Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R1001

Verordening (EG) nr. 1001/98 van de Commissie van 13 mei 1998 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 536/93 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten

PB L 142 van 14.5.1998, p. 22–23 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/03/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1001/oj

31998R1001

Verordening (EG) nr. 1001/98 van de Commissie van 13 mei 1998 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 536/93 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten

Publicatieblad Nr. L 142 van 14/05/1998 blz. 0022 - 0023


VERORDENING (EG) Nr. 1001/98 VAN DE COMMISSIE van 13 mei 1998 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 536/93 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot vaststelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 903/98 van de Commissie (2), en met name op artikel 11,

Overwegende dat in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 536/93 van de Commissie van 9 maart 1993 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2186/96 (4), is bepaald dat de koper een boete verschuldigd is bij niet-inachtneming van de termijn voor de mededeling van de in het betrokken lid bedoelde gegevens over de leveringen;

Overwegende dat ter wille van een deugdelijk beheer van het melkquotastelsel strikt rekening moet worden gehouden met een gedetailleerd tijdschema, waarbij met name de data 14 mei (de uiterste datum waarop de kopers de gegevens over de geleverde hoeveelheden aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat moeten verstrekken) en 31 augustus (de uiterste datum waarop de koper de door hem verschuldigde heffing aan de bevoegde instantie moet betalen) in acht moeten worden genomen;

Overwegende dat de informatie waarover iedere koper moet beschikken om de betrokken gegevens over de geleverde hoeveelheden vóór 15 mei te kunnen doorgeven, al in april in zijn bezit is;

Overwegende dat, als de kopers zich niet houden aan de uiterste datum van 14 mei, het daardoor voor de bevoegde autoriteiten onmogelijk kan worden de berekeningen van de quotaoverschrijdingen en de verschuldigde bedragen af te ronden; dat hoe meer de kopers te laat zijn bij het doorgeven van de gegevens, hoe ernstiger de consequenties zijn voor de bevoegde autoriteiten die de heffing vóór de uiterste datum moeten betalen;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat, ter verhoging van de doeltreffendheid van de boeteregeling en om te garanderen dat de hoogte van de boete in verhouding staat tot de ernst van de overtreding, de boete die bij een termijnoverschrijding van meer dan 15 dagen geldt, moet worden verhoogd, en voor gevallen waarin sprake is van nog grotere termijnoverschrijdingen, telkens hogere boetes moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 536/93 wordt vervangen door:

"Bij niet-inachtneming van de termijn is de koper een boete verschuldigd die als volgt wordt berekend:

- Indien de in de eerste alinea bedoelde mededeling vóór 1 juni wordt gedaan, is de boete gelijk aan de heffing over een overschrijding van 0,1 % van de door producten aan hem geleverde hoeveelheden melk en melkequivalent. Deze boete mag niet minder dan 500 ECU en niet meer dan 20 000 ECU bedragen;

- Indien de in de eerste alinea bedoelde mededeling na 31 mei maar vóór 16 juni wordt gedaan, is de boete gelijk aan de heffing over een overschrijding van 0,2 % van de door producenten aan hem geleverde hoeveelheden melk en melkequivalent. Deze boete mag niet minder dan 1 000 ECU en niet meer dan 40 000 ECU bedragen;

- Indien de in de eerste alinea bedoelde mededeling na 15 juni maar vóór 1 juli wordt gedaan, is de boete gelijk aan de heffing over een overschrijding van 0,3 % van de door producenten aan hem geleverde hoeveelheden melk en melkequivalent. Deze boete mag niet minder dan 1 500 ECU en niet meer dan 60 000 ECU bedragen;

- Indien de in de eerste alinea bedoelde mededeling niet vóór 1 juli wordt gedaan, is de boete gelijk aan de in het derde streepje bedoelde boete, verhoogd met een bedrag gelijk aan 3 % daarvan voor iedere kalenderdag vertraging vanaf 1 juli. Deze boete mag niet meer dan 100 000 ECU bedragen.

Indien de per periode van twaalf maanden aan de koper geleverde hoeveelheden melk en melkequivalent echter kleiner zijn dan 100 000 kg, worden de in de eerste drie streepjes bedoelde minimumboetes verlaagd tot respectievelijk 100, 200 en 300 ECU.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

De in artikel 1 bedoelde minimumboetes zijn echter pas van toepassing op de mededelingen die met ingang van 1999 worden gedaan.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 mei 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 405 van 31. 12. 1992, blz. 1.

(2) PB L 127 van 29. 4. 1998, blz. 8.

(3) PB L 57 van 10. 3. 1993, blz. 12.

(4) PB L 292 van 15. 11. 1996, blz. 6.

Top