This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31993D0257
93/257/EEC: Commission Decision of 15 April 1993 laying down the reference methods and the list of national reference laboratories for detecting residues
93/257/EEG: Beschikking van de Commissie van 15 april 1993 tot vaststelling van de referentiemethoden en de lijst van nationale referentielaboratoria voor residuenopsporing
93/257/EEG: Beschikking van de Commissie van 15 april 1993 tot vaststelling van de referentiemethoden en de lijst van nationale referentielaboratoria voor residuenopsporing
PB L 118 van 14.5.1993, p. 75–79
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2002; opgeheven door 32002D0657
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repeal | 31989D0610 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 11994NN01/05/E | aanvulling | bijlage | 01/01/1995 | |
Repealed by | 31998D0536 | intrekking | artikel 4 | ||
Repealed by | 31998D0536 | intrekking | bijlage | ||
Repealed by | 32002D0657 |
93/257/EEG: Beschikking van de Commissie van 15 april 1993 tot vaststelling van de referentiemethoden en de lijst van nationale referentielaboratoria voor residuenopsporing
Publicatieblad Nr. L 118 van 14/05/1993 blz. 0075 - 0079
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0201
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0201
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 15 april 1993 tot vaststelling van de referentiemethoden en de lijst van nationale referentielaboratoria voor residuenopsporing (93/257/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer van vers vlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/5/EEG (2), en met name op artikel 8, lid 1, Gelet op Richtlijn 85/397/EEG van de Raad van 5 augustus 1985 inzake hygiënische en veterinairrechtelijke problemen bij het intracommunautaire handelsverkeer in warmtebehandelde melk (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/662/EEG (4), en met name op artikel 11, lid 4, derde alinea, Overwegende dat bij Beschikking 93/256/EEG van de Commissie (5) de methoden zijn vastgesteld voor de opsporing van residuen van stoffen met hormonale werking en van stoffen met thyreostatische werking; dat in die beschikking de toe te passen analysemethoden en -criteria zijn bepaald; dat dient te worden bepaald dat bij de referentiemethoden dezelfde criteria moeten worden gehanteerd als bij de bevestigingsmethoden; Overwegende dat in Beschikking 90/515/EEG van de Commissie (6) referentiemethoden voor het opsporen van residuen van zware metalen en arsenicum zijn vastgesteld; dat referentiemethoden voor het opsporen van residuen van andere stoffen dan zware metalen en arsenicum dienen te worden vastgesteld; Overwegende dat overeenkomstig artikel 8, lid 1, laatste alinea, van Richtlijn 64/433/EEG in elke Lid-Staat ten minste één referentielaboratorium moet worden aangewezen dat met het residuenonderzoek wordt belast; Overwegende dat, krachtens artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 86/469/EEG van de Raad van 16 september 1986 inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen (7), gewijzigd bij Beschikking 89/187/EEG (8), de nationale referentielaboratoria voor elk van de betrokken residuen of groepen van residuen worden belast met de cooerdinatie van de analysenormen en -methoden en met de organisatie van periodieke vergelijkende tests die door erkende laboratoria met gebruikmaking van duplomonsters worden verricht, en die als controle op de inachtneming van de vastgestelde grenswaarden zijn bedoeld; Overwegende dat, gezien de ontwikkeling van de wetenschappelijke en de technische kennis en ter wille van de duidelijkheid, Beschikking 89/610/EEG van de Commissie (9) dient te worden ingetrokken; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 De referentieanalysemethoden voor de bevestiging van de aanwezigheid van residuen van de in bijlage I bij Richtlijn 86/469/EEG bedoelde stoffen, met uitzondering van chemische elementen als daar zijn zware metalen en arsenicum, zijn: - immunoassay, - dunne-laagchromatografie, - vloeistofchromatografie, - gaschromatografie, - massaspectrometrie, - spectrometrie, of een andere methode die voldoet aan criteria die vergelijkbaar zijn met die van artikel 3. Artikel 2 De gekozen referentieanalysemethode moet a) bij voorkeur zijn gebaseerd op moleculaire spectrometrie waarmee rechtstreeks informatie wordt verkregen over de moleculaire structuur van de te onderzoeken stof, of b) zijn gebaseerd op een combinatie van afzonderlijke technieken waarmee onrechtstreeks informatie over de moleculaire structuur van de te onderzoeken stof wordt verkregen, en een passende aantoonbaarheids- en bepaalbaarheidsgrens hebben. Artikel 3 Voor de referentieanalysemethoden zijn de criteria van toepassing die gelden voor de bevestigingsmethoden, zoals bepaald in de punten 1.2.3 tot en met 1.2.6, 2.1 tot en met 2.2.5.3 en 2.4 tot en met 2.5 van de bijlage bij Beschikking 93/256/EEG. Artikel 4 De lijst van de voor het uitvoeren van de referentieanalyses verantwoordelijke nationale referentielaboratoria is opgenomen in de bijlage. Artikel 5 Deze beschikking wordt vóór 1 januari 1996 opnieuw bezien met het oog op aanpassing aan de ontwikkeling van de wetenschappelijke en de technische kennis. Artikel 6 Beschikking 89/610/EEG wordt ingetrokken. Artikel 7 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 15 april 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 2012/64. (2) PB nr. L 57 van 2. 3. 1992, blz. 1. (3) PB nr. L 226 van 24. 8. 1985, blz. 13. (4) PB nr. L 395 van 30. 12. 1989, blz. 13. (5) Zie bladzijde 64 van dit Publikatieblad. (6) PB nr. L 286 van 18. 10. 1990, blz. 33. (7) PB nr. L 275 van 26. 9. 1986, blz. 36. (8) PB nr. L 66 van 10. 3. 1989, blz. 37. (9) PB nr. L 351 van 2. 12. 1989, blz. 39. BIJLAGE NATIONALE REFERENTIELABORATORIA /* Tabellen: zie PB */