This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31992R3093
Commission Regulation (EEC) No 3092/92 of 27 October 1992 amending Annex III to Council Regulation (EEC) No 2377/90 laying down a Community procedure for the establishment of maximum residue limits of veterinary medicinal products in foodstuffs of animal origin
Verordening (EEG) nr. 3093/92 van de Commissie van 27 oktober 1992 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Verordening (EEG) nr. 3093/92 van de Commissie van 27 oktober 1992 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
PB L 311 van 28.10.1992, p. 18–19
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 07/01/1995; stilzwijgende opheffing door 394R2701
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 31990R2377 | wijziging | bijlage 3 | 27/12/1992 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Implicitly repealed by | 31994R2701 | 08/01/1995 |
Verordening (EEG) nr. 3093/92 van de Commissie van 27 oktober 1992 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Publicatieblad Nr. L 311 van 28/10/1992 blz. 0018 - 0019
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0137
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0137
VERORDENING (EEG) Nr. 3093/92 VAN DE COMMISSIE van 27 oktober 1992 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 762/92 van de Commissie (2), inzonderheid op de artikelen 7 en 8, Overwegende dat er krachtens Verordening (EEG) nr. 2377/90 geleidelijk maximumwaarden moeten worden vastgesteld voor residuen van alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in aan voedselproducerende dieren toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; Overwegende dat, alvorens maximumwaarden voor residuen worden vastgesteld, alle relevante gegevens betreffende de veiligheid van de residuen van de stof in kwestie voor de consument van levensmiddelen van dierlijke oorsprong, alsmede het effect van residuen op de industriële verwerking van de levensmiddelen, door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik moeten zijn onderzocht; Overwegende dat er bij het vaststellen van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong dient te worden omschreven in welke diersoorten residuen mogen worden aangetroffen, welke concentraties daarvan in elk voor consumptie in aanmerking komend weefsel van een behandeld dier toelaatbaar zijn (te onderzoeken weefsel) en welk type residu voor de controle van de residuen van belang is (indicatorresidu); Overwegende dat er, voor de controle van residuen zoals door de desbetreffende communautaire wetgeving wordt voorgeschreven, meestal maximumwaarden voor residuen in de lever of de nieren zullen moeten worden vastgesteld; dat lever en nieren evenwel vaak uit voor de internationale handel bestemde karkassen worden verwijderd, en dat bijgevolg ook steeds maximumwaarden voor residuen in spier- of vetweefsel moeten worden vastgesteld; Overwegende dat, wat geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik betreft die aan legpluimvee, melkvee of honingbijen worden toegediend, ook maximumwaarden moeten worden vastgesteld voor residuen in eieren, melk en honing; Overwegende dat albendazol, amitraz, thiabendazol en tylosine in bijlage III van Verordening (EEG) nr. 2377/90 dienen te worden opgenomen; dat het nodig is de geldigheidsduur van de voorlopige maximumwaarden voor residuen te bepalen; Overwegende dat moet worden voorzien in een termijn van 60 dagen alvorens deze verordening van kracht wordt, ten einde de Lid-Staten toe te laten om, met het oog op de bepalingen van deze verordening, eventueel de nodige aanpassingen aan te brengen in de reeds eerder overeenkomstig Richtlijn 81/851/EEG van de Raad (3), gewijzigd bij Richtlijn 90/676/EEG (4), verleende vergunningen voor het op de markt brengen van de bedoelde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; Overwegende dat de maatregelen waarin bij deze verordening is voorzien, in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen voor de opheffing van handelsbelemmeringen in de sector diergeneesmiddelen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Bijlage III van Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt gewijzigd zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de zestigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 27 oktober 1992. Voor de Commissie Martin BANGEMANN Vice-Voorzitter (1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 1. (2) PB nr. L 83 van 28. 3. 1992, blz. 14. (3) PB nr. L 317 van 6. 11. 1981, blz. 1. (4) PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 15. BIJLAGE Bijlage III wordt als volgt gewijzigd: I. Onder 1.2.3 Macroliden wordt de volgende rubriek toegevoegd: Farmacologisch werkzame substantie(s) Indicatorresidu Diersoorten Maximumwaarden voor residuen Te onderzoeken weefsels Overige bepalingen "1.2.3.2. Tylosine Oorspronkelijk geneesmiddel Runderen Varkens Pluimvee 100 mg/kg Spier Lever Nier De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1. 7. 1995.". Runderen 50 mg/kg Melk II. Onder 2.1.1 Benzimidazolen en pro-benzimidazolen worden de volgende rubrieken toegevoegd: Farmacologisch werkzame substantie(s) Indicatorresidu Diersoorten Maximumwaarden voor residuen Te onderzoeken weefsels Overige bepalingen "2.1.1.4. Albendazol Totaalgehalte aan albendazol en metabolieten gemeten als 2-amino-benzimidazol-sulfon Runderen Schapen 100 mg/kg 500 mg/kg 1 000 mg/kg Spier Vetweefsel Melk Nier Lever De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1. 1. 1996. 2.1.1.5. Thiabendazol Totaalgehalte aan thiabendazol en 5-hydroxythiabendazol Runderen Schapen Geiten 100 mg/kg Spier Lever Nier Vetweefsel Melk De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1. 1. 1996.". III. De volgende rubriek wordt toegevoegd: "2.2. Geneesmiddelen tegen ectoparasieten Farmacologisch werkzame substantie(s) Indicatorresidu Diersoorten Maximumwaarden voor residuen Te onderzoeken weefsels Overige bepalingen 2.2.1. Amitraz Totaalgehalte aan amitraz en metabolieten uitgedrukt in 2.4-dimethylaniline Varkens 50 mg/kg 200 mg/kg Spier Nier, lever De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1. 7. 1994.".