Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31977L0143

    Richtlijn 77/143/EEG van de Raad van 29 december 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens

    PB L 47 van 18.2.1977, p. 47–51 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/03/1998; afgeschaft en vervangen door 31996L0096 ;

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1977/143/oj

    31977L0143

    Richtlijn 77/143/EEG van de Raad van 29 december 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens

    Publicatieblad Nr. L 047 van 18/02/1977 blz. 0047 - 0051
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 7 blz. 0011
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0016
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 7 blz. 0011
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0056
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0056


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 29 december 1976

    betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens

    ( 77/143/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 75 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk vervoerbeleid het onder meer noodzakelijk maakt dat het verkeer van bepaalde voertuigen in de Gemeenschap onder zo gunstig mogelijke omstandigheden plaatsvindt , zowel met betrekking tot de veiligheid als met betrekking tot de concurrentievoorwaarden voor de vervoerders in de verschillende Lid-Staten ;

    Overwegende dat de steeds grotere verkeersdichtheid en de toenemende gevaren en overlast die daaruit voortvloeien alle Lid-Staten voor veiligheidsproblemen van gelijke aard en omvang stellen ;

    Overwegende dat het buiten bedrijf stellen van bepaalde voertuigen voor periodieke controles en de daaruit voortvloeiende lasten van invloed zijn op de concurrentievoorwaarden in het wegvervoer tussen de verschillende Lid-Staten ; dat de huidige controleregelingen van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen ;

    Overwegende dat hieruit de noodzaak voortvloeit om de frequentie van deze controles en de verplicht te controleren punten zoveel mogelijk te harmoniseren ;

    Overwegende dat bij de vaststelling van het tijdstip waarop de in deze richtlijn bedoelde maatregelen van kracht worden , rekening moet worden gehouden met de termijnen die nodig zijn voor de instelling of uitbreiding van het administratieve en technische orgaan dat met de uitvoering van de controles zal worden belast ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    In elke Lid-Staat moeten de in die Staat geregistreerde motorvoertuigen , alsmede hun aanhangwagens en opleggers , een periodieke technische controle ondergaan , overeenkomstig deze richtlijn en haar bijlagen .

    Artikel 2

    1 . De categorieën voertuigen die moeten worden gecontroleerd , de frequentie van de technische controle en de verplicht te controleren punten staan in bijlagen I en II .

    2 . De Lid-Staten hebben de mogelijkheid voertuigen van de strijdkrachten en ter handhaving van de openbare orde uit te sluiten van de werkingssfeer van deze richtlijn .

    3 . De Lid-Staten kunnen na raadpleging van de Commissie bepaalde voertuigen die worden geëxploiteerd of gebruikt onder bijzondere voorwaarden , alsmede voertuigen die weinig of geen gebruik maken van de openbare weg , of die tijdelijk uit de circulatie zijn genomen , uitsluiten van de werkingssfeer van deze richtlijn of onderwerpen aan speciale bepalingen .

    Artikel 3

    Niettegenstaande het bepaalde in de bijlagen I en II kunnen de Lid-Staten :

    - de datum van de eerste verplichte technische controle vervroegen en het voertuig in voorkomend geval aan een controle onderwerpen alvorens het wordt geregistreerd ;

    - de periode tussen twee opeenvolgende verplichte technische controles bekorten ;

    - de technische controle van de facultatieve uitrusting verplicht stellen ;

    - het aantal te controleren punten uitbreiden ;

    - de verplichte periodieke technische controle uitbreiden tot andere categorieën voertuigen ;

    - aanvullende speciale controles voorschrijven .

    Artikel 4

    De technische controle in de zin van deze richtlijn moet worden uitgevoerd door de Staat of door organen of instellingen die door de Staat zijn aangewezen en die onder rechtstreeks toezicht van de Staat staan .

    Artikel 5

    1 . De Lid-Staten nemen de maatregelen die zij nodig achten voor het leveren van het bewijs dat het voertuig met goed gevolg een technische controle heeft ondergaan die minstens voldoet aan de bepalingen van deze richtlijn .

    2 . Deze maatregelen worden aan de Lid-Staten en de Commissie medegedeeld .

    3 . Iedere Lid-Staat erkent het in een andere Lid-Staat afgegeven bewijs dat een motorvoertuig dat in deze laatste Lid-Staat is ingeschreven , alsmede de aanhangwagen of oplegger daarvan met goed gevolg een technische controle hebben ondergaan die minstens voldoet aan de bepalingen van deze richtlijn , alsof hij dit bewijs zelf had afgegeven .

    Artikel 6

    Na raadpleging van de Commissie stellen de Lid-Staten met name inzake de wijze van toepassing van de in bijlage I bedoelde termijnen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen binnen één jaar na de kennisgeving ervan .

    Artikel 7

    In afwijking van het bepaalde in de bijlagen I en II kunnen de Lid-Staten uiterlijk tot 1 januari 1983 :

    - de datum van de eerste verplichte technische controle uitstellen ;

    - de tijdspanne tussen twee opeenvolgende verplichte technische controles verlengen ;

    - het aantal te controleren punten beperken ;

    - de categorieën voertuigen die aan de verplichte technische controle zijn onderworpen , wijzigen ,

    op voorwaarde dat alle betrokken voertuigen voor genoemde datum overeenkomstig deze richtlijn verplicht worden een technische controle te ondergaan .

    Artikel 8

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 29 december 1976 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    T . WESTERTERP

    ( 1 ) PB nr . C 23 van 8 . 3 . 1974 , blz . 54 .

    ( 2 ) PB nr . C 60 van 26 . 7 . 1973 , blz . 5 .

    BIJLAGE I

    Categorieën voertuigen * Frequentie van de controles *

    1 . Motorvoertuigen voor personenvervoer waarvan het aantal zitplaatsen - die van de bestuurder niet meegerekend - meer dan 8 bedraagt * 1 jaar na de datum van ingebruikneming , vervolgens elk jaar *

    2 . Motorvoertuigen voor goederenvervoer met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3 500 kg * 1 jaar na de datum van ingebruikneming , vervolgens elk jaar *

    3 . Aanhangwagens en opleggers met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3 500 kg * 1 jaar na de datum van ingebruikneming , vervolgens elk jaar *

    4 . Taxi's , ziekenwagens * 1 jaar na de datum van ingebruikneming , vervolgens elk jaar *

    BIJLAGE II

    De controle moet op zijn minst betrekking hebben op onderstaande punten , mits deze de verplichte uitrusting betreffen van het voertuig dat in de desbetreffende Lid-Staat wordt gekeurd .

    1 . REMINSTALLATIE

    1.1 . Bedrijfsrem

    1.1.1 . Mechanische toestand

    1.1.2 . Remwerking

    1.1.3 . Gelijkmatigheid van de remwerking

    1.1.4 . Vacuuempomp en compressor

    1.2 . Hulprem

    1.2.1 . Mechanische toestand

    1.2.2 . Remwerking

    1.2.3 . Gelijkmatigheid van de remwerking

    1.3 . Parkeerrem

    1.3.1 . Mechanische toestand

    1.3.2 . Remwerking

    1.4 . Rem van aanhangwagen of oplegger

    1.4.1 . Mechanische toestand

    - Automatische remming

    1.4.2 . Remwerking

    2 . STUURINRICHTING EN STUURWIEL

    2.1 . Mechanische toestand

    2.2 . Stuurwiel

    2.3 . Speling in de stuurinrichting

    3 . ZICHT

    3.1 . Gezichtsveld

    3.2 . Toestand van de ruiten

    3.3 . Achteruitkijkspiegels

    3.4 . Ruitewisser

    3.5 . Ruitesproeier

    4 . LICHTEN , REFLECTERENDE INRICHTINGEN EN ELEKTRISCHE INSTALLATIES

    4.1 . Groot licht en dimlicht

    4.1.1 . Toestand en werking

    4.1.2 . Richting

    4.1.3 . Schakelaars

    4.1.4 . Zichtbaarheid

    4.2 . Breedtelichten , achterlichten en markeringslichten

    4.2.1 . Toestand en werking

    4.2.2 . Kleur en zichtbaarheid

    4.3 . Stoplichten

    4.3.1 . Toestand en werking

    4.3.2 . Kleur en zichtbaarheid

    4.4 . Richtingaanwijzers

    4.4.1 . Toestand en werking

    4.4.2 . Kleur en zichtbaarheid

    4.4.3 . Schakelaars

    4.4.4 . Knippersnelheid

    4.5 . Mistlichten voor en achter

    4.5.1 . Plaatsing

    4.5.2 . Toestand en werking

    4.5.3 . Kleur en zichtbaarheid

    4.6 . Achteruitrijlichten

    4.6.1 . Toestand en werking

    4.6.2 . Kleur en zichtbaarheid

    4.7 . Achterkentekenplaatverlichting

    4.8 . Retroflectoren

    - Toestand en kleur

    4.9 . Verklikkersignalen

    4.10 . Elektrische verbindingen tussen trekkend voertuig en aanhangwagen of oplegger

    4.11 . Elektrische bedrading

    5 . ASSEN , WIELEN , BANDEN , VERING

    5.1 . Assen

    5.2 . Wielen en banden

    5.3 . Vering ( wielophanging )

    6 . CHASSIS EN MET HET CHASSIS VERBONDEN DELEN

    6.1 . Chassis of frame en bevestigingen

    6.1.1 . Algemene toestand

    6.1.2 . Uitlaatpijpen en dempers

    6.1.3 . Tanks en brandstofleidingen

    6.1.4 . Geometrische kenmerken en staat van de bescherming aan de achterzijde bij bedrijfsvoertuigen

    6.1.5 . Bevestiging van het reservewiel

    6.1.6 . Koppelingsinrichting van trekkende voertuigen , aanhangwagens en opleggers

    6.2 . Cabine en koetswerk

    6.2.1 . Algemene toestand

    6.2.2 . Bevestiging

    6.2.3 . Portieren en sloten

    6.2.4 . Bodem

    6.2.5 . Bestuurderszitplaats

    6.2.6 . Treeplanken

    7 . DIVERSE UITRUSTINGEN

    7.1 . Veiligheidsgordels

    7.2 . Brandblusser

    7.3 . Sloten en beveiligingen tegen diefstal

    7.4 . Gevarendriehoek

    7.5 . Verbandtrommel

    7.6 . Wielblok(ken )

    7.7 . Claxon

    7.8 . Snelheidsmeter

    7.9 . Tachograaf ( aanwezigheid en verzegeling )

    8 . OVERLASTFACTOREN

    8.1 . Geluid

    8.2 . Uitlaatemissies

    8.3 . Radio-ontstoring

    9 . AANVULLENDE CONTROLES VOOR VOERTUIGEN VOOR HET OPENBAAR VERVOER VAN PERSONEN

    9.1 . Nooduitgang(en ) ( met inbegrip van hamers om ruiten in te slaan ) , borden met opschrift " nooduitgang "

    9.2 . Verwarming

    9.3 . Luchtcirculatie

    9.4 . Zitplaatsindeling

    9.5 . Binnenverlichting

    10 . IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG

    10.1 . Kentekenplaat

    10.2 . Chassisnummer

    Top