EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978L0166

Richtlijn 78/166/EEG van de Raad van 13 februari 1978 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw

PB L 52 van 23.2.1978, p. 17–19 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 25/06/1998; opgeheven door 31998R1165

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1978/166/oj

31978L0166

Richtlijn 78/166/EEG van de Raad van 13 februari 1978 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw

Publicatieblad Nr. L 052 van 23/02/1978 blz. 0017 - 0019
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0054
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 7 blz. 0038
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0054
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0062
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0062


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 13 februari 1978

betreffende het houden van gecoordineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw

( 78/166/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 213 ,

Gelet op Richtlijn 72/211/EEG van de Raad van 30 mei 1972 betreffende het houden van gecoordineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de industrie en het ambacht ( 1 ) , inzonderheid op artikel 4 ,

Gezien de ontwerp-richtlijn , ingediend door de Commissie ,

Overwegende dat de Commissie voor het vervullen van de haar bij het Verdrag opgedragen taken moet beschikken over een coherente en van Staat tot Staat vergelijkbare statistische documentatie over de ontwikkeling op korte termijn van de gehele economische situatie in de industrie en het ambacht in de Lid-Staten ;

Overwegende dat de krachtens bovengenoemde richtlijn op te stellen statistieken slechts betrekking hebben op de sectoren energie , winningsbedrijven en be - en verwerkende industrie , maar niet op de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw ;

Overwegende dat de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw een bijzonder belangrijke sector van de industrie vormen en een sleutelpositie in de economische kringloop innemen ;

Overwegende dat de toenemende internationale vervlechting en onderlinge afhankelijheid van de conjunctuur en de economische politiek een geheel van statistische gegevens vereisen , met behulp waarvan het mogelijk zal zijn , de ontwikkeling op korte termijn in alle economische sectoren te volgen en passende en gecoordineerde maatregelen binnen het kader van de economische doelstellingen op korte en middellange termijn te treffen ;

Overwegende dat deze gegevens er derhalve toe dienen bij te dragen , storingen of discrepanties , alsook groei - of regressie-intensiteiten op sommige deelmarkten analyseerbaar te maken , hetgeen een onderverdeling naar " burgerlijke en utiliteitsbouw " en " grond - , water - en wegenbouw " vereist ;

Overwegende dat de in de afzonderlijke Lid-Staten beschikbare statistieken over de economische ontwikkeling op korte termijn in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw onvoldoende of te weinig vergelijkbaar zijn om als een geschikte basis voor het werk van de Commissie te dienen ;

Overwegende dat , ten einde de tenuitvoerlegging van de overwogen bepalingen te vergemakkelijken , bepaalde termijnen moeten worden vastgesteld voor het verstrekken van de vereiste statistische documenten ;

Overwegende dat er rekening mee moet worden gehouden dat de administratieve regelingen en handelwijzen betreffende de bouwvergunningen van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen ;

Overwegende dat in verband met de aard van de structuur van de werkgelegenheid in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw in deze of gene Lid-Staat de gegevens over het gepresteerde arbeidsvolume onvoldoende significant kunnen zijn voor het waarnemen van de economische ontwikkeling op korte termijn in deze sector ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De Lid-Staten treffen , in technische samenwerking met de Commissie , alle passende maatregelen om , op basis van gecoordineerde definities en methoden , de kwantitatieve statistische gegevens te verzamelen , welke nodig zijn voor de waarneming van de conjuncturele en economische ontwikkeling in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw .

Artikel 2

De statistieken hebben betrekking op de activiteiten in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw zoals deze in afdeling 5 van de Algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen ( NACE ) , uitgave 1970 , worden omschreven .

De gegevens zijn afkomstig , hetzij uit statistische enquêtes en hebben in dat geval ten minste betrekking op ondernemingen waarin 20 of meer personen werkzaam zijn , hetzij uit ambtelijke bescheiden , zoals bij voorbeeld de bouwvergunningen . In het belang van een snelle beschikbaarstelling van de uitkomsten kunnen de door de ondernemingen te verstrekken gegevens op representatieve wijze worden verzameld ; de statistische eenheid voor deze gegevens is de eenheid van economische activiteit zoals die gedefinieerd is in deel I van de NACE .

Als grondslag voor de opstelling van deze statistieken voor de behoeften der Gemeenschappen dient de NACE .

Artikel 3

De statistieken omvatten de volgende variabelen of indicatoren :

a ) Maandelijks te verzamelen gegevens :

1 . De bouwvergunningen

1.1 . Het aantal voor woningbouw verleende bouwvergunningen onder vermelding van het aantal woningen alsmede van de bewoonbare oppervlakte en/of de bouwinhoud

1.2 . Het aantal voor utiliteitsbouw verleende bouwvergunningen onder vermelding van het aantal gebouwen alsmede de nuttige oppervlakte en/of de daarmee overeenstemmende bouwinhoud

2 . De indexcijfers van de produktie

2.1 . Het indexcijfer van de produktie in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw

2.1.1 . Het indexcijfer van de produktie in de burgerlijke en utiliteitsbouw

2.1.2 . Het indexcijfer van de produktie in de grond - , water - en wegenbouw

3 . De orderontvangsten

3.1 . Het indexcijfer van de orders voor de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw

3.1.1 . De orders voor de burgerlijke en utiliteitsbouw , in waarde of de waarde van het aantal begonnen woongebouwen en utiliteitsgebouwen

3.1.2 . De orders voor de grond - , water - en wegenbouw , in waarde ;

b ) Vooreerst ten minste driemaandelijks te verzamelen gegevens , waarbij de Commissie deze periodiciteit in overeenstemming met de Lid-Staten kan wijzigen :

4 . Het aantal werknemers , waaronder handarbeiders

5 . Het totaal der brutolonen en - salarissen

6 . Het gepresteerde arbeidsvolume

6.1 . Het aantal gewerkte uren in de burgerlijke en utiliteitsbouw

6.2 . Het aantal gewerkte uren in de grond - , water - en wegenbouw .

Artikel 4

1 . De gegevens worden uiterlijk in de loop van het vierde kwartaal na kennisgeving van deze richtlijn voor de eerste maal verzameld en hebben betrekking op de voorafgaande maand of het voorafgaande kwartaal .

2 . De Lid-Staten die niet over een statistiek van de bouwvergunningen ( variabele 1 ) beschikken en waarvan het administratieve systeem zich niet leent voor het opstellen van zulk een statistiek , zijn vrijgesteld van het verstrekken van de gegevens betreffende deze variabele .

De Lid-Staten die niet over een statistiek beschikken van het gepresteerde arbeidsvolume ( variabele 6 ) of waarvoor het aantal gewerkte uren geen goede indicator is van het gepresteerde arbeidsvolume ten gevolge van de structuur van de werkgelegenheid in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw , zijn vrijgesteld van het verstrekken van de gegevens betreffende deze variabele .

3 . De Lid-Staten krijgen een termijn van twee jaar , te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van deze richtlijn , om de gegevens betreffende het algemene indexcijfer van de produktie in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw ( variabele 2.1 ) ter beschikking te stellen .

4 . De Lid-Staten krijgen een termijn van vier jaar , te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van deze richtlijn , voor :

- de onderverdeling van het algemene indexcijfer van de produktie ( variabele 2.1 ) in een indexcijfer van de produktie in de burgerlijke en utiliteitsbouw ( variabele 2.1.1 ) en een indexcijfer van de produktie in de grond - , water - en wegenbouw ( variabele 2.1.2 ) ;

- het verstrekken van gegevens over het algemene indexcijfer voor de orderontvangsten in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond - , water - en wegenbouw ( variabele 3.1 ) en van gegevens over de orderontvangsten in de grond - , water - en wegenbouw , in waarde ( variabele 3.1.2 ) ;

- het verstrekken van gegevens over het aantal handarbeiders , afzonderlijk van die over het aantal hoofarbeiders ( variabele 4 ) .

5 . Gedurende een overgangsperiode die , te rekenen vanaf de kennisgeving van deze richtlijn , evenwel niet langer mag duren dan vier jaar , mogen de gegevens betreffende variabele 3.1.1 worden vervangen door gegevens over het aantal begonnen woongebouwen en het aantal begonnen utiliteitsgebouwen , met vermelding van het bewoonbare/nuttige oppervlak of van de bouwinhoud .

Artikel 5

De Lid-Staten nemen alle passende maatregelen om de uitvoerings - , verwerkings - en berekeningstermijnen van de enquêtes tot een minimum te beperken en de uitkomsten van deze statistieken zo snel mogelijk ter beschikking van de Commissie te stellen .

Artikel 6

De kosten in verband met de opstelling van de statistieken in de Lid-Staten blijven ten laste van de nationale begrotingen .

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 13 februari 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . DALSAGER

( 1 ) PB nr . L 128 van 3 . 6 . 1972 , blz . 28 .

Top