Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980R0680

Verordening (EEG) nr. 680/80 van de Raad van 18 maart 1980 betreffende de sluiting van Overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen tot rectificatie van bepaalde contingenten met vrijdom van recht die door het Verenigd Koninkrijk werden geopend overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en respectievelijk de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden

PB L 76 van 22.3.1980, p. 7–7 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1980/680/oj

Related international agreement
Related international agreement
Related international agreement

31980R0680

Verordening (EEG) nr. 680/80 van de Raad van 18 maart 1980 betreffende de sluiting van Overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen tot rectificatie van bepaalde contingenten met vrijdom van recht die door het Verenigd Koninkrijk werden geopend overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en respectievelijk de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden

Publicatieblad Nr. L 076 van 22/03/1980 blz. 0007 - 0014
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 19 blz. 0180


VERORDENING (EEG) Nr. 680/80 VAN DE RAAD van 18 maart 1980 betreffende de sluiting van Overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen tot rectificatie van bepaalde contingenten met vrijdom van recht die door het Verenigd Koninkrijk werden geopend overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en respectievelijk de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende dat de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland (1), tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (2) en tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden (3) respectievelijk op 5 oktober 1973, 14 mei 1973 en 22 juli 1972 te Brussel werden ondertekend;

Overwegende dat bepaalde contingenten met vrijdom van recht die door het Verenigd Koninkrijk werden geopend overeenkomstig Protocol nr. 1 bij deze Vrijhandelsovereenkomsten, dienen te worden gerectificeerd en dat de daartoe gesloten Overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen dienen te worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomsten in de vorm van briefwisselingen tot rectificatie van bepaalde contingenten met vrijdom van recht die door het Verenigd Koninkrijk werden geopend overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland, tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen en tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden, worden namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De teksten van de Overeenkomsten zijn aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de Overeenkomsten te ondertekenen ten einde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 maart 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

A. RUFFINI (1)PB nr. L 328 van 28.11.1973, blz. 2. (2)PB nr. L 171 van 27.6.1973, blz. 2. (3)PB nr. L 300 van 31.12.1972, blz. 97.

OVEREENKOMSTEN in de vorm van briefwisselingen tot rectificatie van bepaalde contingenten tot met vrijdom van recht die door het Verenigd Koninkrijk werden geopend overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland, tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen en tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden

A. Brief van de Gemeenschap aan de Regering van de Republiek Finland

Excellentie,

Overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland, die op 5 oktober 1973 te Brussel werd ondertekend, heeft het Verenigd Koninkrijk sedert januari 1974 tariefcontingenten voor ongestreken karton (48.01) alsmede voor gestreken karton (48.07) geopend. De toegestane maxima voor deze contingenten werden vastgesteld op basis van de statistische gegevens die voor de periode 1968-1971 beschikbaar waren.

Tijdens de referentieperiode voor de vaststelling van de contingenten (1968-1971) werden de Finse exporten van licht gestreken karton naar het Verenigd Koninkrijk aangegeven als ongestreken karton. Het werd derhalve ingevoerd onder tariefpost 48.01 van het Verenigd Koninkrijk. De invoerstatistieken voor ongestreken karton (48.01) waren dus te hoog en die voor gestreken karton (48.07) te laag.

Toen dit werd ontdekt, eisten de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat licht gestreken karton onder tariefpost 48.07 zou worden gebracht. Deze rectificatie maakt een overeenkomstige rectificatie van de statistieken over de referentieperiode noodzakelijk en bijgevolg van de contingenten met vrijdom van recht als vermeld in bijlage A bij Protocol nr. 1.

Daar de oorspronkelijke contingenten werden vastgesteld door het gemiddelde jaarlijkse handelscijfer voor de periode 1968-1971 met vier maal 5 % cumulatief te verhogen, dient de met de correctie overeenstemmende hoeveelheid ook met vier maal 5 % te worden verhoogd en dient dit aldus verkregen bedrag te worden afgetrokken van het contingent voor 1974 voor ongestreken karton en toegevoegd aan het contingent voor gestreken karton in bijlage A bij Protocol nr. 1. Men verkrijgt aldus het volgende resultaat: I. 48.01 ex F : ander karton >PIC FILE= "T0014302">

II. 48.07 C en ex D : ander dan druk- en schrijfpapier >PIC FILE= "T0014303">

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat Uw Regering met het bovenstaande instemt.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Raad van de Europese Gemeenschappen

B. Brief van de Regering van de Republiek Finland

Mijnheer de Voorzitter,

Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:

"Overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Finland, die op 5 oktober 1973 te Brussel werd ondertekend, heeft het Verenigd Koninkrijk sedert januari 1974 tariefcontingenten voor ongestreken karton (48.01) alsmede voor gestreken karton (48.07) geopend. De toegestane maxima voor deze contingenten werden vastgesteld op basis van de statistische gegevens die voor de periode 1968-1971 beschikbaar waren.

Tijdens de referentieperiode voor de vaststelling van de contingenten (1968-1971) werden de Finse exporten van licht gestreken karton naar het Verenigd Koninkrijk aangegeven als ongestreken karton. Het werd derhalve ingevoerd onder tariefpost 48.01 van het Verenigd Koninkrijk. De invoerstatistieken voor ongestreken karton (48.01) waren dus te hoog en die voor gestreken karton (48.07) te laag.

Toen dit werd ontdekt, eisten de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat licht gestreken karton onder tariefpost 48.07 zou worden gebracht. Deze rectificatie maakt een overeenkomstige rectificatie van de statistieken over de referentieperiode noodzakelijk en bijgevolg van de contingenten met vrijdom van recht als vermeld in bijlage A bij Protocol nr. 1.

Daar de oorspronkelijke contingenten werden vastgesteld door het gemiddelde jaarlijkse handelscijfer voor de periode 1968-1971 met vier maal 5 % cumulatief te verhogen, dient de met de correctie overeenstemmende hoeveelheid ook met vier maal 5 % te worden verhoogd en dient dit aldus verkregen bedrag te worden afgetrokken van het contingent voor 1974 voor ongestreken karton en toegevoegd aan het contingent voor gestreken karton in bijlage A bij Protocol nr. 1. Men verkrijgt aldus het volgende resultaat: I. 48.01 ex F : ander karton >PIC FILE= "T0014304">

II. 48.07 C en ex D : ander dan druk- en schrijfpapier >PIC FILE= "T0014305">

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat Uw Regering met het bovenstaande instemt.".

Ik heb de eer U te bevestigen dat mijn Regering met de inhoud van deze brief instemt.

Gelieve, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de Regering van de Republiek Finland

A. Brief van de Gemeenschap aan de Regering van het Koninkrijk Noorwegen

Excellentie,

Overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen, die op 14 mei 1973 te Brussel werd ondertekend, heeft het Verenigd Koninkrijk sedert januari 1974 tariefcontingenten voor ongestreken karton (48.01) alsmede voor gestreken karton (48.07) geopend. De toegestane maxima voor deze contingenten werden vastgesteld op basis van de statistische gegevens die voor de periode 1968-1971 beschikbaar waren.

Tijdens de referentieperiode voor de vaststelling van de contingenten (1968-1971) werden de Noorse exporten van licht gestreken karton naar het Verenigd Koninkrijk aangegeven als ongestreken karton. Het werd derhalve ingevoerd onder tariefpost 48.01 van het Verenigd Koninkrijk. De invoerstatistieken voor ongestreken karton (48.01) waren dus te hoog en die voor gestreken karton (48.07) te laag.

Toen dit werd ontdekt, eisten de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat licht gestreken karton onder tariefpost 48.07 zou worden gebracht. Deze rectificatie maakt een overeenkomstige rectificatie van de statistieken over de referentieperiode noodzakelijk en bijgevolg van de contingenten met vrijdom van recht als vermeld in bijlage A bij Protocol nr. 1.

Daar de oorspronkelijke contingenten werden vastgesteld door het gemiddelde jaarlijkse handelscijfer voor de periode 1968-1971 met vier maal 5 % cumulatief te verhogen, dient de met de correctie overeenstemmende hoeveelheid ook met vier maal 5 % te worden verhoogd en dient dit aldus verkregen bedrag te worden afgetrokken van het contingent voor 1974 voor ongestreken karton en toegevoegd aan het contingent voor gestreken karton in bijlage A bij Protocol nr. 1. Men verkrijgt aldus het volgende resultaat: I. 48.01 ex F : ander karton >PIC FILE= "T0014306">

II. 48.07 C en ex D : ander dan druk- en schrijfpapier >PIC FILE= "T0014307">

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat Uw Regering met het bovenstaande instemt.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Raad van de Europese Gemeenschappen

B. Brief van de Regering van het Koninkrijk Noorwegen

Mijnheer de Voorzitter,

Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:

"Overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen, die op 14 mei 1973 te Brussel werd ondertekend, heeft het Verenigd Koninkrijk sedert januari 1974 tariefcontingenten voor ongestreken karton (48.01) alsmede voor gestreken karton (48.07) geopend. De toegestane maxima voor deze contingenten werden vastgesteld op basis van de statistische gegevens die voor de periode 1968-1971 beschikbaar waren.

Tijdens de referentieperiode voor de vaststelling van de contingenten (1968-1971) werden de Noorse exporten van licht gestreken karton naar het Verenigd Koninkrijk aangegeven als ongestreken karton. Het werd derhalve ingevoerd onder tariefpost 48.01 van het Verenigd Koninkrijk. De invoerstatistieken voor ongestreken karton (48.01) waren dus te hoog en die voor gestreken karton (48.07) te laag.

Toen deze vergissing werd ontdekt, eisten de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat licht gestreken karton onder tariefpost 48.07 zou worden gebracht. Deze rectificatie maakt een overeenkomstige rectificatie van de statistieken voor de referentieperiode noodzakelijk en bijgevolg van de contingenten met vrijdom van recht als vermeld in bijlage A bij Protocol nr. 1.

Daar de oorspronkelijke contingenten werden vastgesteld door het gemiddelde jaarlijkse handelscijfer voor de periode 1968-1971 met vier maal 5 % cumulatief te verhogen, dient de met de correctie overeenstemmende hoeveelheid ook met vier maal 5 % te worden verhoogd en dient dit aldus verkregen bedrag te worden afgetrokken van het contingent voor 1974 voor ongestreken karton en toegevoegd aan het contingent voor gestreken karton in bijlage A bij Protocol nr. 1. Men verkrijgt aldus het volgende resultaat: I. 48.01 ex F : ander karton >PIC FILE= "T0014308">

II. 48.07 C en ex D : ander dan druk- en schrijfpapier >PIC FILE= "T0014309">

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat Uw Regering met het bovenstaande instemt.".

Ik heb de eer U te bevestigen dat mijn Regering met de inhoud van deze brief instemt.

Gelieve, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de Regering van het Koninkrijk Noorwegen

A. Brief van de Gemeenschap aan de Regering van het Koninkrijk Zweden

Excellentie,

Overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden, die op 22 juli 1972 te Brussel werd ondertekend, heeft het Verenigd Koninkrijk sedert januari 1974 tariefcontingenten voor ongestreken karton (48.01) alsmede voor gestreken karton (48.07) geopend. De toegestane maxima voor deze contingenten werden vastgesteld op basis van de statistische gegevens die voor de periode 1968-1971 beschikbaar waren.

Tijdens de referentieperiode voor de vaststelling van de contingenten (1968-1971) werden de Zweedse exporten van licht gestreken karton naar het Verenigd Koninkrijk aangegeven als ongestreken karton. Het werd derhalve ingevoerd onder tariefpost 48.01 van het Verenigd Koninkrijk. De invoerstatistieken voor ongestreken karton (48.01) waren dus te hoog en die voor gestreken karton (48.07) te laag.

Toen dit werd ontdekt, eisten de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat licht gestreken karton onder tariefpost 48.07 zou worden gebracht. Deze rectificatie maakt een overeenkomstige rectificatie van de statistieken over de referentieperiode noodzakelijk en bijgevolg van de contingenten met vrijdom van recht als vermeld in bijlage A bij Protocol nr. 1.

Daar de oorspronkelijke contingenten werden vastgesteld door het gemiddelde jaarlijkse handelscijfer voor de periode 1968-1971 met vier maal 5 % cumulatief te verhogen, dient de met de correctie overeenstemmende hoeveelheid ook met vier maal 5 % te worden verhoogd en dient dit aldus verkregen bedrag te worden afgetrokken van het contingent voor 1974 voor ongestreken karton en toegevoegd aan het contingent voor gestreken karton in bijlage A bij Protocol nr. 1. Men verkrijgt aldus het volgende resultaat: I. 48.01 ex F : ander karton >PIC FILE= "T0014310">

II. 48.07 C en ex D : ander dan druk- en schrijfpapier >PIC FILE= "T0014311">

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat Uw Regering met het bovenstaande instemt.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Raad van de Europese Gemeenschappen

B. Brief van de Regering van het Koninkrijk Zweden

Mijnheer de Voorzitter,

Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:

"Overeenkomstig Protocol nr. 1 bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Zweden, die op 22 juli 1972 te Brussel werd ondertekend, heeft het Verenigd Koninkrijk sedert januari 1974 tariefcontingenten voor ongestreken karton (48.01) alsmede voor gestreken karton (48.07) geopend. De toegestane maxima voor deze contingenten werden vastgesteld op basis van de statistische gegevens die voor de periode 1968-1971 beschikbaar waren.

Tijdens de referentieperiode voor de vaststelling van de contingenten (1968-1971) werden de Zweedse exporten van licht gestreken karton naar het Verenigd Koninkrijk aangegeven als ongestreken karton. Het werd derhalve ingevoerd onder tariefpost 48.01 van het Verenigd Koninkrijk. De invoerstatistieken voor ongestreken karton (48.01) waren dus te hoog en die voor gestreken karton (48.07) te laag.

Toen dit werd ontdekt, eisten de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat licht gestreken karton onder tariefpost 48.07 zou worden gebracht. Deze rectificatie maakt een overeenkomstige rectificatie van de statistieken over de referentieperiode noodzakelijk en bijgevolg van de contingenten met vrijdom van recht als vermeld in bijlage A bij Protocol nr. 1.

Daar de oorspronkelijke contingenten werden vastgesteld door het gemiddelde jaarlijkse handelscijfer voor de periode 1968-1971 met vier maal 5 % cumulatief te verhogen, dient de met de correctie overeenstemmende hoeveelheid ook met vier maal 5 % te worden verhoogd en dient dit aldus verkregen bedrag te worden afgetrokken van het contingent voor 1974 voor ongestreken karton en toegevoegd aan het contingent voor gestreken karton in bijlage A bij Protocol nr. 1. Men verkrijgt aldus het volgende resultaat: I. 48.01 ex F : ander karton >PIC FILE= "T0014312">

II. 48.07 C en ex D : ander dan druk- en schrijfpapier >PIC FILE= "T0014313">

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat Uw Regering met het bovenstaande instemt.".

Ik heb de eer U te bevestigen dat mijn Regering met de inhoud van deze brief instemt.

Gelieve, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de Regering van het Koninkrijk Zweden

Top