EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R3719

Verordening (EEG) nr. 3719/81 van de Raad van 21 december 1981 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 357/79 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten

PB L 373 van 29.12.1981, p. 5–7 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2011; opgeheven door 32011R1337

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/3719/oj

31981R3719

Verordening (EEG) nr. 3719/81 van de Raad van 21 december 1981 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 357/79 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten

Publicatieblad Nr. L 373 van 29/12/1981 blz. 0005 - 0007
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0101
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0252
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0101
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0252


VERORDENING (EEG) Nr. 3719/81 VAN DE RAAD van 21 december 1981 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 357/79 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat krachtens artikel 22 van de Akte van Toetreding van 1979 in Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad van 5 februari 1979 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1992/80 (4), een aantal aanpassingen moeten worden aangebracht overeenkomstig de in bijlage II van die Akte vervatte richtsnoeren;

Overwegende dat ingevolge artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 357/79 de betrokken Lid-Staten om de tien jaar basisenquêtes naar de bebouwde wijnbouwoppervlakte en jaarlijks tussentijdse enquêtes houden; dat de eerste basisenquête naar de wijnbouwoppervlakte in een Lid-Staat ingevolge onvoorziene moeilijkheden niet binnen de voorgeschreven termijn kon worden volbracht; dat deze Lid-Staat derhalve een uitstel van een jaar werd toegestaan; dat dit uitstel wegens verdere moeilijkheden in verband met de nationale wetgeving onvoldoende is gebleken; dat derhalve aan deze Lid-Staat opnieuw een uitstel van een jaar moet worden toegestaan voor de uitvoering van de enquête en de mededeling van de resultaten aan de Commissie;

Overwegende dat er een regeling moet worden getroffen voor een financiële verantwoordelijkheid van de Gemeenschap voor de door Griekenland gemaakte kosten voor de uitvoering van de eerste basisenquête,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 357/79 wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 1, lid 1, tweede alinea, wordt als volgt gelezen:

"In Italië wordt de eerste basisenquête evenwel uiterlijk op 31 oktober 1982 gehouden; deze enquête heeft betrekking op de toestand na de rooiingen en aanplantingen van het wijnoogstjaar 1981/1982. De eerste tussentijdse enquête in deze Lid-Staat vindt plaats in 1984 en heeft betrekking op de in de loop van de twee wijnoogstjaren 1982/1983 en 1983/1984 opgetreden veranderingen.";

2. artikel 1, lid 2, wordt als volgt gelezen:

"2. Het wijnoogstjaar is dat wat op grond van artikel 5, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 337/79 is vastgesteld.";

3. aan artikel 4, lid 3, wordt na het eerste streepje de volgende tekst ingevoegd:

"- voor Griekenland: de in de bijlage genoemde wijnbouwgebieden,";

4. artikel 5, lid 4, tweede alinea, wordt als volgt gelezen:

"Italië dient uiterlijk op 30 juni 1983 deze gedetailleerde beschrijving in.";

5. artikel 6, lid 1, wordt als volgt gelezen:

"1. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie met ingang van het wijnoogstjaar 1979/1980 - voor Italië en Griekenland met ingang van het wijnoogstjaar 1982/1983 - voor ieder wijnoogstjaar de gemiddelde opbrengsten mee in hectoliter per hectare druivemost of wijn of in 100 kilogram per hectare druiven, verkregen op de met wijndruivenrassen beplante oppervlakten, met een indeling naar de in lid 2 genoemde opbrengstklassen.";

6. artikel 6, lid 5, wordt als volgt gelezen:

"5. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie, met ingang van het wijnoogstjaar 1979/1980 - voor Italië en Griekenland met ingang van het wijnoogstjaar 1982/1983 - voor ieder wijnoogstjaar, per geografische eenheid verdeeld, de ramingen mee van het gemiddelde natuurlijke alcoholgehalte in volumeprocenten of Oechsle van verse druiven of druivemost of wijn, verkregen op oppervlakten beplant met wijndruivenrassen die normaliter zijn bestemd voor de produktie:

- van v.q.p.r.d.

- van andere wijnen

- waaronder wijnen die verplicht zijn bestemd voor de bereiding van bepaalde soorten gedistilleerd van wijn met oorsprongsbenaming.";

7. artikel 6, lid 6, wordt als volgt gelezen:

"6. De in lid 1 en lid 5 genoemde jaargegevens moeten vóór 1 april van het op ieder wijnoogstjaar volgende jaar worden doorgegeven. De informatie over de in lid 2 genoemde opbrengstklassen moet binnen de in artikel 4, lid 1, genoemde termijn worden doorgegeven. De in lid 3 genoemde ramingen van het verloop van de gemiddelde opbrengsten per hectare moeten worden medegedeeld:

- voor het eerst vóór 1 oktober 1981, maar voor Italië en Griekenland vóór 1 oktober 1984;

- vervolgens om de vijf jaar vóór 1 april, behalve de tweede raming van Italië en Griekenland, die na twee jaar moet worden medegedeeld.";

8. artikel 8, lid 2, wordt als volgt gelezen:

"2. De vertegenwoordiger van de Commissie dient bij het Comité een ontwerp in van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt hierover advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van het vraagstuk in kwestie. Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van vijfenveertig stemmen, waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig artikel 148, lid 2, van het Verdrag. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.";

9. artikel 9 wordt als volgt gelezen:

"Artikel 9

De kosten voor de basisenquête naar de toestand na het wijnoogstjaar 1978/1979 - voor Italië en Griekenland na het wijnoogstjaar 1981/1982 - komen voor een nog vast te stellen forfaitair bedrag ten laste van de Gemeenschap.";

10. de bijlage wordt aangevuld met de tekst van de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 december 1981.

Voor de Raad

De Voorzitter

N. RIDLEY

(1) PB nr. C 261 van 13. 10. 1981, blz. 6.(2) Advies uitgebracht op 16 december 1981 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(3) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 124.(4) PB nr. L 195 van 29. 7. 1980, blz. 10.

BIJLAGE

Lijst van wijnbouwgebieden als bedoeld in artikel 4, lid 3

GRIEKENLAND

1. Centraal Griekenland en Euboea

2. Peleponnesos

3. Ionische eilanden

4. Epirus

5. Thessalië

6. Macedonië

7. Thracië

8. Egeïsche eilanden

9. Kreta

Top