Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979R0449

    Verordening (EEG) nr. 449/79 van de Commissie van 7 maart 1979 houdende vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

    PB L 57 van 8.3.1979, p. 11–12 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/04/1995

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1979/449/oj

    31979R0449

    Verordening (EEG) nr. 449/79 van de Commissie van 7 maart 1979 houdende vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

    Publicatieblad Nr. L 057 van 08/03/1979 blz. 0011 - 0012
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 10 blz. 0194
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0241
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 10 blz. 0194
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 16 blz. 0041
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 16 blz. 0041


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 449/79 VAN DE COMMISSIE

    van 7 maart 1979

    houdende vijfde wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1117/78 van de Raad van 22 mei 1978 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen ( 1 ) , en met name op artikel 6 , lid 3 , en artikel 10 ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1417/78 van de Raad van 19 juni 1978 inzake de steunregeling voor gedroogde voedergewassen ( 2 ) , en met name op artikel 10 , lid 3 ,

    Overwegende dat in artikel 10 , lid 2 , tweede alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 1417/78 is bepaald dat de afgifte van het certificaat voor aanvullende steun afhankelijk is van het stellen van een waarborg om te garanderen dat de gedroogde voedergewassen het verwerkende bedrijf tijdens de geldigheidsduur van het certificaat verlaten , en dat deze waarborg behalve in geval van overmacht , geheel of gedeeltelijk wordt verbeurd indien de voedergewassen tijdens deze termijn het verwerkende bedrijf niet verlaten of slechts een gedeelte van de betrokken hoeveelheid dit bedrijf verlaat ;

    Overwegende dat voor een uniforme toepassing van de regeling inzake aanvullende steun , voorschriften dienen te worden vastgesteld voor de gevallen waarin deze waarborg geheel of gedeeltelijk wordt verbeurd , alsmede voor het aantekenen van beroep in geval van overmacht ;

    Overwegende dat in artikel 5 van Verordening ( EEG ) nr . 1417/78 , gewijzigde versie ( 3 ) , is bepaald dat het minimumgehalte aan totale ruwe eiwitten in de droge stof met ingang van het verkoopseizoen 1979/1980 niet lager mag zijn dan 14 % voor de in artikel 1 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1117/78 bedoelde produkten ; dat rekening houdend met de kwaliteiten die in de handel worden gebracht , dit minimumgehalte op 14 % dient te worden vastgesteld ;

    Overwegende dat ook Verordening ( EEG ) nr . 1528/78 van de Commissie ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3074/78 ( 5 ) , dient te worden gewijzigd ;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor gedroogde voedergewassen ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Verordening ( EEG ) nr . 1528/78 wordt als volgt gewijzigd :

    1 . Artikel 11 wordt gelezen :

    " Artikel 11

    1 . De in artikel 10 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1417/78 bedoelde verbintenis wordt geacht te zijn nagekomen wanneer de hoeveelheid produkten die het bedrijf heeft verlaten niet meer dan 1 % kleiner of groter is dan de in het certificaat voor aanvullende steun aangegeven hoeveelheid .

    2 . Onder voorbehoud van de toepassing van het bepaalde in lid 3 , wordt , wanneer de in artikel 10 , lid 2 , van bovengenoemde verordening bedoelde verbintenis niet is nagekomen , de waarborg verbeurd voor een hoeveelheid gelijk aan het verschil tussen

    a ) 99 % van de in het certificaat voor aanvullende steun aangegeven hoeveelheid en

    b ) de hoeveelheid die het verwerkende bedrijf heeft verlaten .

    Indien de hoeveelheid die het verwerkende bedrijf heeft verlaten minder bedraagt dan 1 % van de in het certificaat aangegeven hoeveelheid , wordt de waarborg echter geheel verbeurd .

    3 . Wanneer de in artikel 10 , lid 2 , van bovengenoemde verordening bedoelde verbintenis als gevolg van overmacht niet tijdens de geldigheidsduur van het certificaat kan worden nagekomen , beslist de bevoegde instantie van de Lid-Staat van afgifte van het certificaat op verzoek van de rechthebbende hetzij dat deze verbintenis wordt opgeheven , waarbij de waarborg wordt vrijgegeven , hetzij dat de geldigheidsduur van het certificaat wordt verlengd met de termijn die in verband met de aangevoerde omstandigheid noodzakelijk wordt geacht . De verlenging kan na afloop van de geldigheidsduur van het document plaatsvinden . Het besluit tot opheffing of verlenging wordt beperkt tot de hoeveelheid produkt waarvoor de bovengenoemde verbintenis als gevolg van overmacht niet kon worden nagekomen . De eventuele verlenging van het certificaat wordt door de instantie van afgifte op het certificaat aangegeven door middel van een visum , terwijl tevens de nodige aanpassingen worden aangebracht .

    Indien de bevoegde instantie een geval van overmacht als zodanig erkent , brengt de Lid-Staat waaronder zij ressorteert zulks onmiddellijk ter kennis van de Commissie , die de overige Lid-Staten daarvan in kennis stelt .

    De rechthebbende van het certificaat levert het bewijs van de als overmacht beschouwde omstandigheid .

    4 . Indien de geldigheidsduur van het certificaat overeenkomstig lid 3 wordt verlengd is het bedrag van de toe te kennen vooraf vastgestelde bijkomende steun datgene dat werd vastgesteld voor de laatste maand van de in artikel 8 , lid 2 , bedoelde periode . " .

    2 . Aan artikel 15 wordt het volgende lid 3 toegevoegd :

    " 3 . Het in artikel 5 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1417/78 bedoelde minimumgehalte aan totale ruwe eiwitten in de droge stof wordt met ingang van het verkoopseizoen 1979/1980 vastgesteld op :

    - 14 % voor de in artikel 1 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1117/78 bedoelde produkten ,

    - 45 % voor de in artikel 1 , sub c ) , van genoemde verordening bedoelde produkten . " .

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 7 maart 1979 .

    Voor de Commissie

    Finn GUNDELACH

    Vice-Voorzitter

    ( 1 ) PB nr . L 142 van 30 . 5 . 1978 , blz . 1 .

    ( 2 ) PB nr . L 171 van 28 . 6 . 1978 , blz . 1 .

    ( 3 ) PB nr . L 189 van 12 . 7 . 1978 , blz . 27 .

    ( 4 ) PB nr . L 179 van 1 . 7 . 1978 , blz . 10 .

    ( 5 ) PB nr . L 367 van 28 . 12 . 1978 , blz . 1 .

    Top