This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31983R1728
Council Regulation (EEC) No 1728/83 of 20 June 1983 concerning the management and control of certain catch quotas allocated for 1983 for vessels flying the flag of a Member State and fishing in the Regulatory Area defined in the NAFO Convention
Verordening (EEG) nr. 1728/83 van de Raad van 20 juni 1983 betreffende het beheer van en de controle op bepaalde vangstquota voor 1983 voor vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in het gereglementeerde gebied als omschreven in het NAFO-Verdrag
Verordening (EEG) nr. 1728/83 van de Raad van 20 juni 1983 betreffende het beheer van en de controle op bepaalde vangstquota voor 1983 voor vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in het gereglementeerde gebied als omschreven in het NAFO-Verdrag
PB L 169 van 28.6.1983, p. 9–13
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1983
Verordening (EEG) nr. 1728/83 van de Raad van 20 juni 1983 betreffende het beheer van en de controle op bepaalde vangstquota voor 1983 voor vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in het gereglementeerde gebied als omschreven in het NAFO-Verdrag
Publicatieblad Nr. L 169 van 28/06/1983 blz. 0009 - 0013
***** VERORDENING (EEG) Nr. 1728/83 VAN DE RAAD van 20 juni 1983 betreffende het beheer van en de controle op bepaalde vangstquota voor 1983 voor vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in het gereglementeerde gebied als omschreven in het NAFO-Verdrag DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europese Parlement (1), Overwegende dat het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (2), hierna het »NAFO-Verdrag" genoemd, door de Raad is goedgekeurd bij Verordening (EEG) nr. 3179/78 (3); Overwegende dat het NAFO-Verdrag op 1 januari 1979 in werking is getreden; Overwegende dat de Visserijcommissie van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan op 15 september 1982 haar goedkeuring heeft gehecht aan een voorstel waarbij voor 1983 vangstbeperkingen voor bepaalde soorten in het gereglementeerde gebied worden vastgesteld en dat dit voorstel op 27 december 1982 een bindende maatregel voor de Gemeenschap is geworden; Overwegende dat de Gemeenschap er voor dient te zorgen dat de vaartuigen uit de Gemeenschap deze maatregel in acht nemen; Overwegende dat het voorstel van de NAFO-Commissie inzake pijlinktvis van 15 september 1982 niet voorziet in specifieke quota voor Canada en de Gemeenschap; dat de Gemeenschap derhalve een quotum voor haar eigen vissers moet vaststellen, waarbij zowel met de door de NAFO voor het gehele bestand voorgestelde TAC als met de belangen van de vissers uit de Gemeenschap rekening wordt gehouden; Overwegende dat de gegevens over de vangsten van vaartuigen uit de Gemeenschap aan de betrokken Lid-Staten en aan de Commissie moeten worden medegedeeld, ten einde te waarborgen dat deze quota in acht worden genomen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren, mogen in het gereglementeerde gebied als omschreven in artikel 1, lid 2, van het NAFO-Verdrag van 1 januari tot en met 31 december 1983 van de in bijlage I opgenomen soorten slechts de in die bijlage vermelde hoeveelheden vangen in de gedeelten van het gereglementeerde gebied die in die bijlage zijn genoemd. 2. Bijvangsten van de in bijlage I vermelde soorten in de gebieden waarvoor bij deze verordening geen hoeveelheid voor de gerichte visserij is toegewezen, mogen per soort niet meer bedragen dan 2 500 kg of 10 gewichtspercenten van de totale vangst aan boord van het vaartuig, indien laatstgenoemde hoeveelheid groter is. Artikel 2 1. Vaartuigen die in het in artikel 1 bedoelde gebied vissen, dienen een logboek bij te houden waarin de in bijlage II genoemde gegevens worden opgetekend. 2. Vaartuigen die in het in artikel 1 bedoelde gebied vissen, moeten uiterlijk op de 16e van de maand over de eerste helft van die maand en uiterlijk op de 1e van de maand over de tweede helft van de voorafgaande maand een vangstaangifte voor hun vangsten in bedoeld gebied indienen bij de autoriteiten van de Lid-Staat waarvan zij de vlag voeren. In die vangstaangiften moeten de vangsten in ton per soort en quoteringsgebied worden opgegeven voor de periode waarop de vangstaangifte betrekking heeft. 3. Vaartuigen die voornemens zijn in het gereglementeerde gebied te gaan vissen op een bestand waarvoor aan de Gemeenschap geen quotum is toegewezen, geven de autoriteiten van de Lid-Staat waarvan zij de vlag voeren kennis van hun voornemen, ten minste 72 uur voor de aanvang van de vangst voor een hoeveelheid die aan dit bestand onder »Andere" is toegewezen, zo mogelijk met opgave van een raming van de voorgenomen vangst. Vaartuigen waarmee een dergelijke visserijactiviteit wordt beoefend, doen de autoriteiten van de Lid-Staat waarvan zij de vlag voeren om de 48 uur vangstaangiften voor dat bestand toekomen. Artikel 3 1. De Lid-Staten zenden de overeenkomstig artikel 2, lid 2, ingediende vangstaangiften van vaartuigen die hun vlag voeren, regelmatig aan de Commissie toe. Vangstaangiften over de eerste helft van de maand moeten uiterlijk op de 20e van die maand aan de Commissie worden toegezonden en vangstaangiften over de tweede helft van de maand moeten uiterlijk op de 5e van de daaropvolgende maand worden toegezonden. 2. De Lid-Staten doen uit hoofde van artikel 2, lid 3, ontvangen gegevens onverwijld aan de Commissie toekomen. 3. De Lid-Staten verstrekken de Commissie uiterlijk op de 20e van de maand gegevens over de hoeveelheden die in de voorafgaande maand zijn aangevoerd door vaartuigen die hun vlag voeren en die zijn gevangen in het in artikel 1 bedoelde gebied. Artikel 4 De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van alle vaartuigen die hun vlag voeren en voornemens zijn in het in artikel 1 bedoelde gebied te gaan vissen of er zeevis te verwerken, zulks ten minste 30 dagen vóór het begin van die activiteit. Deze gegevens omvatten: a) de naam van het vaartuig, b) het officiële nummer waaronder het vaartuig door de bevoegde nationale instanties is geregistreerd, c) de thuishaven van het vaartuig, d) de naam van de eigenaar of huurder van het vaartuig, e) een verklaring waaruit blijkt dat de tekst van de in het gereglementeerde gebied geldende voorschriften aan de kapitein is verstrekt, f) de belangrijkste soorten waarop met het vaartuig in het gereglementeerde gebied zal worden gevist, g) de deelgebieden waar het vaartuig zal vissen. Artikel 5 1. Zodra de uitvoerend secretaris van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan de Commissie heeft medegedeeld dat één van de in artikel 2, lid 3, bedoelde quota is opgebruikt, stelt de Commissie de Lid-Staten daarvan in kennis. Deze treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de vaartuigen die hun vlag voeren hun visserijactiviteit voor het betrokken visbestand stopzetten binnen drie dagen nadat de Commissie de gegevens van de uitvoerend secretaris heeft ontvangen. 2. Indien de Commissie, op grond van de gegevens van de Lid-Staten, redenen heeft om aan te nemen dat het betrokken quotum is opgebruikt, stelt zij de Lid-Staten daarvan in kennis zonder de kennisgeving van de uitvoerend secretaris af te wachten. De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat de vaartuigen die hun vlag voeren hun visserijactiviteit voor het betrokken visbestand onverwijld stopzetten. Artikel 6 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing van 1 januari tot en met 31 december 1983. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Luxemburg, 20 juni 1983. Voor de Raad De Voorzitter H.-J. ROHR (1) PB nr. C 68 van 14. 3. 1983, blz. 88. (2) PB nr. L 378 van 30. 12. 1978, blz. 2. (3) PB nr. L 378 van 30. 12. 1978, blz. 1. BIJLAGE I Aan de Gemeenschap toegewezen vangstquota voor het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1983 (in ton) 1.2.3 // // // // Soort // NAFO-deelgebied // Quotum // // // // Kabeljauw (atlantische) // 3 NO // Frankrijk 210 // // 3 M // Duitsland 700 // // // Frankrijk 300 // // // Verenigd Koninkrijk 1 405 // Schotse schol // 3 LNO // Frankrijk 700 (2) // // 3 M // EEG 500 (1) // Schar // 3 LNO // Frankrijk 380 // Atlantische roodbaars // 3 M // Duitsland 200 // // // Verenigd Koninkrijk 1 000 // // 3 LN // EEG 150 (1) // Witje // 3 NO // Frankrijk 50 (1) // Pijlinktvis (Illex) // 3 + 4 // Duitsland 3 900 (2) // // // Frankrijk 3 650 (2) // // // Italië 2 200 (2) // Lodde // 3 LNO // 0 // // // (1) Dit quotum is niet uitsluitend aan vaartuigen uit de Gemeenschap toegewezen, maar aan alle verdragsluitende partijen bij de NAFO, die geen specifiek quotum hebben, met inbegrip van de Gemeenschap. De vaartuigen uit de Gemeenschap moeten hun activiteit dus stopzetten wanneer de Gemeenschap ervan in kennis is gesteld dat het quotum geheel is opgebruikt. (2) Verminderd met de hoeveelheid die door vaartuigen uit de Gemeenschap is gevangen in NAFO-deelgebieden binnen de nationale visserijrechtsgebieden. BIJLAGE II In het logboek te noteren gegevens 1.2 // // // In het logboek te noteren gegevens // Code // // // Naam van het vaartuig // 01 // Nationaliteit van het vaartuig // 02 // Registratienummer van het vaartuig // 03 // Thuishaven // 04 // Gebruikte soorten vistuig (dagelijks) // 10 // Soort vistuig // 2 (1) // Datum: // // - dag // 20 // - maand // 21 // - jaar // 22 // Ligging: // // - breedte // 31 // - lengte // 32 // - statistisch gebied // 33 // Aantal trekken per 24 uur (2) // 40 // Aantal uren dat per 24 uur met het vistuig is gevist (2) // 41 // Soortnamen // 2 (1) // Dagelijkse vangst per soort (in ton levend gewicht) // 50 // Dagelijkse vangst per soort voor menselijke consumptie // 61 // Dagelijkse vangst per soort voor verwerking tot vismeel // 62 // Dagelijkse hoeveelheid die per soort en per dag overboord is gezet // 63 // Plaats(en) van overlading // 70 // Datum/data van overlading // 71 // Handtekening van de kapitein // 80 // // (1) Code aan te vullen met de aanduidingen die zijn opgenomen in het tweede gedeelte van deze bijlage. (2) Wanneer er binnen een periode van 24 uur twee of meer soorten vistuig worden gebruikt, dienen de gegevens voor elk soort vistuig apart te worden vermeld. FAO-afkortingen voor de belangrijkste soorten 1.2 // // // Afkortingen // Soorten // // // ALE // Rivierharing // ARG // Atlantische zilvervis // BUT // Atlantische botervis // CAP // Lodde // CAT // Zeewolf // COD // Atlantische kabeljauw // CRA // Krab // CRU // Schaaldieren // DOG // Doornhaai // FLW // Tongschar, steenschol // FLX // Platvis (niet nader gespecificeerd) // GHL // Kleine zwarte heilbot // GRC // Groenlandse kabeljauw // GRO // Bodemvis (niet nader gespecificeerd) // HAD // Schelvis // HAL // Atlantische heilbot // HER // Atlantische haring // HKR // Rode heek (Urophycis chuss) // HKS // Wijting (Merluccius bilinearis) // HKW // Witte heek // INV // Schelpdieren (niet nader gespecificeerd) // LOB // Kreeft // MAC // Atlantische makreel // // 1.2 // // // Afkortingen // Soorten // // // MEN // Atlantische menhaden (Brevoortra tyrannis) // MIX // Gemengde soorten // MOL // Weekdieren // PEL // Pelagische vis (niet nader gespecificeerd) // PLA // Schol (Hippoglossoides platessoides) // POK // Koolvis, zwarte koolvis // RED // Atlantische roodbaars // RNG // Grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) // SAL // Atlantische zalm // SAU // Atlantische makreelgeep, geep // SCA // Sint-jacobsschelp, grote mantel // SHA // Haai // SHR // Garnaal // SKA // Rog (niet nader gespecificeerd) // SQU // Pijlinktvis // SWO // Zwaardvis // SWX // Zeewier // TUN // Tonijn // URC // Amerikaanse zeeëgel // USK // Lom // VFF // Vinvis (niet nader gespecificeerd) // WIT // Witje // YEL // Schar // // FAO-afkortingen voor vistuig 1.2 // // // Afkortingen // Vistuig // // // OTB // Bodemottertrawl (zijtrawl of hektrawl, niet nader gespecificeerd) // OTB1 // Bodemottertrawl (zijtrawl) // OTB2 // Bodemottertrawl (hektrawl) // OTM // Zwevende ottertrawl (zijtrawl of hektrawl, niet nader gespecificeerd) // OTM1 // Zwevende ottertrawl (zijtrawl) // OTM2 // Zwevende ottertrawl (hektrawl) // PTB // Bodemspantrawl (2 vaartuigen) // PTM // Zwevende spantrawl (2 vaartuigen) // - // Garnalentrawl (nu opgenomen in de categorieën van de bodemottertrawl) // SDN // Deense zegens (snurrevod) // SSC // Schotse zegens // SPR // Spanzegen (2 vaartuigen) // SB // Strandzegens // PS // Ringzegens // GN // Kieuwnetten (niet nader gespecificeerd) // GNS // Kieuwnetten (staande netten) // GND // Kieuwnetten (drijfnetten) // LL // Beuglijnen (vast of vrij, niet nader gespecificeerd) // LLS // Beuglijnen (vast) // LLD // Beuglijnen (vrij) // LHP // Handlijnen en paallijnen // LHM // Handlijnen en paallijnen (mechanisch) // LTL // Sleeplijnen // FIX // Vallen (niet nader gespecificeerd) // FPN // Kompfuiken // FPO // Kubben en garnalenkorven // FWR // Barrières, vangstkeerschutten, schutwanden, weren, enz. // DRB // Schelpdierkorren // DRH // Handdreggen (bij voorbeeld harken en tangen) // HAR // Harpoenen // MIS // Diverse soorten vistuig // NK // Vistuig onbekend // //