tariefnomenclatuur staat in het gemeenschappelijk douanetarief.

    4. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.

    Artikel 3

    (geschrapt)

    Artikel 4

    1. Wanneer in het gemeenschappelijk douanetarief in een maximumheffing is voorzien, mag de in artikel 2 bedoelde belasting dit maximum niet overschrijden.

    Wanneer voor de toepassing van het in de eerste alinea bedoelde maximum moet worden voldaan aan bijzondere voorwaarden, worden deze vastgesteld volgens de procedure van artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (*).

    2. Wanneer de maximumheffing bestaat uit een ad valorem-recht, verhoogd met een aanvullend recht op suiker, ongeacht de soort, berekend als saccharose (AD-S/Z) of op meel (AD-F/M), is dit aanvullende recht dat van het gemeenschappelijk douanetarief.

    (*) PB L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2308/97 (PB L 321 van 22. 11. 1997, blz. 1).

    Artikel 5

    (geschrapt)

    Afdeling II

    Preferentiële overeenkomsten

    Artikel 6

    1. Het in het kader van het preferentiële handelsverkeer geldende agrarisch element is het specifieke bedrag dat is vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief.

    Wanneer echter het betrokken land of landen de voor de verwerkte producten geldende communautaire wetgeving in acht nemen en dezelfde basisproducten als de Gemeenschap aanhouden, en hun regelgeving dezelfde goederen bestrijkt en in dezelfde coëfficiënten voorziet, is het mogelijk:

    a) dit agrarisch element te bepalen aan de hand van de hoeveelheden basisproducten die werkelijk zijn gebruikt, indien de Gemeenschap een overeenkomst voor douanesamenwerking heeft gesloten voor het constateren van deze hoeveelheden;

    b) het bij invoer van een basisproduct geldende recht te vervangen door een bedrag dat is vastgesteld op basis van het verschil tussen het niveau van de in de Gemeenschap en het niveau van de in het betrokken land of gebied toegepaste landbouwprijzen, of door een compensatie ten opzichte van een gemeenschappelijk vastgesteld prijspeil voor het betrokken gebied;

    c) wanneer toepassing van het bepaalde onder b) voor de betrokken goederen in geringe bedragen resulteert, deze regeling te vervangen door een regeling met forfaitaire bedragen of percentages.

    2. De eventueel verlaagde agrarische elementen die van toepassing zijn op de in het kader van een preferentieel akkoord plaatsvindende invoer worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de dezelfde wisselkoers als die welke geldt voor het niet-preferentiële handelsverkeer.

    3. De ad valorem-rechten die overeenkomen met het agrarisch element van de belasting op de in tabel 2 van bijlage B bedoelde goederen kunnen in het kader van een preferentiële overeenkomst worden vervangen door een ander agrarisch element.

    4. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.

    Deze bepalingen betreffen indien nodig met name:

    - het opstellen en verspreiden van de documenten die nodig zijn voor de toekenning van het recht op deze regelingen;

    - de maatregelen die nodig zijn ter voorkoming van verlegging van het handelsverkeer;

    - de lijst van de basisproducten.

    5. Wanneer methoden voor de analyse van de gebruikte landbouwproducten moeten worden toegepast, worden de methoden gevolgd die zijn voorgeschreven voor de restituties bij uitvoer van dezelfde landbouwproducten naar derde landen.

    6. De Commissie publiceert de uit de toepassing van de in de leden 2 en 3 bedoelde preferentiële overeenkomsten resulterende belastingen.

    Artikel 7

    1. Wanneer een preferentiële overeenkomst voorziet in verlaging of geleidelijke afschaffing van het niet-agrarisch element van de belasting, is dat element voor de in tabel 1 van bijlage B bedoelde goederen het vaste element.

    2. Wanneer een preferentiële overeenkomst voorziet in de toepassing van een verlaagd agrarisch element, al dan niet binnen de grenzen van een tariefcontingent, worden de uitvoeringsbepalingen voor de bepaling en het beheer van deze verlaagde agrarische elementen vastgesteld volgens de procedure van artikel 16 voorzover in de overeenkomst wordt bepaald:

    - voor welke producten deze verlagingen gelden,

    - voor welke hoeveelheden goederen of voor welke waarde aan contingenten deze verlagingen gelden of hoe deze hoeveelheden of waarden worden bepaald,

    - welke elementen bepalend zijn voor een verlaging van het agrarisch element.

    3. De uitvoeringsbepalingen die nodig zijn voor de invoering en het beheer van verlagingen van de niet-agrarische elementen van de belasting worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.

    4. De Commissie publiceert de uit de toepassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde preferentiële overeenkomsten resulterende belastingen.";

    3. het volgende artikel 10 wordt ingevoegd:

    "Artikel 10 bis

    1. Om de nadelen voor de markt van de Gemeenschap die het gevolg kunnen zijn van de invoer van bepaalde goederen die zijn verkregen door verwerking van in bijlage C genoemde landbouwproducten te voorkomen of te beperken, wordt bij invoer van een of meer van deze goederen tegen het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde recht een aanvullend invoerrecht toegepast indien wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 5 van de Overeenkomst behalve wanneer deze invoer de communautaire markt niet dreigt te verstoren of de gevolgen niet in verhouding zouden staan tot het beoogde doel.

    2. De prijzen beneden welke een aanvullend invoerrecht kan worden toegepast, zijn die welke door de Gemeenschap aan de Wereldhandelsorganisatie worden doorgegeven.

    De hoeveelheden die moeten worden overschreden voor de toepassing van een aanvullend invoerrecht worden met name vastgesteld op basis van de invoer in de Gemeenschap tijdens de drie jaren die voorafgaan aan het jaar waarin de in lid 1 bedoelde nadelen zich voordoen of dreigen zich voor te doen.

    3. De invoerprijzen die in aanmerking dienen te worden genomen voor de toepassing van een aanvullend invoerrecht worden vastgesteld op basis van de cif-invoerprijzen van de zending in kwestie.

    4. De uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.

    Deze bepalingen betreffen met name:

    a) de goederen waarop aanvullende invoerrechten worden toegepast volgens artikel 5 van de Overeenkomst;

    b) de overige criteria die noodzakelijk zijn om te waarborgen dat lid 1 wordt toegepast overeenkomstig artikel 5 van de Overeenkomst.";

    4. artikel 12, lid 1, wordt geschrapt. Lid 3 wordt vervangen door:

    "3. De Commissie brengt in deze verordening of in de ter uitvoering daarvan vastgestelde verordeningen de aanpassingen aan die voortvloeien uit wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur.";

    5. artikel 13 wordt vervangen door:

    "Artikel 13

    1. Dit artikel is van toepassing op alle preferentiële handelstransacties waarbij de vaststelling van het agrarisch element van de belasting, eventueel verlaagd overeenkomstig artikel 7, niet gebaseerd is op de werkelijk gebruikte hoeveelheden landbouwproducten als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), en/of waarbij de basisbedragen niet gebaseerd zijn op de in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde prijsverschillen.

    2. De hoedanigheden van de basisproducten en de in aanmerking te nemen hoeveelheden basisproducten zijn die welke zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1460/96 van de Commissie (*).

    De eventueel in deze verordening aan te brengen wijzigingen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.

    (*) PB L 187 van 26. 7. 1996, blz. 18.".

    6. artikel 14, lid 1, wordt vervangen door:

    "1. Volgens de procedure van artikel 16 kunnen drempels worden bepaald beneden welke de overeenkomstig artikel 6 of artikel 7 bepaalde agrarische elementen op nul worden vastgesteld. Volgens dezelfde procedure kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd voor het niet toepassen van deze agrarische elementen teneinde te voorkomen dat kunstmatige handelsstromen ontstaan.";

    7. artikel 18 wordt vervangen door:

    "Artikel 18

    De maatregelen die nodig zijn om deze verordening aan te passen aan de wijzigingen die worden aangebracht in de verordeningen houdende gemeenschappelijke marktordeningen in de landbouwsector om de huidige regeling in stand te houden, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.";

    8. in bijlage B worden de titels onder "Tabel 1" en "Tabel 2" geschrapt;

    9. de bijlage bij deze verordening wordt als bijlage C aan Verordening (EG) nr. 3448/93 toegevoegd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 25 mei 1998.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. CUNNINGHAM

    (1) PB C 105 van 11. 4. 1996, blz. 8.

    (2) PB C 347 van 25. 10. 1996, blz. 464.

    (3) PB L 318 van 20. 12. 1993, blz. 18.

    (4) PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1161/97 (PB L 169 van 27. 6. 1997, blz. 1).

    BIJLAGE

    "BIJLAGE C

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top