Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R3287

    Verordening (EG) nr. 3287/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende inspectie vóór verzending voor de uitvoer vanuit de Gemeenschap

    PB L 349 van 31.12.1994, p. 79–82 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/3287/oj

    31994R3287

    Verordening (EG) nr. 3287/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende inspectie vóór verzending voor de uitvoer vanuit de Gemeenschap

    Publicatieblad Nr. L 349 van 31/12/1994 blz. 0079 - 0082
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 37 blz. 0237
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 37 blz. 0237


    VERORDENING (EG) Nr. 3287/94 VAN DE RAAD van 22 december 1994 betreffende inspectie vóór verzending voor de uitvoer vanuit de Gemeenschap

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

    Overwegende dat een aantal ontwikkelingslanden gebruik maakt van de zogenoemde programma's voor inspectie vóór verzending om ervoor te zorgen dat hun beperkte deviezenreserves op passende wijze onder de importeurs worden verdeeld en om praktijken zoals over- of onderfacturering en fraude te bestrijden; dat die ontwikkelingslanden deze taak, die een controle van de kwaliteit en de prijs van de voor export naar het grondgebied van die landen bestemde goederen behelst, aan particuliere ondernemingen hebben toevertrouwd;

    Overwegende dat de Gemeenschap erkent dat de ontwikkelingslanden het recht hebben inspectie vóór verzending te verlangen; dat inspectie vóór verzending evenwel aanleiding kan geven tot misbruik in de vorm van bemoeienis met de tussen de partijen bij een overeenkomst vrij overeengekomen prijs en tot andere praktijken die onnodige hinderpalen opwerpen voor het handelsverkeer; dat er derhalve inspanningen moeten worden gedaan op het gebied van de samenwerking en de technische bijstand om de behoefte aan inspectie vóór verzending te verminderen;

    Overwegende dat de Slotakte van de Uruguay-Ronde, ondertekend op 15 april 1994 in Marrakech (Marokko), tussen de leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending (WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending) tot stand brengt; dat deze Overeenkomst is goedgekeurd en voor de Gemeenschap ten uitvoer moet worden gelegd;

    Overwegende dat communautaire regelgeving de exporteurs extra waarborgen biedt dat de inspectie vóór verzending daadwerkelijk overeenkomstig de bepalingen van de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending geschiedt en dat zij dus geen handelsbelemmering vormt;

    Overwegende dat de inspectie vóór verzending in de Gemeenschap te dien einde aan een aantal voorwaarden dient te worden onderworpen;

    Overwegende dat het met het oog op de instandhouding van een eenvormig gemeenschappelijk handelsbeleid van de Gemeenschap nodig is dat de Lid-Staten de activiteiten van de met inspectie vóór verzending belaste instanties op uniforme wijze regelen;

    Overwegende dat er gegronde reden bestaat om de procedures zoveel mogelijk te vereenvoudigen, met name die met betrekking tot prijsherziening; dat de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending evenwel niet in uitzonderingen voorziet en dat dergelijke uitzonderingen bijgevolg slechts met instemming van de met inspectie vóór verzending belaste instanties kunnen worden toegepast;

    Overwegende dat een snelle en efficiënte procedure voor het beslechten van de geschillen tussen exporteurs en de met inspectie vóór verzending belaste instanties dient te worden ingesteld; dat de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending in een dergelijke procedure voorziet;

    Overwegende dat geschillen met de derde landen die een beroep doen op met inspectie vóór verzending belaste instanties en die het niet voldoen aan de voorwaarden of het niet in acht nemen van de procedures door die instanties betreffen, dienen te worden beslecht overeenkomstig de desbetreffende communautaire en WTO-procedures;

    Overwegende dat artikel 3, lid 3, van de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending voorziet in technische bijstand aan derde landen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deze verordening is van toepassing op de activiteiten, uitgevoerd op het douanegebied van de Gemeenschap, van de met inspectie vóór verzending belaste instanties die, voor rekening van regeringen of openbare instanties van derde landen, de kwaliteit, kwantiteit of prijs - wisselkoers en financiële voorwaarden inbegrepen - controleren van goederen bestemd voor export naar het grondgebied van die derde landen (programma's inzake inspectie vóór verzending).

    Artikel 2

    1. De activiteiten van de met inspectie vóór verzending belaste instanties, als omschreven in artikel 1, zijn onderworpen aan een procedure van voorafgaande kennisgeving onder de in deze richtlijn vermelde voorwaarden.

    2. Bij de kennisgeving delen de met inspectie vóór verzending belaste instanties aan de Commissie de bepalingen mee die zijn opgenomen in het contract dat is gesloten met de regering of openbare instantie van het derde land voor rekening waarvan de programma's inzake inspectie vóór verzending zijn opgezet, met uitzondering van die met betrekking tot de vergoeding. Naderhand delen zij alle wijzigingen aan de controlevoorwaarden aan de Commissie mee. Zij geven ook aan welke maatregelen zij hebben genomen om aan de in deze verordening bepaalde voorwaarden te voldoen.

    3. De Commissie zendt een kopie van de ontvangen kennisgeving aan de Lid-Staten.

    Artikel 3

    De in artikel 2 bedoelde kennisgeving van activiteiten dient te worden gedaan voor volgende activiteiten:

    a) fysieke inspectie van de waren voordat zij worden uitgevoerd om na te gaan of de zending (kwaliteit, kwantiteit) in overeenstemming is met de specificaties van het contract en of de door het invoerend land vastgestelde of internationaal aanvaarde regels en normen worden nageleefd;

    b) controle van de prijs en, desgevallend, van de wisselkoers aan de hand van het contract tussen de exporteur en de importeur, de pro forma-factuur en, eventueel, de aanvraag van een invoervergunning.

    Artikel 4

    De met inspectie vóór verzending belaste instanties moeten bij het verrichten van hun activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a) Voordat enige controle plaatsvindt stelt de met inspectie vóór verzending belaste instantie de exporteur in kennis van de wijze van uitvoering van de inspectie en van de criteria die daarbij zullen worden toegepast.

    De met inspectie vóór verzending belaste instantie voert de nodige controles uit binnen een zodanig tijdsbestek dat onredelijke vertraging wordt voorkomen. Na ontvangst van de definitieve documenten en voltooiing van de inspectie geeft zij ook binnen de vijf werkdagen een verslag van akkoordbevinding af dan wel een uitvoerige schriftelijke verklaring met de redenen voor het niet afgeven van dergelijk verslag. In laatstgenoemd geval worden de exporteurs in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk toe te lichten en, indien zij daarom verzoeken, schikkingen te treffen opdat zo snel mogelijk op een voor beide partijen geschikte datum een nieuwe inspectie kan worden uitgevoerd.

    De met inspectie vóór verzending belaste instanties verrichten, telkens wanneer zij door de exporteur daarom worden verzocht, vóór de datum van de fysieke inspectie, een voorafgaande prijscontrole en, in voorkomend geval, een wisselkoerscontrole op basis van het contract tussen de exporteur en de importeur, de pro forma-factuur en eventueel de aanvraag van een invoervergunning. Nadat deze voorafgaande controle heeft plaatsgevonden stellen zij de exporteurs onmiddellijk schriftelijk in kennis van hun instemming met de prijs en/of wisselkoers of lichten zij uitvoerig de redenen toe waarom zij die afwijzen.

    Om vertraging bij de betaling te voorkomen zenden de met inspectie vóór verzending belaste instanties de exporteurs of de door hen aangewezen vertegenwoordigers zo snel mogelijk een verslag van akkoordbevinding. In geval van schrijf- of tikfouten in het verslag van akkoordbevinding, corrigeren zij de fout en doen zij de gecorrigeerde inlichtingen zo snel mogelijk aan de betrokken partijen toekomen.

    b) De inspecties vóór verzending worden op niet discriminerende wijze uitgevoerd volgens objectieve procedures en criteria en alle exporteurs die daarvan het voorwerp uitmaken moeten op gelijke voet worden behandeld.

    c) De met inspectie vóór verzending belaste instanties eisen van de exporteurs niet dat zij inlichtingen verstrekken over:

    i) gegevens met betrekking tot fabricageprocessen waarvoor patenten of licenties bestaan of die geheim zijn of processen waarvoor een patent is aangevraagd;

    ii) niet bekendgemaakte technische gegevens, andere dan de gegevens die nodig zijn om de conformiteit met technische voorschriften of normen aan te tonen;

    iii) de interne prijsstelling, met inbegrip van de fabricagekosten;

    iv) de winstmarges;

    v) de voorwaarden van overeenkomsten tussen exporteurs en hun leveranciers tenzij het voor de instantie anders niet mogelijk is om de inspectie uit te voeren (in dergelijke gevallen vraagt de instantie slechts de inlichtingen die zij daartoe nodig heeft).

    De met inspectie vóór verzending belaste instanties behandelen alle gegevens die zij van exporteurs ontvangen als vertrouwelijke bedrijfsinformatie, voor zover die informatie niet reeds is gepubliceerd, niet algemeen toegankelijk is voor derden dan wel tot het openbaar domein behoort. Dergelijke vertrouwelijke bedrijfsinformatie wordt slechts gedeeld met de regeringen waarmee de instantie een contract heeft gesloten of waarvan zij haar opdracht heeft ontvangen voor zover die informatie gewoonlijk is vereist voor kredietbrieven of andere vormen van betaling of voor douanedoeleinden, de toekenning van invoervergunningen of deviezencontroles.

    d) De met inspectie vóór verzending belaste instanties stellen procedures vast voor het ontvangen en onderzoeken van klachten van exporteurs en het nemen van besluiten daaromtrent. Deze procedures worden ontwikkeld en toegepast in overeenstemming met de volgende richtlijnen:

    i) de met inspectie vóór verzending belaste instanties wijzen een of meerdere ambtenaren aan die tijdens de normale kantooruren in elke stad of haven waarin zij een administratief bureau voor inspectie vóór verzending hebben, aanwezig zijn om klachten van exporteurs te ontvangen en te onderzoeken en besluiten daaromtrent te nemen;

    ii) de exporteurs verstrekken de aangewezen ambtenaar (ambtenaren) schriftelijk de feiten met betrekking tot de transactie in kwestie, de aard van de klacht en een voorstel voor een oplossing;

    iii) de aangewezen ambtenaar (ambtenaren) neemt (nemen) de klachten van de exporteurs welwillend in beraad en neemt (nemen) zo snel mogelijk na de ontvangst van de onder ii) bedoelde documenten een besluit.

    Artikel 5

    De met inspectie vóór verzending belaste instanties moeten bij het verrichten van prijscontroles de volgende voorwaarden in acht nemen:

    a) de met inspectie vóór verzending belaste instanties wijzen een tussen een exporteur en een importeur contractueel overeengekomen prijs alleen af indien zij kunnen aantonen dat hun bevinding dat de prijs onbevredigend is steunt op een controleproces dat in overeenstemming is met de in de punten b) tot en met e) vermelde criteria;

    b) de met inspectie vóór verzending belaste instantie baseert haar prijsvergelijking voor het controleren van de exportprijs op de prijs (prijzen) van identieke of soortgelijke goederen die voor export uit hetzelfde land van uitvoer worden aangeboden op of omstreeks hetzelfde ogenblik, onder concurrentiële en vergelijkbare verkoopvoorwaarden, in overeenstemming met de gebruikelijke handelspraktijken en vrij van elke normaal toepasselijke korting. Deze vergelijking moet zijn gebaseerd op het volgende:

    i) er mag alleen gebruik worden gemaakt van prijzen die een geldige vergelijkingsbasis bieden, rekening houdend met de relevante economische factoren die eigen zijn aan het land van invoer en aan het (de) voor de prijsvergelijking gebruikte land(en);

    ii) de met inspectie vóór verzending belaste instantie steunt niet op de prijs van goederen die voor export naar verschillende landen van invoer worden aangeboden om arbitrair de laagste prijs voor de verzending op te leggen;

    iii) de met inspectie vóór verzending belaste instantie houd rekening met de specifieke elementen vermeld in punt c);

    iv) de met inspectie vóór verzending belaste instantie stelt de exporteur in alle fasen van bovengenoemd proces in de gelegenheid om de prijs te verantwoorden;

    c) bij de prijscontrole houden de met inspectie vóór verzending belaste instanties terdege rekening met de voorwaarden van de verkoopovereenkomst en met de over het algemeen toepasselijke aanpassingsfactoren die betrekking hebben op de transactie; deze factoren omvatten ondermeer het commerciële niveau en de omvang van de verkoop, de leveringstermijnen en -voorwaarden, doorberekeningsclausules, kwaliteitsvoorschriften, speciale vormgevingskenmerken, speciale voorschriften met betrekking tot het transport of de verpakking, de omvang van de bestelling, locoverkopen, seizoeninvloeden, vergoedingen voor licenties of andere intellectuele eigendomsrechten en diensten die worden gepresteerd in het kader van het contract indien zij gewoonlijk niet afzonderlijk worden gefactureerd. Zij omvatten ook bepaalde elementen met betrekking tot de door de exporteurs vastgestelde prijs zoals de contractuele relatie tussen de exporteur en de importeur;

    d) de controle van de vervoerkosten heeft uitsluitend betrekking op de overeengekomen prijs van de wijze van vervoer in het land van export als aangegeven in de verkoopovereenkomst;

    e) de volgende elementen mogen niet worden gebruikt voor de prijscontrole:

    i) de verkoopprijs in het land van invoer van in dat land geproduceerde goederen;

    ii) de prijs van voor export bestemde goederen van herkomst uit een ander land dan dat van export;

    iii) de produktiekosten;

    iv) arbitraire of fictieve prijzen of waarden.

    Artikel 6

    Indien de met inspectie vóór verzending belaste instantie, als gevolg van haar verplichtingen ten opzichte van de overheid of een overheidsinstantie van een derde land, de in de artikelen 4 en 5 van deze verordening bepaalde voorwaarden niet nakomt of indien zij de in artikel 7 neergelegde procedures niet naleeft of indien er een andere reden is om aan te nemen dat de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending niet wordt nagekomen, kan een beroep worden gedaan op elke passende procedure, met inbegrip van de procedure van Verordening (EEG) nr. 2641/84 (2) onder de daarin vervatte voorwaarden.

    Artikel 7

    Indien de met inspectie vóór verzending belaste instanties en de exporteurs hun geschillen niet op een andere wijze kunnen oplossen en ten vroegste twee werkdagen na indiening van de klacht overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, onder d), wordt normaal de volgende procedure gevolgd:

    a) een exporteur of een met inspectie vóór verzending belaste instantie die een geschil wenst op te werpen neemt contact op met de onafhankelijke instantie bedoeld in artikel 4 van de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending en dient een verzoek in tot vorming van een panel. De onafhankelijke instantie is verantwoordelijk voor de instelling van het panel. Dit panel bestaat uit drie leden. De panelleden worden zo gekozen dat onnodige kosten en vertragingen worden vermeden. Het eerste lid wordt door de met inspectie vóór verzending belaste instantie gekozen uit deel i) van de lijst die is opgenomen in de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending, op voorwaarde dat dit lid geen banden heeft met die instantie. Het tweede lid wordt door de betrokken exporteur gekozen uit deel ii) van de lijst die is opgenomen in de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending, op voorwaarde dat dit lid geen banden heeft met die exporteur. Het derde lid wordt voorts door de hierboven bedoelde onafhankelijke instantie gekozen uit deel iii) van de lijst die is opgenomen in de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending. Er wordt geen verzet aangetekend tegen een uit deel iii) van de lijst die is opgenomen in de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending gekozen onafhankelijke handelsdeskundige;

    b) de uit deel iii) van de in de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending opgenomen lijst gekozen onafhankelijke handelsdeskundige zit het panel voor. De onafhankelijke handelsdeskundige neemt de nodige beslissingen om te zorgen voor een snelle beslechting van het geschil door het panel. Hij beslist bij voorbeeld of de feiten van de zaak een bijeenkomst van de panelleden vereisen en, in voorkomend geval, waar die bijeenkomst dient plaats te vinden, rekening houdend met de plaats van de bedoelde inspectie;

    c) indien de partijen bij het geschil daarmee instemmen kan de onder a) bedoelde onafhankelijke instantie één onafhankelijke handelsdeskundige kiezen uit deel iii) van de in de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending opgenomen lijst om het geschil in kwestie te onderzoeken. Deze deskundige neemt de beslissingen die nodig zijn voor een snelle beslechting van het geschil, bij voorbeeld met inachtneming van de plaats van de bedoelde inspectie;

    d) dit onderzoek heeft tot doel na te gaan of de partijen bij het geschil tijdens de betwiste inspectie de bepalingen van de WTO-Overeenkomst inzake inspectie vóór verzending en bijgevolg de bepalingen van deze verordening zijn nagekomen. De procedures dienen vlot te verlopen en beide partijen de gelegenheid te bieden om hun standpunt persoonlijk of schriftelijk toe te lichten;

    e) de beslissingen van het uit drie leden bestaande panel worden bij meerderheid van stemmen genomen. De beslissing over het geschil wordt genomen binnen de acht werkdagen na de vraag om een onafhankelijk onderzoek en wordt aan de partijen bij het geschil medegedeeld. Deze termijn kan met de instemming van de partijen bij het geschil worden verlengd. Het panel of de onafhankelijke handelsdeskundige verdelen de kosten op grond van de merites van de zaak;

    f) de beslissing van het panel is bindend voor de met inspectie vóór verzending belaste instantie en de exporteur die partij zijn bij het geschil.

    Artikel 8

    Elke Lid-Staat:

    - neemt op nationaal niveau de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, met name om de goede werking van de in artikel 7 neergelegde onafhankelijke onderzoekprocedure te vergemakkelijken,

    - wijst een ambtenaar aan die verantwoordelijk is voor vraagstukken in verband met de inspectie vóór verzending en deelt diens naam en functies mee aan de Commissie.

    De Gemeenschap en de Lid-Staten mogen, indien zij daarom worden verzocht, de landen die de regeling toepassen technische bijstand verlenen met betrekking tot inspectie vóór verzending. Normaal dient deze bijstand te zijn gericht op het wegnemen van de oorzaken welke die landen ertoe hebben gebracht gebruik te maken van inspectie vóór verzending.

    Artikel 9

    De Commissie stelt het secretariaat van de WTO in kennis van deze verordening en van alle wijzigingen daaraan.

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1995.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks teopasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 22 december 1994.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    H. SEEHOFER

    (1) Advies uitgebracht op 14 december 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(2) PB nr. L 252 van 20. 9. 1984, blz. 1.

    Top