EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R1332

Verordening (EEG) nr. 1332/92 van de Raad van 18 mei 1992 tot instelling van specifieke maatregelen voor de sector tafelolijven

PB L 145 van 27.5.1992, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2005; opgeheven door 32004R0865

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/1332/oj

31992R1332

Verordening (EEG) nr. 1332/92 van de Raad van 18 mei 1992 tot instelling van specifieke maatregelen voor de sector tafelolijven

Publicatieblad Nr. L 145 van 27/05/1992 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 42 blz. 0088
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 42 blz. 0088


VERORDENING (EEG) Nr. 1332/92 VAN DE RAAD van 18 mei 1992 tot instelling van specifieke maatregelen voor de sector tafelolijven

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat de produktie van tafelolijven van zeer groot economisch belang is, vooral voor bepaalde mediterrane regio's van de Gemeenschap;

Overwegende dat uit de marktsituatie voor tafelolijven blijkt dat de produktie niet meer aan de behoeften van de handel beantwoordt, zowel wat betreft de produktieomstandigheden als de omstandigheden waarin de verwerking en de afzet plaatsvinden;

Overwegende dat er als gevolg van deze situatie een gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod is ontstaan, dat in de afgelopen jaren tot overschotten heeft geleid;

Overwegende dat er mogelijkheden bestaan om het verbruik op te voeren, met name door bestaande of potentiële gebruikers van het produkt beter te informeren en de produktie beter op de eisen van de verbruikers af te stemmen;

Overwegende dat de onderscheiden bedrijfstakken van de sector een bijzondere rol moeten spelen bij de acties die worden gevoerd om het verbruik te ontwikkelen;

Overwegende dat de specifieke acties om het verbruik van tafelolijven te ontwikkelen, moeten worden aangemoedigd door middel van een financiële bijdrage van de Gemeenschap;

Overwegende dat, om de producentengroeperingen of unies van producentengroeperingen, waarvan de leden tafelolijven produceren en in de handel brengen, in staat te stellen het aanbod te concentreren en de aanvoer op de markt te spreiden door met name voor voldoende opslagcapaciteit te zorgen, de vorming van werkkapitaal door die groeperingen of unies van groeperingen moet worden bevorderd; dat daartoe moet worden bepaald dat de Lid-Staten en de Gemeenschap financiële bijdragen moeten verlenen, waarbij echter een maximumbedrag moet worden vastgesteld op basis van de waarde van de produktie die de producentengroeperingen en unies daarvan in een bepaald verkoopseizoen in de handel brengen;

Overwegende dat de cooeperaties en de unies van cooeperaties, gezien de situatie in de producerende Lid-Staten, voor een beperkte periode toegang dienen te krijgen tot bovengenoemde steun;

Overwegende dat de voorgenomen maatregelen zijn gericht op de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 39 van het Verdrag; dat moet worden bepaald dat de Gemeenschap voor de financiering van deze acties een bijdrage verleent uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Gemeenschap draagt voor 60 % bij in de financiering van acties die zijn gericht op de ontwikkeling van het verbruik van tafelolijven in de Gemeenschap en die worden voorgesteld en gevoerd door representatieve verenigingen van de verschillende bedrijfstakken in de sector. Bij de beoordeling van de representativiteit van de verenigingen wordt rekening gehouden met het nagestreefde doel.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde acties zijn gericht op:

- verbetering van de kwaliteit van het produkt, met name door middel van marktstudies en onderzoek op het gebied van de produktie van olijven met een laag zoutgehalte,

- het ontwikkelen van nieuwe presentatievormen,

- het verstrekken van marketingadvies aan de verschillende marktdeelnemers van de sector,

- reclame en public relations, inclusief het organiseren van en het deelnemen aan handelsbeurzen en andere commerciële evenementen.

2. De in artikel 1 bedoelde acties mogen niet worden afgestemd op handelsmerken en mogen geen verwijzing naar een Lid-Staat omvatten.

Artikel 3

1. De Lid-Staten verlenen specifieke steun aan de groeperingen of unies van groeperingen van producenten van tafelolijven van de GN-codes 0709 90 31, 0709 90 39, 0710 80 10, 0711 20, ex 0712 90 90, ex 2001 90 80, ex 2004 90 30 en 2005 70 00, die voldoen aan de voorwaarden van artikel 5 en artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 1360/78 (3) en die voor de vorming van werkkapitaal zorgen met het oog op de regulering van het aanbod, met name door de financiering van de opslag die noodzakelijk is om het produkt op passende wijze in de handel te brengen.

2. De in lid 1 bedoelde specifieke steun wordt slechts eenmaal toegekend voor zover de financiering van het werkkapitaal wordt verzekerd:

- voor 45 % door de producentengroepering of unie van producentengroeperingen en

- voor 10 % door een bijdrage van de betrokken Lid-Staat.

De Gemeenschap draagt de overige 45 % van het werkkapitaal bij. De totale financiële bijdrage van de betrokken Lid-Staat en de Gemeenschap samen mag evenwel niet meer bedragen dan 10 % van de waarde van de produktie die in één verkoopseizoen door de producentengroepering of unie van producentengroeperingen wordt afgezet.

3. Met het oog op de in lid 1 bedoelde steunverlening worden de overeenkomstig de vigerende wetgeving in deze sector gevormde cooeperaties en unies van cooeperaties gedurende een periode van ten hoogste drie jaar gelijkgesteld met de in lid 1 bedoelde producentengroeperingen of unies van producentengroeperingen. In dat geval stellen de cooeperaties of unies van cooeperaties een waarborg in om de terugbetaling van de ontvangen steun te garanderen in geval van niet-naleving van de in de leden 1 en 2 bedoelde verplichtingen.

Artikel 4

De bijdrage in de financiering van de in artikel 1 bedoelde acties en in de in artikel 3 bedoelde steun wordt beschouwd als een interventiemaatregel ter regulering van de landbouwmarkten, als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70 (4). Deze wordt gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie.

Artikel 5

Volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG (5), stelt de Commissie

a) de in artikel 2 van deze verordening bedoelde acties,

b) de uitvoeringsbepalingen inzake deze verordening, die met name de nodige maatregelen omvatten om de controle op het gebruik van de financiële steun van de Gemeenschap te garanderen,

vast.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

Arlindo MARQUES CUNHA

(1) PB nr. C 213 van 28. 8. 1990, blz. 14, en PB nr. C 162 van 21. 6. 1991, blz. 6. (2) PB nr. C 67 van 16. 3. 1992. (3) PB nr. L 166 van 23. 6. 1978, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3763/91 (PB nr. L 356 van 24. 12. 1991, blz. 1). (4) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1). (5) PB nr. 172 van 3. 9. 1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 356/92 (PB nr. L 39 van 15. 2. 1992, blz. 1).

Top