EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31974L0331

Richtlijn 74/331/EEG van de Commissie van 12 juni 1974 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gasmeters

PB L 189 van 12.7.1974, p. 9–10 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/10/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1974/331/oj

31974L0331

Richtlijn 74/331/EEG van de Commissie van 12 juni 1974 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gasmeters

Publicatieblad Nr. L 189 van 12/07/1974 blz. 0009 - 0010
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0028
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0258
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0028
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 3 blz. 0247
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 3 blz. 0247


++++

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE

van 12 juni 1974

houdende aanpassing aan de vooruitgang van de tecniek van de richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gasmeters

( 74/331/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op de Richtlijn nr . 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 1 ) , gewijzigd bij de Akte die is gevoegd bij het op 22 januari 1972 te Brussel ondertekende Verdrag betreffende de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ( 2 ) , en met name op de artikelen 17 , 18 en 19 ,

Gelet op de Richtlijn nr . 71/318/EEG van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gasmeters ( 3 ) ,

Overwegende dat het controle-element van een gasmeter de foto-elektrische aflezing van het aantal omwentelingen van dit element mogelijk moet kunnen maken met het oog op de technische ontwikkeling in deze materie ;

Overwegende dat de door het Verenigd Koninkrijk voorgestelde methode om de eerste E.E.G.-ijk van gasmeters te verrichten als equivalent kan worden beschouwd met die welke in de Richtlijn nr . 71/318/EEG van de Raad wordt voorgeschreven , indien deze methode bij een debret van ongeveer 0,3 Q min wordt uitgevoerd met toepassing van een maximaal toelaatbare fout van 10 % ; dat er dientengevolge aanleiding is om de richtlijn te wijzigen ten einde rekening te houden met de technische vooruitgang ;

Overwegende dat voor het ogenblik deze wijzigingen zich inspireren op de oriëntatie van voornoemde Akte ;

Overwegende dat de bepalingen van de onderhavige richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de richtlijnen tot opheffing van technische handelsbelemmeringen in de sector der meetmiddelen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

In de bijlage bij de Richtlijn nr . 71/318/EEG van de Raad van 26 juli 1971 worden de teksten onder de punten : 5.2.4 van hoofdstuk I.B ; 4.3 , 7.2.6 en 8.1 van hoofdstuk II , alsmede de tabel van punt 2.1 en het punt 7.1 b ) van hoofdstuk III , gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn .

Artikel 2

1 . Binnen één jaar na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis .

2 . De Lid-Staten zien erop toe , dat de tekst van de nationale wettelijke bepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 12 juni 1974 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

François-Xavier ORTOLI

( 1 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1972 , blz . 14 .

( 3 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 21 .

BIJLAGE

1 . De tekst van de bijlage hoofdstuk 1 , deel B , punt 5.2.4 wordt vervangen door de volgende tekst :

" De index of wijzerpunt moet voldoende scherp zijn om een betrouwbare en gemakkelijke aflezing mogelijk te maken .

Het controle-element mag voorzien zijn van een merkteken dat duidelijk afsteekt en voldoende groot is om een foto-elektrische aftasting mogelijk te maken . Dit merkteken mag de schaalverdeling niet bedekken ; het mag eventueel de plaats van het cijfer 0 innemen . Het merkteken mag geen afbreuk doen aan de nauwkeurigheid van de aflezing . "

2 . Na de tabel in de bijlage , hoofdstuk II , paragraaf 4.3 moet worden toegevoegd :

" De te meten luchtvolumes mogen worden vervangen door de naastbijgelegen volumes die overeenkomen met een geheel aantal omwentelingen van het controle-element . "

3 . De tekst van de bijlage , hoofdstuk II , punt 7.2.6 , wordt vervangen door de volgende tekst :

" 7.2.6 . Na de duurbeproeving moeten de gasmeters ( met uitzondering van ten hoogste één indien de proef met drie of meer meters wordt genomen ) aan alle onderstaande eisen voldoen :

a ) het verschil tussen het hoogste en het laagste punt van de miswijzingscurve van elke gasmeter afzonderlijk , bij debieten gelegen binnen het meetbereik van de gasmeter , mag niet meer bedragen dan 4 % ;

b ) de waarden van de fouten mogen niet meer dan 1,5 % afwijken van de oorspronkelijk gevonden waarden ; deze regel is echter bij het debiet Q min uitsluitend van toepassing op afwijkingen van de fout in negatieve zin ;

c ) het mechanisch drukverbruik mag met niet meer dan 20 N/m2 ( 0,2 mbar ) zijn toegenomen . "

4 . De tekst van de bijlage , hoofdstuk II , punt 8.1 . wordt vervangen door de volgende tekst :

" 8.1 . Juistheidsproeven

Een meter wordt geacht te voldoen aan de voorschriften inzake de maximaal toelaatbare fouten , wanneer deze fouten bij onderstaande debieten niet worden overschreden :

a ) bij het debiet Q min ;

b ) bij een debiet in de orde van grootte van 1/5 Q max ;

c ) bij het debiet Q max .

Wanneer het onderzoek onder afwijkende omstandigheden wordt uitgevoerd , moeten uit de resultaten daarvan ten minste dezelfde conclusies als die , verkregen op grond van de eerder genoemde proeven , kunnen worden getrokken . "

5 . De tabel van punt 2.1 van hoofdstuk III wordt vervangen door volgende tabel :

G * Q max m3/h * Meetbereik *

* * klein * gemiddeld * groot *

* * Q min m3/h *

25 * 40 * 8 * 4 * 2 *

40 * 65 * 13 * 6 * 3 *

65 * 100 * 20 * 10 * 5 *

100 * 160 * 32 * 16 * 8 *

160 * 250 * 50 * 25 * 13 *

250 * 400 * 80 * 40 * 20 *

400 * 650 * 130 * 65 * 32 *

650 1 000 * 200 * 100 * 50 *

1 000 * 1 600 * 320 * 160 * 80 *

6 . In de bijlage , hoofdstuk III wordt punt 7.1.b ) door de volgende tekst vervangen :

" b ) bij turbinegasmeters :

Q min - 1,5 Q min - 2,5 Q min - 0,25 Q max - 0,5 Q max en Q max . "

Top