31987R3434

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3434/87 VAN DE COMMISSIE

van 17 november 1987

tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2973/79 en (EEG) nr. 2377/80 ten aanzien van bepaalde invoer- en uitvoerregelingen voor rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 467/87 (2), inzonderheid op artikel 15, lid 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2931/79 van de Raad van 20 december 1979 inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van landbouwprodukten die in aanmerking komen voor een speciale behandeling bij invoer in een derde land (3), inzonderheid op artikel 1, lid 2,

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie van 21 december 1979 houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van produkten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3582/81 (5), en in Verordening (EEG) nr. 2377/80 van de Commissie van 4 september 1980 houdende bijzondere bepalingen voor de toepassing van het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector rundvlees (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 520/87 (7), voor bepaalde soorten rundvlees uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld voor het uitvoercontingent naar de Verenigde Staten en het invoercontingent uit de Verenigde Staten en Canada; dat de praktijk heeft uitgewezen dat het dienstig zou zijn de regeling op kwartaalgrondslag te beheren, waarbij de in het ene kwartaal niet benutte hoeveelheid naar het volgende kwartaal wordt overgeboekt; dat bovendien uit de opgedane ervaring met de invoerregeling blijkt dat de zekerheid moet worden verhoogd en dat moet worden bepaald wie invoercertificaten in het kader van die regeling kan aanvragen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2973/79 wordt als volgt gewijzigd:

»De beschikbare hoeveelheid per kwartaal is 1 250 ton; in de laatste drie kwartalen kan deze hoeveelheid worden vermeerderd met de van het vorige kwartaal overblijvende hoeveelheid als bedoeld in artikel 15, lid 6, onder c), van Verordening (EEG) nr. 2377/80.".

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 2377/80 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 6, lid 1, wordt gelezen:

»1. De zekerheid voor invoercertificaten met vaststelling vooraf van de heffing en voor de in artikel 12 bedoelde invoercertificaten bedraagt 10 Ecu per 100 kg nettogewicht.".

2. Artikel 12, lid 1, onder a), wordt gelezen:

»a) de certificaataanvraag, respectievelijk de certificaataanvragen die door dezelfde belanghebbende is, respectievelijk zijn ingediend, heeft, respectievelijk hebben betrekking op een totale hoeveelheid die overeenkomt met minimaal 5 ton vlees, uitgedrukt in gewicht van het produkt, en met maximaal de beschikbare hoeveelheid voor de betrokken regeling en voor het kwartaal waarin de certificaataanvraag, respectievelijk -aanvragen wordt, respectievelijk worden ingediend;".

3. Aan artikel 12, lid 1, wordt de volgende letter d) toegevoegd:

»d) de aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die bij de indiening van de aanvraag sedert minstens twaalf maanden op het gebied van de rundvleeshandel tussen de Lid-Staten of met derde landen werkzaam is en in een openbaar register van de Lid-Staat is ingeschreven.".

4. Aan artikel 12 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

»3. De hoeveelheid die per kwartaal in het kader van de in lid 1 bedoelde regeling beschikbaar is, bedraagt een vierde van de totale hoeveelheid. In de laatste drie kwartalen wordt deze hoeveelheid vermeerderd met de van het vorige kwartaal overblijvende hoeveelheid als bedoeld in artikel 15, lid 6, onder d).".

5. Artikel 15, lid 1, onder b), wordt gelezen:

»b) Aanvragen overeenkomstig artikel 13 gedurende de eerste tien dagen van elke maand.".

6. Aan artikel 15, lid 1, wordt de volgende letter d) toegevoegd:

»d) Aanvragen overeenkomstig artikel 12 gedurende de eerste tien dagen van elk kwartaal.".

7. In artikel 15, lid 2, onder b), wordt »artikelen 9 tot en met 11" vervangen door »artikelen 9 tot en met 12".

8. Aan artikel 15, lid 4, onder e), wordt de volgende zin toegevoegd:

»Deze mededeling omvat ook de lijst van de aanvragers alsmede de aangeduide oorsprongslanden.".

9. Artikel 15, lid 5, onder b), wordt gelezen:

»b) certificaten bedoeld in artikel 13 op de eenentwintigste dag van elke maand;".

10. Aan artikel 15, lid 5, wordt de volgende letter d) toegevoegd:

»d) certificaten bedoeld in artikel 12 op de eenentwintigste dag van elk kwartaal.".

11. Aan artikel 15, lid 6, onder c), wordt de volgende zin toegevoegd:

»Wanneer de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen zijn ingediend, beneden de beschikbare hoeveelheid ligt, bepaalt de Commissie de overblijvende hoeveelheid die bij de beschikbare hoeveelheid voor het volgende kwartaal wordt gevoegd.".

12. In artikel 15, lid 6, onder d), wordt de laatste zin gelezen:

»Wanneer de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen zijn ingediend, beneden de beschikbare hoeveelheid ligt, bepaalt de Commissie de overblijvende hoeveelheid die bij de beschikbare hoeveelheid voor het volgende kwartaal wordt gevoegd.".

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1988.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 november 1987.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24.

(2) PB nr. L 48 van 17. 2. 1987, blz. 1.

(3) PB nr. L 334 van 28. 12. 1979, blz. 8.

(4) PB nr. L 336 van 29. 12. 1979, blz. 44.

(5) PB nr. L 359 van 15. 12. 1981, blz. 14.

(6) PB nr. L 241 van 13. 9. 1980, blz. 5.

(7) PB nr. L 52 van 21. 2. 1987, blz. 13.