Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997D0188

    97/188/EG: Beschikking van de Raad van 17 maart 1997 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland gemachtigd wordt met de Tsjechische Republiek twee overeenkomsten te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

    PB L 80 van 21.3.1997, p. 18–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1997/188/oj

    31997D0188

    97/188/EG: Beschikking van de Raad van 17 maart 1997 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland gemachtigd wordt met de Tsjechische Republiek twee overeenkomsten te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

    Publicatieblad Nr. L 080 van 21/03/1997 blz. 0018 - 0019


    BESCHIKKING VAN DE RAAD van 17 maart 1997 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland gemachtigd wordt met de Tsjechische Republiek twee overeenkomsten te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (97/188/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), inzonderheid op artikel 30,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de Raad op grond van artikel 30 van de Zesde Richtlijn op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat kan machtigen met een derde land of een internationale organisatie een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen kunnen voorkomen die van de genoemde richtlijn afwijken;

    Overwegende dat de Duitse regering in brieven die op 22 augustus 1995 en 26 maart 1996 bij het Secretariaat-generaal van de Commissie werden geregistreerd, heeft verzocht te worden gemachtigd om met de Tsjechische Republiek twee overeenkomsten te sluiten waarin bepalingen zijn opgenomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn en die betrekking hebben op de bouw-, onderhouds- en herstelwerkzaamheden ten behoeve van twee grensbruggen tussen de betrokken overeenkomstsluitende staten;

    Overwegende dat de overige lidstaten op 25 april 1996 op de hoogte zijn gesteld van het verzoek van Duitsland;

    Overwegende dat zonder de afwijkende bepalingen de op Duits grondgebied uitgevoerde bouw-, onderhouds-, en herstelwerkzaamheden aan de BTW in Duitsland zouden worden onderworpen en de op Tsjechisch grondgebied uitgevoerde werkzaamheden buiten de werkingssfeer van de Zesde Richtlijn zouden vallen, en dat bovendien telkens wanneer in Duitsland goederen uit de Tsjechische Republiek zouden worden ingevoerd, die bestemd zijn voor de bouw, het onderhoud en het herstel van de grensbruggen, hierop in Duitsland BTW zou worden geheven;

    Overwegende dat de in de overeenkomsten opgenomen afwijkende bepalingen ten doel hebben de regels voor de belastingheffing te vereenvoudigen voor de met de bedoelde werkzaamheden belaste aannemers;

    Overwegende dat deze afwijkende bepalingen slechts een te verwaarlozen invloed zullen hebben op de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen uit de belasting op de toegevoegde waarde,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd met de Tsjechische Republiek twee overeenkomsten te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG.

    De eerste overeenkomst heeft betrekking op de bouw van een grensbrug over de Rehlingbach ter hoogte van Waidhaus en Rozvadov met het oog op de aansluiting van de Duitse autosnelweg A6, die van Nürnberg in oostelijke richting loopt, op de Tsjechische autosnelweg D5, die van Pilsen in westelijke richting loopt.

    De tweede overeenkomst heeft betrekking op de bouw van een grensbrug ter hoogte van Schönberg en Vojtanov in het verlengde van de autosnelweg E49.

    De afwijkende fiscale bepalingen van deze overeenkomsten worden in de artikelen 2, 3 en 4 omschreven.

    Artikel 2

    In afwijking van artikel 3 van de Zesde Richtlijn worden de bouwplaats van de in de tweede alinea van artikel 1 bedoelde grensbrug, en na de oplevering daarvan de grensbrug zelf, voor zover deze zich op het grondgebied van de Tsjechische Republiek bevinden, geacht deel uit te maken van het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland in het kader van goederenleveringen en dienstverrichtingen ten behoeve van de bouw van de grensbrug of het onderhoud en het herstel daarvan.

    Artikel 3

    In afwijking van artikel 3 van de Zesde Richtlijn worden de bouwplaats van de in de derde alinea van artikel 1 bedoelde grensbrug, en na de oplevering daarvan de grensbrug zelf, voor zover deze zich op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland bevinden, geacht deel uit te maken van het grondgebied van de Tsjechische Republiek in het kader van goederenleveringen en dienstverrichtingen in verband met de bouw van deze brug of het onderhoud en het herstel daarvan.

    Artikel 4

    In afwijking van artikel 2, lid 2, van de Zesde Richtlijn wordt de invoer in Duitsland van goederen uit de Tsjechische Republiek niet aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen voor zover deze goederen worden gebruikt voor de bouw, het onderhoud en het herstel van een van de grensbruggen die in de tweede en derde alinea van artikel 1 worden genoemd. Deze afwijking is echter niet van toepassing op de invoer van goederen ten behoeve van een overheidsdienst.

    Artikel 5

    Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

    Gedaan te Brussel, 17 maart 1997.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G. ZALM

    (1) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/95/EG (PB nr. L 338 van 20. 12. 1996, blz. 89).

    Top