Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975R3280

    Verordening (EEG) nr. 3280/75 van de Raad van 16 december 1975 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van de vrijwaringsmaatregelen in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt

    PB L 326 van 18.12.1975, p. 4–5 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1995; opgeheven door 31994R3290

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1975/3280/oj

    31975R3280

    Verordening (EEG) nr. 3280/75 van de Raad van 16 december 1975 houdende omschrijving van de wijze van toepassing van de vrijwaringsmaatregelen in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt

    Publicatieblad Nr. L 326 van 18/12/1975 blz. 0004 - 0005
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0244
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0133
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0244
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0223
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0223


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 3280/75 VAN DE RAAD

    van 16 december 1975

    houdende omschrijving van de wijze van toepassing van de vrijwaringsmaatregelen in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt ( 1 ) , inzonderheid op artikel 9 , lid 1 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Overwegende dat artikel 9 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 in de mogelijkheid voorziet passende maatregelen te nemen als in de Gemeenschap de markt van een of meer van de produkten bedoeld in artikel 1 van deze verordening , als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , waardoor de doelstellingen van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen worden gebracht ; dat de toepassing van deze maatregelen op het handelsverkeer met derde landen moet worden beëindigd zodra de verstoring of het gevaar van verstoring is verdwenen ;

    Overwegende dat de Raad de uitvoeringsbepalingen van bovengenoemd artikel 9 , lid 1 , moet vaststellen en moet bepalen in welke gevallen en binnen welke grenzen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen nemen ;

    Overwegende dat derhalve de belangrijkste elementen dienen te worden bepaald aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of de markt in de Gemeenschap ernstig is of dreigt te worden verstoord ;

    Overwegende dat een verstoring van de markt als gevolg van uitvoer is uitgesloten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt ; dat de betrokken maatregelen daarom tot de invoer van deze produkten kunnen worden beperkt ;

    Overwegende dat het nemen van vrijwaringsmaatregelen afhankelijk is van de invloed die het handelsverkeer met derde landen uitoefent op de markt van de Gemeenschap ; dat derhalve bij de beoordeling van de toestand van deze markt niet slechts rekening dient te worden gehouden met de elementen die aan deze markt eigen zijn , maar ook met de elementen die betrekking hebben op de ontwikkeling van dit handelsverkeer ;

    Overwegende dat een omschrijving dient te worden gegeven van de maatregelen die krachtens artikel 9 van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 kunnen worden getroffen ; dat deze maatregelen van zodanige aard dienen te zijn dat zij ernstige marktverstoringen kunnen verhelpen en dat zij het gevaar van dergelijke verstoringen kunnen doen verdwijnen ; dat zij daarom op de omstandigheden afgestemd dienen te worden om te vermijden dat zij andere dan de gewenste gevolgen hebben ;

    Overwegende dat het beroep door een Lid-Staat op artikel 9 van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 dient te worden beperkt tot het geval dat de markt van deze Staat , na een beoordeling , gegrond op bovengenoemde elementen , wordt beschouwd als te voldoen aan de voorwaarden van genoemd artikel ; dat de maatregelen die in dit geval kunnen worden genomen zodanig dienen te zijn dat de marktsituatie niet verder verslechtert en slechts een conservatoir karakter mogen bezitten ; dat derhalve deze nationale maatregelen slechts mogen worden toegepast tot de inwerkingtreding van een communautair besluit ter zake ;

    Overwegende dat de Commissie moet besluiten ter zake van de gemeenschappelijke vrijwaringsmaatregelen die dienen te worden genomen na een verzoek van een Lid-Staat , en wel binnen vierentwintig uur na ontvangst van dit verzoek ; dat het , ten einde de Commissie in staat te stellen de toestand op de markt zo doeltreffend mogelijk te beoordelen , noodzakelijk is regels vast te stellen die waarborgen dat zij zo spoedig mogelijk op de hoogte wordt gebracht van het feit dat een Lid-Staat conservatoire maatregelen toepast ; dat derhalve dient te worden bepaald dat de Commissie wordt ingelicht zodra tot het nemen van deze maatregelen is besloten en dat deze kennisgeving dient te worden aangemerkt als een verzoek in de zin van artikel 9 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Bij de beoordeling of in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 bedoelde produkten als gevolg van invoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , waardoor de doelstellingen van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen worden gebracht , wordt in het bijzonder rekening gehouden :

    a ) met de omvang van de werkelijke of de te verwachten invoer ;

    b ) met de beschikbare hoeveelheden van de produkten op de markt van de Gemeenschap ;

    c ) met de voor inheemse produkten op de markt van de Gemeenschap geconstateerde prijzen , met name op het niveau van de telersmarkten , met inbegrip van de op de veilingen geconstateerde prijzen , of met de te verwachten ontwikkeling van deze prijzen en met name hun neiging tot buitensporige daling ;

    d ) met de voor produkten van herkomst uit derde landen op de markt van de Gemeenschap geconstateerde prijzen , herleid tot een stadium dat vergelijkbaar is met het sub c ) bedoelde stadium , en met name hun neiging tot buitensporige daling .

    Artikel 2

    1 . Indien de toestand bedoeld in artikel 9 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 zich voordoet , zijn de maatregelen die krachtens de leden 2 en 3 van dat artikel kunnen worden genomen :

    a ) voor de produkten die onderworpen zijn aan het stelsel van invoercertificaten als bedoeld in artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 3279/75 van de Raad van 16 december 1975 betreffende de unificatie van de invoerregelingen die door iedere Lid-Staat worden toegepast ten opzichte van derde landen in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt ( 2 ) :

    - algehele of gedeeltelijke stopzetting van de afgifte van certificaten , hetgeen tot gevolg heeft dat nieuwe aanvragen niet ontvankelijk zijn ,

    - algehele of gedeeltelijke afwijzing van de in behandeling zijnde aanvragen van certificaten ;

    b ) voor de produkten die niet zijn onderworpen aan het stelsel van invoercertificaten , algehele of gedeeltelijke opschorting van de invoer .

    2 . De in lid 1 bedoelde maatregelen mogen slechts worden getroffen in de mate en voor de tijdsduur die strikt noodzakelijk zijn . Hierbij wordt rekening gehouden met de bijzondere situatie van de produkten die onderweg zijn naar de Gemeenschap . Zij mogen slechts betrekking hebben op produkten van herkomst uit derde landen . Zij kunnen worden beperkt tot produkten met een bepaalde herkomst , oorsprong , kwaliteit , grootteklasse of variëteit . Zij kunnen worden beperkt tot de invoer die is bestemd voor bepaalde gebieden van de Gemeenschap .

    3 . De afwijzing bedoeld in lid 1 , sub a ) , tweede gedachtenstreepje , is van toepassing op de aanvragen die worden ingediend in de periode waarin de opschorting , bedoeld in artikel 3 , lid 1 , sub a ) , wordt toegepast .

    Artikel 3

    1 . Een Lid-Staat kan een of meer conservatoire maatregelen nemen als hij , na een beoordeling gegrond op de in artikel 1 bedoelde elementen , van mening is dat de situatie bedoeld in artikel 9 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 zich op zijn grondgebied voordoet .

    De conservatoire maatregelen bestaan :

    a ) voor de produkten die onderworpen zijn aan het stelsel van invoercertificaten , uit de algehele of gedeeltelijke opschorting van de afgifte der certificaten ,

    b ) voor de produkten die niet onderworpen zijn aan het stelsel van invoercertificaten , uit de algehele of gedeeltelijke opschorting van de invoer .

    Artikel 2 , lid 2 , is van toepassing .

    2 . De conservatoire maatregelen worden per telexbericht ter kennis van de Commissie gebracht zodra tot het nemen ervan is besloten . Deze kennisgeving geldt als verzoek in de zin van artikel 9 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 .

    Deze maatregelen zijn slechts van toepassing totdat het op deze grondslag door de Commissie genomen besluit in werking treedt .

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1976 .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 16 december 1975 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . MARCORA

    ( 1 ) PB nr . L 55 van 2 . 3 . 1968 , blz . 1 .

    ( 2 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad .

    Top