Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998H0282

    98/282/EG: Aanbeveling van de Commissie van 21 april 1998 betreffende de wijze waarop de lidstaten alsmede de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte de intellectuele eigendom moeten beschermen bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 127 van 29.4.1998, p. 32–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1998/282/oj

    31998H0282

    98/282/EG: Aanbeveling van de Commissie van 21 april 1998 betreffende de wijze waarop de lidstaten alsmede de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte de intellectuele eigendom moeten beschermen bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 127 van 29/04/1998 blz. 0032 - 0033


    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 21 april 1998 betreffende de wijze waarop de lidstaten alsmede de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte de intellectuele eigendom moeten beschermen bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst) (98/282/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 155, tweede streepje,

    Overwegende dat ingevolge artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 1996 tot vaststelling van een communautaire procedure voor in of op levensmiddelen gebruikte of te gebruiken aromastoffen (1) de lidstaten (2) aan de Commissie de lijst ter kennis brengen van de aromastoffen die mogen worden gebruikt in of op de levensmiddelen die op hun grondgebied in de handel worden gebracht; dat deze aromastoffen en de desbetreffende technische gegevens eerst door de producenten van deze aromastoffen aan de bevoegde instanties van de lidstaten worden meegedeeld; dat deze informatie ingevolge artikel 3, lid 2, eerste alinea, en artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2232/96 mag worden opgenomen in een repertorium en een evaluatieprogramma die openbaar worden gemaakt; dat trouwens tijdens de gehele bij de verordening ingevoerde communautaire procedure een aantal personen toegang tot deze informatie zou moeten hebben;

    Overwegende dat niettemin de verspreiding van sommige van deze gegevens dient te worden beperkt; dat immers de ontwikkeling van bepaalde nieuwe aromastoffen alsmede de productie van bepaalde bestaande aromastoffen van de producenten van aromastoffen hoge investeringen op het gebied van onderzoek en productie vereisen; dat aromastoffen die geen uitvindingen zijn niet octrooieerbaar zijn; dat de ontwikkeling en de productie van deze aromastoffen niettemin bedrijfsgeheimen vormen en dat deze stoffen tegen namaak en oneerlijke concurrentie moeten worden beschermd;

    Overwegende dat de communautaire wetgever met deze feitelijke situatie rekening heeft gehouden en in artikel 3, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2232/96 de verplichting heeft opgelegd deze aromastoffen aan te duiden "op een wijze waardoor het intellectuele-eigendomsrecht van de aromastofproducent wordt beschermd"; dat van deze noodzaak de intellectuele eigendom te beschermen tevens sprake is in overweging 14 van dezelfde verordening; dat deze noodzaak niet alleen voor de aromastoffen waarvan ingevolge artikel 3, lid 1, van de verordening kennis wordt gegeven, maar in de toekomst eveneens voor de nieuwe aromastoffen als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de verordening geldt; dat deze noodzaak geldt in alle fasen van de bij de verordening ingevoerde communautaire procedure;

    Overwegende dat de bescherming van de intellectuele eigendom kan worden verzekerd door de geheimhouding van de technische gegevens betreffende de betrokken aromastoffen; dat regels moeten worden vastgesteld inzake de wijze waarop deze vertrouwelijke gegevens door de lidstaten zouden moeten worden beschermd; dat deze regels kunnen worden vastgesteld in de vorm van een aanbeveling van de Commissie aan de lidstaten; dat de wijze waarop de Commissie deze bescherming van vertrouwelijke gegevens waarborgt, is neergelegd in de mededeling van 21 april 1998 (3);

    Overwegende dat de representatieve organen van de producenten van aromastoffen een bescherming van vertrouwelijke gegevens gedurende een periode van vijf jaar voldoende achten;

    Overwegende dat de lidstaten over deze aanbeveling in het kader van het Permanent Comité voor levensmiddelen zijn geraadpleegd,

    DOET DE VOLGENDE AANBEVELING:

    1. De bescherming van vertrouwelijke gegevens betreffende een aromastof geschiedt op uitdrukkelijk verzoek van de producent van de desbetreffende aromastof of van diens vertegenwoordiger aan de bevoegde instanties van de lidstaat op het grondgebied waarvan de aromastof mag worden gebruikt.

    2. Deze vertrouwelijke informatie kan omvatten:

    - de aard, de oorsprong en het productieprocédé van de aromastof;

    - de gebruiksvoorwaarden van deze aromastoffen, met name de aanduiding van de levensmiddelen waarin of waarop deze mogen worden gebruikt;

    - alle informatie die niet algemeen bekend is bij de personen die tot de kringen behoren die zich normaal met het soort informatie bezighouden waarom het hier gaat of alle informatie die voor hen niet gemakkelijk toegankelijk is en handelswaarde heeft.

    3. Wanneer de lidstaat de Commissie in kennis stelt van de lijst van aromastoffen die op zijn grondgebied mogen worden gebruikt, geeft hij in deze lijst duidelijk de aromastoffen en/of de gegevens aan, die moeten worden beschermd.

    4. De noodzaak tot bescherming van vertrouwelijke gegevens geldt voor alle fasen van de bij Verordening (EG) nr. 2232/96 ingevoerde procedure, en met name bij drie activiteiten: het bewaren, de verspreiding en de behandeling van informatie. De betrokken overheidsdiensten waarborgen op hun niveau bij elk van deze activiteiten deze bescherming met de passende middelen (beveiliging van de lokalen waar deze gegevens worden bewaard, beveiliging van verzending van documenten, inventarisatie van de kopieën die zijn gemaakt op alle informatiedragers en de ontvangers van deze kopieën, geheimhouding van vertalingen enz.).

    5. In alle stadia van de procedure zijn de vertrouwelijke gegevens alleen toegankelijk voor de personen die belast zijn met of direct betrokken zijn bij de administratieve, technische of wetenschappelijke behandeling van het dossier, namelijk de ambtenaren, functionarissen en deskundigen van de bevoegde instanties van elke lidstaat die de dossiers die afkomstig zijn van deze lidstaat moeten behandelen en die uit andere lidstaten afkomstige dossiers ter gelegenheid van vergaderingen of informatie-uitwisselingen te behandelen kunnen krijgen. Deze personen zijn krachtens hun nationale wetgeving op grond van artikel 214 van het EG-Verdrag tot geheimhouding verplicht. De vertrouwelijke gegevens zijn eveneens toegankelijk voor de ambtenaren en functionarissen van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de officiële levensmiddelencontrole en die onder de geheimhoudingsplicht vallen krachtens hun nationale wetgeving en artikel 12 van Richtlijn 89/397/EEG van de Raad van 14 juni 1989 inzake de officiële controle op levensmiddelen (4). Elke andere persoon die toegang heeft tot vertrouwelijke gegevens, maar niet onder de geheimhoudingsplicht valt krachtens nationale of communautaire bepalingen, zou een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen.

    6. De vertrouwelijke gegevens betreffende een aromastof worden beschermd gedurende een periode van vijf jaar vanaf de ontvangst door de Commissie van de door de lidstaat ter kennis gebrachte lijst waarin de aromastof is opgenomen, of van elk dossier betreffende een nieuwe aromastof.

    Gedaan te Brussel, 21 april 1998.

    Voor de Commissie

    Martin BANGEMANN

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 299 van 23. 11. 1996, blz. 1.

    (2) Wanneer in deze aanbeveling sprake is van de lidstaten, vallen daaronder ook de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de EER.

    (3) PB C 131 van 29. 4. 1998, blz. 3.

    (4) PB L 186 van 30. 6. 1989, blz. 23.

    Top